maandag, november 21, 2005

 

vergunning stal Reek

Vergunning voor etagevarkensstal in Reek bij de rechter aangevochten

De gemeente Landerd heeft een fout gemaakt toen de bouwaanvraag werd beoordeeld voor een grote, deels ondergrondse varkensstal die ten noorden van Reek staat gepland. De gemeente bekeek niet of de kelder van de stal past binnen het bouwblok van het bedrijf dat volgens het bestemmingsplan is toegestaan. Een gemeenteambtenaar moest dat op 17 november toegeven bij de zaak die diende bij de bestuursrechter in Den Bosch. De rechter boog zich over de zaak op verzoek van vier omwonenden en de stichting Natuur en Milieu.
De gebroeders Smits uit Wanroij, die een reeks varkensbedrijven exploiteren, willen in Reek het bedrijf uitbreiden tot 4400 varkens. Het nieuwe gedeelte van de stal wordt in twee etages gebouwd, waarbij een kelderverdieping 3 meter onder de grond komt te liggen. Het bedrijf ligt in de Beerse Overlaat, dat in de toekomst mogelijk een bestemming krijgt als overstromingsgebied. De tegenstanders voeren onder meer aan dat bij een eventuele overstroming grote aantallen varkens zouden kunnen verdrinken. De gemeente Landerd, waar Reek onder valt, beoordeelde alleen de bovengrondse bebouwing bij de bouwaanvraag. De rechter wees er op dat ook de kelder van de stal binnen het bouwblok van het bedrijf moet passen. Een overschrijding van het bouwblok zou gebruikt kunnen worden om de uitbreiding van de stal tegen te houden. De bestuursrechter zal binnen 2 weken besluiten of de bouwvergunning geschorst moet worden.
Brabants Dagblad, 18/11/05

zondag, november 20, 2005

 

Zonneterp

Superkas produceert energie

Duurzame energie en schoon water verkrijgen door kassen aan huizen te koppelen. En dat zonder aansluiting op het riool, de waterzuivering of het elektriciteitsnet.-->Duurzame energie en schoon water verkrijgen door kassen aan huizen te koppelen. En dat zonder aansluiting op het riool, de waterzuivering of het elektriciteitsnet. Verschillende gemeenten laten de mogelijkheden van een Zonneterp onderzoeken, een project van Innovatie Netwerk Groene Ruimte en Agrocluster In de Zonneterp worden gebouwen gekoppeld aan een superkas, die de bewoners van warmte, elektriciteit en schoon water voorziet. De kas werkt als een grote zonnecollector, die de woningen in de gehele buurt kan verwarmen. Een installatie bij de kas maakt biogas van de ontlasting en het GFT van de bewoners. De CO2 en de meststoffen die hierbij ontstaan worden gebruikt om de planten in de kas beter te laten groeien. Zo wordt de mens weer onderdeel van duurzame kringlopen van energie, water en afvalstromen. In Nederland is meer dan 10.000 ha glastuinbouw aanwezig. Dat is in theorie voldoende om de kringlopen te sluiten met 1 miljoen woningen, zijnde 1/6 van het totale woningbestand. De besparing op primaire fossiele brandstoffen (aardgas) voor de kassen en de woningen is indrukwekkend. Schattingen van 20 - 30% van het huidige nationale aardgasverbruik zijn haalbaar. De investeringen zijn in 5-10 jaar terugverdiend. Volgens de initiatiefnemers betekent dit een verlaging van de woonlasten met een kwart. Ook voor de tuinders levert de Zonneterp financieel voordeel op. Er zijn al wel ecologische wijken, maar dit concept is uniek in de wereld. Zonneterp is toepasbaar voor diverse soorten bebouwing, van sociale woningbouw tot kantoren, bedrijfsruimten, verzorgingstehuizen, ziekenhuizen en openbare gebouwen. Voor ontwikkelingslanden kan Zonneterp uitkomst bieden, aangezien daar geen goede infrastructuur (waterleiding, riool) aanwezig is. Op plaatsen waar water schaars is, zorgt Zonneterp bovendien voor drinkwater en voor irrigatiewater. In 2007 zullen de eerste huizen waarschijnlijk warmte krijgen uit de kas. De uitvoerders zijn Rabobank, Fiwihex, Elannet, LeAF en Kristinsson Architecten.
18-11-2005

zaterdag, november 19, 2005

 

Geld over

Limburg en Overijssel zijn niet bezorgd over het niet op tijd kunnen besteden van de reconstructiegelden.

In Gelderland, Utrecht en Noord-Brabant wordt gevreesd dat het geld niet voor l januari 2007 geïnvesteerd is, waardoor het risico bestaat dat het geld voor andere dingen wordt ingezet. "De beschikbare 111 miljoen euro moet voor 2007 zijn weggezet", legt een woordvoerder van Brabant uit. "Minister Veerman, die het merendeel van het geld beschikbaar stelde, voelt de hete adem van de Tweede Kamer die wil bezuinigen in de nek."

Brabant had de plannen als laatste klaar, waardoor zij de kortste periode heeft om het geld in te zetten. "De druk ligt nu bij gemeenten. Bestemmingsplannen moeten worden aangepast om de reconstructie uit te kunnen voeren. De uitvoering kan pas daarna beginnen."
In Overijssel is er volgens gedeputeerde Piet Jansen geen probleem met het budget. "Achteraf gezien hebben wc het wel anders moeten verdelen. We hebben het bedrag nu eerlijk verdeeld over 4 jaar, maar we hadden het beter oplopend kunnen verdelen. " Limburg heeft evenmin problemen. "Wij hebben het voordeel dat we de plannen vroeg klaar hadden en snel konden beginnen", meldt een woordvoerder. Agrarischdagblad 10 november 2005.

 

Meer geld voor VIV

Meer geld voor verplaatsers intensieve veehouderij

De provincie kan dankzij een extra investering van €19,25 miljoen nog eens 14 intensieve veehouderijen toevoegen aan de lijst van bedrijven die in aanmerking komen voor verplaatsing. Eerder waren al 43 bedrijven geselecteerd voor de Verplaatsingsregeling Intensieve Veehouderij VIV. Alle 67 bedrijven die zich in 2005 hebben aangemeld en die voldoen aan de voorwaarden voor verplaatsing kunnen daarmee worden geholpen. Met hen zal in de loop van 2006 een koopovereenkomst worden gesloten (bron: besluitenlijst GS d.d 15 november)

 

Ruimte voor ondernemers

LNV schept actief ruimte voor onderneme

Moderne agrariërs hebben ruimte nodig voor ondernemerschap. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wil bijdragen aan de vitaliteit van en vernieuwing in de sector door ook de eigen werkwijze onder de loep te nemen. Daarom loopt tot april 2006 het project Ruimte voor Ondernemers. Beoogd resultaat:
Ondernemers direct bijstaan in projectrealisatie
Bewustwording binnen het ministerie

Achtergrond

Behalve praktische oplossingen voor agrariërs moet Ruimte voor Ondernemers leerstof opleveren voor de dienstverlenende kracht van het departement. Door een analyse van de procedures, patronen en wijze van samenwerken wordt betrokkenen bij ministerie, gemeente en provincie een spiegel voorgehouden. Minister Veerman sponsort dit traject persoonlijk. “We willen onze houding en werkwijze beoordelen door naar een concreet probleem van een ondernemer te kijken.”

Aanleiding

Agrariërs blijken in de uitvoering van hun ideeën te stuiten op regels en procedures. Gebrek aan ruimte voor pilots en experimenten werkt belemmerend. Ruimte voor Ondernemers brengt dit probleem beter in kaart door een serie interne interviews. Tegelijkertijd is er gerichte samenwerking met ondernemende agrariërs waarvan LNV ook zelf kan leren. Een veranderteam is in het leven geroepen om ondernemers te vergezellen in het zoeken naar creatieve oplossingen.

