zaterdag, april 29, 2006

 

Minister Dekker over ruimte

Toespraak minister Dekker

op de Spiegeldag 27 april 2006 in Rotterdam.
Dames en heren,
De Nota Ruimte is in uitvoering. Ik zie dat zelf op werkbezoeken aan projecten in heel het land, ik hoor dat van u en van anderen in gesprekken en overleggen. Deze week bezocht ik stedelijk netwerk Groningen-Assen en het Hunze-gebied. Heel verschillende gebieden en projecten. Ik zag daar met eigen ogen hoeveel daadkracht en creativiteit er borrelt in ons land. Als je mensen maar de ruimte geeft! Dat inspireert mij. En ik hoop u ook.

Gebiedsontwikkeling is de rode draad bij de uitvoering van de Nota Ruimte. Het is een manier van werken waarbij de overheid niet langer in een ivoren toren blauwdrukken maakt. Waarbij Den Haag niet langer over elke vierkante centimeter van Nederland gaat. In plaats daarvan worden anderen uitgenodigd met voorstellen te komen voor de inrichting van een gebied. Van hún gebied. Bewoners, bedrijven, marktpartijen uit de bouwwereld, en maatschappelijke organisaties komen zelf met ideeën en projecten. En voeren deze ook zelf uit. Ik ben ervan overtuigd dat deze aanpak werkt. Want wie kent een gebied beter dan de mensen die er dagelijks wonen, werken en recreëren? De overheid kan daarbij aansluiten - bij de kansen en mogelijkheden van regio of streek. Daar wordt uiteindelijk het hele gebied beter van. Neem de Overdiepse polder in Noord-Brabant De actieve rol van gebruikers bij het ontwikkelen van ruimtelijke plannen is een goed voorbeeld van de aanpak die mij voor ogen staat.

Ik zie heel goed dat we nog niet klaar zijn met gebiedsontwikkeling. De adviezen van de Commissie Gebiedsontwikkeling en de VROM-raad over de uitvoering van het beleid neem ik ten harte. We zijn op de goede weg, maar er moet nog veel gebeuren.De succesvolle ruimtelijke projecten hebben twee dingen met elkaar gemeen: inspiratie en creativiteit. Inspiratie om goede ideëen te krijgen. En creativiteit om die ideëen uit te voeren.

Bestuur en bureaucratie Gebiedsprojecten stellen bijzondere eisen aan bestuurders: ze vragen om sterk leiderschap. Met pappen en nathouden kunnen we de ruimtelijk-economische structuur van Nederland niet verbeteren. Integrale projecten staan of vallen met heldere keuzes en het doorbreken van de muren tussen overheid en marktpartijen, tussen overheid en burgers en, tussen ambtelijke diensten onderling. Zo ontstaan nieuwe mogelijkheden voor gebiedsontwikkeling. Zeker zo belangrijk is dat de oude planhiërarchie doorbroken wordt.Voor goede en snelle besluitvorming is het nodig dat de beslissers tegelijkertijd met elkaar aan tafel zitten. Rijk, provincie en gemeenten moeten aan één tafel knopen doorhakken. Ieder vanuit z'n eigen taak en verantwoordelijkheid. Parallel schakelen dus, in plaats van trapsgewijs na elkaar beslissen. Zo kan bijvoorbeeld een wethouder actief bijdragen aan besluiten waar de hele regio wel bij vaart. Ik noem in dit verband Hart van de Heuvelrug als voorbeeld.

Financiën en projecten Gebiedsontwikkeling kost geld, daar hoeven we niet omheen te draaien. Grote marktpartijen, kleine bedrijven, en overheden moeten in de buidel tasten. Het ene deelproject levert misschien een mooi rendement op, terwijl het andere met een tekort zit. Ook als het om een degelijke financiering gaat, moeten we dus over de grenzen durven kijken. Het Rijk staat net zo goed voor die opgave als u.
Geld rolt nu eenmaal makkelijker via de kokers. Maar dat leidt bij gebiedsontwikkeling te vaak tot ingewikkelde financiële constructies. En tot uitstel van projecten. Dat vraagt om een creatieve aanpak. Daarom werken we bij het rijk aan het stroomlijnen van investeringen uit verschillende kokers. Inclusief parallel schakelen. Doel is een effectievere en efficiëntere uitvoering van projecten. Denk in dit verband ook aan het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf in oprichting. U zult merken dat het rijk in de projecten die het GOB oppakt een professionele partner wordt die de vastgoedbelangen en beleidsdoelen verbindt. Voor de zomer besluiten we over de eerste projecten waarmee het GOB aan de slag gaat.

Ook gaan we na of het geld dat gereserveerd is voor de uitvoering van de Nota Ruimte - de zogenaamde FES-gelden - sneller beschikbaar kan komen voor concrete projecten. Het kabinet neemt nog voor de zomer een besluit. En last but not least streef ik naar een structureel budget voor gebiedsontwikkeling, in aanvulling op de sectorale gelden. Om voor een langere termijn aan de investeringen in de ruimtelijk-economische structuur te kunnen bijdragen.

Instrumentarium en kennisinfrastructuurDames en heren,Ook op andere manieren werkt VROM aan betere condities voor gebiedsprojecten. mede aan de hand van uw ervaringen hebben we een koffer met instrumenten gemaakt waar gemeenten en provincies uit kunnen putten in hun grondbeleid. De nieuwe Wet ruimtelijke ordening is op 23 februari met ruime meerderheid aangenomen in de Tweede Kamer en biedt u vanaf volgend jaar snellere en eenvoudiger procedures. Op 1 januari is de Wgr-plus al in werking getreden. Daarnaast streven we ernaar dat u in 2007 de beschikking heeft over de Grondexploitatiewet - inclusief nieuwe bevoegdheden voor de provincies. Met IPO, VNG, de NEPROM en kennisinstituten heb ik op 13 maart in de Agenda Gebiedsontwikkeling afspraken gemaakt over de kennisinfrastructuur. Die is hard nodig om van gebiedsontwikkeling een succes te maken. U kunt verschillende activiteiten tegemoet zien: van een Forum voor bestuurders van overheden en bedrijfsleven, tot intervisiebijeenkomsten voor projectleiders, en een praktijkleerstoel voor een impuls vanuit de wetenschap. Er wordt ook gewerkt aan een praktische reiswijzer voor PPS en gebiedsontwikkeling, en aan een handreiking voor burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling.

Boodschap

Dames en heren,Het rijk werkt voor de uitvoering van de Nota Ruimte niet voor niets aan nieuwe financiële arrangementen en instrumenten. Gebiedsontwikkeling is de logische en noodzakelijke volgende stap in de ruimtelijke ontwikkeling van ons land. Riek Bakker van de Adviescommisse Gebiedsontwikkeling schetste de uitdaging waar we voor staan. Ik ben ervan overtuigd dat we die met nieuw elan aan zullen gaan!

Maar voor het zo ver is - wil ik een rijk boek presenteren. Het praktijkboek gebiedsontwikkeling biedt u inzicht in 12 gebiedsprojecten. Het bevat waardevolle lessen uit de praktijk en tips van ervaren bestuurders en projectleiders. U wordt meegenomen in hun wereld en krijgt een kijkje in hun ideeen en oplossingen. Ik geef ze graag ter inspiratie aan u mee.......

vrijdag, april 28, 2006

 

Lastige regels

Habitat toets grootste struikelblok ondernemers landelijk gebied

Voor ondernemers met een bedrijf in landelijk gebied. (agrariërs en ondernemers met een recreatiebedrijf en vertegenwoordigers van de delfstoffenbranche) vormt de zogenoemde habitat toets het grootste struikelblok. De toetst vereist veelal tijdrovende, kostbare en meerdere onderzoeken bij het aanvragen van vergunningen. Dat blijkt uit het rapport 'Wat ruist daar in het struikgewas...?' wat door de Projectdirectie Vereenvoudiging Vergunningen van het ministerie van Economische Zaken is opgesteld. Dit rapport beschrijft de "vergunningenlast" van ondernemers die een bedrijf (proberen te) runnen in het landelijk gebied. Deels is deze vergunningenlast gekwantificeerd (onderzoek EIM) en deels is deze last letterlijk "aan de kaak gesteld" door ondernemers en adviseurs in twee bijeenkomsten.De belangrijkste vergunningenlast wordt veroorzaakt door VROM, V&W en LNV. Het behelst dan de vereiste vergunningen op het gebied van bouw, ruimtelijke ordening/ bestemming, milieu (specifiek: stank, ammoniak en bodem). Bij de vergunningaanvraag zijn veelal tijdrovende, kostbare en meerdere onderzoeken vereist op het gebied van de habitat-toets.De grote knelpunten voor ondernemers in het landelijk gebied zijn:
onduidelijke wet- en regelgeving (uitvoerbaarheid, inconsistenties met EUregelgeving,niet-aangetoonde noodzaak, verschillende interpretaties, onduidelijke normering);
onzorgvuldig, niet professioneel en soms inadequaat proces van vergunningverlening;
knelpunten als gevolg van een systematisch gebrek aan objectieve informatie op het gebied van de habitat.Meer specifieke knelpunten raken vooral de ondernemers met een recreatie-bedrijf (natuurregelgeving, toepassing habitat, kennislacunes bij provincies en gemeenten);
ondernemers in de delfstoffenbranche (bijzonder lange en ontmoedigende toestemmingsprocedures);
intensieve veehouderijen die hun bedrijf willen verplaatsen naar een daartoe aangewezen reconstructiegebied (niet op elkaar afgestemde procedures en een lange doorlooptijd);
bedrijven die voor een relatief simpele bedrijfsuitbreiding, veelonderzoeken moeten laten plaatsvinden.Om het proces van vergunningverlening beter te stroomlijnen zou er een fysiek agrarisch bedrijvenloket (in regionaal verband) met één deskundig aanspreekpunt (accountmanagement) moeten komen en een digitaal loket.Zie voor meer informatie het rapport 'Wat ruist daar in het struikgewas...?' op de site van EZ.
Ministerie van Economische Zaken, 27/04/06

woensdag, april 26, 2006

 

Voorbeeld

Een probleem met LNV? Bel Veerman even

Minister Cees Veerman is loyaal naar zijn ambtenaren. Op een bijeenkomst in Dronten met 800 boeren uit Flevoland gaf hij zijn telefoonnummer op het ministerie. ”Belt u maar als bijvoorbeeld de formulieren niet binnen zijn gekomen. Mijn secretaresse of ik zorgen dan dat het goedkomt.”

In de drukte bij het aanmelden van bedrijfsgegeven voor de gecombineerde opgave komen boeren te staan voor lange wachttijden. Veerman vroeg daarvoor begrip. Zijn secretaresse reageerde gisteren verrast. Ze had nog geen extra telefoontjes gehad en hoopt niet dat de actie van Veerman veel gevolgen heeft.

