zondag, oktober 28, 2007

 

Vuilnisbelt

Annie heeft een baan maar is gek op honden. Ze wil proberen daar haar haar beroep van te maken. Ze begint in 2002 in het klein. Met een aantal honden aan de lijn loopt ze een uur rond in het buitengebied en brengt de honden weer thuis. Niet iedereen is daar blij mee en er komen klachten. Annie mag van haar vader de honden in zijn tuin opvangen. Maar ook nu komen er klachten van bewoners uit de buurt. Na twee jaar neemt het aantal klanten toe en Annie besluit een voor Nederland uniek concept toe te gaan passen. Ze start met een dagopvang voor honden. Tweeverdieners kunnen s'morgens hun hond brengen en na het werk hun hond weer ophalen. Voor een geschikte locatie doet Annie een beroep op de gemeente. Die zijn enthousiast over haar idee en willen haar graag helpen. Annie gaat op zoek naar geschikte locaties in de omgeving. Ze vindt er 12. Varierend van een weiland tot een industrieterrein. Geen enkele locatie voldoet echter volgens de gemeente. Vervolgens wordt er nog door Annie gezocht naar een oplossing in een buurgemeente. Hier vindt ze iets maar ze krijgt van die gemeente geen toestemming om een schuilgelegenheid te maken voor de honden en voor haarzelf. De situatie op de locatie bij haar vader wordt inmiddels onhoudbaar. Samen met de gemeente zoekt ze een noodoplossing. Die wordt gevonden in de vorm van een oude gesloten vuilnisbelt waarvan de gemeente eigenaar is. Het is er wel een bende want de oude stort wordt veelvuldig benut voor illegale vuilstort. Met de gemeente wordt een huurprijs afgesproken en Annie gaat met haar familie en vrienden aan de slag om de gesloten stortplaats op te ruimen. Vele vrachten rijden ze naar de officiële locatie waar het afval tegen betaling ingeleverd kan worden. Annie is in haar nopjes want de locatie is uitermate geschikt. Op de stortplaats, die inmiddels met een zandlaag afgedekt is, zijn de afgelopen jaren bomen gegroeid waartussen de honden met elkaar kunnen ravotten. De afstand naar de buren is groot. Annie heeft ze allemaal bezocht om kennis te maken en de mensen laten haar weten dat ze geen last hebben van het blaffen van de honden. Er is echter een probleem. Om voor de gemeente onbegrijpelijke redenen is in het verleden de vuilnisbelt als natuurgebied op een provinciale kaart terecht gekomen. Dat wil zeggen dat Annie er maar tijdelijk terecht kan. Ze mag drie jaar blijven. Dus eind 2007 moet ze de stortplaats weer verlaten. Dat lijkt lang maar de ambtenaren van de gemeente adviseren haar om snel op zoek te gaan naar een alternatief. Het advies is om op zoek te gaan naar een Vrijkomende Agrarische Bestemming in ambtelijke termen een VAB of zeg maar een lege kippen of varkensstal. Eigenlijk heeft Annie helemaal geen stal nodig want de honden zijn liever buiten en schuilen onder een stevige plank is al voldoende voor ze. De eigenaren van de lege stallen hebben ook geen belangstelling want ze houden van rust op hun locatie. Een eigenaar is bereid zaken te doen. De vraagprijs is echter van dien aard dat dat voor Annie nooit op te brengen is. Van de provincie krijgt Annie gelukkig toestemming om een oude kleine caravan op de vuilnisbelt tussen de bomen te plaatsen. "Als het in de winter regent zitten de honden droog onder de schuilplanken en nu kan ik zelf ook schuilen" zegt ze bijna verontschuldigend. Annie doet vervolgens een beroep op het streekhuis Peel & Maas om met haar mee te denken. De streekmanager bezoekt de locatie en komt tot de conclusie dat er eigenlijk geen betere plaats te vinden is voor deze activiteit. Dat vindt Annie ook. Er wordt afgesproken dat het streekhuis na zal gaan wat de mogelijkheden zijn om de stortplaats blijvend te benutten voor de hondenopvang. De streekmanager stelt voor om eerst de Brabantse Milieu Federatie te polsen wat die van het idee vinden. Hij neemt contact op met de afgevaardigde van de BMF in de reconstructie commissie. Deze geeft aan zijn achterban te willen raadplegen zijnde leden van de natuurvereniging die kort in de buurt van de stortplaats wonen. Binnen een uur belt de vertegenwoordiger van de milieu federatie terug. Hij zegt dat de milieufederatie ongeloofwaardig zou zijn als ze ook bomen op een stortplaats zouden gaan beschermen maar hij laat ook weten dat de mensen die hij gesproken heeft zeer content zijn met Annie. Het is ze niet ontgaan dat Annie de belt opgeruimd heeft en sinds Annie er zit wordt er niet meer illegaal gestort. Dat geeft de streekmanager moed. Hij stelt voor om de provincie om medewerking te vragen om de opvang op de belt permanent mogelijk te maken. Annie is blij met zijn aanbod maar geeft aan dat ze eerst nog een alternatief wil proberen. Ze heeft inmiddels namelijk het plan om naast de hondenopvang een minicamping te beginnen voor mensen samen met hun honden. Die kunnen dan bij Annie komen en onder haar leiding aan gedragsverbetering van hun hond werken. Ze heeft al een geschikte locatie op het oog. De locatie wordt met de ambtenaar van de gemeente besproken. Die ziet goede kansen. Er is wel een bestemmingswijziging voor nodig. Annie moet daarvoor een stedenbouwkundigbureau inschakelen die voor een ruimtelijke onderbouwing moet zorgen. De kosten hiervan zijn al gauw vele duizenden euro's. En die heeft Annie niet. De ambtenaren van de gemeente hebben zoveel sympathie met het bedrijfje van Annie dat ze het goed vinden als ze zelf de ruimtelijke onderbouwing schrijft. Ze voorzien haar van stapels beleidsdocumenten die Annie moet gaan bestuderen om de ruimtelijke onderbouwing te kunnen schrijven. Daarnaast schrijft ze een bedrijfsplan. Na vele weken hard werken in de avonden en in het weekenden heeft Annie de stukken gereed. De gemeente bespreekt het plan met de provincie. Die stellen als eis dat van de 2,5 ha weiland die Annie wil aankopen er 0,8 ha benut mogen worden. De rest moet ter compensatie met natuur aangeplant worden. Het plan valt hiermee in duigen. Annie laat het er niet bij zitten en doet een beroep op de makelaars in de omgeving. Ze maakt haar wens kenbaar. Een van de makelaars komt al snel met een voorstel. Het betreft een weiland pal tegen de rand van een dorp met daarop een schuurtje. Voor Annie is het een hele uitgave maar ze kan steunen op de hulp van mensen in haar omgeving en ze dient eind 2006 opnieuw een verzoek om medewerking bij de gemeente in. Voor ze het perceel koopt wil ze echter zeker weten dat een hondenopvang op die locatie toegestaan is. Een bestemmingsplan wijziging wordt opgestart. Het bedrijfsplan wordt herschreven en er wordt door Annie een nieuwe ruimtelijke onderbouwing geschreven. Onderdeel van de procedure is dat het plan voor burgers ter inzage komt en dat ze bedenkingen kunnen indienen. Annie krijgt op de boogde locatie ongeveer 45 buren en de gemeente krijgt evenveel bedenkingen binnen. De buren lopen massaal te hoop tegen de vestiging van de hondenopvang. Dit ondanks het feit dat er een hoge geluidwal rond het perceel geplaatst wordt. Voor het plaatsen van de geluidswal is ook een vergunning nodig en ook daar komen de buren tegen in opstand. De grond die Annie hoopt te kopen is van een van de buren. Ze realiseert zich dat de kans klein is dat het plan gaat lukken. Ze neemt opnieuw met het streekhuis contact op. Ze geeft aan dat ze radeloos is want de tijd die ze op de stortplaats mag blijven is nog slechts zes maanden. Er wordt besloten om naast de aanvraag die lopende is plan B weer uit de kast te halen zijnde het plan om de provincie om medewerking te vragen om op de stortplaats te mogen blijven. Het probleem is dat de stortplaats als natuur bestemd is. Inmiddels is duidelijk geworden dat dat het gevolg is van een administratieve handeling van de provincie. Daar waar bomen staan, en er geen bijzondere bestemming is, worden de bomen beschermd door ze te bestemmen als natuur. Afgesproken wordt dat Annie de gedeputeerde van de provincie verantwoordelijk voor natuur een brief zal sturen om hem te vragen of hij iets aan het probleem kan doen. Tussendoor komt de wethouder milieu van de gemeente nog bij Annie op bezoek. Het was haar opgevallen dat er erg veel bezwaren binnen gekomen waren voor de nieuwe locatie en ze wilde graag zelf de plaats eens bekijken. Annie benutte het moment om de wethouder ook een kijkje te laten nemen op de stortplaats. Daar was ze toe bereid. Ook de wethoudster gaf aan dat de stortplaats een geschikte locatie was. Ze zou haar collega wethouder van RO informeren over haar bevindingen. Na enkele maanden vond er een overleg plaats tussen enkele provinciale ambtenaren en enkele medewerkers van het streekhuis dit op verzoek van de gedeputeerde die zijn ambtenaren verzocht om nog een goed na te gaan of er een oplossing te bedenken was voor het probleem. Ze bespraken de problematiek. De ambtenaar van de afdeling natuur van de provincie gaf aan dat verwijderen van de natuurbestemming een uitermate lastige procedure zou gaan worden. Er mogen geen alternatieven zijn en er moet een maatschappelijk belang in het geding zijn en de natuur moet elders weer gecompenseerd worden. De ambtenaar van ruimtelijke ontwikkeling zag zo mogelijk nog grotere problemen. Het was immers het beleid van de provincie om honden opvang in bebouwingsclusters te vestigen bijvoorbeeld tegen de rand van een dorp zoals de nieuwe locatie waar Annie nu mee aan de slag was en beslist niet in het buitengebied zoals de stortplaats. In oktober kreeg Annie een reactie op haar brief die ze voor de zomervakantie naar de gedeputeerde natuur verstuurd had. Hierin werd het officiële standpunt gebaseerd op het vigerende beleid bekrachtigd. Een lichtpuntje was dat on-officieel de provincie mondeling had laten weten er aan te hechten de soep heet op te dienen maar dat hij niet zo heet ge-eten hoeft te worden. Als het Annie niet lukt om eind dit jaar een alternatief te vinden dan zal er vanuit de provincie, zo is de verwachting, niet handhavend opgetreden worden. De streekmanager en de gemeente komen binnenkort weer bij elkaar om te kijken of er een oplossing gevonden kan worden. De gemeente ambtenaren stellen voor om geen apparte procedure te doorlopen maar de aanpassing van het bestemmingsplan te regelen in het bestemmingsplan waarvoor ze recent een herziening opgestart zijn. Jaren gebeurd er niets tot dat begin 2010 Annie enthousiast belt.
Ze is laaiend enthousiast. De gemeente heeft haar hondenopvang in het nieuwe bestemmingplan opgenomen en ze mag zelfs in plaats van de oude caravan een kleine schuilgelegenheid bouwen.