Nieuwe aanpak

De gekozen aanpak wordt voorlopig in een paar cases toegepast. Het veranderteam selecteerde hiervoor projecten in samenwerking met verschillende beleidsdirecties. Drive bij de betrokkenen is het sleutelwoord. Eén van de cases is ‘Boergondisch rijk’ waarbij een groep agrariërs uit Rijkevoort mobiele stallen wil plaatsen. Ook het plan van een groep vissers in Lauwersoog om vergunningen te delen onder de titel ‘Geïntegreerde visserij’ kan op extra aandacht rekenen. De ondernemers worden vergezeld bij hun projectrealisatie. Om dit versneld te kunnen doen, brengt het veranderteam de benodigde partijen rond de tafel.

Tegenvallers

Onder agrariërs bestaat her en der onduidelijkheid over wat LNV of de overheid in het algemeen voor hen kan betekenen. Nog te vaak is de letter van de wet leidend en niet het belang van de ondernemer. Natuurlijk moet die ondernemer zich aan regels houden, maar het moet niet zo zijn dat de ambtenaar het belang waarvoor hij staat, of de regel zelf, vooropstelt. Een intensieve samenwerking zoals het veranderteam propageert vraagt aan beide kanten een open vizier. Het veranderteam investeert dan ook in overleg en communicatie om de benodigde cultuuromslag te stimuleren.

Voordelen

Als het project in april ten einde loopt, moeten de resultaten aan twee kanten zichtbaar zijn. Enerzijds zal intern een bewustwording op gang moeten zijn gekomen om de ondernemer en zijn belang meer centraal te stellen. Anderzijds dient de ondernemer gerichte stappen verder te zijn gekomen dan wel duidelijkheid te hebben verkregen. Voor agrariërs is de overheid op die manier een duidelijke, betrouwbare partner die meedenkt. Door pragmatisch dienstbaar aan de samenleving te zijn verwacht het veranderteam een belangrijke impuls te kunnen geven aan de relatie tussen LNV en ondernemers.

Voor meer informatie:Tim Heddema, lid van het projectteam Ruimte voor ondernemersTelefoon: 070-3785724E-mail: t.heddema@minlnv.nl
Bron: Anderoverheid.nl 14 november 2005.

zondag, november 13, 2005

 

Splitsen boerderij

Eigenaren van boerderijen in het buitengebied van de gemeente Sint Anthonis krijgen binnenkort waarschijnlijk meer mogelijkheden om hun pand in twee wooneenheden te splitsen.

De versoepeling van de bouwregels, die nog door de gemeenteraad moet worden goedgekeurd, vloeit voort uit de Reconstructiewet. De reconstructie is een proces dat moet leiden tot een herinrichting van het buitengebied. Het platteland wordt in zones opgedeeld. In landbouwontwikkelingsgebieden krijgt de landbouw voorrang en in de zogenoemde extensiveringsgebieden maken agrarische bedrijven op termijn plaats voor wonen en natuurontwikkeling. In delen van het buitengebied die in Sint Anthonis de status wonen of natuurontwikkeling krijgen, wil de gemeente het toestaan om boerderijen onder voorwaarden voor dubbele bewoning geschikt te maken. Op hoeves die louter nog een woonfunctie hebben, kunnen kassen, schuren, loodsen en andere opstallen gesloopt worden, omdat de agrarische functie immers vervallen is. De sloop van overtollige bebouwing levert volgens het college van burgemeester en wethouders van Sint Anthonis ruimtelijke kwaliteitswinst op, waardoor de omringende natuur beter tot zijn recht kan komen. Gelderlander 8 november 2005.

vrijdag, november 11, 2005

 

Ceres subsidie Noordoost Brabant

Meer dan 5,4 mio euro voor projecten in bijzonder Noordoost-Brabant

De Stuurgroep van Ceres, het economische stimulerings-programma voor Noordoost-Brabant, wees op 2 november meer dan 5,4 miljoen euro uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) toe aan 11 projecten in het Ceres-gebied. De totale projectkosten inclusief de Ceres bijdrage is meer dan 13 miljoen euro.
Het grootste deel van de Europese subsidies, ruim 3,5 miljoen, gaat naar drie projecten die bijdragen aan de ontwikkeling van natuur, water en milieu. Zo gaat er 2.5 miljoen naar de gemeente Veghel voor de uitvoering van het masterplan Aa en Veghel waarin de herkenbaarheid van het beekdal wordt vergroot. De totale kosten van dit project bedragen 5 miljoen euro. De gemeente Mill & St. Hubert ontvangt 415.000 euro voor de gebiedsontwikkeling van de Peelkanaalzone (totale kosten 830.000 euro). En aan Waterschap Aa en Maas is 625.000 euro toegewezen voor de integrale inrichting van de Ecologische Verbindings Zones "Zwanenburg" in de gemeente Bernheze. Ook de provincie, het waterschap, de gemeente, DLG en Rijkswaterstaat dragen bij in dit project dat in totaal 1.280.000 euro gaat kosten.
Ook aan twee projecten in de gemeente Boekel waarin de sociale cohesie en culturele identiteit in de dorpskern Venhorst worden aangepakt, is een fors bedrag – ruim 1,2 miljoen euro - aan Europese subsidie toegewezen. Voor de herinrichting van het centrum is 460.000 euro (totale kosten 1.023.400 euro) beschikbaar. Aan de nieuwbouw van een multicultureel centrum wordt bijna 780.000 euro bijgedragen (totale kosten 2.690.000 euro).
Verder wijst Ceres bijna 155.000 euro toe aan twee projecten op het gebied van toerisme. In het ene project wordt gewerkt aan een fietsroute met prieeltjes waarin een ‘doorkijkje’ wordt gegeven van het (boeren-) bedrijf dat daarbij ligt. Het andere project betreft een promotiecampagne onder de titel “Bijzonder Noordoost-Brabant”.
Tot slot werd erin totaal 450.000 euro uit het EFRO toegewezen aan vier projecten die tot doel hebben de concurrentiepositie van het (industrieel) MKB te verbeteren.
Dit gebeurt met een investering in twee innovatieve clusterprojecten voor de ontwikkeling van nieuwe producten. In “Liquid Health” werken CH Food, D&W procestechnologie en Frissland gezamenlijk aan de ontwikkeling van nieuwe voedingsproducten (drankjes) uit het restvocht van verwerkte groenten en fruit. (totale kosten 665.000 euro waarvan 145.000 euro uit het EFRO). In het andere clusterproject, “Erasmus”, werken de bedrijven CAPI flow, Ver-hoeven en IFF aan de ontwikkeling van een product voor de verspreiding van diverse geuren in verschillende soorten ruimtes zoals huiselijke leefruimte, automotive ruimte en verzor-gingsruimten. Een derde bedrijvenproject is het groepsproject “Nieuwe economische dragers in het land van Cuijk” waarin via communicatie en workshops jonge ondernemers worden gestimuleerd om een eigen bedrijf te beginnen of door te starten (kosten 200.000 waarvan 84.000 EFRO). Tevens is de vierde (en laatste) tranche toegekend voor de Ceres Exportre-geling (CEREX) met een EFRO-bijdrage van 140.000 op een totaal van 525.000 euro. Website Ceres.