 

Publieksprijs voor Boekel

De gemeente Boekel heeft de publieksprijs gewonnen van de NVM-makelaarswebsite Funda. Daarmee belonen bezoekers van deze site Boekel voor de razendsnelle manier waarop deze gemeente bouwvergunningen verleent. Wethouder Peter Ketelaars nam de prijs gisteravond in Amsterdam, waar Funda haar 5-jarige bestaan vierde, in ontvangst. De initiator van ’bouwvergunning aan de balie’, burgemeester Driek van de Vondervoort, was namelijk verhinderd. Wethouder Ketelaars hoopt dat veel meer gemeenten het Boekelse voorbeeld volgen. Boekel keurt bouwplannen van bekende architecten vrijwel meteen goed. Brabantsdagblad 26 april 206.

maandag, april 24, 2006

 

Kans voor de Maashorst

Toch geld voor verbetering van landschap De Meierij

Boeren in het ruilverkavelingsgebied Sint-Oedenrode die grond beschikbaar stellen voor kleine landschapselementen als houtwallen en boomsingels, kunnen hiervoor binnenkort een vergoeding krijgen. Natuurbeheerder Brabants Landschap en de boerenorganisatie ZLTO werken daartoe aan een eigen subsidieregeling voor kwaliteitsverbetering van het agrarisch cultuurlandschap.Volgens de Brabantse milieugedeputeerde A. Moons komt er dit voorjaar uit de provinciekas ’een eenmalige bijdrage van meerdere miljoenen’, maar moet het precieze bedrag nog worden vastgesteld. De provincie stelt dit geld beschikbaar aan Brabants Landschap zoals eerder is gebeurd voor erfbeplanting bij boeren. De keuze voor het gebied ’Sint-Oedenrode’ is niet toevallig.

Het ligt in nationaal landschap Het Groene Woud en er hadden zich 280 boeren in 2003 aangemeld voor een subsidieregeling waarmee de provincie het Meierijse cultuurlandschap had willen beschermen tegen de gevolgen van de ruilverkaveling. Deze regeling waarvoor negen miljoen euro op de plank ligt, mag van de Europese Commissie niet worden uitgevoerd omdat volgens haar sprake is van ongeoorloofde inkomenssteun.„Het is onze bedoeling om hetzelfde doel nu te bereiken op een andere manier, die al wordt toegepast in de gemeente Etten Leur en straks ook elders in Brabant is te gebruiken. Zoals in de Maashorst en de Brabantse Delta in West-Brabant waar het agrarisch cultuurlandschap eveneens een impuls nodig heeft“, verklaren directeur J. Baan van Brabants Landschap en ZLTO-bestuurder H. van Ham.Hun regeling gaat bestaan uit een vergoeding van de grond die de boer inlevert voor landschapsontwikkeling en daardoor niet meer voor de productie kan gebruiken. Plus een onkostenvergoeding voor onderhoud van houtwallen en boomsingels in periodes van vijf jaar. Van Ham: „Door de boeren die eerder interesse hebben getoond hiervoor nu opnieuw te benaderen, willen wij ze bij de les houden.“Op voorlichtingsavonden in het ruilverkavelingsbied wordt binnenkort precies uit de doeken gedaan hoe de regeling van Brabants Landschap en ZLTO eruit ziet.

Totale omvang: 15.600 hectare: 4000 ha in het gebied Zijtaart-Vressel, 4200 ha in Liempde-Nijnsel en 7400 ha rond Schijndel. Bedreigd en deels verdwenen als gevolg van samenvoeging kavels: 297 km eeuwenoude kavelgrenzen, 83 km beplanting, 95 km zandpaden en 10 km zandruggen en bolle akkers. Subsidieregeling moet verdere sloop voorkomen.Ruilverkavelingsplan voorziet in aanleg van 200 ha nieuwe landschapselementen en uitbreiding natuurgebied met 400 ha, ontrokken aan de landbouw. Brabantsdagblad 24 april 2006.

 

Leefbaarheid St-Agatha

St-Agatha: ‘Bouw voor senioren’

Er is nog steeds weinig zicht op woningbouw. De Cuijkse PvdA - fractie heeft het college vragen gesteld over de vertraging. Tijdens een bijeenkomst van de dorpsraad op 20 april is door inwoners van het Maasdorpje gevraagd hoelang het nog duurt voordat er woningen worden gebouwd. Noud Verdijk, voorzitter van de dorpsraad, bevestigt het ongeduld onder de bewoners. „Om het dorp leefbaar te houden, zijn er woningen nodig voor starters en senioren.

We hebben nog steeds goede hoop dat er iets gaat gebeuren, maar je merkt wel dat de mensen haast krijgen. Het is logisch dat jongeren op een gegeven moment zeggen: het duurt me te lang, ik ga ergens anders wonen. Er zijn dus al jongeren vertrokken.“ Naar aanleiding van de opmerkingen van de bewoners heeft de PvdA-raadsfractie vragen gesteld aan burgemeester en wethouders van Cuijk. Het gaat met name om het zogeheten plan Kepser. Dat is het voormalige bedrijfsterrein van het gelijknamige metaalbedrijf dat door de gemeente is gekocht met het oog op de bouw van woningen. Vorig jaar meldde de toenmalige wethouder Kloosterman nog dat ze hoopvol was over de uitvoering van de plannen.

Maar er zit nog steeds weinig schot in de zaak omdat er onderhandeld moet worden met de eigenaren van een aangrenzend stuk grond. Volgens de PvdA hebben de dorpsbewoners al een jaar niets meer van de gemeente gehoord over het bouwplan. De fractie wil van het college weten hoe het nu staat met de ontwikkeling van het plan. Verder wil de fractie weten of er inmiddels rekening wordt gehouden met de bouw van seniorenwoningen ter plekke. In het coalitieprogramma van het nieuwe college van Cuijk - waar de gemeenteraad zich vanavond over buigt - wordt heel duidelijk het voornemen uitgesproken om ook in de kernen van Cuijk voldoende betaalbare woningen voor ouderen te bouwen.

In het Dorpsontwikkelingsplan (DOP) van Sint-Agatha, een toekomstgericht plan over de leefbaarheid van het dorp, waar de bewoners zelf een flinke steen aan hebben bijgedragen, wordt die noodzaak onderstreept. De bouw van woningen voor starters en senioren wordt in het dorp - na de bouw van een sporthal - als de op een nahoogste prioriteit beschouwd. Gelderlander 24 april 2006.

donderdag, april 20, 2006

 

Boekels Model

Minister Pechtold prijst Boekelse regelhaat

De manier waarop de gemeente Boekel het mes zet in allerlei regels en wetten, is een inspirerend voorbeeld bij het bestrijden van de bureaucratie. Dat zei gisteren minister Pechtold van Bestuurlijke Vernieuwing tijdens een werkbezoek aan de Oost-Brabantse gemeente. Pechtold complimenteerde burgemeester Van de Vondervoort voor het lef waarmee hij de strijd aanbindt met de ’Haagse regelzucht’. Boekel schafte in 2004 - als eerste gemeente in Nederland - het welstandstoezicht op bouwplannen af en bracht in januari ook het verlenen van bouwvergunningen terug tot een formaliteit. „En we gaan verder met het schrappen van regels, óók als Den Haag te lang op zich laat wachten“, zo waarschuwde Van de Vondervoort de D66-minister. „Soms moet je een beetje stout zijn.“ Het kabinet kondigde vorige week aan dat het flink wil snoeien in het aantal regels waarmee burgers en bedrijven te maken hebben. Pechtold zei gisteren dat de gemeente Boekel in de ministerraad regelmatig als lichtend voorbeeld wordt genoemd van een gemeente die dit voornemen nu al in de praktijk brengt.

Geen verschil

Van de Vondervoort liet Pechtold gisteren enkele nieuwe woningen zien die zonder welstandstoezicht gebouwd zijn. De minister moest erkennen dat hij geen verschil kon zien met woningen die wel door de keurmeesters van de welstandscommissie zijn bekeken. Pechtold: „Toen ik voor het eerst hoorde wat ze hier aan het doen zijn, dacht ik: mijn hemeltje, hoe kan dat nou! Maar de overheid moet dingen los durven laten en mensen het vertrouwen gunnen. Als je de kloof met de burger wilt slechten, zal de overheid een andere rol moeten oppakken.“Pechtold gaf aan veel te voelen voor de Boekelse filosofie achter het schrappen van de regels: de burger krijgt vertrouwen, maar degene die dat beschaamt, wordt bikkelhard bestraft. „We moeten eens aanzien hoe dit allemaal uitpakt en of het ook zou kunnen werken in grotere gemeenten.“ Van de Vondervoort voorspelde van wel: „Mensen besodemieteren de boel alleen als de overheid er te veel bovenop zit.“ Brabantsdagblad 20 april 2006.

Vrijstaat Boekel kiepert ’onnodige regels’ overboord

In Het Duel debatteren twee mensen over actuele, maatschappelijke kwesties. Vandaag: het nut van de welstandscommissies.

