zaterdag, juli 09, 2005

 

Inleiding Veerman start reconstructie

Inleiding bij de kick-off bijeenkomst Reconstructie BrabantInleiding door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dr. C.P. Veerman, bij de kick-off bijeenkomst Reconstructie Brabant, Oss, 5 juli 2005
Dames en heren,
Vandaag wil ik de lof zingen van het platteland. Ik kom er zelf vandaan, dus ik weet waarover ik praat. Elke dag, na slopende uren in de spelonken van de Randstad, keer ik terug naar de rust, de ruimte en de stilte van de boerderij in Goudswaard, diep in de Hoeksche Waard, waar, zoals een bezoeker mij laatst zei, 'de wereld ophoudt en de horizon oplost in het eindeloze water van het Haringvliet.'
Als liefhebber van het platteland bevind ik mij momenteel in goed gezelschap. Kijk eens om u heen: het platteland is springlevend en bruist van energie!
Het is een gevoel dat in brede lagen van de bevolking wordt gedeeld: uit een recente enquête blijkt dat een grote meerderheid van de Nederlanders eigenlijk het liefste buiten de stad zou willen wonen. En elk weekeinde trekken grote aantallen stedelingen naar het platteland om daar, net als ik, rust, ruimte en stilte te ervaren. Rust, ruimte en stilte die het hectische leven van alledag draaglijk maken.
Dus: lang leve het platteland! Juist in ons dichtbevolkte land in het onmisbaar. Het is, met zijn vitale functies, onlosmakelijk verbonden met het leven van alle 16 miljoen Nederlanders.
Het platteland is immers een economische factor van grote betekenis. Allereerst hebben we de landbouw als hoeksteen van het buitengebied. In het boerenbedrijf wordt nog steeds geld verdiend - al is het lang niet altijd meer op traditionele manier. Die activiteiten van de boer, agrarisch of anderszins, geven economische structuur aan het platteland.
Maar heeft u wel eens stil gestaan bij de jaaromzet in de sector vrije tijd en recreatie op het plattland? U zult uw oren niet geloven: er gaat jaarlijks een ruwe 20 miljard euro om, en dan reken ik de bestedingen in de horeca nog niet eens mee. Dat is een volwassen bedrag, zou ik zeggen. Sterker: vergelijkt u het eens met het bedrag dat jaarlijks in het hele agrocluster wordt omgezet: ongeveer 40 miljard euro (2002).
Het platteland vervult nog meer belangrijke functies. Rust, ruimte en stilte noemde ik al, waarbij ik vergat het landschap te noemen als bron van inspiratie voor de stedeling. Laatst zag ik het platteland omschreven als 'de groene schouwburg'. Dat is een mooi beeld: want ook in het theater beleven we inspirerende dingen.
Bovendien biedt het platteland behalve een prettige woonomgeving ook een aangenaam vestigingsklimaat voor bedrijven. En last but not least: niet alleen de geestelijke gezondheid vaart wel bij een verblijf in het buitengebied, het is ook een balsem voor het lichaam. Gelooft u mij, in Goudswaard genieten we dagelijks van de frisse lucht.
Dames en heren!
Het is dus van belang dat ons typisch Nederlandse landschap in stand blijft of op een mooie, eigentijdse manier verandert. En dat brengt mij op de aanleiding voor dit feest - want een feest is het, in dit schitterende klooster midden in het pastorale Oost-Brabantse landschap.
Vandaag vieren we dat de reconstructie van het Brabantse platteland van start gaat. Na jaren van praten en luisteren, van wikken en wegen, van modelleren, boetseren en polijsten gaat dan eindelijk de eerste schop de grond in.
Een dubbeltje kan raar rollen, dames en heren. Oorspronkelijk was de reconstructie van het platteland bedoeld om veterinaire rampen als de varkenspest uit te bannen. Nu, bijna tien jaar na de laatste uitbraak van de varkenspest, is de reconstructie uitgegroeid tot een verregaande herschikking van het buitengebied. Het gaat al lang niet meer over de beteugeling van dierziekten.
Het gaat over biodiversiteit, over de schoonheid van het landschap, over de rol van het boerenbedrijf en de recreatiesector daarin, over waterberging, over het gezondheidsaspect waar ik het net over had. In een paar woorden samengevat: het gaat om het behoud en waar mogelijk om de verbetering van het leefklimaat op het platteland door al die verschillende functies op een zinvolle manier met elkaar te verbinden.
Dames en heren!
Hoe is het allemaal zo ver gekomen?
In mijn visie is de reconstructie - waarmee we weer overtuigend aantonen dat God weliswaar de wereld schiep, maar dat de Hollanders het heft altijd stevig in eigen handen hebben gehouden - een blauwdruk voor een nieuwe manier van bestuurlijk samenwerken.
Ik sprak zojuist over de vele jaren die met de voorbereidingen gemoeid waren. Over dit soort processen wordt nog wel eens wat smalend gedaan: de trage ambtelijke molens, het eindeloze praatcircus, de beroemde Haagse stroperigheid, en zo voorts en zo verder.
Daar is vast wel het een en ander van waar, maar het is mijn stellige overtuiging dat we er niet waren gekomen zonder een zorgvuldig 'voortraject', om dat afschuwelijke woord nog eens van stal te halen. En die zorgvuldigheid brengt inderdaad met zich mee dat er veel gepraat en vooral ook geluisterd moet worden, door alle betrokken partijen. Dus in plaats van 'niet lullen maar poetsen' liever 'eerst praten, dan doen.'
Het aardige van het reconstructieproces is dat de meest betrokken ministeries, VROM en LNV, als het ware over hun eigen schaduw zijn heengestapt. Daarmee bedoel ik dat ze hun traditionele reflexen hebben onderdrukt door niet met allerlei Haagse oekazes en decreten te hebben gezwaaid richting andere overheden.
Ditmaal hebben we het draagvlak voor de reconstructie van onderaf laten ontstaan en niet van bovenaf opgelegd. Dat geeft een hoop meer betrokkenheid van alle partijen, en je staat soms verbaasd over de uitbarsting van creatieve ideeën die daardoor ontstaat.
Er is hier in Brabant - en elders, haast ik mij daaraan toe te voegen - sprake geweest van echte interactie tussen alle betrokken partijen, van burgers en gemeenten tot de provincies en de rijksoverheid. Ik ben er van overtuigd dat alleen op die manier de maatschappelijke waarde van het platteland en zijn unieke landschap kan worden gewaarborgd. Dat is de belangrijkste les die we uit dit proces moeten trekken.
Dames en heren!
De rol van VROM en LNV in het reconstructieproces - enigszins te vergelijken met die van een commissaris van een onderneming - sluit goed aan bij de nieuwe sturingsfilosofie van mijn department.
'Van zorgen voor naar zorgen dat' zeggen we aan de Haagse Bezuidenhoutseweg. Het betekent dat ons niet meer bezig willen houden met micromanagement, met het tot in het kleinste detail voorschrijven van hoe dingen gedaan moeten worden.
Liever stellen we ons op als makelaar, als vertrouwenspersoon. Want, ik kan het niet vaak genoeg zeggen, besturen is het organiseren van vertrouwen. We brengen mensen en instellingen bij elkaar, we denken mee, scheppen kaders, stellen onze kennis ter beschikking, we willen werken via de weg van de overtuiging in plaats van die van de confrontatie.
Ook in de toekomst kunt u op mij rekenen. Onlangs heb ik alle bij de reconstructie betrokken overheden gezegd: als jullie bij de uitvoering van al die mooie plannen knelpunten tegenkomt - bijvoorbeeld bij één van de Hoge Colleges van Staat - meld ze me dan. Dan ga ik voor jullie op pad, om knopen te ontwarren en ruimte te creëren.
Daar sta ik voor. Dat beloof ik u.
Ik wil dus maar zeggen dat 'LNV-op-afstand' bepaald niet betekent dat we vanaf nu de boel de boel zullen laten. U kunt er van verzekerd zijn dat wij u ook in de uitvoeringsfase kritisch zullen blijven volgen, vanuit een heldere visie op de toekomst van het platteland.
Zo is het mij opgevallen dat er in de reconstructieplannen veel meer aandacht zou mogen komen voor de eigen identiteit en cultuur van de verschillende gebieden. Met klem roep ik u op om ruimte te geven aan controversiële plannen, om durf te tonen en te kiezen voor eigenheid en diversiteit!
Dames en heren!
De tijd van praten is voorbij. Dat geldt voor de reconstructie - handen uit de mouwen, aan het werk, de schop de grond in, dat soort dingen - en dat geldt in de meest letterlijke zin nu ook voor mij.
Ik wil tot slot alle partijen lof toezwaaien voor hun inzet om de reconstructie in Brabant tot een succes te maken. Daarmee heeft u ons allemaal een grote dienst bewezen. Want ik zei het al eerder: zonder platteland geen Nederland!
Ik dank u voor uw aandacht.