 

Biobrandstof

‘Niet te veel verwachten van biobrandstof’We moeten geen al te hoge verwachtingen koesteren over energiegewassen. De mogelijkheid om zonne-energie via planten te benutten is niet erg groot. Dat schrijft universiteitshoogleraar prof. Rudy Rabbinge in een bijdrage aan het tijdschrift Spil.Er zijn gigantische arealen cultuurgrond nodig als we aan de groeiende vraag energie willen voldoen door energiewinning uit energiegewassen. Bovendien rendeert het niet om energie te winnen uit bijvoorbeeld koolzaad. Dat betoogt Rudy Rabbinge in het opinieblad, dat op donderdag 10 november uitkomt. Het komt macro-economisch, maar ook bedrijfseconomisch voor de boer, niet uit om bijvoorbeeld biodiesel te winnen uit koolzaad. In pleidooien voor biobrandstoffen wordt vaak uitgegaan van subsidie op de teelt van energiegewassen. Maar in feite, schrijft Rabbinge, is energie van de akker nog veel duurder dan die uit olie. Bovendien is volgens de universiteitsprof de omzetting van energie in de fabriek nog niet efficiënt genoeg. Beter is het volgens Rabbinge om in te zetten op verhoogde energie-efficiëntie en te streven naar minder gebruik. Directe winning van energie uit de zon met behulp van fotosynthese, door organische zonnecellen, biedt wel veel perspectief. Ook het gebruik van gewasresten als bron van energie is nog een veelbelovende optie, aldus Rabbinge. Dat laatste bevestigt prof. Johan Sanders, hoogleraar Valorisatie van plantaardige productieketens. De zogenaamde tweede generatie biobrandstoffen worden gemaakt uit gewasresten van planten waarvan het hoofdproduct een voedselproduct is. Veel van wat overblijft, kan vergist worden tot ethanol. Sanders relativeert wel de boodschap van Rabbinge. Want hoewel de teelt van bijvoorbeeld koolzaad in Nederland inderdaad niet rendeert vanwege de lage opbrengst per hectare, kan dat in het buitenland, waar meer grond beschikbaar is, wel. En in Nederland kunnen wel aardappels of bieten geteeld worden die bestemd zijn voor de productie van ethanol, meent Sanders. Belangrijker acht hij nog de ontwikkeling van gewassen met nieuwe nuttige stoffen door genetische modificatie. Dan gaat het bijvoorbeeld om butaan-diamine en ethaan-diamine, grondstoffen voor bijvoorbeeld plastics en nylon. Omdat bij de huidige petrochemische productie van deze bulkproducten veel energie verloren gaat, bespaar je heel veel energie bij de productie ervan uit planten. Gewasresten van dergelijke gewassen kunnen vervolgens ook nog benut worden voor de productie van ethanol. Het is vooral deze meervoudige benutting van een gewas die de teelt van energiegewassen renderend kan maken, volgens Sanders. En in het produceren en toepassen van de kennis voor de verbetering van al deze processen kan Nederland een grote rol spelen, denkt hij. ‘Aan de verbetering van voedsel werken we al honderd jaar, met energiegewassen beginnen we nog maar net.’ BW 10 november 2005.

woensdag, november 09, 2005

 

Implementatie omgevingsvergunning

Gefaseerde implementatie omgevingsvergunning

De gemeenten moeten op 1 januari 2008 de omgevingsvergunning ingevoerd hebben. Voor de provincies geldt dit per 1 januari 2010. Dit zijn de voornaamste uitkomsten van het overleg dat IPO, VNG en UvW op 31 oktober met minister Dekker over de omgevingsvergunning hebben gehad. Het overleg stond in het teken van het onderzoek dat DHV had gedaan naar de voornaamste kritiekpunten die de decentrale overheden hadden geformuleerd op de omgevingsvergunning.
De IPO-delegatie, Gedeputeerden Van Heijningen (Zuid-Holland) en Rüpp (Noord-Brabant) vond het advies van DHV een goede basis voor een discussie over de wijze van uitvoering van de omgevingsvergunning. De door de decentrale overheden geschetste problemen krijgen in het advies een erkenning.
Minister Dekker was tevreden dat uit het advies blijkt dat alle overheidslagen de doelstellingen en uitgangspunten van de omgevingsvergunning onderschrijven. Ook ondersteunt ze de conclusie in het advies dat de omgevingsvergunning een project van alle overheden moet zijn en niet alleen van het ministerie van VROM.Over de implementatie deed de minister de volgende belangrijke uitspraken:- de datum voor vaststelling van het wetsvoorstel blijft januari 2007;- de implementatie van het wetsvoorstel zal fasegewijs worden doorgevoerd.Fase 1 (tot 1 januari 2008) wordt benut voor het doorvoeren van verbeteringen binnen het bestaande wettelijke kader en het voorbereiden van fase 2.In fase 2 (vanaf 1 januari 2008) is de omgevingsvergunning ingevoerd bij de gemeenten en is digitale indiening bij koplopers mogelijk. Voorts zal fase 3 worden voorbereid door o.m. de regelgeving te wijzigen en te bezien welke vergunningstelsels nog kunnen worden toegevoegd.Fase 3 (vanaf 1 januari 2010) is het moment dat de omgevingsvergunning voor alle niveaus van het bevoegde gezag van kracht is en ook zal vanaf dat moment digitale indiening overal mogelijk zijn.- in het verdere traject zullen alle overheden gezamenlijk optrekken. Dit wordt onder meer vorm gegeven door het instellen van een gezamenlijke stuurgroep waarin vertegenwoordigers van alle betrokken partijen (inclusief bedrijfsleven) de implementatie aansturen.
De IPO-delegatie heeft aangegeven dat deze lijn door de provincies wordt ondersteund. Door gedeputeerde Van Heijningen is expliciet aangegeven dat dit voor de provincies niet inhoudt dat ze achterover kunnen gaan leunen. De provincies moeten zich actief inzetten voor het realiseren van de uitgangspunten en de doelstellingen van de omgevingsvergunning.
Ook de VNG (de heer Lamers, burgemeester van Houten) heeft zich positief uitgelaten maar moet(net als het IPO) nog wel de achterban raadplegen. De VNG verzoekt om het wetsvoorstel in die zin aan te passen dat de uitkomsten van de pilots soepel kunnen worden verwerkt. Een minder ambitieus en gedetailleerd wetsvoorstel leent zich hiervoor.
De UvW (mevrouw Kool, dijkgraaf Reest en Wieden) heeft nogmaals aandacht gevraagd voor het niet opnemen van WVO-aspecten in de omgevingsvergunning. Staatssecretaris Van Geel heeft aangegeven dat deze opmerking thuishoort in de discussie over de Waterwet maar dat hij sterk vasthoudt aan het akkoord dat hij hierover heeft afgesloten met Staatsssecretaris Schultz.
Afgesproken wordt dat het ministerie van VROM de voorstellen nog schriftelijk aan de decentrale overheden zal voorleggen zodat hier door IPO, VNG en UvW op formele wijze kan worden gereageerd. IPO 8 november 2005.

 

Omgevingsvergunning

Minister Dekker van VROM roept alle burgers en bedrijven in Nederland op om de on-line enquête over de zogeheten omgevingsvergunning in te vullen.

VROM wil diverse vergunningen (maar ook ontheffingen en vrijstellingen) samenvoegen tot één enkele omgevingsvergunning. Daarbij gaat het niet alleen om vergunningen die zijn gebaseerd op VROM-wetten, maar ook om wetten die primair onder de verantwoordelijkheid van andere ministeries vallen (zoals monumenten, natuurbescherming en flora en fauna). Deze integrale vergunning kan in één keer bij één loket worden aangevraagd. Hiervoor gaat één procedure gelden waarop één besluit volgt. Voor beroep tegen dat besluit zal er één beroepsprocedure zijn.
De omgevingsvergunning moet in 2007 volledig operationeel zijn. Voordat het zover is, moet er heel veel gebeuren. In de eerste plaats is een nieuwe wet nodig en daarnaast zullen bestaande wetten moeten worden aangepast. Het voorontwerp van de wet die de omgevingsvergunning mogelijk maakt (Wabo) is in mei gepresenteerd en iedereen heeft hierop commentaar kunnen geven. Augustus 2005.

zondag, november 06, 2005

 

Verstikkende milieuregels

Nederland verstikt in zijn eigen milieuregels
door Paul Rüpp

In Noord-Brabant liggen een groot aantal bouwprojecten stil omdat ze niet voldoen aan de regels voor luchtkwaliteit. Doorgeschoten, absurde regelgeving, volgens provinciebestuurder Rüpp, die zo snel mogelijk van tafel moet.