Praktijkverhaal. Het verhaal berust op waarheid. De naam Annie is verzonnen, TG.

 

Duurzame kip uit Sint Anthonis



ZLTO Initiatief van het Jaar 2007: Volwaard-kip revolutie in pluimveesector

Het succes van de Volwaard-kip is niet alleen een opsteker voor de betrokken pluimveehouders, maar voor de hele pluimveesector. De consument hapt toe. Het bewijs dat met een gedegen ketenaanpak veranderingen in de sector te realiseren zijn. De ZLTO heeft waardering voor de pioniers die hun nek uitgestoken hebben, en heeft hen genomineerd voor de ZLTO Initiatiefprijs 2007.

Op een zonnige dag in oktober wagen de kuikens van Willy van Erp in Sint Anthonis zich voor het eerst naar buiten. Nog wat onwennig, maar al snel hebben ze het zonnetje gevonden en gaan ze op het strooisel liggen. De meeste blijven echter veilig binnen, maar over een paar dagen zal het druk zijn in de uitloop. Dit is de Volwaardkip. Een langzaam groeiend vleeskuiken. Tussen biologisch en gangbaar in. Minder dieren op een vierkante meter, uitloop naar buiten, constant voer naar behoefte. Zes pluimveehouders over heel Brabant houden momenteel deze kippen. Willy van Erp was de eerste. Een experiment, want het was afwachten of de consument wel meer geld overheeft voor meer welzijn. Maar de ervaringen zijn positief. Volgend jaar kunnen waarschijnlijk meer pluimveehouders meedoen. Ze staan al in de rij.

De Volwaard-pluimveehouders (foto: Marcel Bekken)
Van Erp (tweede van rechts) en Elly de Kort (voorzitter vleeskuikenhouderij van ZLTO en vice-voorzitter NOP) vertellen op het bedrijf in Sint Anthonis over het eerste jaar van de Volwaardkip.

“Startpunt was eigenlijk het rapport van de stuurgroep-Alders (“Heroriëntatie Pluimveehouderij) uit 1999”, zegt De Kort. “Daarin stonden allerlei aanbevelingen, maar er gebeurde niets mee. De ZLTO heeft het toen opgepakt met Wageningen UR en direct de Dierenbescherming erbij betrokken. We hebben de supermarkten gevraagd wat ze belangrijk vonden, en dat ook meegenomen. Drie ketens hebben zich toen verbonden aan een meerprijs. Die meerprijs is nodig omdat we moeten investeren in uitloop, er minder dieren op een vierkante meter zitten en de kip minder hard groeit. De bedoeling vanaf het begin is geweest om een volwaardig product neer te zetten. Niet een klein nicheproduct.” Vervolgens heeft ook Coppens Diervoeding er hard aan getrokken om het initiatief van de grond te krijgen.