 

Nieuwe stankwet in aantocht

Het kabinet is akkoord met het wetsvoorstel Geurhinder en veehouderij van staatssecretaris Van Geel (milieu). De nieuwe ‘stankwet’ komt in de plaats van de stankwet voor de reconstructiegebieden en drie stankhandreikingen.
De nieuwe wet betekent een sterke vereenvoudiging ten opzichte van die oude, ingewikkelde stankregelgeving met haar stankcirkels.
Belangrijke inhoudelijke wijziging in het wetsvoorstel is het uitdrukken van de normen voor geurbelasting (‘geureenheden’ in plaats van ‘mestvarkeneenheden’). Deze aanpak lijkt op de geluidregelgeving, waar de hoogste toegestane geluidbelasting in decibellen wordt uitgedrukt. Daarnaast mogen gemeenten in de toegestane geurbelasting variëren. Gemeenten kunnen naar boven en naar beneden afwijken. Daardoor kan de gemeente lokaal maatwerk leveren voor veehouderijen en de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Geurhinder is immers een lokaal probleem.
Het wetsvoorstel gaat voor advies aan de Raad van State. Het wordt openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. De wet moet begin tweede kwartaal 2006 in werking treden.
Publicatiedatum: 8 juli 2005Door: Boerderij

vrijdag, juli 08, 2005

 

Stimulans hergebruik boerderij

LENGEL - Een nieuwe bestemming van agrarische bedrijfsruimten kan zorgen voor versterking van de economische vitaliteit van het platteland. Volgend voorjaar start er een Duits - Nederlandse website, waar de vraag naar en aanbod van voormalige agrarische gebouwen bij elkaar worden gebracht.
Landbouworganisatie LTO lichtte gisteren plannen voor herbestemming van agrarische bedrijfsgebouwen toe op een bijeenkomst in het Duitse Lengel bij 's-Heerenberg. Boerderij Korenhorst is zes jaar geleden succesvol veranderd van een melkveehouderij in een pension annex trainings- en vegaderlocatie en hippisch pension.LTO reageert met de aandacht voor herbestemming op de snelle daling van het aantal boerenbedrijven. Door een nieuwe bestemming te zoeken voor agrarische bedrijfsgebouwen,wordt leegloop van het landelijk gebied voorkomen. Het project moet ook uitmonden in concrete marketingplannen, waarmee eigenaren van agrarische gebouwen een nieuwe economische basis voor hun bezit kunnen verwerven.LTO werkt samen met de Euregio Rijn en Waal. De universiteiten in Münster en Nijmegen begeleiden het drie jaar durende project, dat met geld van de EU, Gelderland en Noordrijn-Westfalen wordt ondersteund.