De Nederlandse overheid krijgt vaak het verwijt, dat zij met de uitvoering van de Europese Richtlijnen in haar milieubeleid roomser is dan de paus. Dat verwijt is niet altijd terecht. Vaker zijn we in Nederland te laat met die uitvoering en breekt als de fatale termijnen naderen de paniek uit en gaan we de wetgeving repareren. Daar slaan we meestal dan in door, omdat we onze eigen wet- en regelsystemen niet ter discussie willen stellen en graag beleid op beleid stapelen. We zorgen dan voor ondoorzichtige, onwerkbare en onuitvoerbare regelgeving. De regels met betrekking tot de luchtkwaliteit zijn daar een schoolvoorbeeld van.Er is al veel over gezegd en geschreven. Eerst een aantal feiten:*De daling van de concentratie fijn stof in de lucht is de afgelopen 10 jaar groter dan 25%. De luchtkwaliteit is dus aanzienlijk verbeterd, maar de door Europa gestelde norm wordt nog niet overal in Nederland gehaald*Europa vraagt een pakket van maatregelen dat voorziet in het halen van de norm voor 2010*Bronmaatregelen (schonere motoren, roetfilters e.d.) zijn het meest effectief*55% van de fijnstofconcentratie ontstaat op natuurlijke wijze en is dus niet door ons beïnvloedbaar*Van de 45% die wel door mensen wordt geproduceerd komt 2/3 uit het buitenland (Londen, Antwerpen e.o. en Ruhrgebied) en wordt 1/3 in Nederland veroorzaakt. Meer dan de helft daarvan is wegverkeer en transport. Schone motoren helpen dus echt*Er is geen enkele relatie tussen het bouwen van woningen en de luchtkwaliteit in Nederland*Alleen Nederland legt deze relatie rechtstreeks in een koppelingswet vast, geen enkel ander land in Europa doet dat*Bovendien heeft Nederland de Europese luchtkwaliteitsrichtlijn naar de letter ingevoerd, waardoor Nederland strenger omgaat met de grenswaarden dan andere Europese Landen*Europa adviseert de meetgegevens met een factor 1,30 te verhogen. Een aantal landen doet dit, de meeste landen hanteren een lagere correctiefactor of passen helemaal geen correctiefactor toe. Nederland gaat echter op 1,33 zitten (dus nog eens 33% tot 3% hoger dan andere landen)

Zeezout

Staatssecretaris Van Geel is op twee sporen bezig de impasse die dreigt te ontstaan door eerdere Nederlandse besluitvorming, te doorbreken. Enerzijds door in Brussel te pleiten voor uitstel cq. een versoepeling van de norm in die zin door bijvoorbeeld zeezout, een natuurlijke veroorzaker van fijn stof dat voor bijna 15% bijdraagt aan de problematiek, uit de berekening te halen. Daarnaast probeert hij via saldobenadering en omschrijving van het begrip ’in betekende mate’ ruimte te creëren in het door laten gaan van bouwprojecten. Het eerste zegt, dat als binnen een nader te bepalen gebied per saldo de luchtkwaliteit niet verslechtert, er gebouwd kan worden. Het tweede geeft aan dat alleen wanneer sprake is van "in betekende mate" een verslechtering van de luchtkwaliteit een bouwproject gestopt moet worden. Echter, het is nog volstrekt onduidelijk hoe de gebieden waarbinnen gesaldeerd mag worden, bepaald worden en wat het begrip ’in betekende mate’ inhoudt. Dit wordt dus procederen en jurisprudentie afwachten en dus grote vertragingen en kosten voor toekomstige bouwprojecten.Inmiddels rent een deel van bestuurlijk Nederland, hiertoe aangespoord door partijen als Groen Links en de milieubeweging, achter het vaandel van de symboolpolitiek. Immers, we verbieden Hummers of andere SUV's in de stad! Dapper! Alsof die paar duizend auto's, wat je er ook van vindt, iets bijdragen of afdoen aan de luchtkwaliteit. Als zelfs het weglaten van het zeezout in de berekeningen (15%, net zoveel als het hele Nederlandse wegverkeer bijdraagt!) nog niet tot het halen van de norm leidt! Beter is het na te denken over structurele maatregelen, zoals roetfilters, schone motoren, luchtwassers bij agrarische veeteeltbedrijven e.d. Daar zou ik mijn geld op inzetten.

Alles op slot

Wat vaak vergeten wordt, is dat de huizen die wij de komende tien jaar moeten bouwen , bewoond gaan worden door mensen die vaak voor meer dan 95% al in dezelfde gemeente wonen, ook nu al leven, werken en autorijden. Met andere woorden, juist door betere woon- en leefmilieus aan te bieden en door binnensteden te herstructureren met de bijbehorende verkeersmaatregelen en schoner openbaar vervoer voegen wij wezenlijk iets toe aan de verbetering van de luchtkwaliteit. Door te koppelen en alles op slot te zetten (zeker voor 100.000 woningen op de korte termijn!), verandert er helemaal niets aan de luchtkwaliteit in Nederland, integendeel zelfs!En dan heb ik het nog niet over al die extra onderzoeken die er gedaan moeten worden om aan te tonen dat er wel of niet gebouwd kan worden. Los van de tijd, het geld en de geldverslindende en tijdrovende processen, zeggen ze helemaal niets over het werkelijke milieueffect en leiden ze enkel tot frustratie. Als we dan al een link willen leggen met onze eigen wetgeving, zeg ik tegen staatssecretaris Van Geel, leg hem dan bij de omvang, bij woonwijken van 2000 woningen en meer. Dat lijkt mij in overeenstemming met het begrip 'in betekende mate'. Dat zit bovendien al in ons systeem, hoeft nauwelijks tot extra kosten te leiden en kost niet meer tijd. Daarmee kan minstens 75% van de lopende en in procedure zijnde projecten probleemloos doorgaan en gaat Nederland niet op slot met alle schadelijke gevolgen voor onze economie.Paul Rüpp is de Brabantse gedeputeerde voor Ruimtelijke Ontwikkeling. Brabantsdagblad 5 november 2005.

 

Project goedkope huizen valt tegen

Project goedkope huizen valt tegen

De provincie heeft geen plannen voor herhaling van haar project om goedkope woningen voor jongeren en ouderen in- dorpen te stimuleren. Het deels mislukte experiment voor versnelde bouw van 1200 woningen biedt geen structurele oplossing voor het gebrek aan goedkope huisvesting in Brabant voor lagere inkomens.
Den BoschBouw-experimentDat blijkt uit een beoordeling van dit proefproject en uit een analyse van de woningmarkt die het provinciebestuur deze week heeft vastgesteld. „Er zijn voldoende goedkope woningen maar die komen nauwelijks nog beschikbaar voor jongeren omdat er de laatste jaren te weinig wordt gebouwd en er daardoor geen doorstroming is naar duurdere huizen“, stelt gedeputeerde P. Rüpp (ruimtelijke ontwikkeling) vast.
AanjaagteamsRüpp wil ’aanjaagteams’ in het leven roepen om de gemeenten te helpen bij het doorlopen van procedures en het oplossen van andere problemen die tot stagnatie van de woningbouw leiden. Volgens de gedeputeerde moet de productie dringend worden opgevoerd van 8000 naar ruim 10.000 huizen per jaar om het in Brabant tot 30.000 woningen opgelopen tekort in te kunnen lopen en zo de doorstroming te bevorderen. Het in 2002 gestarte stimuleringsproject voor goedkope woningen in de dorpen, resulteert voorlopig in de bouw van 343 sociale huurwoningen, met een maandelijkse huur van minimaal 306 euro (Rucphen) tot maximaal 585 euro (Oss) en 363 koopwoningen, in prijs variërend van 119.000 euro (Bergeijk) tot 160.000 euro (Boekel). Van 122 woningen is de status nog niet bepaald. Al deze 828 woningen verspreid over 28 gemeenten hadden vóór 1 januari dit jaar klaar moeten zijn, maar dat zullen er begin 2006 iets meer dan de helft zijn. Bijna 400 van de 1200 woningen die voor dit experiment beschikbaar zijn, worden wegens gebrek aan belangstelling niet gebouwd.