Meest opvallende punt bij dit project blijft natuurlijk de deelname van de Dierenbescherming. Die heeft niet alleen meegepraat maar zichzelf ook daadwerkelijk medeverantwoordelijk gemaakt. Ze verdedigt het initiatief in eigen kring en beveelt het vlees op de verpakking aan aan de consument. “Niet alleen wij, maar ook de Dierenbescherming steekt hiermee haar nek uit”, zegt De Kort dan ook. “Zij zien dit natuurlijk niet als hun eindplaatje – dat is biologisch vlees of helemaal geen vlees – maar wel als een goede stap in de richting.”Beide pluimveehouders vertellen heel enthousiast. Ze zijn nog steeds heel tevreden dat ze op hun eigen bedrijf de stap hebben gezet. Willy van Erp: “Het gaat van eiges met deze kuikens. Het is een feest om door de stal te lopen. Ze zijn ijzersterk, vlot en beweeglijk, zelfs op het eind. Ze zijn echt happier. Medicijngebruik kennen we niet meer. De uitval is veel minder. De hokken zijn ook veel droger. Dat is voor ons prettiger en voor de dieren. Ze krijgen geen voetzoolproblemen meer.” Het geeft veel moed dat de gezamenlijke inspanningen van alle partijen tot zo’n resultaat geleid hebben. De vleeskuikensector zit gevangen in een zeer scherpe internationale concurrentie, waarbij goedkope producten uit Brazilië en Thailand de toon zetten. Bij de kosten moet op elke cent gelet worden. Dan is het nogal wat om over te gaan op een systeem waarbij vanaf het begin duidelijk is dat de voederconversie hoger ligt, er minder dieren per vierkante meter gehouden worden en een investering van 20.000-40.000 euro in de uitloop vereist is. De veehouders krijgen een vaste toeslag, maar die dekt alleen de meerkosten van de houderij, niet de investeringskosten.

Gelukkig hapt de consument toe. De eerste indruk (van het LEI) is dat er een markt bijgekomen is en dat er geen verdringing is geweest van gangbaar of biovlees. De bekendheid bij de consument blijft een cruciale succesfactor. Reclame is ontzettend duur en daar is geen geld voor. Het Volwaard-initiatief moet het hebben van vrije publiciteit. De Kort laat trots een artikel in het exclusieve culinaire blad Delicious zien, waarin de Volwaardkip om zijn smaak geprezen wordt. Ook het blad van Jumbo Supermarkten heeft er al aandacht aan besteed. Overigens is het vlees ook in de supermarkt duidelijk onderscheidend. Er zit een kartonnen wikkel omheen waarop ook duidelijk staat dat de Dierenbescherming dit aanbeveelt. Vervelend is wel het verpakte vlees soms ‘verkeerd om’ in het schap ligt, zodat de wikkel niet opvalt. Maar ook daar is wat op gevonden. “Sommige pluimveehouders gaan persoonlijk naar de winkel om het vlees om te draaien, zodat de wikkel weer zichtbaar is”, vertelt Elly de Kort.

Ook Willy van Erp komt nu regelmatig in de winkel. “Je bent zo veel meer bezig met het eindproduct. Vroeger leverde ik de kuikens af en vroeg ik alleen naar de prijs. Nu ben ik veel meer bezig met hoe de afzet loopt. Ik ga in de winkel kijken hoeveel pakjes vlees er liggen en of ze verkocht worden.” Bron: nieuwe oogst 26 oktober 2007.
Zie ook ZLTO Initiatief van het Jaar 2007.

 

Duurzame kip uit Sint Anthonis


ZLTO Initiatief van het Jaar 2007: Volwaard-kip revolutie in pluimveesector

Het succes van de Volwaard-kip is niet alleen een opsteker voor de betrokken pluimveehouders, maar voor de hele pluimveesector. De consument hapt toe. Het bewijs dat met een gedegen ketenaanpak veranderingen in de sector te realiseren zijn. De ZLTO heeft waardering voor de pioniers die hun nek uitgestoken hebben, en heeft hen genomineerd voor de ZLTO Initiatiefprijs 2007.

Op een zonnige dag in oktober wagen de kuikens van Willy van Erp in Sint Anthonis zich voor het eerst naar buiten. Nog wat onwennig, maar al snel hebben ze het zonnetje gevonden en gaan ze op het strooisel liggen. De meeste blijven echter veilig binnen, maar over een paar dagen zal het druk zijn in de uitloop. Dit is de Volwaardkip. Een langzaam groeiend vleeskuiken. Tussen biologisch en gangbaar in. Minder dieren op een vierkante meter, uitloop naar buiten, constant voer naar behoefte. Zes pluimveehouders over heel Brabant houden momenteel deze kippen. Willy van Erp was de eerste. Een experiment, want het was afwachten of de consument wel meer geld overheeft voor meer welzijn. Maar de ervaringen zijn positief. Volgend jaar kunnen waarschijnlijk meer pluimveehouders meedoen. Ze staan al in de rij.

De Volwaard-pluimveehouders (foto: Marcel Bekken)
Van Erp (tweede van rechts) en Elly de Kort (voorzitter vleeskuikenhouderij van ZLTO en vice-voorzitter NOP) vertellen op het bedrijf in Sint Anthonis over het eerste jaar van de Volwaardkip.

“Startpunt was eigenlijk het rapport van de stuurgroep-Alders (“Heroriëntatie Pluimveehouderij) uit 1999”, zegt De Kort. “Daarin stonden allerlei aanbevelingen, maar er gebeurde niets mee. De ZLTO heeft het toen opgepakt met Wageningen UR en direct de Dierenbescherming erbij betrokken. We hebben de supermarkten gevraagd wat ze belangrijk vonden, en dat ook meegenomen. Drie ketens hebben zich toen verbonden aan een meerprijs. Die meerprijs is nodig omdat we moeten investeren in uitloop, er minder dieren op een vierkante meter zitten en de kip minder hard groeit. De bedoeling vanaf het begin is geweest om een volwaardig product neer te zetten. Niet een klein nicheproduct.” Vervolgens heeft ook Coppens Diervoeding er hard aan getrokken om het initiatief van de grond te krijgen.

Meest opvallende punt bij dit project blijft natuurlijk de deelname van de Dierenbescherming. Die heeft niet alleen meegepraat maar zichzelf ook daadwerkelijk medeverantwoordelijk gemaakt. Ze verdedigt het initiatief in eigen kring en beveelt het vlees op de verpakking aan aan de consument. “Niet alleen wij, maar ook de Dierenbescherming steekt hiermee haar nek uit”, zegt De Kort dan ook. “Zij zien dit natuurlijk niet als hun eindplaatje – dat is biologisch vlees of helemaal geen vlees – maar wel als een goede stap in de richting.”Beide pluimveehouders vertellen heel enthousiast. Ze zijn nog steeds heel tevreden dat ze op hun eigen bedrijf de stap hebben gezet. Willy van Erp: “Het gaat van eiges met deze kuikens. Het is een feest om door de stal te lopen. Ze zijn ijzersterk, vlot en beweeglijk, zelfs op het eind. Ze zijn echt happier. Medicijngebruik kennen we niet meer. De uitval is veel minder. De hokken zijn ook veel droger. Dat is voor ons prettiger en voor de dieren. Ze krijgen geen voetzoolproblemen meer.” Het geeft veel moed dat de gezamenlijke inspanningen van alle partijen tot zo’n resultaat geleid hebben. De vleeskuikensector zit gevangen in een zeer scherpe internationale concurrentie, waarbij goedkope producten uit Brazilië en Thailand de toon zetten. Bij de kosten moet op elke cent gelet worden. Dan is het nogal wat om over te gaan op een systeem waarbij vanaf het begin duidelijk is dat de voederconversie hoger ligt, er minder dieren per vierkante meter gehouden worden en een investering van 20.000-40.000 euro in de uitloop vereist is. De veehouders krijgen een vaste toeslag, maar die dekt alleen de meerkosten van de houderij, niet de investeringskosten.