 

Bedrijven in rol als aanjager

7 JULI 2005 - APELDOORN - Het bedrijfsleven neemt onder aanvoering van MKB Oost - Nederland het initiatief tot ruimtelijke projecten in Gelderland en Overijssel. De betrokken branches denken de bureaucratie te kunnen terugdringen en snel tot handelen te kunnen komen. Voorbeelden zijn het ontwikkelen van bedrijventerreinen, recreatieprojecten, woningbouw en kantorenlocaties.
Daarmee breekt het bedrijfsleven met de lijn dat politieke wensen worden geuit en het bedrijfsleven pas daarna in actie komt. ‘We willen leidinggevend worden op het gebied van ruimtelijke ordening’, zegt regiomanager Rob Weiss van MKB Oost-Nederland. Invalshoek‘We willen vanuit een economische invalshoek een eigen agenda hanteren op het gebied van ruimtelijke ordening. Woningcorporaties, makelaars, aannemers, installatiebedrijven en dergelijke spreken samen ideeën door en leggen die gezamenlijk neer bij provincie en gemeente. Op vragen kunnen we vervolgens direct anticiperen door oplossingen aan te dragen. We hopen een boel bureaucratie weg te kunnen nemen en snel tot handelen te kunnen overgaan’, aldus Weiss.VoordelenVolgens Weiss kan in Zeeland binnenkort worden begonnen met een woningbouwproject, waarmee de voordelen van de nieuwe aanpak zijn aangetoond. Op grond daarvan rolt MKB Nederland zijn plannen ook uit over de overige provincies. ‘We denken dat we op deze manier niet zullen verzanden in regelgeving’, zegt Weiss. Vlekkenkaart‘Eerst maken we een vlekkenkaart van de provincie’ legt Weiss uit. ‘Daarop kan bijvoorbeeld staan dat er in Hattem behoefte is aan een bedrijventerrein, dat Apeldoorn vanwege vergrijzing om seniorenwoningen verlegen zit en dat er in het gebied Arnhem/Nijmegen iets met de rivieren zou kunnen worden gedaan. Vervolgens gaan we met een actielijstje naar de gedeputeerden. Omdat alle van belang zijnde branches in onze werkgroep zitten kunnen we heel snel schakelen zodra de gedupteerde met vragen komt.’VertalingDe provincie Gelderland nam vorige week een streekplan aan, waar in moeilijke bewoordingen staat wat er toegestaan is op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling. ‘Wij gaan dat concreet vertalen in bijvoorbeeld kampeerterreinen, bedrijventerreinen en woningbouw’, zegt Weiss. ‘Nog dit jaar denken we onze eerste plannen te kunnen presenteren.’

 

Biobrandstof

Veerman opent Noord Nederlandse Oliemolen

Op 6 juli 2005 heeft Minister Veerman van Landbouw in gezelschap van de gedeputeerde van Groningen de heer Bleker en de Burgemeester van Delfzijl de Noord Nederlandse Oliemolen geopend. Tijdens zijn openingstoespraak gaf de Minister aan in samenwerking met zijn collega's van VROM, Financiën en Economische Zaken te proberen per 1 januari 2006 accijnsvrijstelling voor biotransportbrandstoffen in te voeren. Toepassing van biobrandstoffen is belangrijk volgens de minister vanwege hun bijdrage aan een schoner milieu. De minister roemde de boeren die mede eigenaar zijn van de oliemolen om het feit dat ze niet wachten op de overheid, maar zelf voor hun toekomst zorgen. Op dit moment zijn 60 koolzaadtelers als certificaathouder verbonden aan de oliemolen. Het koolzaadareaal van 500 ha in 2002 is inmiddels weer gestegen naar ruim 2000 ha. Veerman heeft toegezegd om op korte termijn met plannen te komen die meer investeringszekerheid kunnen bieden. Het gaat dan niet alleen om de teelt van biomassa, maar in den brede over de mogelijkheden die een biobased economy biedt voor de boeren. Wat hem betreft hoeven natuurbraak en teelt van energiegewassen elkaar niet uit te sluiten. De molen heeft een capaciteit van circa 8.000 ton olie per jaar. Initiatiefnemer voor de oliemolen, de heer Aberson, kondigde aan plannen te hebben om de molen uit te breiden tot een capaciteit van circa 70.000 ton olie op jaarbasis. De molen is gerealiseerd op het terrein van Graanhandel Nieveen aan open water zodat de aanvoer van koolzaad verzekerd is, mochten de Nederlandse boeren de eerste jaren niet voldoende kunnen telen. De koolzaadolie voldoet aan de onlangs van kracht geworden Duitse brandstofnorm voor brandstof van pure plant olie de DIN 51605 (Fuels for vegetable oil compatible combustion engines - Fuel from rapeseed oil - Requirements and test methods). De norm is voorgedragen aan de Europese normcommissie om te worden overgenomen in een Europese norm.

donderdag, juli 07, 2005

 

Start reconstructie

'Reconstructie meer dan uitbannen dierziekten'

De reconstructie is meer dan een poging om toekomstige rampen met dierziekten als varkenspest uit te bannen. Dat zei minister Veerman van Landbouw gisteren in Haren bij Oss tijdens het officiële startschot voor de reconstructie in Brabant.
"Het gaat over biodiversiteit, over schoonheid van het landschap, over de rol van het boerenbedrijf en de recreatiesector daarin, over waterberging, over het gezondheidsaspect. Het gaat om het behoud en waar mogelijk om de verbetering van het leefklimaat op het platteland door al die verschillende functies op een zinvolle manier met elkaar te verbinden'', aldus de bewindsman.
In het kader van de reconstructie, die ook in delen van Limburg, Gelderland, Overijssel en Utrecht plaatsvindt, zullen honderden varkens- en kippenhouderijen worden verplaatst. De komende vijftien tot twintig jaar investeert het Rijk meer dan 2 miljard euro in de nieuwe inrichting van het landelijk gebied.
Publicatiedatum: 6 juli 2005Door: ANP