Geen projectenHet doel om snel betaalbare woningen beschikbaar te krijgen en daarmee de urgente woningnood onder jongeren en ouderen te lenigen, is daarmee volgens het provinciebestuur mislukt. Dat komt vooral omdat veel van de 28 deelnemende gemeenten nauwelijks beschikten over kant en klare bouwprojecten en nog van voren af aan moesten beginnen. Vertragingen ontstonden vooral door procedures en problemen met de prijsstelling van de woningen, zo blijkt uit de evaluatie.Een flink deel van de koopwoningen blijft op termijn niet beschikbaar voor lage inkomens omdat de boeteclausules tegen vrije verkoop na tien jaar aflopen. Voor de zogeheten koopgarant-woningen, die verplicht moeten worden terugverkocht aan de woningbouwcorperatie, blijkt weinig belangstelling. Veel jongeren willen het liefst zelf een huis bouwen op een eigen kavel in het dorp. De woonwensen van starters en ouderen zijn volgens de provincie zo divers dat er niet eenvoudig aan is te voldoen. Brabantsdagblad 14 oktober 2005.

 

Vliegberg

Omstreden bouw in bos gaat door

Hoewel de gemeenteraad van Boekel het betreurt dat er in de bossen bij de Vliegberg in Boekel gebouwd mag worden, kan zij de bouw van zestien woningen niet meer tegenhouden. De raad heeft de bezwaren van omwonenden ongegrond verklaard.

Boekel

De gemeente Boekel wordt ingehaald door ’fouten’ uit het verleden: de gemeente kan de bouw van zestien recreatiewoningen in de bossen bij de Vliegberg niet meer voorkomen. Volgens burgemeester D. van de Vondervoort voldoen de plannen van Boekels Ven BV aan de bouwvergunning die al in 1984 is afgegeven.De gemeente heeft die vergunning, waarin de exploitant 150 vakantiehuisjes mocht bouwen, nooit ingetrokken. De woningen zijn echter nooit gebouwd. Een nieuwe bouwaanvraag behelst nu 75 vrijstaande huisjes. De ondernemer wil de eerste zestien huisjes in dit plan nu gaan bouwen. De Boekelse gemeenteraad toonde zich deze week tijdens de gemeenteraadsvergadering niet gelukkig met de situatie. Het CDA wil volgens C. Meulenmeesters ’geen woonwijk in de bossen’, al gelooft de partij wel in de goede bedoelingen van de ondernemer. H. van Mierlo van DOP doet dit minder. Hij is bang dat de vakantiewoningen gebruikt gaan worden voor de opvang van Poolse werknemers. Te meer omdat in drie al bestaande bungalows ook al seizoensarbeiders worden gehuisvest.
Poolse werknemers„Ik kan Poolse werknemers niet over dezelfde kam scheren als recreanten“, zegt van Mierlo. „Recreanten mogen de woningen voor maximaal vier weken huren, en het park mag tien maanden per jaar ’bewoond’ zijn. Maar hebben wij nog zicht op wie er dan weer vier weken huurt en wie daarna weer. We kunnen niet om de vergunning heen, maar we moeten de controle wel houden.“ Werknemersbelang en Boekels Welzijn spraken de zorg uit voor permanente bewoning. „In het verleden is de fout gemaakt het gebied te verkopen met bouwbestemming. De ondernemer heeft het recht te bouwen, dus we moeten de bezwaren van omwonenden ongegrond verklaren“, aldus J. van Duijnhoven.
Intrekken Volgens burgemeester Van de Vondervoort is in het verleden wel geprobeerd de bouwvergunning in te trekken. „Maar zoiets is bijna niet mogelijk. Dat moet dan onderhand met toestemming van de eigenaar van de bouwvergunning.“ J. van Haandel van Gemeentebelang Venhorst stelde nog voor de vergunning af te kopen. „Wat is het je waard het bosgebied te behouden. Maar dit is op dit moment eigenlijk een gepasseerd station.“
In 1984 is na sanering van oude zomerhuisjes een bouwvergunning afgegeven voor de bouw van 150 vakantiehuisjes aan de Vliegberg in Boekel. De huisjes zijn niet gebouwd. Maar de bouwvergunning is nooit ingetrokken. Steeds kwamen er nieuwe bouwvoornemens van de ontwikkelaar.Er volgde een compromis: 75 huisjes. De eigenaar wil de eerste zestien nu bouwen. Brabantsdagblad 15 oktober 2005

 

Vlagheide en recreatie

Vlagheide mogelijk speelpark

Een grote speeltuin, park of recreatieplas. Dit soort dagrecreatie voor jonge gezinnen ontbreekt in Schijndel en daar wil de gemeente wat aan doen. Als locatie is de oude stortplaats De Vlagheide in beeld.
In de nota Recreatie en Toerisme 2005-2009 constateert de gemeente dat jonge gezinnen nu uitwijken naar attracties als Hemelrijk in Volkel en Hullie Speelboerderij in Uden. Dagrecreatie in combinatie met een zogeheten slecht-weer-voorziening zou ideaal zijn. Schijndel heeft maar één zo’n voorziening, zwem- en recreatiecentrum De Molen Hey. Toch denkt de gemeente ook nadrukkelijk aan de omgeving van De Vlagheide, waarmee grootse plannen bestaan. Samen met de gemeenten Veghel en Sint-Oedenrode wil Schijndel van de afgedekte vuilnisbelt een ’recreatieve poort’ maken. Daar is plek voor een horecazaak, parkeren en gebiedsinformatie. Tevens komt er een mountainbikeroute.

Overnachten

Schijndel wil ook de overnachtingsmogelijkheden vergroten. Meest concrete plan betreft vijf camper-plaatsen in Schijndel. Eveneens wordt ingespeeld op de landelijk toenemende interesse in agrotoerisme, het kamperen bij de boer. Deze andere inkomstenbron voor agrariërs is inmiddels opgenomen in de herziening van het bestemmingsplan buitengebied. Een verzoek van manegehouder R. van de Oetelaar voor een ’horse & breakfast’ is echter door de gemeente afgewezen. Hij probeert al zeven jaar bij de Schijndelse manege De Molenheide een overnachtingsmogelijkheid voor ruiters te creëren. De adviescommissie voor de gemeenteraad plaatste recent vraagtekens bij het beleid om agrotoerisme alleen bij de boer onder te brengen. „Als u zegt dat ook deze ondernemer zo’n kans moet krijgen, moeten we zorgen dat het bestemmingsplan gewijzigd wordt“, zegde wethouder B. Eijkemans toe.Van den Oetelaar zei daar ’hartstikke blij’ mee te zijn. Hij wil een bestaande stal van De Molenheide slopen en daar drie appartementen voor zes tot acht ruiters bouwen. Zij kunnen daar dan voor zo’n 40 euro per nacht hun paard stallen, slapen en ontbijten.

Bij het Toeristisch Informatie Punt aan de Pompstraat in Schijndel wordt regelmatig naar mogelijkheden van overnachting gevraagd en ook naar groepsaccommodaties. Nu worden groepen doorverwezen naar hotel ’Rust u Even’ in Heeswijk-Dinther. Wel kan in Schijndel overnacht worden in twee luxe boerenkamers in boerderij ’Hotel Weidonk’.Het is 2003 door de stichting Toerisme en Recreatie in Schijndel gestarte bed & breakfastproject telt inmiddels negen adressen met 31 bedden, waarvan twaalf buiten de gemeente.Schijndel heeft 48 horecagelegenheden. Brabantsdagblad 31 oktober 2005

Februari 2006
Haal duurzame energie in huis met aardige subsidiebijdrage!