Gelukkig hapt de consument toe. De eerste indruk (van het LEI) is dat er een markt bijgekomen is en dat er geen verdringing is geweest van gangbaar of biovlees. De bekendheid bij de consument blijft een cruciale succesfactor. Reclame is ontzettend duur en daar is geen geld voor. Het Volwaard-initiatief moet het hebben van vrije publiciteit. De Kort laat trots een artikel in het exclusieve culinaire blad Delicious zien, waarin de Volwaardkip om zijn smaak geprezen wordt. Ook het blad van Jumbo Supermarkten heeft er al aandacht aan besteed. Overigens is het vlees ook in de supermarkt duidelijk onderscheidend. Er zit een kartonnen wikkel omheen waarop ook duidelijk staat dat de Dierenbescherming dit aanbeveelt. Vervelend is wel het verpakte vlees soms ‘verkeerd om’ in het schap ligt, zodat de wikkel niet opvalt. Maar ook daar is wat op gevonden. “Sommige pluimveehouders gaan persoonlijk naar de winkel om het vlees om te draaien, zodat de wikkel weer zichtbaar is”, vertelt Elly de Kort.
Ook Willy van Erp komt nu regelmatig in de winkel. “Je bent zo veel meer bezig met het eindproduct. Vroeger leverde ik de kuikens af en vroeg ik alleen naar de prijs. Nu ben ik veel meer bezig met hoe de afzet loopt. Ik ga in de winkel kijken hoeveel pakjes vlees er liggen en of ze verkocht worden.” Bron: Nieuwe Oogst 26 oktober 2007.
Zie ook ZLTO Initiatief van het Jaar 2007.

zaterdag, oktober 27, 2007

 

Handdoek in de ring

Wim is varkensboer in Noordoost Brabant. In 2000 is Wim begin dertig en het gaat slecht met de varkenshouderij. Hij begint na te denken over alternatieven. Hij houdt van vissen en bedenkt zich dat meer mensen deze sport graag beoefenen en dat er een markt voor is. Hij overweegt zijn bedrijf om te zetten in een locatie waar sportvissers terecht kunnen op zijn 3,5 ha grote terrein. Hij neemt contact op met de gemeente en legt de telefoniste uit dat hij een visvijver wil. Die zegt dat je die zo zonder vergunning mag graven. Henk is verbaasd over de vlotte medewerking en zegt dat het gaat over een vijver van meer dan 10.000 vierkante meters. O, dat is wat anders dan ik dacht, zegt de telefoniste, en Wim wordt doorverbonden. Wim maakt een afspraak met een ambtenaar en er wordt een plan gemaakt. De basis van het plan is het saneren van de varkensstallen. Daarvoor in de plaats komt een vijvercomplex en een stuk nieuwbouw. In de nieuwbouw wil hij een kwekerij en een rokerij onderbrengen. De kwekerij is om voor nieuwe aanwas te zorgen die hij in de vijvers uit kan zetten. De rokerij is voor de sportvissers die hun eigen vangst willen roken. Het project is van behoorlijke omvang en Wim besluit een gerenommeerd stedebouwkundig bureau in te schakelen wat hem kan adviseren. De eerste plannen worden door dit bureau gemaakt en bij de gemeente ingediend. Het plan wordt met de provincie besproken. Die zijn niet tevreden en vragen om wijzigingen. Wim vraagt zijn adviesbureau de plannen aan te passen. Dit herhaald zich een aantal malen. Er zijn steeds vele maanden nodig voordat er een antwoord komt en er weer een stap gezet kan worden. Het proces verloopt zo langzaam dat bijna iedere keer als Wim contact met het adviesbureau opneemt hij met een nieuwe medewerker te maken krijgt omdat de vorige van baan verandert is. Ook dat kost steeds veel tijd omdat de nieuwe medewerker het dossier niet kent. Er verstrijken zo enkele jaren en gedurende deze periode veranderen er in het leven van Wim een aantal zaken waardoor er een wens ontstaat om 1000 m2 van de te saneren stallen te benutten voor een ruimte voor ruimte perceel om een woning te bouwen. Deze kan gerealiseerd worden bij het vijvercomplex. Dit vergt weer een behoorlijke aanpassing van de plannen. Het is inmiddels 2005 maar Wim denkt de eindstreep in zicht is. Een artikel 19 procedure wordt doorlopen en Wim prijst zich gelukkig dat er geen enkele bedenking op het plan binnen gekomen is. De buren zijn blij met de omschakeling. Begin 2007 maakt zijn adviesbureau een actuele versie van het plan. De gemeente vraagt per brief in mei de provincie om een reactie. Tevens laat de gemeente de provincie per brief weten bijzonder ingenomen te zijn met de plannen van Wim en ze verzoeken de provincie om medewerking te verlenen. Juli 2007 krijgt de gemeente van de provincie een reactie. De provincie kan niet instemmen met het plan zoals het ingediend is. In de zes kantjes tellende brief geeft de provincie aan hoe het plan verbeterd kan worden. In oktober 2007 neemt Wim contact op met de streekmanger die in 2005 ook al eens op bezoek was geweest. Toen gaf Wim aan dat het allemaal wel lang duurde maar dat er licht in de tunnel was. De streekmanager spreekt met Wim af dat ze samen de brief van de provincie gaan doornemen. De streekmanager leest de brief hardop voor. Sommige alinea's enkele keren om te kunnen snappen wat er staat. Het wordt een emotionele bijeenkomst. Wim komt er gedurende het lezen van de brief achter dat hij er nog lang niet is. Het plan moet op belangrijke onderdelen veranderd worden. En ook moet er archeologisch onderzoek gedaan worden. Een verzoek waar de afgelopen zeven jaren volgens Wim geen spraken van was geweest. De streekmanager legt uit wat de kosten zijn van dit onderzoek. Ze lopen al gauw in de duizenden euro's en als er vervolg onderzoek nodig is dan loopt het al snel in de tienduizenden euro's. Sinds een aantal jaren moet dit onderzoek volledig door de belanghebbende, Wim dus, betaald worden. Wim vertelt de streekmanager dat hij de afgelopen zeven jaar 35.000,- aan advies kosten gemaakt heeft en het welletjes vindt. Hij neemt een drastisch besluit. Hij gooit na zeven jaar de handdoek in de ring.

(Praktijkverhaal. Het verhaal berust op waarheid. De naam Wim is verzonnen, TG).