 

Energiegewassen

Nij Bosma Zathe en SNO-Vergisting onderzoeken

Energiegewassen Praktijkcentrum Nij Bosma Zathe van Wageningen UR te Goutum en SNO-vergisting in Makkinga zijn onderzoek gestart naar de teelt en toepassing van energiegewassen. Door het mengen van deze gewassen met mest in een mestvergister zal de biogasproductie stijgen. Het onderzoek moet uitwijzen welk gewas het hoogste rendement oplevert. Op het proefveld zijn vier gewassen: zonnebloemen, korrelmaïs, een gerst/erwten mengsel en een speciale energiemaïs ingezaaid. Het onderzoek is onderdeel van het Interreg Project "North Sea Bio Energy".
Het produceren van (duurzame) energie zal in de toekomst een steeds grotere rol gaan spelen door de afname van fossiele energie. Voor veehouders is naast windenergie de productie van biogas een interessante mogelijkheid om zelf duurzame energie op te wekken. Op Nij Bosma Zathe wordt al sinds 2001 biogas en daaruit groene stroom geproduceerd. Voor het Interregproject "North Sea bio Energy" zijn op twee plaatsen in Friesland demovelden voor energiegewassen aangelegd: Nij Bosma Zathe in Goutum en bij SNO-Vergisting in Makkinga. Eind mei zijn de zonnebloemen, korrelmaïs, een gerst/erwten mengsel en een speciale energiemaïs ingezaaid. In augustus tot en met oktober wordt er geoogst en ingekuild. In de mestvergister van Nij Bosma Zathe wordt later dit jaar de gasproductie van de planten gemeten. Dan kan berekend worden welke energiegewassen de hoogste ‘energie’-productie per hectare halen. Agrifirm en Cebeco-Seeds zien in deze teelten ook mogelijkheden voor de noordelijke provincies en hebben het zaad geleverd. Bij het zusterproject van "North Sea bio Energy" in Vlaanderen worden nog meer energiegewassen getest en de teelt-aspecten en opbrengsten in beeld gebracht.
Animal Sciences Group Wageningen UR, 06/07/05

 

Energie van de boerderij

Brussel maant Nederland over biodiesel

BRUSSEL (ANP) - Brussel maant Nederland en zeven andere EU-landen op te schieten met de richtlijn voor biobrandstoffen.
Nederland had de Europese Commissie al in 2004 moeten informeren hoe ze de richtlijn gaat invoeren. De aanmaning kan de eerste stap zijn voor een procedure voor het Europese Hof van Justitie.
"Jammer dat deze landen hun verplichting nog niet zijn nagekomen", zei Europees Commissaris Piebalgs (Energie) woensdag. "Vooral omdat biobrandstoffen belangrijk zijn om olie te vervangen."
De richtlijn vraagt vooral om meer brandstof biologisch te maken. Bij de pomp kunnen automobilisten dan bijvoorbeeld diesel tanken die is bijgemengd met koolzaadolie. Ook bio-ethanol uit graan en suikerbieten is mogelijk, evenals bio-gas uit afval.
Voordeel van deze brandstoffen is dat ze minder broeikasgas CO2 uitstoten. Ook maken ze Europa minder afhankelijk van de olie-exporterende landen. Doel is dat eind dit jaar 2 procent van de brandstoffen biologisch is. In 2010 moet dat 5,75 procent zijn, zo heeft de Europese Commissie gevraagd.
Nederland had de Europese Commissie eerder om een jaar uitstel gevraagd van dit streven. Het bedrijfsleven is hier nog niet klaar en Nederland heeft geen traditie in biobrandstoffen, argumenteerde de overheid in haar verslag aan de Europese Commissie over 2003.
Een woordvoerster van staatssecretaris Van Geel (Milieu) zei dat het kabinet met prinsjesdag met voorstellen komt voor de invoering van biobrandstoffen vanaf 2006. "We hebben al in 2004 de Commissie laten weten dat we dit jaar willen gebruiken voor onderzoek over de vraag hoe biobrandstoffen het beste geïntroduceerd kunnen worden en de wijze van financiering. En 2005 is een streefdatum."
Biologische brandstoffen zijn in principe duurder dan gewone benzine of diesel. Lagere accijns zouden dat verschil aan de pomp kunnen opheffen. In enkele landen, zoals Duitsland, gebeurt dat al.
In België is recent een fabriek voor biodiesel van start gegaan. In Nederland zijn daarvoor voorbereidingen in onder meer Emmen en Arnhem.

 

Brandnetel innovatie

6 JULI 2005 - EMMELOORD (ANP) - Onder de naam Brennels stapt de 'founding father' van Marktplaats.nl in de productie van brandnetelvezels voor het maken van een kledinglijn. Daarin investeert de familie Crébas circa 10 miljoen euro. De eerste collectie van onder meer shirts, broeken, sjaals en tassen moet in het voorjaar van 2006 beschikbaar zijn. Voor het verbouwen en verwerken van de brandnetels tot een modecollectie is Crébas een samenwerking aangegaan met de ontwerpers Pim Kramer en Jaq Volkmann van Uniceps, biologisch agrariër Danny Vermue en stoffenproducent Heinrich Kranz. Omdat ze willen voorkomen dat de stof van brandnetelvezels direct in de alternatieve ecohoek wordt gestopt, laat Bob Crébas een belevingscentrum aanleggen van honderd hectare groot.

woensdag, juli 06, 2005

 

Grondpolitiek

GS Brabant: Reconstructie vraagt actieve grondpolitiek.