Driek van de Vondervoort moet er even naar zoeken, maar daar heeft-ie 'm dan toch: de oorkonde die hoort bij de 'liberale vlam'. Begin maart overhandigd door Jozias van Aartsen, toen nog fractievoorzitter van de VVD. De prijs viel de burgemeester van Boekel ten deel omdat hij in zijn gemeente de welstandscommissie de deur heeft gewezen. Uitstekend, zo liet Van Aartsen in Boekel noteren, want 'welstandstoezicht is een schoolvoorbeeld van te ver doorgeschoten regelveging'. Weg ermee dus. Maar in de burgemeesterskamer zit vanmiddag ook Dirk van Zuidam, voormalig wethouder voor de VVD in Boxtel en ook voorzitter van de welstandszorg in het rayon Uden-Veghel. „Geen wonder dat Van Aartsen geen fractievoorzitter van de VVD meer is', grapt Van Zuidam. „Het was verkiezingsretoriek van Van Aartsen. Iedereen roept elkaar maar na: schaf de welstandscommissies maar af. De overheid moet er op toezien dat de ruimtelijke omgeving geen rommeltje wordt, dat is goed voor ieders welbevinden."Van de Vondervoort heeft dan al uiteengezet waarom Boekel sinds 1 juli 2004 de ingediende bouwplannen niet meer voorlegt aan de welstandscommissie: „Mensen mogen zelf bepalen wat ze mooi vinden, hoe hun huis er uit moet komen zien". Van Zuidam hecht er aan om eerst uit te leggen hoe een welstandscommissie werkt: „Het is de gemeenteraad die aangeeft volgens welke normen de welstandscommissie moet toetsen. Het kan dus niet zo zijn dat welstand op eigen houtje zegt dat een woning te hoog of te laag is. Die criteria stelt de gemeente op."Van de Vondevoort zegt dat Boekel nu in de bestemmingsplannen aangeeft aan welke eisen een woning moet voldoen. Niet meer, maar ook niet minder. „Al onze tegenstanders roepen dat we Belgische toestanden gaan krijgen, maar ik ken geen mooier land dan België. En je hoeft echt niet bang te zijn voor paarse huizen, want dat willen mensen zelf niet. En als er een keer iets niet past, dan is het maar zo. Dat gebeurde vroeger ook wel eens, toen welstand zich er nog wel mee bemoeide."Van Zuidam: „Het gaat niet om de burger die iets wil bouwen, het gaat om de burger die ergens woont. Wie waakt er over de omgeving?"Van de Vondevoort: „De burgers zelf!"Van Zuidam: „Dat werkt dus niet. Je holt de cohesie in de gemeenschap ook uit. Iedereen kijkt naar zijn individuele belang. De kans is groot dat het een allegaartje wordt. De overheid moet dat sturen. En nee, qua ruimtelijke ordening vind ik België geen mooi land."Van de Vondevoort: „We hebben hier een nieuwe wijk waar al volgens de nieuwe regels is gebouwd. Het blijkt dat mensen zich echt rekenschap geven van hun omgeving. Bij de evaluatie was ook iedereen enthousiast: de bevolking, de architecten en wij."Van Zuidam waarschuwt dat dat over een jaar of tien wel eens anders kan zijn. Hij verwijst naar Jacobswoude, de Zuidhollandse gemeente die de welstand ook in de ban heeft gedaan. „Daar hebben nu drie boerderijen een dak van kunststof in plaats van riet. Dat is toch niks?" Van de Vondevoort haalt de schouders op: „Als mensen dat mooi vinden, waarom niet? We hebben er hier in Boekel ook al één". En hoe zit het dan met monumentale gebouwen, vraagt Van Zuidam. De burgemeester: „Die hebben we amper in Boekel. Maar inderdaad: ik kan me best voorstellen dat je in mooie plaatsen als Oirschot of Eersel een speciale regeling treft voor de dorpskern". Van Zuidam jubelt: „Kijk: de burgemeester erkent dus dat de overheid in sommige gevallen als waakhond moet optreden bij het bewaken van de kwaliteit van de omgeving".De gemeente Boekel zette op 1 januari ook het mes in de regels voor het verkrijgen van een bouwvergunning. Wie zijn plan heeft laten maken door een 'gecertificeerd architect', krijgt zijn bouwvergunning direct mee. De architect ondertekent dat hij zich houdt aan het bestemmingsplan, het bouwbesluit en de bouwverordening. Van de Vondevoort: „Burgers zijn nu veel sneller en veel goedkoper uit. Een vergunning die eerst 6.000 euro kostte, heb je nu voor 2.000 euro. Binnen een kwartier. Zó dring je bureaucratie terug."Van Zuidam ageert: „Boekel is geen vrijstaat, de overheid is verantwoordelijk voor het toetsen van bouwplannen, dat mag je niet uitbesteden aan architecten. Ik vind het prima dat een burgemeester af en toe aan een boom rammelt, maar dit is principieel onjuist."Van de Vondervoort: „We moeten af van het idee dat de overheid alles regelt. Je moet mensen vertrouwen geven. Al die regels hebben misschien vroeger een doel gehad, maar nu niet meer, dus moet je ze wegbonjouren. De maker van een product is verantwoordelijk, niet de gemeente."Van Zuidam: „Het klinkt liberaal, maar dat is het niet. Het is quasi-liberaal. Zo makkelijk is het helemaal niet om regels af te schaffen."

DE DUELLISTEN
Driek van de Vondervoort (57) is sinds 1998 burgemeester van Boekel. Daarvoor was hij voor het CDA wethouder in Veldhoven.
Dirk van Zuidam (61) is oud-wethouder voor de VVD in Boxtel en voorzitter van de welstandscommissie in het rayon Uden-Veghel. Hij heeft een eigen bureau dat bemiddelt tussen bedrijfsleven en overheid.De gemeente Boekel legt sinds 1 juli 2004 bouwplannen niet meer voor aan de welstandscommissie. Sinds 1 januari krijgen inwoners van de gemeente ook hun bouwvergunning onmiddellijk mee, op voorwaarde dat ze een gecertificeerd architect hebben ingeschakeld. Is het verstandig dat Boekel op deze manier de bureaucratie te lijf gaat?

dinsdag, april 18, 2006

 

Saneren ongewenste bebouwing

Subsidie voor sanering ongewenste bebouwing in Noord-Brabant

Brabantse agrarische ondernemers kunnen binnenkort in aanmerking komen voor een subsidieregeling waarmee ongewenste bebouwing in het buitengebied gesaneerd moet worden. Deze subsidie kan op z’n vroegst aan het eind van de zomer worden aangevraagd.

De provincie zal aan een aantal Brabantse gemeenten budget beschikbaar stellen voor de sloop van ongewenste bebouwing in Brabantse buitengebieden. Dit gebeurt via een nog vast te stellen bijdrageregeling. De desbetreffende gemeente dient ten minste 30 ruimte-voor-ruimtekavels in ontwikkeling te hebben om in aanmerking te komen. Momenteel gaat het om de gemeenten Oirschot, Oss, Rucphen, Alphen-Chaam, Asten, Cuijk, Deurne en Drimmelen.

In 2007 komen hier nog enkele gemeenten bij.De desbetreffende gemeente zal op basis van een voorbeeldverordening de subsidieregeling openstellen voor belangstellenden. Het moet gaan om sloop van ten minste 200 m2 en de sloop moet enige betekenis hebben voor natuur en landschap. Gemeenten kunnen gebieden en objecten aanwijzen die voor subsidie in aanmerking komen. Dit zouden voormalige agrarische bedrijfsgebouwen of niet-agrarische bedrijfsgebouwen kunnen zijn.


zaterdag, april 15, 2006

 

Anti speculatiebeding mag toch

Doetinchem heeft niet in strijd met de wet gehandeld toen het een anti - speculatiebeding instelde in Dichteren. Dat heeft de Hoge Raad gisteren bepaald. De gemeente Doetinchem was in cassatie gegaan bij de Hoge Raad tegen een uitspraak van de rechtbank in Zutphen. Deze verklaarde in het najaar van 2004 de antispeculatiebedingen nietig omdat zij strijdig zouden zijn met de Huisvestingswet. Door die uitspraak zou de gemeente Doetinchem honderduizenden euro’s aan boetes moeten terugbetalen. Doetinchem heeft het beding indertijd ingesteld om speculatie met nieuwbouwwoningen te voorkomen. In feite gaat het om een boeteregeling: wie binnen een bepaalde termijn zijn huis verkoopt, moet betalen. Eerst was die termijn vijf jaar, later werd dat op drie jaar gezet. In een aantal gevallen kan de gemeente ontheffing geven, bijvoorbeeld als mensen moeten verhuizen wegens een andere baan of in geval van echtscheiding. Veertien bewoners die binnen de gestelde termijn verhuisden en niet aan deze voorwaarden voldeden vochten het beding met succes aan bij de rechtbank in Zutphen. De rechter concludeerde dat Doetinchem zich ten onrechte had bediend van het antispeculatiebeding. De bepaling dat de bewoners vijf jaar in de woning moesten blijven wonen, beperkt de doorstroming op de woningmarkt, was de redenatie van de rechter. Door de uitspraak moest Doetinchem ruim honderdduizend euro terugbetalen.Naar aanleiding van deze eerste uitspraak kwamen er bij de gemeente 22 nieuwe claims binnen. Besloten werd deze claims niet te behandelen voordat de Hoge Raad uitspraak zou doen over de kwestie. Dat is nu gebeurd via een versnelde procedure. In haar uitspraak stelt de Hoge Raad dat de antispeculatiebedingen die gemeenten instellen voor nieuwbouwwoningen niet in strijd zijn met de Huisvestingswet. Gemeenten kunnen zelf bepalen of zij een dergelijk beding in willen voeren. De Huisvestingswet regelt de mogelijkheden van de gemeente om eisen te stellen aan kopers in de sociale woningbouw.Hoe Doetinchem omgaat met de veertien bewoners die in eerste instantie van de rechter gelijk hadden gekregen is nog onduidelijk. Er was gisteren niemand bereikbaar bij de gemeente. Gelderlander 15 april 2006.

vrijdag, april 14, 2006

 

Kasteelschap

Nieuwe wonen

Gemeente Almelo is kandidaat als vestigingsplaats voor het eerste kasteelschap in Nederland. Betrokkenen verwachten dat voor een dergelijke leefgemeenschap veel belangstelling bestaat.

De naam kasteelschap is ontleend aan de historie: het kasteel als brandpunt van een sociaal leven. Maar het wordt straks het wonen van de toekomst. Een open leefgemeenschap waarin de bewoners leven in een high tech omgeving en - méér dan gebruikelijk - omgang met en zorg voor elkaar hebben.Het kasteelschap wordt opgericht voor allerlei type mensen. Mits men bereid is voor elkaar te zorgen en anderen kansen te bieden - bijvoorbeeld op het gebied van werk. Op 24 en 25 april wordt het project getest bij de Universiteit Twente. Belangstellenden kunnen zich daarvoor opgeven.Het kasteelschap is ontwikkeld door de Stichting Geïntegreerd Wonen, die zich ook bezig houdt met de uitvoering van de plannen. Zij heeft in de Grontmij, de Woongroep Twente, Oost nv en Syntens belangrijke partners gevonden. Het kasteelschap zal bestaan uit woningen voor zo’n vierhonderd mensen in alle leeftijdscategorieën en inkomensgroepen - van uitkeringsgerechtigden tot absolute grootverdieners. Kloppend hart van het kasteelschap wordt ‘de Balie’ een groot centrum waar alle informatie die mensen nodig hebben, verkrijgbaar is. De Balie moet 24 uur per dag toegankelijk zijn, 7 dagen in de week. De huizen moeten in een parkachtige omgeving komen. De exacte locatie voor het kasteelschap is nog niet bekend. De stichting heeft al geruime tijd contacten met de gemeente Almelo en wil bij voorkeur het eerste kasteelschap daar vestigen - op een plek waar ruimte is om de gewenste parkachtige omgeving te creëren. Behalve met Almelo praat de stichting met nog meer partijen over de vestiging van nog meer kasteelschappen elders in Nederland. De verwachting is dat er heel erg veel belangstelling zal bestaan voor het kasteelschap in Almelo. Bij wijze van test heeft er jaren geleden, een piepkleine advertentie gestaan in De Twentsche Courant Tubantia met een oproepje voor geïnteresseerden. De ‘mini’ leverde onmiddellijk tweehonderd gegadigden op. Tubantia 14 april 2006.

 

Klassiek bouwen

Uden-Zuid krijgt klassieke huizen

In het overwegend modern ogende Uden-Zuid verrijst volgend jaar een wijkje dat de sfeer van de jaren twintig/dertig moet gaan ademen. De wijk komt te liggen nabij de Lippstadtsingel en zal alleen via de nieuw aan te leggen rotonde bij Karrevracht bereikbaar zijn. De vraag naar klassiekers groeit. Uden - In het nieuwe uitbreidingsplan Hoenderbosch III, gelegen in Uden-Zuid, komen volgend jaar huizen die de nostalgische sfeer van de jaren twintig en dertig uit de vorige eeuw moeten uitademen. Het wijkje, waar plaats is voor een kleine 200 woningen, zowel vrijstaand, geschakeld als in rijtjes, wordt omsloten door de Lippstadtsingel, de Ruitersweg en Karrevracht.