 

Doorzetster

Ria is geboren in het noorden van het land. Voor haar studie ging ze naar Nijmegen. Ze vond daar een baan en bleef er wonen. Enkele jaren geleden verhuisde ze naar een dorpje in Noordoost Brabant. Ze betrok een burger woning in een klein dorp gebouwd op een plaats waar vroeger een boerderij had gestaan. De boerderij was afgebroken net als de kippenhokken die in de grote tuin achter de boerderij hadden gestaan. Een van de kippenhokken was blijven staan. De vorige eigenaar had daar in de zeventigerjaren een vakantie woning van gemaakt. Ria, die hier vier jaar geleden is komen wonen, gebruikte die ruimte soms om mensen vooruit te helpen die in nood zaten en tijdelijk geen huisvestig hadden. Dat was blijkbaar niet toegestaan want na een tijdje werd ze bezocht door een ambtenaar van de gemeente die haar te verstaan gaf dat dat niet mocht en dat als ze er mee door zou gaan dat er een dwangsom zou volgen. Ria is een brave burger en stopte natuurlijk onmiddellijk. Maar ze vond het jammer dat er niet meer mensen van haar fraaie locatie konden genieten. Dus ze maakte een plan om van de kippenschuur weer een aan de tijd aangepast vakantieverblijf te maken. Ze stapte met het plan naar de gemeente voor een vergunning. De dienstdoende ambtenaar vertelde dat er in het bestemmingsplan niets stond over een recreatieve bestemming. Ria gaf aan dat er die in het verleden toch echt geweest was. De ambtenaar verzocht Ria met bewijzen te komen. Ria ging naar huis en ging in de buurt huis voor huis af om de buren te vragen een verklaring af te leggen. Met de getekende verklaringen ging Ria terug naar het gemeentehuis. De ambtenaar bekeek de verklaringen maar gaf aan dat dat onvoldoende bewijs was. Ze moest ook rekeningen kunnen laten zien. Die had Ria niet en ze werd het eigenlijk een beetje zat. Ze vroeg of ze de eindverantwoordelijke mocht spreken. De ambtenaar gaf aan dat dat de wethouder RO was. Ria verzocht om een afspraak met deze wethouder. Tijdens het gesprek vroeg de wethouder of er al een een ambtenaar bij Ria thuis was komen kijken. Ria vertelde dat dat niet het geval was. Dat verbaasde de wethouder en hij maakte een afspraak om snel zelf langs te komen. Toen de wethouder op bezoek kwam zag hij snel aan de inrichting van de kippenschuur dat die in een ver verleden dienst had gedaan als vakantiewoning. Blijkbaar was er bij het vaststellen van het laatse bestemmingsplan geen rekening gehouden met de nieuwe functie in de kippenschuur. Een overleg van de wethouder met zijn ambtenaar was voldoende om zaken snel op orde te krijgen. Ria kreeg toestemming om de kippenschuur te gaan verbouwen. Ria houdt niet van half werk. Als ze iets doet dan moet het ook echt goed. En dat was nog lastig want nieuwbouw was niet toegestaan. Het moest dus een verbouwing worden. De verbouwing is nu in volle gang. En dat ziet er gek uit. Want als je buiten staat zie je de oude kippenschuur van vijftig jaar oud. Binnen in de schuur lijkt het een gewoon nieuwbouw project. Als je door de nieuwe ramen kijkt kijk je tegen de oude ramen. Ze zitten niet precies op de zelfde plaats. Geeft niet zegt Ria want straks gaat de buitenkant eraf want het hout is rot en moet vervangen worden. Dan wordt alles weer passend gemaakt. Uiteindelijk blijft alleen het fundament en de houten spanten staan. Dat laatste vind Ria wel mooi want dan kun je nog zien aan de binnenkant dat het een kippenschuur geweest is. Ria vind het wel gek dat het zo moet. Want ze is zo meer geld kwijt dan voor nieuwbouw. Moet volgens een wet zo omslachtig zegt ze. Dat kun je niet snappen en moet je ook niet willen snappen legt ze me nog uit.

(Praktijkverhaal. Het verhaal berust op waarheid. De naam Ria is verzonnen, TG).

 

Week 43

Maandag
Greentec oil zoekt partners om de kwaliteit van hun innovatieve smeerolie in de praktijk te testen. De olie is gemaakt van Puur Plantaardige Olie (PPO) en heeft veel voordelen. Het smeringproces verloopt zo goed dat er minder weerstand in de motor optreed. Het gevolg is dat de olie levenslang meegaat en niet meer ververst hoeft te worden. Door de lagere weerstand wordt er 10% op brandstof bespaard. Ik spreek met de leverancier af dat ik op zoek ga naar praktijkbedrijven die medewerking willen verlenen aan een veldproef. Smeerolie op basis van fossiele grondstof is milieu belastend. De afgewerkte olie wordt o.a. verbrand in de motoren van zeeschepen op het moment dat ze buiten de territoriale wateren zijn. Een zeer milieu belastend systeem.

Met twee medewerkers van zorgorganisatie Dichterbij bespreek ik een projectidee. Een team van mensen met een beperking heeft als dagbesteding de taak om tuinen te onderhouden van bedrijven en op de thuisbasis hebben ze een eigen tuin waar ze in kunnen werken. Deze locatie ligt tegen de Maashorst aan. De begeleiders willen hierop anticiperen door belangstellenden op hun locatie te gaan ontvangen. Bijvoorbeeld lagere scholen. Ze willen dan voorlichting gaan geven over kringloopsystemen. We bespreken de mogelijkheden om samen te werken met andere ondernemers in het Maashorst gebied.

Dinsdag
Met Ronald Peters van de Gelderlander bespreek ik of De Gelderlander belangstelling heeft om samen met nog enkel andere organisaties het initiatief te nemen om een starterscafé te beginnen. Het doel is om startende ondernemers in het Land van Cuijk en Noord Limburg met elkaar in contact te brengen en van elkaar te laten leren. Als dat nodig is zijn er organisaties die staters die daar behoefte aan hebben kunnen ondersteunen. Bijvoorbeeld het project Nieuwe Economische Dragers ( Zaakversneller) van de vijf Land van Cuijkse gemeenten. De Gelderlander is enthousiast en vervolg afspraken worden gemaakt.

Overleg met stichting TRIM. In deze stichting zijn ondernemers met toeristische en recreatieve bedrijven in de gemeente Mill en St Hubert met elkaar verbonden. We bespreken een aantal projecten die in de gemeente lopen.

Woensdag
In Tilburg is er op initiatief van Agro & Co een bijeenkomst over streekproducten en de kansen en mogelijkheden die streekproducten hebben voor de regio. Ik ben uitgenodigd en gevraagd om mijn visie op de toekomst te geven. Op dit moment is de markt van streekproducten 0,5%. De rest zouden we het bulk segment kunnen noemen van anonieme producten zonder een verhaal van de producent. Ik geef aan dat er mijn inziens markt is voor een tussencategorie. Grotere ondernemers die ervoor kiezen om duurzamer en diervriendelijker dan wettelijk voorgeschreven produceren en met hun onderscheidend product de markt informeren en in staat zijn om supermarktorganisaties op hun wenken te bedienen. Duurzaam is ook het reduceren van transport (foodmiles) waardoor deze producten uit de streek komen. Een verbinding met de 'echte' streekproducten is daarom mogelijk. Door zaken goed op elkaar af te stemmen kunnen beide categorien elkaar versterken. Een Streekproducten Academy kan hier inhoud aangeven.

S'avonds is de tweede bijeenkomst van de Gelderlander over Landbouw Ontwikkelings Gebieden in het gemeentehuis van Mill en St Hubert. Een belangrijke bijeenkomsten om burgers te informeren want er is nog veel onbegrip. Zo heeft iemand in de zaal berekend dat er in LOG graspeel wel een miljoen varkens gehouden kunnen worden. Er is vervolgens iemand in de zaal die opstaat en de gemeente vraagt maximaal 350.000 varkens in het gebied toe te laten. Als men vervolgens te horen krijgt dat de grootste varkenshouder uit de verre omtrek met meerdere locaties en dito personeel in totaal 17.000 vleesvarkensplaatsen heeft schrikt men van het eigen verzoek.