De provincie Noord-Brabant pleit voor een actieve grondpolitiek. Dat moet de basis voor het succes vormen van de zeven reconstructieplannen in de provincie. Gedeputeerde Paul Rüpp maakte dat op 5 juli duidelijk tijdens een manifestatie in Haren bij Oss waarmee het startschot voor de reconstructie werd gegeven. Bij die bijeenkomst waren ook minister Veerman van Landbouw en staatssecretaris Van Geel van Milieu aanwezig.
Rüpp ziet een belangrijke rol voor de Dienst Landelijke Gebied (DLG) in Brabant om verplaatsingen van agrarische bedrijven te kunnen realiseren. Het agentschap van LNV is gespecialiseerd in grondverwerving. Volgens regiomanager Bouma van de DLG moeten er eerst nog goede afspraken moeten worden gemaakt over samenwerking met andere grondaankopers in het buitengebied. Het gaat hierbij om het vastgoedbureau van de provincie, de natuurbeschermingsorganisaties en de waterschappen. Bouma wil snel resultaten boeken via een ruim aankoop- en ruilbeleid in gebieden van 500 tot 1000 hectare. Deze liggen vooral in randzones van natuurgebieden, waar agrariërs beperkingen krijgen opgelegd en natuurbeschermers vooruit willen. Directeur Baan van het Brabants Landschap is voorstander van een regierol voor DLG. Dat kan de realisatie van de ecologische hoofdstructuur in Brabant een stuk versnellen.Staatssecretaris Van Geel liet weten binnenkort met een subsidieregeling voor de aanschaf van luchtwassers te komen. Die moeten de uitstoot van ammoniak, stank en fijn stof van varkens- en pluimveestallen terugdringen. Volgens het CDA-kamerlid Ger Koopmans kan het geld voor de luchtwassers wel weggehaald worden uit het budget voor verplaatsingen van bedrijven. Daar ziet hij in de praktijk weinig van terecht komen. bron:Brabants Dagblad, 06/07/05

 

Toerisme 2004

Het jaar 2004 biedt een gemengd beeld van het meerdaagse toerisme. Het aantal
gasten in logiesaccommodaties steeg met 2,9 procent tot 25,7 miljoen, terwijl het
aantal overnachtingen daalde met 0,4 procent tot 80,9 miljoen. Het aantal buitenlandse
gasten steeg met 5,1 procent tot 9,6 miljoen; het aantal buitenlandse overnachtingen
nam veel minder toe: met 0,2 procent tot 25,4 miljoen. De Duitse
toeristen bleken daarentegen in veel mindere mate in Nederland te overnachten: de
aantallen Duitse gasten en overnachtingen daalden met 5,5 en 6,5 procent. Nederlanders
verbleven wel vaker maar niet langer in eigen land: terwijl het aantal gasten
steeg met 1,6 procent, daalde het aantal overnachtingen met 0,6 procent.

Lees verder op:
http://www.cbs.nl/nl/publicaties/publicaties/maatschappij/toerisme-recreatie-sport/2004-g77-pub.pdf

 

Biodiesel

Fors meer Belgische biodiesel

BRUSSEL (ANP/BELGA) - België voert de productie van biodiesel flink op. Het bedrijf Oleon uit Ertvelde investeert 16 miljoen euro in een installatie voor 95.000 ton biodiesel per jaar.
Het bedrijf heeft nu een kleinere fabriek voor 40.000 ton. Biodiesel is een brandstof die gedeeltelijk wordt gemaakt van planten, zoals koolzaad. De markt voor biologische brandstoffen groeit sterk. De Europese Commissie wil dat er tegen 2010 5,75 procent bio-brandstoffen worden getankt.
In Nederland lopen meerdere bedrijven zich warm voor de productie van biodiesel. In Emmen bouwt Sunoil een fabriek voor 30.000 ton per jaar. In Arnhem wil ATEP biodiesel 100.000 ton per jaar produceren.

 

Moed is nodig

Veerman ziet te weinig bestuurlijke moed

Bestuurders en ambtenaren in Nederland hebben te weinig moed, vindt landbouwminister Veerman. Volgens Veerman verschuilen te veel ambtenaren en bestuurders zich achter bestaande regels.
Veerman ging vandaag tijdens de ondertekening van het reconstructieplan Veluwe in op de vraag of het mogelijk is flexibiliteit toe te passen bij de uitvoering van de plannen. Dat kan niet alleen, vindt Veerman, het moet ook. "Mijn opdracht aan mijn mensen is: kan het niet zoals men het vraagt."
De landbouwminister constateert dat voor flexibiliteit ambtelijke en bestuurlijke moed nodig is. "Maar dat is een schaars goed. Regels zijn een steun in de rug voor de moedige ambtenaar en bestuurder. Maar voorde niet-moedige bestuurders zijn regels een reddingsboei, waaraan zij zich vastklampen."
Ambtenaren behoren zich gesteund te voelen door hun bestuurders, als ze hun nek uitsteken, vindt Veerman. Ambtenaren behoren niet afgerekend te worden op een gewaagd plan, zegt hij. "Ambtenaren maken nooit een fout. Het zijn de bestuurders die verantwoordellijk zijn"
Publicatiedatum: 5 juli 2005 Bron: Agrarisch Dagblad

 