Steeds meer vraag

Volgens Scato Molkenboer, stedenbouwkundige van de gemeente Uden, is er steeds meer vraag naar dergelijke woningen. „Dat merken we ook in andere wijken. Overigens is het een landelijk verschijnsel, dus zeker niet typisch voor hier in Uden.“ Ofschoon in de woningen bijvoorbeeld de vroegere eetkamer terugkeert, gaat het bij de huizen volgens stedenbouwkundige Molkenboer vooral om de buitenkant. „Vooral de kapvorm, de dakoverstekken en de gebruikte materialen bepalen de sfeer.“ Om de nostalgische sfeer van de jaren twintig en dertig te realiseren, worden niet alleen de huizen in stijl gebouwd. Ook de bestrating, de verlichting en de erfafscheidingen worden aangepast aan het gewenste beeld. „Niet de felgele bestrating die we elders in Uden-Zuid toepassen, maar vooral gebakken materiaal. Ook de straatlantaarns worden aangepast. De fabrikanten spelen steeds meer in op de vraag.“ Volgens Molkenboer komt er in Hoenderbosch III meer aandacht voor het groen, in de vorm van bomen en hagen.

Regenwater

„Ook wordt gewerkt aan infiltratie van regenwater. Dat doen we door onder de bestrating een laag grof materiaal aan te brengen, vergelijkbaar met de kleikorrels thuis in de plantenbak. Dat materiaal dient als opslag van regenwater, en van daaruit kan het infiltreren in de bodem.“

Fietsers

Het nieuwe wijkje zal voor gemotoriseerd verkeer alleen vanaf de rotonde op Karrevracht in Uden toegankelijk zijn. Aan die rotonde wordt begonnen zodra de in aanbouw zijnde rotondes bij de Wilhelminastraat en Industrielaan zijn opgeleverd. Maar voor fietsers zullen er meer toegangen worden gerealiseerd. Brabantsdagblad 11 april 2006.

woensdag, april 12, 2006

 

Klooster Stevensbeek

Winkelcentrum’ in school

Scholengemeenschap Stevensbeek gaat in Eymardville een kleinschalig winkelcentrum inrichten waar leerlingen het geleerde in praktijk kunnen brengen. Als alles volgens plan verloopt, wordt het voormalige klooster in Stevensbeek – tot voor kort in gebruik als asielzoekerscentrum – het domein van leerlingen van scholengemeenschap Stevensbeek. Het gaat om scholieren van de klassen drie en vier van het vmbo. Na de zomervakantie wordt een begin gemaakt met de verbouw van het pand en de sloop van enkele bijgebouwen. Voor het schooljaar 2007/2008 moet het gebouw klaar zijn.In het klooster krijgen leerlingen in de sectoren zorg en welzijn, economie, groen en techniek les. Ze worden theoretisch geschoold, maar krijgen daarnaast de kans het geleerde meteen in de praktijk te brengen. „In het klooster wordt een centraal plein gerealiseerd met daaromheen winkeltjes“, vertelt Bert Lunshof, één van de directeuren van de scholengemeenschap. „Leerlingen die aan bloemschikken doen, kunnen een boeket maken en te koop aanbieden.“ Ze leren niet alleen producten te maken, maar ook hoe ze een administratie moeten voeren, en hoe ze met klanten moeten omgaan. „Als je iets maakt, is het toch aardig dat dat niet de de container belandt“, vindt Lunshof. Inwoners van Stevensbeek kunnen de school bezoeken en, mogelijk tegen kostprijs, artikelen kopen. Details, zoals openingstijden, moeten nog nader worden uitgewerkt. Voor de afdeling techniek wordt gedacht aan een fietsreparatieafdeling. Volgens architect Meyer Viol, die de verbouwing voor zijn rekening neemt, heeft die afdeling al een potentieel klantenbestand van zo’n 550 leerlingen. „Het aantal scholieren dat hier de lessen gaat volgen.“ Verder worden een reisbureau en een grand café genoemd als mogelijkheden. Voordat het oude klooster een schoolgebouw is, moet er heel wat gebeuren. „Het hele klooster wordt gestript“, stelt de architect. „Alle muren die niet dragend zijn, gaan eruit.“ De binnenplaats van het klooster wordt overdekt door een glasconstructie, waaronder het verkoopplein komt te liggen. De directie van de scholengemeenschap verhuist als de nieuwe school eenmaal klaar is, naar het klooster. De totale operatie kost, inclusief een nieuwe gymzaal, 6,6 miljoen euro. Gelderlander 30 maart.

 

Verplaatsing bedrijf

Provincie koopt plek megastal Westelbeers

De provincie koopt voor 600.000 euro de locatie aan de Straatsedijk bij Westelbeers waar de Oirschotse ondernemer B. Rijnen een megastal voor 8600 varkens had willen bouwen. Voor hetzelfde bedrag koopt Rijnen van de provincie vijf hectare landbouwgrond voor een nieuw varkensbedrijf aan de Van de Veldenweg bij Diessen, beter bekend als de landbouwontwikkelingslocatie Van Strijdhoven. Dat is de kern van de overeenkomst met Rijnen die het provinciebestuur gisteren publiek maakte, vijf weken nadat de Oirschotse PvdA-voorman R. Daenen hiervan gewag maakte in het Brabants Dagblad. Daarmee komt een einde aan de maatschappelijke opwinding over vestiging van de varkenshouderij tussen de Europees beschermde natuurgebieden Landschotse Heide en het beekdal van de Groot Beerze. Natuurbeheerder Brabants Landschap en buurtbewoners kondigden verzet aan tegen het plan van Rijnen.

Provinciebestuurder P. Rüpp stelt dat de provincie geen geld toelegt op de overeenkomst met Rijnen en er mogelijk financieel uitspringt als de aangekochte varkenslocatie aan de Straatsedijk wordt ingezet voor natuurontwikkeling rond de Groote Beerze waar op kosten van het ministerie van LNV een robuuste ecologische verbindingszone wordt aangelegd. Met Rijnen is volgens Rüpp afgesproken dat alle vergunningen voor diens varkensbedrijf bij Diessen op 1 juni volgend jaar moeten zijn afgegeven. Het gemeentebestuur van Hilvarenbeek heeft zijn medewerking hieraan toegezegd. De gedeputeerde acht het ’in hoge mate waarschijnlijk’ dat deze vergunningen stand zullen houden in een mogelijke juridische procedure daartegen.

MelkveehouderijMet de komst van Rijnen is de locatie Van Strijdhoven volgens Rüpp nagenoeg vol. Deze voormalige melkveehouderij bij Diessen werd al in 1999 door de provincie aangekocht om ruimte te bieden aan vier varkensbedrijven. Geen enkele boer hapte tot dusver toe.
Geen herhalingDe gedeputeerde ontkent dat de transactie met Rijnen precedenten schept voor toekomstige gevallen. „De kans op herhaling is buitengewoon gering. In Brabant zijn naast Rijnen naar schatting slechts vijf á zes agrarische ondernemers bij machte om om een dergelijk groot hypermodern miljoenenbedrijf uit de grond te stampen. We zijn met deze mensen in gesprek over vestiging op ontwikkelingslocaties die geschikt en beschikbaar zijn voor dit soort bedrijven. Proefprojecten met landbouwontwikkelingsgebieden in de Graspeel bij Zeeland, in Boxmeer, Sint-Anthonis en Bernheze moeten ons hierbij de weg wijzen“, aldus Rüpp. Brabantsdagblad 12 april 2006.

 

Geld voor SDP

Stuurgroep Dynamisch Platteland

De Stuurgroep Dynamisch Platteland krijgt 831.480 voor de ondersteuning van de Brabantse gemeenten bij de voorbereiding en uitvoering in het kader van de reconstructie. Dat hebben Gedeputeerde Staten besloten. De reconstructie is de herinrichting van het landelijk gebied om problemen op het gebied van natuur, milieu, landbouw en economische ontwikkeling op te lossen. De statencommissie voor Ruimte en Milieu wordt geinformeerd. besluitenlijst GS 11 april 2006.

 

Biobased economy

"De beleidsbrief Biobrandstoffen is een stap in de goede richting"

“Het schetst een duidelijk pad naar 2010, het belooft een stimulans voor de Nederlandse industrie en het zal een grote bijdrage leveren aan CO2-emissiereductie.” Dat zegt Ewald Breunesse over de recente Beleidsbrief Biobrandstoffen van staatssecretaris Van Geel van milieu. Die kondigt de verplichting aan om biobrandstoffen bij te mengen bij benzine en diesel: 2 procent in 2007 en 5,75 procent in 2010.