De stadsgewestgemeenten die verbonden zijn aan stortplaats De Vlagheide hebben een half miljoen euro toegezegd aan het Vlagheidefonds voor duurzame energie. Zo is er voldoende budget om de komende jaren bij te dragen aan de aanschaf en installatie van duurzame energievoorzieningen door particulieren en non-profitinstellingen. Het gaat met name om PV panelen (zonnepanelen), zonneboilers, kleinschalige windtoepassingen en warmte-koude toepassingen. Namens de Raad van Advies van het Vlagheidefonds, die de subsidieaanvragen behandelt, is er een gesprek geweest met Onno Hoes om de mogelijkheden van een provinciale bijdrage aan het fonds te bekijken. Uit het positieve gesprek bleek dat het Vlagheidefonds prima past binnen het provinciale beleid. Ook het feit dat het fonds direct de burger aanspreekt door het geven van geld dat concreet bijdraagt aan het besparen van energie, spreekt de provincie aan. Zonnige Vlagheidetoekomst De techniek van duurzame toepassingen ontwikkelt zich steeds verder en voorzieningen zijn gemakkelijker aan te brengen en te bedienen. Daarnaast worden de energieprijzen steeds hoger en dat maakt apparaten die geen gebruik maken van aardolie, steenkool en aardgas steeds aantrekkelijker. Duurzame driehoek Een gedeelte van het Vlagheidebudget is gereserveerd voor projecten waarbij duurzaamheid centraal staat. Een voorbeeld hiervan is de bijdrage aan het windmolenproject van de Duurzame Driehoek, een samenwerkingsverband van onder meer de gemeente 's-Hertogenbosch, Tilburg en Eindhoven met als doel projecten uit te voeren ter bevordering van de natuur. De Duurzame Driehoek heeft voor het windmolenproject ook een bijdrage ontvangen van het Innovatieplatform Duurzame Meierij. Aanvraag indienen? Geïnteresseerden kunnen voorafgaand aan de installatie van een genoemde duurzame energievoorziening een aanvraag indienen bij het Vlagheidefonds. Een aanvraagformulier met meer informatie over het Vlagheidefonds is te verkrijgen via de gemeentehuizen in de deelnemende gemeenten: Boxtel, Haaren, Maasdriel, Schijndel, 's-Hertogenbosch, Sint-Michielsgestel, Vught, Heusden, Sint-Oedenrode, Veghel, Bernheze en Maasdonk. Binnen de Raad van Advies van het Vlagheidefonds wordt bekeken of een aanvraag kan worden gehonoreerd met een bijdrage.

 

Crossbaan Vlagheide?

Schijndel denkt aan crossbaan

Motorsport Vereniging Schijndel heeft de gemeente gevraagd een crossbaan aan te leggen bij de voormalige vuilstort De Vlagheide. Wethouder G. Wouters (SP, ruimtelijke ordening) staat zeker niet onwelwillend tegenover dat verzoek.

MSV Schijndel trekt bij dit plan samen op met de motorclub van Veghel en Zijtaart. In eerste instantie is het de bedoeling om op een nieuwe baan in Schijndel twee é drie evenementen per jaar te houden, vertelt secretaris M. Gloudemans van MSV Schijndel. „Dan kunnen wij in ieder geval een evenement organiseren en Veghel/ Zijtaart ook één.“Nog mooier zou het volgens haar zijn als er op dit terrein ook getraind kan worden. Ze denkt eveneens aan een combinatie met fietscross en mountainbike. De gemeente Schijndel heeft al plannen om bij De Vlagheide een mountainbikeroute aan te leggen.Wethouder Wouters is positief over dit plan: „Lawaaisporten hebben per definitie moeite om ergens een plekje te kunnen vinden“. Hij betrekt het verzoek in het overleg met Schijndel, Veghel en Sint-Oedenrode, die zich samen over de herinrichting van het gebied rond de oude vuilstort buigen. Wouters geeft wel aan dat daarvoor al dertig plannen zijn ingediend.„Maar we hebben het in het kader van het landschapsontwikkelingsplan in Schijndel ook al eens over de motorcrossers gehad. Daarbij is gezegd dat als het ook maar enigszins kan, we moeten kijken of ze ergens een plek kunnen krijgen. Al is het maar als we daarmee kunnen voorkomen dat er, zoals nu, in het Wijboschbroek wordt gecrosst of in de Eerdse Bossen.“

Lichte recreatie

Schijndel heeft steeds aangegeven dat het wil bekijken in hoeverre de natuur- en landschappelijke waarden van het gebied rond De Vlagheide te combineren zijn met lichte recreatie. Dat lijkt te vloeken met een motorcrossbaan, maar de wethouder ziet dat anders: „Crossmotors maken lang niet meer zoveel lawaai als vroeger.“ De mogelijkheid van een gezamenlijk gebruik met mountainbike- en fietscrossclubs en eventueel ook ruiters noemt hij ’perfect’ . Trainen op zo’n baan kan eveneens: „Maar niet 24 uur per dag. Daarover moeten hele goede afspraken worden gemaakt.“

Motorcross Schijndel

Motorsport Vereniging Schijndel heeft geen leden, maar organiseert evenementen, met hulp van 35 vrijwilligers.Momenteel organiseert MSV Schijndel alleen de jaarlijkse Indoor Supercross Schijndel, afgelopen weekend nog verreden in manege De Molenheide.Schijndel had in de jaren zeventig een crossbaan op het huidige industrieterrein Duin. In de plaats had de bekende Cross der Azen plaats. Deze verhuisde later naar Sint-Anthonis.De gemeenteraad van Schijndel bespreekt het verzoek voor een crossbaan bij De Vlagheide in januari, als het Masterplan Vlagheide op de agenda staat. Brabantsdagblad 3 november 2005

 

Groene Ruit Uden

Het subsidieprogramma Ceres heeft 1,9 miljoen beschikbaar voor de ecologische verbindingszones rond Uden (De Groene Ruit). Daartoe hoort ook het aanpassen van het spoorbaantracé van het Duits Lijntje.

En waarom van verre kennis in huis halen als die dichtbij te krijgen is. De gemeente Uden deed zaken met de IVN/Vogelwacht. Zij schreven een beheer- en inrichtingsplan, gebaseerd op voorbeeldboeken voor ecologische zones zoals de provincie die graag wil zien.
„We werken goed samen met IVN/Vogelwacht. Daar zit de kennis van plaatselijke factoren“, vertelt W. Althuizen van de gemeente Uden.
Behalve het tracé van het Duits Lijntje, dat vijftien meter breed is, heeft Uden samen met Landinrichting De Graspeel nog een paar grote ’stapstenen’ op stapel staan. „Dat zijn rustplekken voor de dieren die op doortrek zijn. Bij de Houtvennen en Trentsedijk komen grote plekken met bos en ’plasdras’ (natte zones). Bovendien leggen we bij de Zeelandsedijk een wildvoorziening aan met een rooster over de weg“, legt Althuizen uit.


Lightrail

N. Ettema en W. Peters van IVN/Vogelwacht Uden hebben zich met hun collega’s gestort op de herinrichting van het Duits Lijntje. Komt er dan geen Lightrail meer, zoals Veghel dat graag wil?
„Nou, begin jaren tachtig zijn hier de spoorstaven al weg gehaald. Ik geloof niet dat zo’n plan voor Uden nog haalbaar is“, zegt Peters.
Ettema en Peters zijn dik tevreden over het feit dat er nu wat gaat gebeuren. „Jarenlang is er geen onderhoud geweest aan de natuur op het talud van het lijntje. Op sommige plekken is het zelfs een openbare stort geworden. Daarom is het goed dat we nu werk maken van een goede herinrichting. We kunnen allerlei dieren zo weer meer kans geven het lijntje als doortrekgebied te gebruiken (ecologische verbindigszone).“
Bij het plan is vooral rekening gehouden met twee soorten dieren: de das en de ’levendbarende’ hagedis. „Die hagedis is een gidssoort. Als dat beestje het beter gaat doen, dan volgen veel andere dieren ook. Dat zie je nu bij de Leijgraaf, waar een natte verbindingszone wordt aangelegd ook. Daar zien we plots de bandheidelibelle weer. Die zag je alleen nog maar rond Valkenswaard.“
Aan de zuidzijde van de spoorbaan worden op allerlei plekken bomen terug gezet of zelfs gekapt. „We zijn al een paar keer op pad geweest om te blessen. Dat is het met verf aanstippen van bomen die kunnen blijven staan of weg moeten.“
Tegelijkertijd wordt de Amerikaanse vogelkers weg gehaald, dat is net als de grote waternavel een echte woekeraar. „We willen brem en braamstruweel terug. Vroeger stonden hier zelfs orchideeën. Door afwisselende lege en begroeide plekken te maken, waar ook wat natte stekken bij zitten, kan de hagedis straks vooruit.“
Een snelfietspad op het tracé ziet IVN niet zitten. „Wel recreatief gebruik. Je moet er kunnen wandelen en mountainbiken. Mits wat gecontroleerd.“ Brabantsdagblas 4 november 2005.