Geen bescherming kleine supermarkten

Antidump-wet van de baan

Den Haag ziet af van stappen om een antidump-wet te maken. Dat blijkt uit een brief van minister Brinkhorst van EZ en Veerman van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in een brief aan de Tweede Kamer. Deze brief is eind vorige week bekendgemaakt en moet worden opgevat als een besluit dat er geen antidump-wetgeving komt. De reden waarom de ministers ervan afzien, is dat antidump-wetgeving geen effectief middel om de positie van boeren en kleinere supermarkten te verbeteren. Brinkhorst en Veerman hebben de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van zo'n verbod onderzocht, onder druk van kamerleden, met name CDA'er Joop Atsma. Die vreest dat door de prijsoorlog kleinere supermarkten, boeren en tuinders te gronde gaan. Brinkhorst en Veerman zeggen dat de marktsituatie geen aanleiding is tot overheidsingrijpen. Ook verwachten ze dat een eventueel verbod niet effectief is. "Er is geen duidelijk verband aan te geven tussen een verbod onder de inkoopprijs en de positie van kleine en middelgrote supermarkten", schrijven de ministers. Daarnaast menen de ministers dat de effecten van zo'n verbod op de prijzen moeilijk zijn te voorspellen, omdat het niet duidelijk is hoeveel artikelen en voor hoeveel geld de supermarkten beneden de inkoopprijs verkopen. Verder werken de prijzen die gehanteerd worden bij de supermarkten 'slechts in zeer beperkte mate' door in de prijzen die boeren en tuinders voor hun producten krijgen, aldus de ministers. Daarom, opperen de ministers, heeft zo'n verbod hen geen eenduidig positief effect op de gemiddelde prijzen die boeren en tuinders krijgen en kan de daling van het marktaandeel van kleinere supermarkten er niet mee worden stopgezet. Een ander argument van de ministers is dat ze grote problemen zien bij de naleving en controle van zo'n verbod. Het zou haaks staan op het kabinetsbeleid dat overbodige regels voor het bedrijfsleven wil schrappen. Verder baseren ze hun conclusie op een vergelijkend onderzoek dat is uitgevoerd door het EIM naar wettelijke verboden van verkoop onder de inkoopprijs in EU-landen. Daarnaast heeft onderzoeksbureau Oxera gekeken naar de gevolgen van een verbod voor de consument. Ook is de NMa om advies gevraagd, en die blijft onverkort vasthouden aan de mening dat de verhevigde concurrentie in de prijsoorlog geen aanleiding is voor een onderzoek naar misbruik van een economische machtspositie door supermarkten. Bron Foodnet

dinsdag, juli 05, 2005

 

Verplaatsing en financiering

Rabo-lening stimuleert verplaatsing

De Rabobank stimuleert de verplaatsing van agrarische bedrijven naar plekken waar groei en innovatie mogelijk zijn. Daartoe komt de bank met een nieuw soort lening.
Boeren en tuinders kunnen via de nieuwe leningsvorm maximaal 1,5 miljoen euro lenen. Dit bedrag komt bovenop de som die zij via de gangbare normen bij financiering door de bank kunnen krijgen. Het gaat om achtergesteld vermogen en borgstelling voor financieringen.
De verplaatsing in het kader van bijvoorbeeld reconstructie blijkt in de praktijk moeilijk, omdat de mogelijkheden voor financiering beperkt zijn. Het Borgstellingsfonds biedt steeds minder mogelijkheden.
De Rabobank zegt niet alleen agrarische ondernemers meer mogelijkheden te bieden elders hun bedrijf uit te breiden. De bank noemt het ook een voordeel dat de vrijkomende grond beschikbaar komt voor bijvoorbeeld recreatie en waterbeheer.
Publicatiedatum: 4 juli 2005 Bron: Agrarisch Dagblad

 

Energy Farming

Eerste liters bio-ethanol uit stro

Onderzoekers van Wageningen UR-Biobased Products hebben 25 kilo tarwestro omgezet in bio-ethanol. Het is de eerste keer dat in Nederland op deze schaal ethanol uit houtige biomassa is gemaakt.
Dit soort biobrandstof heeft geen dure voedselcomponenten als uitgangsmateriaal. De techniek moet over enkele jaren voor gedeeltelijke vervanging van benzine zorgen.
Naast milieu-voordelen en afnemende afhankelijkheid van olie-import kan de methode een nieuwe afzetmarkt voor de landbouw en aanverwante industrie zijn. Volgens de onderzoekers kunnen de productiekosten van ethanol op termijn worden verlaagd.
Publicatiedatum: 4 juli 2005 Bron: Agrarisch Dagblad

maandag, juli 04, 2005

 

Reconstructie en jeugd

Huizentekort verjaagt jeugd van platteland

Vrijdag 1 juli 2005 - Het platteland is voor jongeren die er wonen dierbaar. Maar velen moeten gedwongen weg.
Jongeren willen graag op het Brabantse platteland blijven wonen, omdat het sociale netwerk en de rust van het buitengebied hen zeer dierbaar zijn. Maar ze worden verjaagd door het tekort aan betaalbare woningen.
Dat verwijten ze vooral de gemeenten. Die doen te weinig hun best om de jeugd voor de kleine dorpen te behouden.Dat heeft het Kenniscentrum duurzame stad & streekontwikkeling (KDS) uit Eindhoven geconcludeerd uit gesprekken met jongeren.
StudieAanleiding voor deze studie is de komende reconstructie van het Brabantse platteland. De onderzoekers Y. te Poel en A. Verweij wilden erachter komen hoe jongeren en hun ouders zich op deze operatie voorbereiden. Zij kwamen tot de conclusie dat met name scholieren in het agrarisch onderwijs nauwelijks weten wat de reconstructie voorstelt. ’Zij denken daarbij vooral aan de aanleg van fiets- en ruiterpaden en van kikkerpoelen. Natuurbeheer en toerisme als nieuwe vormen van bestaan voor boeren, spreekt hen weinig aan. Land en vee zijn er volgens hen in de eerste plaats om van te leven, niet om te beleven. Voor toerisme wordt in hun ogen goede landbouwgrond uit productie genomen. De reconstructie dreigt het platteland tot een ruimte voor de rijken te maken’, aldus de onderzoekers.Tijdens een discussie over hun rapport ’Jonge dromen over het platteland’ gistermiddag in Oirschot werd teleurgesteld gereageerd op het gebrek aan kennis over de reconstructie. „Het is verkeerd om het pas interessant te vinden als de verplaatsing van een bedrijf voor de deur staat. Want de toekomstvisie in die plannen is ontzettend belangrijk is“, oordeelde voormalig Shell-topman G. Brogtrop. Hij is voorzitter van een commissie die zich bezig houdt met de toekomst van het West-Brabantse platteland. Volgens CDA-Statenlid D. van der Loo is de reconstructie tot dusver een papieren en abstract proces gebleken. „Nu het echte werk begint, moeten jongeren bij de uitvoering worden betrokken.“ Bron: Brabantsdagblad