Ewald Breunesse is manager Energietransities bij Shell Nederland en voorzitter van de werkgroep biobrandstoffen van het Platform Duurzame Mobiliteit. “Ter voorbereiding van de beleidsbrief heeft het ministerie van VROM een consultatieronde plaatsgevonden langs de oliemaatschappijen, de bedrijven die zich bezighouden met biobrandstoffen en met ons als Strategiegroep op het gebied van brandstoffen. Als ik naar het resultaat kijk, denk ik dat VROM het maximale heeft gedaan om aan alle wensen en eisen tegemoet te komen. Dit is echt een stap in de goede richting.”Verplichting“De overheid zit altijd met het dilemma: subsidie geven of verplichtingen opleggen. Nu is gekozen voor dat laatste, en dat is terecht. Subsidies hebben verschillende nadelen: ze moeten hoog genoeg zijn om écht ontwikkelingen in gang te zetten, je hebt er als overheid vaak veel geld voor nodig en ze moeten de marktverhoudingen niet verstoren. Verplichtingen werken ook niet altijd, maar zijn in de zeer prijsconcurrerende markt van brandstoffen goed, omdat er dan een gelijk speelveld voor alle partijen ontstaat. Consumenten zijn best bereid een paar cent extra te betalen voor het milieu. Dat merken ze niet eens, want de prijs schommelt elke week. Voorwaarde is wel dat zo’n prijsstijging voor iedereen geldt, dus ook voor de buurman. Dat ondervang je goed met een verplichting.”Verrekenen Breunesse en zijn Strategiegroep zijn ook opgetogen over de mogelijkheid die het kabinet heeft geschapen voor brandstofleveranciers om de bijmengverplichting voor biobrandstoffen onder elkaar te verrekenen. “Dat heeft twee voordelen. In de eerste plaats kan iedereen de investeringen doen die hem het beste uitkomen. Bijvoorbeeld: wat meer bijmengen in diesel en wat minder in benzine. Als je de opgelegde gemiddelde norm maar haalt. In de tweede plaats rem je op deze manier de ontwikkeling niet van brandstoffen met hoge percentages biobrandstoffen, zoals pure plantaardige oliën (PPO) en E-85 (85% ethanol). Leveranciers hiervan kunnen straks de “overwaarde” in milieukwaliteit verhandelen met de oliemaatschappijen, die daardoor minder hoeven bij te mengen. Ik vind dit echt een innovatief onderdeel van de systematiek.”Certificatiesysteem De komst van een certificatiesysteem van biobrandstoffen, die het kabinet overweegt, zou Breunesse toejuichen. “De huidige generatie biobrandstoffen zorgt voor een CO2-reductie van 30 à 50 procent, maar met een behoorlijke bandbreedte. Er zijn brandstoffen die veel beter scoren; er zijn er ook die een neutrale of zelfs een negatieve CO2-balans hebben. Denk aan koolzaadolie zoals die in Duitsland wordt geproduceerd. Uit het oogpunt van duurzaamheid is het niet redelijk dat je ze allemaal hetzelfde waardeert. Via certificering kun je de beste brandstoffen stimuleren en de slechtste verbieden. Dat we met certificering nu, samen met Engeland, voorop lopen, betekent dat we meteen richting geven aan die ontwikkeling. Ik vind wel dat we geleidelijk te werk moeten gaan: eerst zorgen voor zoveel mogelijk instappers in de markt, dan de normen geleidelijk aanscherpen en/of een kwaliteitssysteem invoeren. In navolging van Amerika en Canada zou je bijvoorbeeld kunnen overwegen om toe te staan van een biobrandstof met betere CO2-credits wat minder bij te mengen dan van een biobrandstof met slechte CO2-credits, als het effect maar hetzelfde is. Dan kan zo’n betere brandstof ook wat duurder zijn.”Stimulans“Het subsidiebudget van 60 miljoen voor innovatie vind ik een stimulans voor de landbouw en de industrie”, zegt Ewald Breunesse. “Natuurlijk kun je daarvan geen nieuwe fabrieken bouwen, maar dat is de bedoeling ook niet. Je kunt er wel net de hobbel mee nemen om nieuwe productietechnieken te ontwikkelen. Dat is voor Nederlandse bedrijven niet alleen van belang om straks aan de opgelegde verplichtingen te kunnen voldoen, maar kan ze ook net dat zetje geven dat ze voorop gaan lopen in Europa. In dat kader zou ik dan ook willen adviseren om met het budget niet al te veel projecten te ondersteunen. Vijf tot tien, lijkt me goed. Anders versnippert het geld te veel en bereik je uiteindelijk niets.” Als onderwerpen van innovatie noemt Ewald Breunesse met name de productietechnologie van biobrandstoffen, de landbouw en de logistiek: “Op dit moment worden biobrandstoffen geproduceerd uit voedselbronnen, zoals suikerbieten, suikerriet raapzaad- en palmolie. We moeten richting gebruik van reststromen. Verder moeten we in de landbouw streven naar een veel lager gebruik van kunstmest bij het telen van biomassa. En het transport van biobrandstoffen moet veel (energie-)efficiënter.” Niet ten onrechte wijst Breunesse erop dat er natuurlijk nog meer subsidies zijn voor het stimuleren van biobrandstoffen: “Met name EOS: DEMO en de Unieke Kansen Regeling spelen een grote rol. Daarmee wordt nu al een aantal wezenlijke projecten ondersteund, zoals de ontwikkeling van opslagcapaciteit voor bio-ethanol en een productie-eenheid voor bio-ETBE."Twee aanbevelingen Ondanks zijn grote tevredenheid over de Beleidsbrief, doet Breunesse nog wel twee aanbevelingen aan de overheid. Ten eerste noemt hij het bevorderen van de aanschaf van auto’s die zowel op benzine als op E85 kunnen rijden: “Een aantal fabrikanten biedt al zulke auto’s aan. Er is echter sprake van een kip- en eiprobleem. Je kunt het nog nergens tanken, dus heeft niemand zo’n auto, en doordat niemand een geschikte auto heeft gaat geen bedrijf het spul op de markt aanbieden. Ons idee is om dat probleem te doorbreken door de BPM voor deze auto’s fors te verlagen.” Het tweede advies dat de voorzitter van de Strategiegroep geeft, is het verlagen van de accijns op bio-ethanol. “Accijns wordt momenteel geheven per liter brandstof. Eén liter bio-ethanol heeft echter 35 procent minder energie-inhoud dan 1 liter benzine. Feitelijk betaal je per kilometer dus een derde meer belasting. Bio-ethanol zou een forse stimulans krijgen, als je die achterstand wegneemt.”Beleidsbrief biobrandstoffenIn 2010 moet minimaal 5,75 procent van de benzine en diesel die in Nederland op de markt wordt gebracht uit biobrandstoffen bestaan. In 2007 moet al 2 procent van de benzine en diesel uit biobrandstoffen bestaan. Om een start te maken, wordt dit jaar het bijmengen van 2 procent biobrandstoffen fiscaal gestimuleerd. Vanaf 2007 wordt bijmengen verplicht.Dit staat in de Beleidsbrief biobrandstoffen, die staatssecretaris Van Geel van milieu op 15 maart aan de Tweede Kamer heeft gestuurd, mede namens minister Brinkhorst van Economische Zaken. De beleidsbrief schetst ook een perspectief naar 2010. Zo is het de bedoeling dat de duurzaamheid van biobrandstoffen de komende jaren verbetert. Daarbij gaat het niet alleen om CO2-emissies, maar bijvoorbeeld ook om (het tegengaan van) ontbossing voor de productie van biomassa. In dat kader is reeds een commissie aan de slag, de commissie Cramer, die de ontwikkeling van een certificatiesysteem voorbereidt. Verder heeft het kabinet 60 miljoen euro gereserveerd om innovatie op het gebied van biobrandstoffen te stimuleren. Dit bedrag is beschikbaar voor de periode 2006-2010. Het is de bedoeling om projecten te ondersteunen met een zo groot mogelijke CO2-rendement en een groot marktpotentieel. Door de verplichting van 5,75 procent biobrandstoffen in 2010 wordt de uitstoot van broeikasgassen uit het verkeer met 1,4 Mton gereduceerd. Dit komt boven de te verwachte 0,7 Mton reductie door het verplichte aandeel van 2 procent biobrandstoffen in 2007.Nederland is overigens niet het enige land in Europa dat biobrandstoffen verplicht gaat stellen. Ook Oostenrijk, Slovenië, Zweden en Litouwen hebben een aandeel biobrandstoffen verplicht gesteld. Andere EU-landen, zoals Duitsland, Frankrijk, Tsjechië en Verenigd Koninkrijk, overwegen een verplichtstelling. Senternovem 12 april 2006.

dinsdag, april 11, 2006

 

Woonwerk-Landschap

Ontwikkelingen in het project ´woonwerk-landschap´

Volkel-Boekel Om inzicht te kunnen krijgen in de wensen die leven binnen het gebied tussen Boekel en Volkel is uw medewerking noodzakelijk. Door middel van het ´wenseninventarisatieformulier´ kunt u deze wensen kenbaar maken. In het geval u niet bij de bijeenkomst op 28 maart bent geweest, maar wel in het gebied woonachtig bent, kunt u het formulier downloaden op de website van de gemeente Boekel (op de pagina Projecten > Woonwerklandschap) of afhalen bij de publieksbalie van het gemeentehuis. Het formulier kunt u tot 17 april aanstaande retourneren naar de gemeente Boekel. Klankbordgroep Om een goede afspiegeling te kunnen krijgen van de diverse vertegenwoordigers in het gebied wordt een klankbordgroep ingesteld. Taak van deze groep is het meewerken in de workshop(s) en het adviseren over het inrichtingsplan en uitvoeringsprogramma. Voor de klankbordgroep kunt u zich aanmelden bij de heer Verkuijlen van de afdeling Ruimtelijke Ordening (bereikbaar via het algemene telefoonnummer 0492-326800). Uit de aanmeldingen zal vervolgens een selectie worden gemaakt. Gemeente Boekel 11 april 2006.

 

Gele rozen

De kleine boeren zijn muisstil geworden

De armoede onder de kleine boeren is weer terug. Zij zien met zorg dreigingen als vogelgriep en varkenspest op zich af komen.
Frits van den Bosch staat boeren met raad en daad bij. Foto Wout van Assendelft Slechts enkele jaren geleden nog blokkeerden boze boeren de wegen in Nederland. En nu? „De boeren zijn stil geworden. Ze klagen niet eens en dan gaat het niet goed", constateert Frits van den Bosch uit Boekel. Van den Bosch (60) is voorzitter van Zorg om Boeren (ZOB) en nauw betrokken bij boeren die het niet meer redden. Hij weet wat het betekent: tien jaar geleden stond hij er zelf voor. „Ik kom steeds mijn eigen geschiedenis tegen."Elke dag stoppen tien bedrijven. Kinderen treden niet meer in het voetspoor van hun ouders want er is geen droog brood te verdienen. De oorzaken in een vogelvlucht: leveranciers (bijvoorbeeld van veevoeder) zien de kostprijs stijgen en vragen hogere prijzen. De afnemer (levensmiddelenhandel) wordt geconfronteerd met een prijzen-oorlog en geeft een lagere prijs. Voeg daarbij de vrijere wereldhandel, de afnemende Europese bescherming, toenemende eisen aan milieu en kwaliteit. Van den Bosch: „De boer zit klem. Er is alleen plaats voor megabedrijven met achthonderd melkkoeien." Daargelaten de varkenspest, de mkz-crisis, de vogelpest, de dioxine in het veevoer en nu weer de dreigende vogelgriep. Boeren sluiten hoge leningen af om dat te overleven. „Als je topgefinancieerd zit, kan elke tegenslag een donderslag zijn." Saneringsregelingen om overschotten weg te werken, zijn voltooid verleden tijd. De overschotten zijn opgelost en de boeren stoppen toch wel. Van den Bosch is de afgelopen maanden betrokken geweest bij tientallen boeren die noodgedwongen stoppen, hun familiegrond moeten verlaten, hun inkomen en hun huis kwijt zijn. „De mensen zijn zo wanhopig. Ze voelen zich zo mislukt. Voor hen ben ik dag en nacht bereikbaar en ik ben blij dat me er nog nooit een door zelfdoding is ontglipt."Maar, haast hij er aan toe te voegen, het is niet allemaal ellende. De mensen komen vaak sterker terug. „Dan vraag ik na drie jaar of de boer er spijt van heeft. Dan zegt hij vaak nee, omdat hij blij is van de zorgen af te zijn, dat hij zelfs vakantie en een redelijke baan heeft."Maar voor het zover is, is heel wat water door de Maas gestroomd. Eerst is er een periode van ploeteren, een bijbaan erbij, de partner die buitenshuis gaat werken. Dat is de periode van zwijgen over de situatie. Totdat de dijk breekt en het water aan de lippen komt. „Dan kunnen mensen zo in de war zijn, terwijl ze helder moeten kunnen denken. Er zijn spanningen, bezoek blijft weg, ze raken in een isolement."