Donderdag
In Escharen bezoek ik een onderneemster die al gevorderd is met haar plan om twee vakantiewoningen te realiseren in een oude kippenstal. In het voorjaar van 2008 verwacht ze de eerste gasten te kunnen verwelkomen. We bespreken de mogelijkheden van een fraaie landschappelijke inrichting van de tuin en de ondersteuning die er is op gebied van het werven van klanten en het opzetten van een website in combinatie met een boekingssysteem.

Ik ontvang een medewerker van de provincie Limburg en de gebiedscoördinator van de reconstructie in Noord Limburg in het streekhuis te Cuijk. We praten elkaar bij over zaken in Peel & Maas en Noord Limburg. Op een aantal vlakken zien we mogelijkheden voor gezamenlijke projecten o.a. het Duits Lijntje en Kennisloket.

Met een horeca ondernemer bespreek ik het idee van een plattelandshotel. In het buitengebied heeft hij nu een restaurant in een boerderij. Om het restaurant levensvatbaar te maken moet er een functie aan toegevoegd worden. In de stijl van de boerderij zou er een bijgebouw geplaatst kunnen worden waar gasten ontvangen kunnen worden. Dit zorgt voor nieuwe inkomsten en ook het restaurant zal ervan profiteren.

Twee jaar geleden bezocht ik een varkenshouder die naar recreatie wilde omschakelen. Hij vertelde me toen dat hij in 2000 met zijn plan naar de gemeente was gegaan en dat het allemaal nogal moeizaam was verlopen. Maar de problemen leken aan kant. De procedures waren bijna doorlopen en hij verwachte snel aan de slag te kunnen. Ik wenste hem veel succes en 'tot de opening' zij ik nog tegen hem toen ik vertrok. Vorige week belde hij me opnieuw en vroeg me weer langs te komen. Zaken waren minder voorspoedig verlopen dan we twee jaar geleden gedacht hadden. Na al die jaren is het het stedenbouwkundigbureau, wat hij ingeschakeld heeft, nog steeds niet gelukt om met een voor de provincie acceptabele ruimtelijke onderbouwing te komen voor zijn artikel 19 procedure. Dit ondanks een brief van de gemeente naar de provincie waarbij de gemeente aangeeft waarom zij het een goed plan vinden en de provincie om medewerking vragen. Ik vraag hem alle stukken per e-mail toe te sturen zodat ik ze kan bekijken. Het belangrijkste document is de reactie van de provincie op de laatste ruimtelijke onderbouwing van het stedenbouwkundigbureau. De zes pagina's tekst lees ik op deze donderdagavond hardop aan de keukentafel voor. Sommige alinea's lees ik meerdere malen om te snappen wat er staat. Het wordt een emotionele avond. De ondernemer begrijpt nu pas dat hij er nog lang niet is. Er moeten nog onderzoeken gebeuren, bijvoorbeeld voor archeologie, waar hij nu na zeven jaar voor het eerst van hoort. Een onderzoek wat als het meezit enkele duizenden euro's kost maar als er iets van waarde gevonden wordt hij rekening moet houden met tienduizenden euro's aan vervolg onderzoek en het risico dat hij helemaal niet aan de slag kan als er echt waardevolle zaken gevonden worden.. Ook mag hij een onderdeel van zijn plan niet uitvoeren. Aan het einde van het gesprek maakt hij de balans op. Hij is al zeven jaar aan de slag heeft 35.000,- euro uitgegeven aan de ruimtelijke onderbouwing, inrichtingsplannen en onderzoeken en het einde is nog lang niet in zicht. Hij besluit zijn verlies te nemen en zijn plan te stoppen.

Weekoverzichtstreekmanager

donderdag, oktober 25, 2007

 

Hooibergen Landerd


Veel animo hooibergen

Zo'n 45 aanvragen voor het plaatsen van een hooiberg zijn inmiddels binnengekomen bij de Stichting Hooibergen en de gemeente Landerd. In zo'n hooiberg willen mensen bijvoorbeeld een kinderopvang beginnen, maar ook een bakhuisje en theehuisje zijn genoemd.

Een maand geleden hield de stichting een informatieavond over de hooibergen. In een eenmalig project wil de stichting in samenwerking met de gemeente mensen de mogelijkheid bieden een hooiberg op hun erf te plaatsen. Deze moeten gaan dienen als toeristische trekpleister voor de gemeente Landerd. Gedacht wordt aan een invulling van de 'bijgebouwtjes' als bijvoorbeeld bed-and-breakfast, atelier, dierenverblijf of winkel met streekproducten. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat de hooibergen als (boeren)bedrijfsgebouw gaan dienen.School is dan ook blij met de tot nu toe binnengekomen aanvragen.
"We waren even bang dat een heleboel mensen het project zouden aangrijpen als een mogelijkheid voor het bouwen van bijgebouwen." Mensen die geïnteresseerd zijn in het plaatsen van een hooiberg kunnen zich nog tot en met 31 oktober melden bij de stichting hooiberg of de gemeente Landerd.http://www.stichtinghooibergen.nl/ Brabantsdagblad 24 oktober 2007.

 

LOG Graspeel Mill-Landerd


Mill blijft benauwd voor komst 'log'

Samenwerkingsverbanden van veebedrijven die de locaties voor intensieve veehouderij opkopen in landbouwontwikkelingsgebieden (log's), en zo bedrijven van 3,5 hectare met 50.000 varkens bouwen.
Dat vrezen niet alleen inwoners van het Land van Cuijk en de regionale milieuvereniging, maar ook de boerenondernemers zelf. Deze grote ondernemingen zouden, in tegenstelling tot kleine zelfstandigen, wel in staat zijn om het benodigde geld voor zo'n bedrijf op tafel te leggen. Tijdens de tweede debatavond van De Gelderlander over log's in het Land van Cuijk, gisteravond in het gemeentehuis van Mill en Sint-Hubert, wezen ondernemers op de hoge kosten van het realiseren van zo'n gigabedrijf.
"Veel mensen staan er niet bij stil wat het kost. Een bouwblok van 3,5 hectare volbouwen met stallen van twee lagen is financieel absoluut niet haalbaar voor ons", zegt één van de ondernemers, die zelf middenin log Graspeel bij Langenboom zijn bedrijf heeft. Omwonenden van het log reageren door te zeggen dat zij de boeren hun broodwinning niet misgunnen, maar dat zij mede vanwege angst voor stankoverlast willen aandringen op kleinere bedrijven in de log's. Ook Wim Verbruggen van Milieuvereniging Land van Cuijk wil met kleinere bedrijven de overlast beperken.Zo onstond gisteravond misschien wel een eerste directe dialoog tussen ondernemers en bewoners van een log.

Op zo'n dialoog is met name door ZLTO aangedrongen om ervoor te zorgen dat beide partijen in de toekomst in harmonie kunnen samenleven in een log. Een dialoog waar de buurman iets heeft te zeggen over de grootte van het bedrijf is 'onzin'volgens enkele Millenaren, maar volgens Peters Brouwers van ZLTO toch echt de sleutel tot succes.Wethouder Carel van Genugten van Mill en Sint-Hubert en Brouwers laten echter weten geenszins van plan te zijn de maximale grootte van een bedrijf in een log te willen inperken. Brouwers blijft terughoudend: "We kunnen de ontwikkelingen niet inschatten." Precies waardoor alle onrust ontstaat, vindt een Millse.