 

Kritiek Brabants Landschap

’Brabant niet klaar voor reconstructie’

Vrijdag 1 juli 2005 - Vele tientallen miljoenen die zijn bestemd voor het Brabantse platteland dreigen op de plank te blijven liggen door gebrek aan kant- en-klare projecten. Daardoor komt de uitvoering van de reconstructie in problemen.
Deze waarschuwing laat directeur J. Baan van Brabants Landschap horen, voordat minister Veerman (LNV) en staatssecretaris Van Geel (Milieu) komende dinsdag het startschot geven voor de vernieuwing van het Brabantse platteland. Dit gebeurt tijdens een ’bruisend Brabants zomerfeest’ dat het provinciebestuur organiseert in het klooster Bethlehem te Haren bij Oss. De twee bewindslieden maken daar tevens hun goedkeuring van zeven regionale reconstructieplannen bekend. Tegen deze plannen is vervolgens nog beroep mogelijk bij de Raad van State.Volgens Baan ontbreekt het in Brabant vooral aan de organisatie om projecten snel van de grond te tillen. „Als regisseur van de reconstructie zou de provincie hiervoor menskracht beschikbaar moeten stellen. Gedeputeerde Rüpp heeft gelijk dat het na vier jaar discussie de hoogste tijd is om de hand aan de ploeg te slaan, maar in Nederland kun je niet zomaar met een project beginnen. Zoiets vergt vaak een buitengewoon lange adem. Dat beseft ook de provincie onvoldoende, terwijl er inmiddels boekwerken vol projecten zijn omdat zij iedereen heeft aangemoedigd met voorstellen te komen.“

Bureaucratie

De directeur van Brabants Landschap schetst zijn eigen ervaringen. „Voor een natuurproject is grond nodig. Die krijg je nooit volledig in handen. Altijd is er wel een eigenaar die niet verkoopt. Ook moet je op zoek naar andere partijen die willen meebetalen. De bureaucratie waar je doorheen moet om voor zo’n project subsidies te bemachtigen, is verbijsterend. Om nog maar te zwijgen van het uithoudingsvermogen dat nodig is om vergunningen te kunnen krijgen.“ Om teleurstelling en frustratie te voorkomen is het volgens Baan van het grootste belang om ’de koppen tijdig bij elkaar te steken en deskundigheid te mobiliseren’. „Daar moet de provincie een belangrijke rol in spelen.“

Beekherstel

Goede mogelijkheden ziet Baan voor projecten die beekherstel en hoogwateropvang combineren met natuurontwikkeling. „De waterschappen hebben ambitie en geld. Brabants Landschap heeft vier miljoen euro op de plank liggen voor ecologische verbindingszones en kan een sterke rol spelen in de uitvoering. Maar dan zijn er nog allerlei waterkwaliteitsregels waaraan voldaan moet worden.“ Voor het Brabantse buitengebied komt veel geld beschikbaar. De provincie raamt 2,9 miljard aan investeringen in de komende tien jaar. Rond 1 miljard daarvan zou moeten komen van de rijksoverheid. Die gaat vanaf 2007 600 tot 700 miljoen euro per jaar voor plattelandsverbetering via een nieuw investeringsbudget (ILG) over Nederland verdelen. Hoeveel Brabant uit deze pot met geld krijgt, staat nog niet vast. Baan: „Maar als we de middelen niet gebruiken, raken we ze kwijt.“

Reconstructie buitengebied

Beoogt vooral de positie van de intensieve veehouderij en natuur en milieu in Oost- en Midden-Brabant te verbeteren.Dit moet gebeuren door verplaatsing van honderden varkens- en kippenbedrijven uit 286.000 hectare landbouwgrond rond natuurgebieden.Voor verplaatsing en ontwikkeling van veehouderijen is 14.000 hectare landbouwontwikkelingsgebied aangewezen, verdeeld over 42 locaties. De provincie wil 10.000 hectare landbouwgrond aankopen voor natuurontwikkeling.

 

Bestemmingsplan en bezwaar

Bezwaar maken tegen bestemmingsplan beperkt

Zaterdag 2 juli 2005 - Den Haag - Voortaan mogen milieuorganisaties en andere belangengroepen alleen nog bezwaar maken tegen een bestemmingsplan als zij daar direct door worden geraakt. Tot gisteren kon iedereen tegen dergelijke besluiten protesteren. Die regel is geschrapt, omdat de regering heeft besloten inspraakprocedures te vereenvoudigen.
De procedures rond bestemmingsplannen, waarin de aanleg van bijvoorbeeld wegen en bedrijventerreinen is geregeld, waren nauw omschreven en ingewikkeld. Vanaf gisteren zijn die simpeler geworden.Zo mogen alleen direct belanghebbenden, zoals uiteraard de bewoners, bezwaar maken tegen bouwplannen en milieuvergunningen. „Een milieuorganisatie uit Drenthe kan dus niet protesteren tegen een bouwplan in Zeeland“, aldus een woordvoerder van het ministerie van Justitie.
EenvoudigerOok voor de gemeenten of provincies zijn de regels eenvoudiger geworden. Er wordt niet langer precies omschreven hoe zij een plan moeten voorleggen aan de burgers. Zo is het niet langer verplicht ontwerpvergunningen aan het gemeentehuis aan te plakken. Er staat nu alleen in de wet dat de besluitvorming zorgvuldig moet zijn. Zo moeten overheden een plan ter inzage leggen voor de burgers. Die hebben een vaste inspraaktermijn van zes weken. De overheid moet binnen zes maanden over een aanvraag beslissen. De nieuwe wet, waarmee de regering een eind wil maken aan overbodige regels, is op 1 juli ingegaan. Bron: Brabantsdagblad