Gele rozen

Van den Bosch vertelt over de rozenkweker die gele rozen kweekte. De damesbladen schrijven dat geel uit de mode is. Zijn afzet zakt in, terwijl hij net voor vijf jaar gele rozen-struiken heeft geplant, want rozen zet je niet voor één jaar. De afnemer wil alleen hele vrachtwagens vol met dezelfde kleur. Tegelijkertijd worden Afrikaanse rozen tegen dumpprijzen in de markt gezet. Bovendien kruipt er een schimmelinfectie in zijn rozenstruiken. „Die man is failliet verklaard."

Aalmoes

Hij woont in een huurhuis en ontvangt huursubsidie. Ze leven van duizend euro per maand. Dan komt de fiscale afwikkeling van het faillissement en op papier is er winst. De kweker heeft niet het geld en de moed om te procederen. De gemeente denkt dat hij de zaak flest en eist terugbetaling van alle huursubsidie. De kweker moet weer naar de bank voor een lening, dezelfde bank die zijn faillissement aanvroeg. „Dat is vernederend. Dat voelt als het vragen om een aalmoes." Boeren vallen buiten de normale werknemersregelingen: geen ww en geen wao bij arbeidsongeschiktheid. Via de wia krijgt hij zeventig procent van zijn laatstverdiende loon dat de laatste jaren steeds verminderde. „Weet je wat het erge is. Die geschiedenis blijft je achtervolgen. Je komt er financieel niet meer bovenop, je hebt geen huis afgelost, geen pensioen opgebouwd. Over tien jaar moet je nog altijd elk dubbeltje moeten omdraaien. Er ligt een bestaan van armoede voor je. Brabantsdagblad 11 april 2006.

maandag, april 10, 2006

 

Oproep aan gemeenten

In het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) worden met ingang van januari 2007 rijksregelingen voor natuur, recreatie, landbouw, milieu, bodem en water ontschot en gebundeld in één budget. De gebieden staan centraal en de regie ligt bij de provincies. Het achterliggende doel is om sneller zichtbare resultaten te boeken voor een leefbaar platteland en een vitale en duurzame agrarische sector, zoals aangegeven in de Agenda Vitaal Platteland.

In het rijks Meerjarenprogramma (rMJP) zijn de rijksdoelen uit de Agenda verder uitgewerkt. Op basis van dit rMJP maakt het rijk met provincies prestatieafspraken over rijksdoelen. De provincie stemt deze afspraken af met de gebieden, zodat rijksdoelen en gebiedsdoelen tijdig op elkaar worden afgestemd. Een IPO-visitatiecommissie onder leiding van oud minister Th. De Graaf heeft gesignaleerd dat de betrokkenheid van gebieden bij het ILG nog te wensen over laat. De gezamenlijke provincies hebben op basis van het rapport de Graaf een actieplan opgesteld, waarin een intensivering van de samenwerking is opgenomen. Wij adviseren bij uw provincie aan de bel te trekken indien naar uw mening sprake is van onvoldoende overleg of als de gebiedsdoelen naar uw mening nog onvoldoende aandacht krijgen.

De bijgevoegde brochure ‘de praktijk van gebiedsgericht werken’ zet een aantal goede voorbeelden op een rij, die u hopelijk inspireren om in uw gebied met andere overheden te werken aan kwalitatief goede en integrale gebiedsplannen.

Lbr. 06/64 - Brochure 'de praktijk van gebiedsgericht werken' 72kB
Brochure "De praktijk van gebiedgericht werken" 525 kB

zondag, april 09, 2006

 

Behoud Boerderij

’Boerderij was anders verloren gegaan’

De woningbouw bij De Vlashoeve in Almkerk is in volle gang. Een project dat niet zonder slag of stoot van de grond kwam.

Het woningbouwproject bij De Vlashoeve in Almkerk vordert snel. Frank Trommelen Achter de monumentale boerderij De Vlashoeve in Almkerk wordt nu toch volop gebouwd. De vier koopwoningen in de voormalige schuur van de boerderij zijn inmiddels gereed en bewoond. De vier starterswoningen op het achtererf worden rond de vakantie opgeleverd. Het project kent een lange voorgeschiedenis. Variant had, samen met Woonlinie, plannen om vier luxe woningen te realiseren in de voormalige schuur van De Vlashoeve, de boerderij uit omstreeks 1850.

De projectontwikkelaar wilde tevens, om het project rendabel te kunnen maken, zes twee-onder-eenkappers bouwen op het achtererf van de boerderij aan de Provincialeweg-Noord. Voor dat laatste gaf de provincie Noord-Brabant geen toestemming. „Men vond de woningen niet passen bij de monumentale boerderij“, blikt directeur Kees Hoogendoorn terug. Variant en Woonlinie dienden een nieuw plan in, waarin twee woningen werden geschrapt en de overgebleven vier huizen werden geschakeld. „De vier woningen ogen samen enigszins als een schuur“, aldus Hoogendoorn. „En ze staan uit het zicht, omdat ze achter het voorhuis blijven. Op grond van deze twee argumenten keurde de provincie het nieuwe plan goed.“ Hoogendoorn is nog steeds boos op de provincie. „Wij kwamen met een prachtig plan om de boerderij te behouden. Als je zo wordt tegengewerkt als de provincie heeft gedaan, dan stimuleert dat niet om zo'n mooi project nog eens te ondernemen. Je doet het immers ook om er wat geld op te kunnen verdienen.“ De kopers van de twee huizen die niet gebouwd mochten worden, zijn volgens Hoogendoorn spontaan afgehaakt. „Ze hebben andere huisvesting gevonden.“

Trots

Het schrappen van de twee woningen betekende een flinke financiële tegenslag voor Variant. Toch is Hoogendoorn trots op het project. „Die boerderij was anders verloren gegaan. Er was al tien jaar geen onderhoud meer aan gepleegd en er moest dus snel een andere bestemming voor komen.“ De vier huiseigenaren in de boerderij beijveren zich nu voor een nieuwe voorgevel. „Die gezamenlijke gevel aan de straatkant is van de monumentale schuur en dus vreselijk oud“, aldus Hoogendoorn. De vier eigenaren zijn volgens hem in gesprek met de monumentencommissie om de gevel alsnog te mogen vernieuwen. Bij de bouw is juist veel moeite gedaan om hem te laten staan, geeft Hoogendoorn toe. „Maar de huizen zijn van binnen super-de-luxe. De eigenaren willen graag dat het er vanbuiten ook fraai uitziet. Wij als Variant zijn geen partij meer in deze, maar we begrijpen de wens van de bewoners wel“ Brabantsdagblad 9 april 2006.

zaterdag, april 08, 2006

 

Voorzieningen kleine kernen

‘Dorpen niet gebaat bij bankloketje’

De initiatiefwet van PvdA-Tweede-Kamerlid Crone om banken te dwingen in kleinere kernen betaaldiensten aan te bieden, leidt tot veel kritiek. Volgens de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen (LVKK) wordt een dorp niet ineens leefbaar als er een bankloket is. Ook in de Tweede Kamer is twijfel over het voorstel.

Crone wil banken verplichten een betaaldienst in elke woonplaats met meer dan drieduizend inwoners in te richten. Dorpen zijn hierbij helemaal niet gebaat, aldus voorzitter D. van de Vondervoort van de LVKK, waarbij ook Doarpswurk Fryslân is aangesloten. Het plaatsen van een bankloketje of een pinautomaat maakt een dorp of wijk nog niet leefbaar, schrijft de voorzitter in het aprilnummer van de nieuwsbrief van zijn vereniging. Daarvoor is een bloeiend sociaal, maatschappelijk en cultureel leven nodig - en dat is er meestal wel. Dorpsraden en buurtverenigingen genoeg, die van alles organiseren om het leven in het dorp aangenamer te maken. ,,Dat is het sociale goud van onze samenleving.’’

Pleiten voor de aanwezigheid van basisvoorzieningen klinkt leuk maar is achterhaald, zo niet ouderwets, vindt Van de Vondervoort. Dorpelingen zijn er allang aan gewend dat winkels en banken en andere instellingen verdwijnen, en ze kunnen er doorgaans prima mee leven.
Verreweg de meesten hebben een auto en forenzen naar de stad, waar ze en passant boodschappen doen. En geldzaken regelt het gros van de burgers via internet en post.

De PvdA heeft geen oog voor technologische ontwikkeling en de diversiteit van het platteland, zegt Van de Vondervoort. ,,Het internetbankieren dat we nu kennen is mogelijk nog maar het begin. Alleen al hierom is het niet verstandig nu een wettelijke regeling te maken, waarbij banken worden verplicht tot een standaard dienstverlening die bovendien stamt uit het verleden. Dorpen hebben er juist behoefte aan dat banken hun dienstverlening blijven ontwikkelen.’’
Ook in de Tweede Kamer bleef gisteren de steun uit, toen Crone het wetsvoorstel verdedigde. De VVD bleef ronduit tegen, het CDA was uitermate kritisch en Crone leek er niet in te slagen de kleine christelijke partijen te overtuigen.

De opponenten daagden Crone uit om aan te geven waarom banken wel verplicht moeten worden om voorzieningen in stand te houden en bijvoorbeeld buurtsupers niet. Crone, op zijn beurt, maakt de vergelijking met post en telefonie. Er zijn wettelijke regels om die voorzieningen tot in alle uithoeken van het land in stand te houden.
Crone is bereid zijn wetsvoorstel zo te formuleren, dat steun geven aan dat soort initiatieven door de banken ook uitgelegd kan worden als het instandhouden van betaaldiensten.

Het wetsvoorstel voorziet in een heffing bij alle banken. Zo ontstaat een pot, waardoor onrendabele diensten op het platteland en in een aantal wijken in grote steden overeind kunnen blijven. Friesdagblad 6 april 2006.

donderdag, april 06, 2006

 

Spookvergunningen

Gemeenten druk met 'spookvergunningen' agrarische bedrijven



 

Nieuwe regels archeologie

Kamer achter Wet archeologische monumentenzorg

De Tweede Kamer schaart zich in grote lijn achter de Wet archeologische monumentenzorg. Even leek het erop of de VVD, onverwacht, onder het Verdrag van Valletta wilde uitkomen en de verstoorder ruim baan wilde geven. Nederland mag volgens de VVD niet op slot. Bovendien zouden de Nederlanders de buik vol hebben van Europese Verdragen, zo was uit het referendum over de Europese Grondwet in 2005 gebleken, aldus woordvoerder Nijs. Zij pleitte voor een beloning van de opgraver (verstoorder), maar kreeg daarvoor de handen van de andere fracties in de Kamer niet op elkaar. Niet opgraven, maar in de grond houden van archeologie (behoud in situ) is immers het uitgangspunt. Als verstoren onvermijdelijk is, dan moet de verstoorder bijdragen aan de kosten van onderzoek en eventueel opgraving. Meestal kunnen die kosten worden verrekend in het bouwproject.