Kritiek was er opnieuw op zowel gemeente, ZLTO als milieuvereniging als het gaat om communicatie over de log's. Van de ongeveer 150 bezoekers van de debatavond vonden slechts vijftien dat ze goed geïnformeerd waren over de precieze gevolgen van de komst van de log's. Wim Verbruggen roept op om bij volgende besluitvorming over log's ook vertegenwoordigers van bewoners van log's een stem te geven. Gelderlander 25 oktober 2007.

zaterdag, oktober 20, 2007

 

Jaarverslag

Stuur een e-mail naar tgoossens@rmb.nl met "jaarverslag" in de onderwerpbalk en u krijgt het laatste jaarverslag "streekmanager Peel & Maas" toegestuurd per e-mail.

vrijdag, oktober 19, 2007

 

Week 42

Maandag
Stuurgroep Nieuwe Economische Dragers Land van Cuijk. Het project Zaakversneller komt op stoom. Afgelopen week zijn de workshops begonnen. Het doel is minimaal 20 startende ondernemers of ondernemers die een groei doormaken te ondersteunen bij het realiseren van hun plannen. Aan de workshop nemen ook meer ervaren ondernemers deel. Dit stimuleert het van elkaar leren. We spreken af dat we om nog meer starters te bereiken met een Starterscafe gaan beginnen.

In Uden bezoek ik een groepje ondernemers. Ze hebben een concept met sledehonden. In de winter gaan ze naar verre oorden waar ze op sneeuw actief zijn met de honden en sleden. Maar de honden kunnen ook prima een karretje trekken. En dat is spectaculair voor kinderfeestjes maar ook voor volwassenen.

Woensdag
Op initiatief van de Gelderlander is er in Sint Anthonis een bijeenkomst om belangstellenden te informeren over de inrichting van de Landbouw Ontwikkelings Gebieden in de regio. De reconstructie is opgepakt volgens een gebiedsgerichte aanpak. Dat wil zeggen dat relevante belangenpartijen bij het opstellen van het plan betrokken werden. Burgers zijn vertegenwoordigd door de gemeente. Voor dat de plannen definitief werden zijn er voorlichtingsbijeenkomsten gehouden en het plan heeft ter inzage gelegen. Dat neemt niet weg dat voor de meeste burgers de reconstructie een nieuw fenomeen is. Voor sommigen komt het nu dicht bij. Soms zelfs letterlijk als je bijvoorbeeld in een LOG woont. Sommigen, zo blijkt tijdens de bijeenkomst, maken zich grote zorgen. Ze zijn bang voor grote aantallen dieren in flats en mestfabrieken die het woongenot bederven. Veel van de zorgen kunnen weggenomen worden zo wordt aangegeven dat een stal maximaal twee verdiepingen mag hebben. Om aan de geur eisen te voldoen zullen de grotere bedrijven luchtwassers moeten toepassen. Geurhinder kan daarmee 70 a 80% verminderd worden. Dat men uitbreiding van intensieve veehouderij, ondanks alle maatregelen, liever niet in zijn 'backyard' heeft blijft overeind.

Vrijdag
Met een leverancier van biokachels bespreek ik de mogelijkheden van het benutten van snoeihout uit de regio. Biokachels worden gestookt op gesnipperd snoeihout. Moderne biokachels halen een rendement van 90% of hoger. De brandstof kosten worden ongeveer gehalveerd en goed verbranden van hout is milieu vriendelijk. Want als je het hout niet verbrand dan wordt het gecomposteerd of het hout verrot in de natuur wat het broeikasgas effect vergroot. Moderne biokachels uit Zweden en Oostenrijk zijn er voor gezinswoningen maar ook voor kantoren en fabrieken.

weekoverzichtstreekmanager

 

Rozenmuseum Haps


Haps krijgt eerste rozenmuseum Nederland

De gemeente Cuijk heeft deze week toestemming gegeven voor de bouw van een rozencultuurmuseum in Haps . Het museum komt op de plek van de huidige loods van de Koninklijke kwekerijen Verschuren & zn. aan de Putselaarstraat. Een rozenmuseum bestond nog niet in Nederland. Er wordt aandacht besteedt aan de historische en informatieve kant van de rozenkweek. Ook wordt getoond hoe rozen in parfums, jam, suiker of azijn kunnen worden verwerkt. De plannen van het 130 jaar oude bedrijf van Verschuren, die ook voorzien in een rosarium, werden begin dit jaar bekend. Niemand tekende bezwaar aan. Bron: uit in Brabant.

donderdag, oktober 18, 2007

 

Pijn in LOG beperken

'Zal een boer echt met de buur overleggen?'

Hoe gaat de gemeente om met burgers die benadeeld worden omdat hun huis minder waard wordt als het in een log ligt? Gaan veehouders echt met de buren overleggen over de grootte van hun nieuwe stallen? En, last but not least, welke regels komen er precies als het over stankoverlast gaat? Tijdens de eerste debatavond van De Gelderlander, gisteravond in Sint Anthonis, waren niet alleen tientallen ambtelijk betrokkenen maar ook tientallen persoonlijk betrokkenen aanwezig om mee te praten over de elf landbouwontwikkelingsgebieden die in het Land van Cuijk gerealiseerd worden (zie hiernaast). De avond begon met een inleiding van Hans van Dommelen, secretaris van reconstructiecommissie Peel en Maas, waartoe Land van Cuijk behoort.

Daarna reageerden Pierre Bos (wethouder Ruimtelijke Ordening Sint Anthonis), Peter Brouwers (ZLTO voorzitter regio oost) en Wim Verbruggen (Milieuvereniging Land van Cuijk) op een drietal stellingen.

Alledrie de sprekers gaven toe dat in de afgelopen jaren onvoldoende met inwoners is gecommuniceerd over de gevolgen van de reconstructie. Bos: "Ligt dat aan het taalgebruik? De communicatie vanuit de gemeente is de laatste jaren al meer bekritiseert. Daar proberen we nu wat aan te veranderen met nieuwsbrieven, een betere website en via de dorpsraden."

Over de stelling 'Er is maar één manier om het milieu tegemoet te komen en dat is: minder varkens', waren het sprekers minder eensgezind. Brouwers: "Dat is absoluut niet aan de orde. De intensieve veehouderij produceert voor een markt op basis van vraag van consumenten." Verbruggen wijst op de volgens hem te grote hoeveelheid varkens die in de log's mogen komen en de milieuproblemen met ammoniak en mineralen die dat zal opleveren. Bos wilde over dit onderwerp de balans zoeken. "Misschien is in Brabant een verkeerde indeling als het om ruimte en dieren gaat, maar de sector moet overleven."

Belangrijkste punt van kritiek onder het publiek is de geringe rol van bewoners in de besluitvorming over de log's. "Burgers staan buitenspel, alleen in de laatste fase mogen we nog een beetje meedoen", vindt Henk Kiela van Dorpsraad Haps. "Ik vraag me af of de agrarische ondernemers echt zo betrokken zijn als Brouwers zegt. Of ze echt met hun buren gaan overleggen over bedrijfsuitbreiding." Eén van de Rijkevoortenaren zegt uit ervaring te weten dat dit niet gebeurt.