 

Radicale landbouwhervorming

Brussel broedt op radicale landbouwhervorming

Brussel - De Europese Commissie broedt op een radicale hervorming van het Europees landbouwbeleid. In 2008 staat een evaluatie gepland; dan wil Brussel spijkers met koppen slaan.
De Commissie wil met de vergaande voorstellen het politieke leiderschap van de Europese Unie terugwinnen, schrijft de Britse krant The Guardian. Die heeft een ernstige deuk opgelopen door de nee-stemmen van Frankrijk en Nederland tegen de EU-grondwet en het mislukken van de top over de meerjarenbegroting.De plannen zijn nog vaag, maar uitgelekt is al wel dat steun aan boeren wordt afgebouwd en dat meer geld gaat naar regionale plattelandsontwikkeling. Verder zouden de lidstaten zelf meer verantwoordelijk worden voor landbouwsteun. Landbouwcommissaris Mariann Fischer Boel heeft aangegeven vele hervormingsideeën te hebben, zonder concreet te worden. Een van de concrete ideeën is de maximale steun per bedrijf te beperken tot 300.000 euro. Dit idee van oud-landbouwcommissaris Fischler werd eerder afgeschoten door Duitsland en Groot-Brittannië. Bron: Agrarischdagblad 4 juli 2005

zaterdag, juli 02, 2005

 

Ontschotting geld stromen

Overeenstemming over Wet inrichting landelijk gebied

1 juli 2005 - Rijk, provincies, gemeente (VNG) en waterschappen (UvW) hebben overeenstemming bereikt over het concept voor de Wet inrichting landelijk gebied (WILG), dat door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in de afgelopen maanden is opgesteld. Het conceptwetsvoorstel wordt nu voor een korte consultatieronde voorgelegd aan een aantal maatschappelijke organisaties op het terrein van platteland, landbouw, natuur en milieu. Na het zomerreces zal het wetsvoorstel - waar nodig of gewenst met verwerking van de ingekomen adviezen - in de Ministerraad worden behandeld. Daarna volgt advisering door de Raad van State en parlementaire behandeling. In de loop van de jaren is in het landelijk gebied een ingewikkeld stelsel ontstaan van los van elkaar staande geldstromen, instrumenten en werkwijzen. Dat belemmert de slagvaardigheid en de voortgang van gewenste veranderingen in het landelijk gebied. In het project Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) werken drie ministeries (LNV, VROM en V&W) en de koepels van provincies (IPO), gemeenten (VNG) en waterschappen (UvW) samen aan nieuwe bestuurlijke verhoudingen én een nieuw financieringssysteem voor de inrichting van het landelijk gebied. De WILG regelt ook dat de bevoegdheid voor landinrichting wordt overgedragen van de minister van LNV naar de colleges van Gedeputeerde Staten. Kern van het ILG is dat het Rijk voor een periode van zeven jaar een convenant afsluit met elke afzonderlijke provincie over de te leveren prestatie. In zo'n ILG-convenant maken het Rijk en elke afzonderlijke provincie afspraken over de te bereiken prestaties en over de bijbehorende rijksbudgetten. Op basis van de convenanten tussen Rijk en provincies krijgen de provincies de beschikking over het ILG-budget. Het geld wordt periodiek overgemaakt naar het Groenfonds. Provincies vormen het scharnierpunt tussen rijksdoelen en de regionale gebiedsontwikkeling. Onder regie van de provincies worden de rijksdoelen verbonden aan de inspanningen van provincies, gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties. Provincies stemmen met gemeenten en waterschappen de verdeling van het budget af over de regio's. Binnen de convenantperiode heeft elke provincie de beschikking over een totaalbudget dat flexibel inzetbaar is. Provincies hebben dan geen last van schotten tussen sectorale doelen of tussen begrotingsjaren. Het Rijk volgt tussentijds de voortgang. Aan het einde van de convenantperiode leggen de provincies verantwoording af over de geleverde prestatie. Alle gebiedsgerichte rijksdoelen uit het Meerjarenprogramma Vitaal Platteland zullen via het ILG tot uitvoering komen. Dat betekent dat in het ILG geld komt voor doelen op het gebied van natuur (o.a. ecologische hoofdstructuur), recreatie, landschap, landbouw, milieu (bodemsanering) en de reconstructie van de zandgebieden. Alle instrumenten die met deze doelen verband houden, gaan onderdeel van het ILG vormen. Bekende regelingen zijn bijvoorbeeld Landinrichting en de Subsidieregeling Gebiedsgericht Beleid. De verwachting is dat het ILG vanaf 2007 in werking kan treden. Vanaf 2005 zal in de geest van het ILG worden gewerkt.

vrijdag, juli 01, 2005

 

Camperen in natuurgebied

Brabant wil campings niet weg uit natuurgebieden

DEN BOSCH - Het is niet nodig om campings in de Brabantse natuurgebieden weg te halen. Dat is te duur en bovendien levert het weinig winst op voor de natuur. Het college van Gedeputeerde Staten wil wel onderzoeken of het mogelijk is campings beter in hun omgeving in te passen.
Een woordvoerster van de provincie Noord-Brabant heeft dat donderdag bekendgemaakt. Het onderzoek wordt uitgevoerd op vier kampeerterreinen. Bekeken wordt welke maatregelen nodig zijn om de schadelijke effecten voor de natuur zoveel mogelijk te verminderen.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?