VVD en CDA hebben hun amendement voor een provinciaal fonds ingetrokken. Eind 2005 bereikten OCW, IPO en VNG een akkoord over de rijksvergoeding van pieken in de opgravingskosten. Een provinciaal fonds om de kosten van archeologie te verevenen was voor provincies niet meer nodig. Het amendement van het CDA voor een vrijstelling voor kleine bouwprojecten (100 vierkante meter) is aangevuld met de mogelijkheid dat de gemeente deze grens naar onder of boven kan wijzigen. Voor dit amendement lijkt zich een meerderheid af te tekenen. Verder diende de PvdA een tweetal nieuwe amendementen in en wijzigde de SP een eerder ingediend amendement. Deze hebbben voor de provincies geen nadelige gevolgen. Dinsdag 4 april is de stemming.
Meer informatie bij Eveline de Graaff
Telefoonnummer (070) 888 1216E-mail: EdGraaff@ipo.nl
31 maart 2006

Meer informatie over Malta:

Het Verdrag van Malta regelt de omgang met het Europees archeologisch erfgoed. Nederland ondertekende dit verdrag van de Raad voor Europa in 1992. Uitgangspunt van het verdrag is het archeologisch erfgoed zoveel mogelijk ter plekke (in situ) te bewaren en beheermaatregelen te nemen om dit te bewerkstelligen. Daar waar behoud in situ niet mogelijk is, betalen de bodemverstoorders het archeologisch onderzoek en mogelijke opgravingen. Het Verdrag van Malta heeft nog geen vertaling gekregen in de Nederlandse wet. Inmiddels wordt er al wel gewerkt ‘in de geest van Malta’. Wat zijn de uitgangspunten van het Verdrag van Malta?
Archeologische waarden zoveel mogelijk in de bodem bewaren;
Vroeg in de ruimtelijke ordening al rekening houden met archeologie;
Bodemverstoorders betalen archeologisch vooronderzoek en mogelijke opgravingen. In 1992 ondertekenden twintig Europese staten, waaronder Nederland, het Verdrag van Malta, of – zoals het officieel heet – het 'Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologische erfgoed' Het verdrag werd in 1998 door een goedkeuringswet bekrachtigd, maar het verdrag is nog niet vertaald in nieuwe wetgeving. De Tweede en Eerste kamer moeten het voorstel nog ontvangen en daarover een besluit nemen. Pas dan is het wetsvoorstel openbaar. Inmiddels bestaat er overal in het land regelgeving 'in de geest van Malta', bijvoorbeeld bij projecten die zijn verplicht tot een Milieu Effect Rapportage (MER), bij bestemingsplannen en bij ontgrondingen. De provinciale omgevings- of streekplannen bijvoorbeeld bieden de kaders voor het ruimtelijk beleid. Veel provincies hebben daarbij ook het aspect cultuurhistorie en archeologie uitdrukkelijk benoemd. Het toetsen van alle ruimtelijke plannen aan het provinciaal beleid is een belangrijke taak van de provincies. De Provinciale Planologische Commissie (PPC), waarin ook de ROB en RdMz zitting hebben namens de minister van OC&W, is in elke provincie het adviesorgaan van GS bij de beoordeling van ruimtelijke plannen, zoals bijvoorbeeld het bestemmingsplan. De provincie verstrekt bovendien de ontgrondingsvergunning. In dit kader moet eveneens het archeologisch belang worden afgewogen. De Ontgrondingenwet kent dus een reeds voor het AMZ-doel geschikt vergunningenstelsel. Ontgrondingen zijn echter dusdanig destructief voor het bodemarchief, dat vooronderzoek en - in voorkomend geval - archeologische behoudsmaatregelen (verstoringsverbod of opgraving) in de nieuwe wetgeving waarschijnlijk een nog sterkere basis zal krijgen. Het is nu ook al zo dat archeologie in de MER en de daarop volgende besluitvorming dient te worden meegenomen. De cultuurhistorie vormt een volwaardig onderdeel van het MER-onderzoek. In de praktijk wordt daaraan nog onvoldoende invulling gegeven. In het kader van implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving, bestaat het voornemen de Wet Milieubeheer op dit punt aan te scherpen. [Bron: ROB, 1 februari 2005] [Zie ook: Tekst Verdrag van Malta (engels, bij het ROB]

 

EHS

Ecologische hoofdstructuur

Een tijdelijke overschrijding van het areaal nieuwe natuur in de Ecologische Hoofdstructuur van Brabant met maximaal 500 hectare wordt toegestaan. Dat hebben Gedeputeerde Staten besproken. De Ecologische Hoofdstructuur bestaat uit gebieden met een grote (potentile) natuur- en landschapswaarde die op grond van het streekplan bescherming genieten. De EHS is nader begrensd in natuurgebiedsplannen. Op grond van de uitvoering van de reconstructie, de vernieuwing van het landelijk gebied, komen er regelmatig andere voorstellen tot begrenzing. Om te voorkomen dat waardevolle voorstellen niet gehonoreerd kunnen worden staan Gedeputeerde Staten toe dat het vastgelegde areaal nieuwe natuur tijdelijk wordt overschreden. Om de oorspronkelijke omvang van de EHS te handhaven, wordt het areaal in oppervlakte teruggebracht bij de eerstvolgende herziening van de reconstructie- en gebiedsplannen, in principe binnen het betreffende gebied. (bron: openbare besluitenlijst van de provincie Brabant 28-03-06)

 

Nieuwe regels camping

Kampeerboeren doen voorstel voor wijzigingen bestemingsplannen

De Stichting Vrije Recreatie (SVR), een vereniging van kampeerboerderijen, heeft alle 467 Nederlandse gemeenten een brief gestuurd waarin suggesties c.q. overwegingen geformuleerd worden voor gebruik in de toelichting van het bestemmingsplan en een aantal regels, die onderdeel uit zouden kunnen maken van de voorschriften daarin. Daarmee hoopt de SVR een wirwar aan gemeentelijke regelingen te voorkomen als op 1 januari 2008 de Wet op de Openluchtrecreatie (WOR) vervalt.

Met ingang van 1 januari 2008 komt de regeling voor het kleinschalig kamperen bij de gemeenten te liggen. De SVR - met 2000 kampeerboeren - vraagt zich af hoe het kleinschalig kamperen na die datum allemaal geregeld zal gaan worden. Omdat geen gemeente gelijk is aan de andere, is het maken van bestemmingsplannen bijna altijd maatwerk. Toch hoeft dit, volgens de SVR, niet persé te betekenen dat alle 467 Nederlandse gemeenten hun kampeerbeleid op geheel verschillende wijze moeten voeren. Mede op verzoek van de gemeenten heeft de SVR voor alle gemeentebesturen uniforme regels opgesteld, die opgenomen kunnen worden in hun bestemmingsplannen ten aanzien van het straks te voeren kampeerbeleid.Zie voor een overzicht van die regels de site van de SVR.
SVR, 05/04/06

woensdag, april 05, 2006

 

Service voorzieningen kleine kernen

ABN AMRO EN RANDSTAD MET DORPSPUNT NAAR DUNBEVOLKTE GEBIEDEN

ABN AMRO gaat bancaire diensten aanbieden in dunbevolkte gebieden. Hiervoor is de bank een samenwerking aangegaan met Dorpspunt. Dorpspunt is een maatschappelijk initiatief dat zich richt op het behouden en terugbrengen van diensten en voorzieningen in kleine kernen. Uniek aan Dorpspunt is dat zij maatschappelijke, publieke en commerciële dienstverlening onder één dak aanbiedt. Joke Storm, voorzitter van de stuurgroep Dorpspunt: “De ervaring heeft geleerd dat in kleine kernen alleen deze combinatie van diensten succesvol is.”

ABN AMRO richt vier bestaande Dorpspunten in de kernen Chaam, Den Hout, Moerdijk en Nieuwendijk voor een deel in als bankkantoor. Naast ABN AMRO gaat ook Randstad deelnemen aan dit initiatief. Chris Vogelzang, directeur Particulieren ABN AMRO Nederland: ”We onderschrijven het maatschappelijk belang van Dorpspunt en we komen bovendien op plaatsen waar de bank nooit rendabel dienstverlening heeft kunnen aanbieden. Dorpspunt biedt een kans onze positie op het platteland te versterken. Indien deze proef succesvol is, overweegt de bank de samenwerking met Dorpspunt naar landelijk niveau uit te breiden.”

Gert-Jan Meppelink directeur Operations van Randstad Nederland: “Randstad is van mensen en werk. Wij willen dicht op de arbeidsmarkt zitten. Al een tijd geleden zijn we begonnen met het introduceren van nieuwe oplossingen in minder bevolkte gebieden. Dat blijkt succesvol te zijn. Door nieuwe technologieën is het op dit moment mogelijk en interessant om aanwezig te zijn op plekken die voorheen misschien wat minder logisch waren. Wij zien met name voor ons een rol weggelegd in het bemiddelen van vacatures in de zorg. Wij weten uit ervaring dat medewerkers in de zorg graag in de buurt van hun woonplaats willen werken. Samen met Dorpspunt hopen wij deze werkzoekenden te kunnen benaderen en ze zo op weg te helpen op de arbeidsmarkt.”

De bancaire dienstverlening in een Dorpspunt bestaat uit internetfaciliteiten, telefonische dienstverlening, brochures, service en een oplaadpunt voor de chipknip. Bovendien is er in elk Dorpspunt een spreekkamer waar met een financieel adviseur afgesproken kan worden voor bijvoorbeeld een hypotheekgesprek. De altijd aanwezige Dorpspunt-consulent functioneert als vraagbaak en leidt vragen door naar de dichtstbijzijnde vestiging. Per Dorpspunt zal worden bekeken of en waar met lokale winkeliers afspraken gemaakt kunnen worden over het gebruik van pin en chip en het opnemen van extra geld bij een aankoop.

Dorpspunt is een uitbreiding van ABN AMRO’s distributiestrategie. Deze bestaat uit internet bankieren en callcentra, waarmee de klant steeds meer zijn dagelijkse bankzaken afwikkelt. Deze directe kanalen worden ondersteund door een landelijk dekkend kantorennet van 580 vestigingen. De kern van het kantorennet wordt gevormd door circa 100 Financial Centers, die een koopavond en zaterdagopenstelling kennen en waar de klant kan binnen lopen voor advies zonder afspraak. In het distributiegebied van het elk Financial Center bevinden zich gemiddeld nog vier bankvestigingen. De dienstverlening vanuit het Dorpspunt wordt een verlengstuk van het bankkantoor het dichtst in de buurt.

Over Dorpspunt

Dorpspunt is een maatschappelijk initiatief van de Zorggroep West- en Midden Brabant, dat zich richt op het behouden van diensten en voorzieningen in de kleine kernen. Dorpspunt is een fysiek ‘loket’, waar de inwoners van een kleine kern terecht kunnen met al hun vragen over diensten en voorzieningen rond wonen, werken en leven. Dorpspunt organiseert oplossingen, door de vragen en de behoeftes van de inwoners te koppelen aan het dienstenaanbod van leveranciers in de lokale omgeving of daarbuiten. Het richt zich op kernen/wijken tussen de 500 en 3500 inwoners en is financieel ondersteund door de provincie Noord-Brabant en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 5 april 2006

Zie ook:
http://www.dorpspunt.nl/
http://www.deservicewinkel.nl/
http://www.kulturhus.nl/index.html

 

Dierencrematorium

Overloner strijdt voor dierencrematorium

Jos Beckers uit Overloon stapt desnoods naar de rechter als hij van de provincie Noord - Brabant geen dierencrematorium mag beginnen. Begin 2004 had Beckers nog goede hoop dat hij snel aan de slag kon met zijn dierencrematorium. In ieder geval binnen negen maanden, want zo lang dacht hij nodig te hebben voor allerlei procedures. Inmiddels weet hij beter. „Als je in de ambtelijke molen zit, is een maand niks.“ Beckers heeft een akkerbouwbedrijf dat hij in het verleden combineerde met intensieve veeteelt.