 

Zand in rood voor rood motor

Jarenlang is er alleen over gepraat: breek lege veestallen in het Brabantse buitengebied af om te voorkomen dat zij verworden tot broeinesten van illegaliteit. Maar er gebeurde niets, want onbetaalbaar. Tot provinciebestuurder Pieter van Geel met de huizen-voor-stallen-regeling voor een doorbraak zorgt.

Het idee is verrassend simpel: laat de rijken ervoor betalen, door ze een riante bouwkavel voor een landhuis op een lommerijke plek aan te smeren. Van Geel weet banken en vastgoedbedrijven mee te krijgen. De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte garandeert dat de provincie de subsidies vergoed krijgt die het aan boeren uitkeert voor stallensloop. Voor het binnenhalen van de bouwlocaties wordt Hans Dona ingehuurd. Deze ex-wethouder van Den Bosch weet uit ervaring hoe je een gemeente daarvoor moet meekrijgen. Even een jaartje warm draaien en dan gaat de kavelmachine van Ruimte voor Ruimte draaien: 150 percelen per half jaar zouden er over de toonbank gaan. Er wordt al gefilosofeerd welke mooie dingen nog met de overwinst voor het buitengebied kunnen worden gedaan. Na vier jaar is van dit scenario weinig meer heel.

De ontwikkelingsmaatschappij heeft nog maar 191 landhuiskavels verkocht, terwijl al bijna 85 miljoen sloopkosten aan de provincie is overgemaakt. Dat moeten er 770 worden. Vervolgens zijn er 950 kavels te gaan voor 95 miljoen euro aan sloopkosten. Met dit tempo is Ruimte voor Ruimte al lang bezweken onder de renteIasten voordat de broodnodige kavels aan de man zijn gebracht. En is bijkans twee miljoen vierkante meter gesloopte stallen er al lang weer bijgebouwd. Zeker met de schaalvergroting van de intensieve veehouderij die zo royaal wordt gefaciliteerd in de reconstructieplannen. Ruimte voor Ruimte presteert dus verbazingwekkend weinig, ook als je rekening houdt met de stroperige procedures waarin dit land groot is. Dat er iets hapert met de aansturing van de firma, is duidelijk. Dona en mededirecteur Corten lopen elkaar voor de voeten en zijn te duur voor een bedrijf in problemen. Een van de twee zal het veld moeten ruimen, zo heeft provinciebestuurder en ex-manager van Beter Bed Paul Rüpp geconcludeerd.

Het tempo moet omhoog en daar gaat de provincie voor zorgen. Met een last van 95 miljoen euro op de schouders, heeft zij nu ook een direct eigen belang om de teugels voor burgerbebouwing in het buitengebied strak te houden en zo te voorkomen dat de markt voor landhuizen in elkaar klapt. Sterker nog: mocht de provincie dit restrictieve beleid loslaten dan kan dat resulteren in een schadeclaim van de eigen ontwikkelingsmaatschappij. Deze situatie nodigt niet uit tot een kritische opstelling jegens bouwprojecten die Ruimte voor Ruimte aan de praat moeten houden. Hoewel dat risico van het begin af aanwezig was, beginnen de belangen onder de druk der omstandigheden wel erg verstrengeld te raken.

De nadelen van het zo veelbelovend gestarte project overschaduwen thans de voordelen. De erfenis van Pieter van Geel wordt een molensteen om de nek van zijn opvolger Rüpp, terwijl de staatssecretaris van Milieu worstelt met de luchtkwaliteit en ons van de ’olieverslaving’ probeert af te krijgen. Een ondankbare taak, maar Van Geel houd de moed erin. Verstandig als je namens de Europese Unie de onwillige Bush-administratie in de olieslurpende States moet zien te winnen voor een energierevolutie die nodig is om de wereldeconomie duurzaam te krijgen en daarmee ook de armoede te bestrijden. Een eervolle doch kansloze excercitie, terwijl hij het binnenslands al zo moeilijk heeft. Nota bene zijn Brabantse CDA-broeder Rüpp verkondigt in woord en geschrift luidkeels (vandaag in het Brabants Dagblad) dat Van Geel met zijn aanpak van het fijnstofprobleem het bouwen in Brabant onmogelijk maakt. Inmiddels maakt ook de Tweede Kamer gehakt van zijn luchtkwaliteitsplan. Zo zit alles mee en nu zit het voortdurend tegen. Brabantsdagblad 4 november 2005

 

Luchtkwaliteit en bouwen

Ruzie partijgenoten Rüpp en Van Geel over luchtkwaliteit

Staatssecretaris Van Geel (Milieu) en de Brabantse gedeputeerde Rüpp verschillen fundamenteel van mening over de manier waarop de problemen met de luchtkwaliteit in Brabant moeten worden opgelost. De twee partijgenoten (Van Geel en Rüpp zijn beiden lid van het CDA) blijken lijnrecht tegenover elkaar te staan.

Volgens Rüpp zet Van Geel met zijn aanpak Brabant ‘op slot’ en volgens Van Geel leiden de opvattingen van Rüpp ertoe dat grotere nieuwbouwprojecten en wegverbredingen door de Raad van State zullen worden afgeschoten en daarmee ‘vogelvrij zijn’.

’Niet wijs’

„Wat Rüpp wil, maakt het er juist voor Brabant erger op, omdat de Europese normen voor de luchtkwaliteit vooral in deze provincie blijvend worden overschreden. Dat is niet wijs“, aldus de staatssecretaris. Van Geel zet de discussie met zijn Brabantse partijgenoot en opvolger als gedeputeerde van ruimtelijke ordening op scherp naar aanleiding van een opiniërend artikel van Rüpp, dat vandaag verschijnt op de Opiniepagina van Brabants Dagblad.

Koppeling

Daarin pleit Rüpp er opnieuw voor om de directe koppeling tussen bouwprojecten en de regels voor luchtkwaliteit los te laten. Volgens Rüpp is Van Geels saldosysteem, het wegstrepen van vervuilende projecten tegen maatregelen die de luchtkwaliteit verbeteren, nodeloos ingewikkeld en bovendien zeer vertragend.

Vrijheid

„Dan is het veel simpeler om de bouw van woonwijken tot tweeduizend huizen vrij te geven. Die vrijheid geeft Europa ons. Een procedure daartegen bij het Europees Hof zal Nederland glansrijk winnen“, voorspelt de gedeputeerde. Staatssecretaris Van Geel in een reactie: „Deze wens van gedeputeerde Rüpp is al vervuld. Maar ook dan blijft een saldobenadering nodig om te voldoen aan de Europese normen. Dit is de enige verstandige manier om bouwprojecten voor Brabant de komen de vijf jaar veilig te stellen.“ Zie verder pagina 39: Nederland verstikt in zijn eigen milieuregels . Brabantsdagblas 5 november 2005

vrijdag, november 04, 2005

 

Zorghotel Oploo

Zorghotel weer stapje dichterbij

Het zorghotel op het voormalige mobilisatiecomplex bij Oploo is weer een stapje dichterbij gekomen. Deskundigen van de provincie geven aan niet negatief te staan tegenover het plan van gehandicapteninstituut Bronlaak. Wel moet Bronlaak ( dat in het hotel de ouders van de cliënten wil laten overnachten) rekening houden met de ecologische hoofdstructuur waarbinnen het complex ligt. De plannen worden nu verder uitgewerkt waarop ze weer aan de provincie worden voorgelegd. Gelderlander 4 november 2005.

donderdag, november 03, 2005

 

Proefvaart fietsboot op Maas

Rederij Jan van Cuijk gaat morgenmiddag met bestuurders van acht gemeenten in het Land van Cuijk en de kop van Limburg de route van de toekomstige fietspendelboot over de Maas verkennen.
De proefvaart wordt gemaakt met het partyschip Jan van Cuijk, omdat de echte pendelboot nog niet beschikbaar is. Rederij Jan van Cuijk wil in mei 2006 met de pendelverbinding op de Maas starten. De boot vervoert tussen mei en oktober vijf dagen per week wandelaars en fietsers tussen Grave en Sambeek. Het schip legt onderweg ook aan in Mook, Cuijk, Gennep en bij het Veerhuis in Oeffelt. De rederij mikt op 13.000 passagiers per jaar. Het project is mogelijk dankzij 125.000 euro eenmalige subsidie van de Euregio en de provincies Noord- Brabant en Limburg. De gemeenteraden in het Land van Cuijk en de kop van Limburg moeten zich nog uitspreken over een garantstelling voor aanloopverliezen. Gelderlander 3 november 2005

 

Kans op bouwen in dorp Vortum

De gemeente Boxmeer hoopt de stagnerende woningbouw in het kerkdorp Vortum- Mullem vlot te kunnen trekken door het uitkopen of verplaatsen van de boerderijen in de dorpskern. In het ruim zevenhonderd inwoners tellende Vortum kan al jarenlang geen enkele woning gebouwd worden vanwege de zogeheten stankcirkels van vijf agrarische bedrijven in het dorp.

De reconstructiewet, de grootscheepse herinrichting van het platteland, biedt nu wellicht mogelijkheden om de boerderijen in Vortum- Mullem te verplaatsen. De gemeente is met de betrokken boeren in gesprek over bedrijfsverplaatsing of bedrijfsbeëindiging. Verantwoordelijk wethouder Hermien van den Brand verwacht dat er zeker niet vóór 2008 gebouwd kan worden in het dorp. Het bouwprogramma voor Vortum gaat uit van in totaal achttien woningen tot het jaar 2014. De dorpsraad van Vortum­ Mullem heeft onlangs een werkbezoek van het Boxmeerse college aan het dorp afgezegd uit frustratie over het feit dat er volgens de raad geen enkele vooruitgang wordt geboekt op het vlak van de woningbouw. De gemeente Boxmeer heeft inmiddels wel een bouwvergunning afgegeven voor de verbouwing van de oude Vortumse Rabobank tot jeugdhuis. Gelderlander 3 november 2005.

 

950 Landhuizen

Bouw moet provincie 95 miljoen euro opleveren ter compensatie van sloop varkensstallen en kippenschuren

De provincie Noord- Brabant moet de Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte voldoende bouwlocaties voor 950 landhuizen gaan garanderen. Met deze huizen dient 95 miljoen euro te worden binnengehaald die de provincie kwijt is aan sloop van veestallen.Dit staat in een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met de ontwikkelingsmaatschappij die de provincie in 2001 samen met particuliere investeerders heeft opgericht om met verkoop van bouwgrond voor landhuizen de afbraak van verouderde varkensen kippenstallen te financieren. Per 1000 vierkante meter afgebroken stal mag één bouwkavel met daarop een nieuw landhuis worden ontwikkeld. Het nieuwe contract, waarover meer dan een jaar is onderhandeld, pakt voor de provincie een stuk ongunstiger uit dan de eerste overeenkomst waarmee zij 84 miljoen euro aan sloopsubsidies vooraf vergoed heeft gekregen. Voortaan betaalt de ontwikkelingsmaatschappij pas achteraf 100.000 euro per verkochte kavel uit. De provincie moet daardoor aanzienlijk langer wachten op haar geld. Gedeputeerde Staten ( GS) houden er rekening mee met Ruimte voor Ruimte uiteindelijk te moeten opdraaien voor 28 van de 95 miljoen euro die nodis voor sloop en wil dit risico in de begroting afdekken. Hiervoor is toestemming nodig van Provinciale Staten die hierover begin december zullen beslissen.

‘ Ruimte voor Ruimte’ heeft de grootste moeite om de al uitgekeerde 84 miljoen terug te verdienen bij gebrek aan kant en klare bouwlocaties door problemen met grondverwerving en gemeenten. Het lukt nog steeds niet voldoende kavels – 150 per half jaar – te verkopen om uit de kosten te komen. De daardoor oplopende rentelasten van geleend geld drukken zwaar op het bedrijf dat volgens de provincie niet bijster doelmatig opereert. De provincie kan alleen voldoende ruimte- voor- ruimte­ kavels garanderen - minstens 150 per jaar - als de gemeenten meewerken aan de ontwikkeling van bouwlocaties, die weer de wettelijke goedkeuring van de provincie behoeven. Als de provincie te weinig kavels aandraagt, kan de ontwikkelingsmaatschappij haar hiervoor financieel aansprakelijk stellen, zo blijkt uit het contract. Het nieuwe contract met ‘ Ruimte voor Ruimte’ behelst ook de ontwikkeling van nog eens zeshonderd bouwkavels om de sloop van leegkomende kassen en andere ongewenste bebouwing in het buitengebied te financieren. Omdat de ontwikkelingsmaatschappij hieraan niet vóór 2010 begint, wil het provinciebestuur voor deze regeling alvast 22 miljoen uittrekken. Negen miljoen hiervan wordt ingezet voor het opruimen van gebouwen, asbestplaten, kelders, sleufsilo’s en voerplaten. Dit geld wordt alleen besteed in gemeenten die meewerken aan bouwlocaties.

dinsdag, november 01, 2005

 

WILG/ILG

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Persbericht ministerraad
28 oktober 2005

MINISTERRAAD STEMT IN MET WETSVOORSTEL INRICHTING LANDELIJK GEBIED

De ministerraad heeft ingestemd met het voorstel voor de Wet inrichting landelijk gebied (WILG). Met het wetsvoorstel wordt één Rijksbudget voor het landelijk gebied gecreëerd en geeft het Rijk de verantwoordelijkheid voor de uitvoering aan de provincies. Met deze wet worden vele Rijksregelingen opgeheven of samengevoegd waardoor provincies beter en sneller plannen in het landelijk gebied kunnen realiseren. In juni bereikten drie ministeries, provincies, gemeenten en waterschappen een akkoord over het concept-wetsvoorstel.
Kern van de wet en het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) is dat het Rijk voor een bepaalde periode een convenant afsluit met elke provincie. In het convenant staan afspraken over de te bereiken prestaties en over de rijksbudgetten. Op basis van de convenanten krijgen de provincies geld voor de uitvoering. Binnen de convenantperiode heeft elke provincie de beschikking over een totaalbudget dat flexibel inzetbaar is. Provincies vormen het scharnierpunt tussen rijksdoelen en de regionale gebiedsontwikkeling. Onder regie van de provincies worden de rijksdoelen verbonden aan de inspanningen van provincies, gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties. Provincies stemmen met gemeenten en waterschappen de verdeling af van het budget. Provincies hebben geen last van schotten tussen sectorale doelen of tussen begrotingsjaren. Het Rijk volgt tussentijds de voortgang. Aan het einde van de convenantperiode leggen de provincies verantwoording af over de geleverde prestaties.

Alle gebiedsgerichte rijksdoelen uit het Meerjarenprogramma Vitaal Platteland zullen via het ILG tot uitvoering komen. Dat betekent dat in het ILG geld komt voor doelen op het gebied van natuur (o.a. ecologische hoofdstructuur), recreatie, landschap, landbouw, milieu (bodemsanering) en de reconstructie van de zandgebieden. Alle instrumenten die met deze doelen verband houden, gaan onderdeel van het ILG vormen. Bekende regelingen zijn bijvoorbeeld de regeling Landinrichting en de Subsidieregeling Gebiedsgericht Beleid.
In de loop van de jaren is in het landelijk gebied een ingewikkeld stelsel ontstaan van los van elkaar staande geldstromen, instrumenten en werkwijzen. Dat belemmerde de slagvaardigheid en de voortgang van veranderingen in het landelijk gebied. In het project ILG werken drie ministeries (LNV, VROM en V&W) en de koepels van provincies, gemeenten en waterschappen samen aan nieuwe bestuurlijke verhoudingen én een nieuw financieringssysteem voor de inrichting van het landelijk gebied. De WILG regelt ook dat de verantwoordelijkheid voor landinrichtingsprojecten wordt overgedragen van de minister van LNV naar de colleges van Gedeputeerde Staten van de provincies.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. De verwachting is dat het ILG vanaf 2007 in werking kan treden.
RVD, 28.10.2005

This page is powered by Blogger. Isn't yours?