Hij liet zijn varkenshouderij opkopen en wilde aan de slag met het dierencrematorium. Een idee dat ontstond door de dood van het konijn van zijn dochter. De gemeente Boxmeer schaarde zich achter het initiatief, maar de provincie Noord-Brabant ligt dwars. „Dit heeft me al aardig wat geld gekost“, zegt Beckers. Een advocaat werkt niet voor niets. De Overloner is inmiddels in beroep gegaan tegen de afwijzing van de provincie die vindt dat een crematorium niet in een landbouwontwikkelingsgebied thuishoort. Of dat zin heeft? „Ik heb de moed nog niet opgegeven. Maar het kan nog alle kanten op.“Wat hij in ieder geval niet meer mag, is de komende jaren een varkenshouderij starten. Dat was een van de afspraken in de opkoopregeling. Zijn inkomen moet nu komen uit zijn akkerbouwbedrijf. „Varkens mogen niet, misschien dat kippen of koeien een alternatief zijn. Eerst wacht ik mijn beroep af. In overleg met mijn advocaat stap ik daarna eventueel naar de Raad van State.“ Gelderlander 5 april 2006.

dinsdag, april 04, 2006

 

Biobrandstof

Brabants onderzoek biobrandstof

Welke kansen bieden biotransportbrandstoffen voor de Brabantse economie? Die vraag staat centraal in een strategische verkenning naar biotransportbrandstoffen. Gedeputeerde Staten zien goede mogelijkheden om zowel de agrarische sector als de industrie in Brabant te laten profiteren van de wereldwijd sterk toennemende vraag naar biotransportbrandstoffen. GS willen een verkenning in nauwe samenwerking met het Brabantse bedrijfsleven, kennisinstellingen met Brabantse gemeenten opzetten. Eind 2006 moet de verkenning afgerond zijn.

Door reeds nu sterk in te zetten op kennis- en technologieontwikkeling voor de tweede generatie brandstoffen, kan Brabant een vooraanstaande speler worden in de
wereldwijde markt van biobrandstoffen. De strategische verkenning moet antwoord geven op de vraag hoe de provincie deze benodigde innovatie maximaal kan stimuleren en ondersteunen.

Voorbeelden van biotransportbrandstoffen zijn biodiesel uit soja- en koolzaadolie en bio-ethanol uit suikerbieten of granen. Over enkele jaren zal het ook mogelijk zijn om
brandstoffen te maken uit hout en plantenresten, de zogenaamde tweede generatie biobrandstoffen. Door deze brandstoffen te gebruiken, in plaats van traditionele diesel of benzine uit aardolie, worden we economisch minder afhankelijk van de import van aardolie uit politiek instabiele regio's zoals het Midden-Oosten. Bovendien hebben we dan een goedkoper alternatief voor als de aardolieprijzen hoog blijven.

Ook is het milieu erbij gebaat omdat de uitstoot van het broeikasgas koolstofdioxide (CO2) sterk wordt verminderd. De verbranding van diesel en benzine in het verkeer is een belangrijke veroorzaker van de uitstoot van CO2. Staatsecretaris Van Geel van Milieu heeft daarom onlangs aangekondigd dat de Nederlandse benzine- en dieselleveranciers vanaf 2007 een jaarlijks oplopend deel van hun brandstof verplicht
moeten gaan leveren in de vorm van biobrandstoffen.
Provincie Noord Brabant 4 april 2006.

maandag, april 03, 2006

 

Vakantiepark Maashees

Plan voor luxe vakantiepark

Voormalige camping ‘Jäger im Grünewald’ in Maashees wordt een luxe vakantieparkje met dertig huisjes, sauna - en schoonheidscentrum en een restaurant. Het nieuwe complex krijgt straks een eigen aansluiting op de weg van Maashees naar Vierlingsbeek.Sauna’s, wisselbaden, solarium, binnen- en buitenbad, terrassen en een luxe restaurant waar 75 mensen kunnen eten. Luxe villaatjes in het groen, (half)vrijstaand met een eigen parkeerplaats. Dat is het beeld van resort en wellnesscentre ‘Silva Virente’, zoals ‘Jäger im Grünewald’ gaat heten als de plannen van eigenaar Wamberg Holding uit Drunen doorgaan. Daarover beslist in eerste instantie de provincie Noord-Brabant, want daar ligt het voorontwerp voor een nieuw bestemmingsplan. De gemeente Boxmeer wil wel meewerken aan de plannen. Het wellnesscentre wordt gesitueerd in en rond het huidige hoofdgebouw aan de weg Op den Bosch. Mogelijk wordt het bestaande gebouw vervangen door nieuwbouw. Aan de weg Op den Bosch komen twintig parkeerplaatsen.

Op het terrein achter het hoofdgebouw verrijzen de vakantiehuizen, allemaal aan een weggetje dat uitkomt op Op den Bosch en de weg Maashees-Vierlingsbeek. Het weggetje is afsluitbaar. Op het terrein komen verder 62 parkeerplaatsen. ‘Silva Virente’, de naam is Latijn voor ‘groene boom’, mikt op stellen (zonder kinderen) vanaf ongeveer 35 jaar, die rust zoeken en wat te verteren hebben. ‘Silva Virente’ biedt hen verwenarrangementen van enkele dagen. De huisjes, ‘villaretta’s’, zijn niet te koop, zo laat de Brabantse eigenaar weten. In het wellnesscentre, het restaurant en het café zijn ook bezoekers uit de regio, fietsers en wandelaars welkom. Als alles meezit, wil Wamberg dit najaar aan het bouwen gaan in Maashees en moet het park in het tweede kwart van 2007 in bedrijf zijn. ‘Silva Virente’ vergt een investering, zo hebben de plannenmakers berekend, van zes tot zo’n zeven miljoen euro. Café-zaal ‘Jäger im Grünewald’ is sinds de jaren zeventig een camping. Vanaf de jaren negentig tot 2003 werden de stacaravans gebruikt voor de huisvesting van asielzoekers in een vorm van aanvullende asielopvang. Sinds 2004 is het gebied eigendom van de huidige eigenaar die de plannen heeft ontwikkeld. Gelderlander 3 april 2006.

zondag, april 02, 2006

 

Groen beleggen

Rabo verrast over groen beleggen

De Rabo Groen Bank heeft de inschrijfperiode op obligaties van de Groen Bank eerder afgesloten wegens grote belangstelling.

Met het belegde geld financiert de bank groene leningen in onder meer de biologische landbouw, tuinbouwkassen met Groenlabel en in natuur.
De bank wilde klanten deze maanden de kans bieden groen te beleggen. Door de aangifte van de belasting zijn klanten bewuster van de fiscale voordelen van groen beleggen, zegt directeur Luuk Hans als verklaring.
De bank moet 70 procent van het geld uitlenen aan projecten.

zaterdag, april 01, 2006

 

Nieuwe wet voor het platteland

WET INRICHTING LANDELIJK GEBIED (WILG)

WILG naar Tweede Kamer

Het wetsvoorstel inrichting landelijk gebied (WILG) van minister Veerman van Landbouw,Natuur en Voedselkwaliteit is aangeboden aan de Tweede Kamer. De Raad van State heeft deafgelopen maanden het wetsvoorstel beoordeeld en onderschrijft nu de strekking van hetwetsvoorstel. De enkele kanttekeningen van de Raad van State zijn verwerkt in hetdefinitieve wetsvoorstel.Het wetsvoorstel is één van de hoofdonderwerpen van het beleid van hetministerie. Het geeft invulling aan de kabinetslijn: .decentraal wat kan, centraal watmoet.. Met deze decentralisatie kan meer maatwerk op het platteland worden geleverd enkomt het beleid dichter bij de burger. De provincies, gemeenten en andere gebiedspartijenkrijgen meer te zeggen over de ontwikkeling, de inrichting en het beheer van hetlandelijke gebied. Het gaat dan om natuur, bos, landschap, landbouw, milieu, en water,cultuurhistorie en om wonen, werken en recreëren. Het wetsvoorstel vereenvoudigt enverkort de wettelijke landinrichtingsprocedures, zoals herverkaveling.De regie bij de realisatie van het gebiedsgerichte beleid komt met de WILG in handen vande provincies. Zij moeten daarbij samenwerken met gemeenten, waterschappen en anderepartijen in het gebied. Het Rijk beperkt zich tot het bepalen van de beleidsdoelen ophoofdlijnen. Deze zijn voor de periode 2007-2013 vastgelegd in hetRijksmeerjarenprogramma. Het Rijk maakt over de realisatie van deze doelen afspraken metde afzonderlijke provincies in bestuursovereenkomsten. Daarbij verschaft het Rijk ook hetdaarvoor noodzakelijke geld, in de vorm van het zogenoemde .Investeringsbudget LandelijkGebied. (ILG), ruim 3 miljard euro. De provincie zorgt met de andere partijen voor deuitwerking en uitvoering op regionaal niveau. De provincie bepaalt ook welke instrumentenworden gebruikt; subsidies, infrastructurele werken, grondverwerving en -ontwikkeling,landinrichting en andere projecten. Daarbij maakt de provincie ook de planning voor dekomende jaren. Dit komt allemaal in de provinciale meerjarenprogramma.s voor hetlandelijk gebied. In deze programma.s staan de maatregelen voor het verbeteren van hetwoon-, werk- en leefklimaat. Bijvoorbeeld het verwerven en inrichten van nieuwe natuur,het realiseren van stedelijk groen om de stad en het stimuleren van duurzaam waterbeheer.Het overleg tussen het rijk en de provincies over de bestuursovereenkomsten gaat dekomende maanden plaatsvinden. Op 30 maart heeft minister Veerman hetrijksmeerjarenprogramma symbolisch aan de provincies aangeboden, die het in de persoonvan Jan Pieter Lokker (gedeputeerde Utrecht en voorzitter van de IPO commissie voor hetlandelijk gebied) in ontvangst namen. De provincies hebben volgens planning hun provinciale meerjarenprogramma.s op 15 mei gereed. Dan start het overleg tussen het rijken de provincies over de bestuursovereenkomsten. ANP 31 maart 2006.

WILG is een van de twee wetten die de doelen van de Nota Ruimte wettelijk mogelijk moeten maken. De ander wet is de nieuwe WRO die dit jaar van kracht gaat.
http://www2.vrom.nl/notaruimte/0201050202.html

This page is powered by Blogger. Isn't yours?