Bewoners van Rijkevoort wilden van Bos weten wat er geregeld is voor degenen die in een landbouwontwikkelingsgebied wonen. Zij vrezen jarenlange procedures om hun recht te halen. Bos: "Formeel gezien kunnen we schade afkopen. Maatschappelijk belang staat hier boven individueel belang." De Rijkevoortenaren voelen zich bedrogen. "In 2004 hebben we een prachtig verhaal gehoord tijdens een informatieavond, nu komt de zwijnerij op ons af", zo zei één van hen. Het publiek wilde Bos verleiden om uitspraken als 'er komt geen zelfstandige mestfabriek' en 'geen enkele gemeente zit te wachten op varkensflats' zwart-op-wit vast te leggen.

Verbruggen: "In de log's is nu pijn, het is aan de gemeenten om die met goede regels tegen geurhinder zoveel mogelijk te beperken." Gelderlander 18 oktober 2007.

 

LOG's in Land van Cuijk

Maximaal 49 nieuwe bedrijven in de regio

Het platteland wordt ingedeeld in drie typen gebieden: extensiveringsgebieden (wonen en natuur), verwevingsgebieden (wonen, natuur en landbouw) en landbouwontwikkelingsgebieden (log's). Een log is een concentratiegebied voor intensieve veehouderijen.

Bestaande bedrijven kunnen hier uitbreiden en er kunnen nieuwe bedrijven komen. Er zijn primaire en secundaire log's, alleen in de eerste mogen ook nieuwe bedrijven komen. Een bedrijf ('bouwblok') mag maximaal 3,5 hectare groot zijn. Hoeveel dieren er gehouden gaan worden in die bedrijven is niet te zeggen, ZLTO is daarover nog in overleg.In het Land van Cuijk komen elf log's:- Graspeel, tussen Langenboom en Zeeland. Hier is ruimte voor maximaal zes nieuwe bedrijven.- Ten westen van Beers, maximaal drie nieuwe 'bouwblokken'.- De Ass, bij Haps. Hier kunnen twee nieuwe bedrijven komen.- Log tussen Haps en Rijkevoort, met ruimte voor vijf nieuwe bedrijven.- Wanroij's Broek, ten noordoosten van Wanroij. Maximaal vijf nieuwe bedrijven.- De Driehoek, tussen Oploo, Stevensbeek en Westerbeek.

Ruimte voor acht nieuwe blokken.- Ten zuiden van Westerbeek is een klein log met ruimte voor twee nieuwe locaties.- Maarsven, ten noordoosten van Overloon heeft ruimte voor drie nieuwe bedrijven.- Overloonsche Vlak, ten westen van Overloon. Hier kunnen drie veehouderijen bij.- Wanroijsche Peel, ligt ten noordwesten van Landhorst. Hier kunnen zes nieuwe bouwblokken komen.- Beugensche Peel, ten zuiden van Venhorst ligt gedeeltelijk in gemeente Sint Anthonis. Daar kunnen zes nieuwe bij.- Het grootste log ligt aan de westkant van de Middenpeelweg: Odiliapeel. Ruimte voor twaalf. Gelderlander 18 oktober 2007.

zaterdag, oktober 13, 2007

 

Launching Customer - Koplopergemeenten

De overheid heeft zich tot doel gesteld om met haar inkoopkracht van jaarlijks 43 miljard euro gewenste innovatieve ontwikkelingen te stimuleren. Ze gaat er daar bij van uit dat innovaties efficiënter, duurzaam en kosten besparend zijn. Goude tijden voor innovatieve ondernemers dus. Maar hoe kunnen overheden zoals gemeenten deze innovatieve ondernemers vinden. Samen met REAP Noordoost Brabant werkt het streekhuis aan een systeem hoe naar innovaties zoekende gemeenten gefaciliteerd kunnen worden. Doel is aan de innovatiekant het kaf van het koren te scheiden en de gemeenten de innovaties op een 'presenteer blaadje' aan te bieden. Gemeenten die veelvuldig van innovaties gebruik maken worden in het zonnetje gezet. Hoe meer innovaties ze gebruiken hoe hoger ze in de 'Koplopergemeenten' ranking komen te staan. Zie ook de visie van de Rijksoverheid hieronder.

Innoveren loont:
de prijs/kwaliteit-verhouding van innovatieve producten is vaak beter, over het algemeen zijn ze milieuvriendelijker en zorgen ze voor een betere dienstverlening of voor lagere onderhoudskosten.

De overheid kan door haar enorme koopkracht bedrijven (en uiteindelijk de Nederlandse economie) een krachtige impuls geven voor de ontwikkeling van innovatieve producten, processen en diensten. De Tweede Kamer wil dat de overheid deze kracht beter benut. Daarom is het interdepartementale projectteam Launching Customer in het leven geroepen. Het team Launching Customer daagt inkopers en beleidsmakers bij de overheid uit om innovatief te denken. Als aanjager van het project werkt EZ nauw samen met andere ministeries, het Regiebureau Inkoop Rijksoverheid, PIANOo en de Nederlandse Vereniging voor Inkopers.
In 2007 gaat er veel gebeuren. Alle departementen zullen dit jaar het ‘launching customership’ in de praktijk gaan brengen. Om hierbij te helpen zal het projectteam de komende maanden ministeries bezoeken en informeren over de ins en outs van de overheid als Launching Customer. Bovendien worden er kennisteams samengesteld die opdrachtgevers en inkopers kunnen helpen bij innovatief aanbesteden. Bron http://www.minez.nl/content.jsp?objectid=146152&rid=141650

 

Week 41

Maandag
Overleg met medewerkers van bureau Synthese uit Arnhem. Ze hebben een opdracht van de overheid om na te gaan hoe de 15000 ton snoeihout die er in 6 gemeenten in Noordoost Brabant per jaar vrijkomt nuttig gebruikt kan worden. In de biomassa centrale van Essent in Cuijk kan dit hout niet gebruikt worden omdat de centrale te gevoelig is voor onregelmatigheden in het hout. Een nieuwe grootschalige energiecentrale is lastig omdat de milieu eisen zodanig hoog zijn dat het niet rendabel is vanwege de hoge kosten van de benodigde filters. Daarnaast komt er bij een installatie van deze omvang zoveel restwarmte vrij dat deze niet of nauwelijks benut kan worden. Ongeveer 70% van de energie gaat dan verloren. We bespreken de mogelijkeheden van een tussenoplossing. Biokachels waarin gedroogde snippers van snoeiafval verbrand worden en een vermogen hebben van maximaal 130 kilowatt vallen onder een minder streng regiem. Wat emissie iets minder gunstig dan de zeer grote installaties maar veel beter op het gebied van energiebenutting en veel beter dan het huidige systeem van composteren waarbij bacterien het organisch materiaal omzetten in methaangas. Een gas met een 21 keer sterker broeikaseffect dan CO2. Biokachels kunnen ingezet worden voor de verwarming van woningen, scholen, openbare gebouwen en kantoren. Als composteren een 'nul' is en een biomassacentrale een 'tien' dan is een biokachel een 'acht' en dat is een mooie verbetering.

S' avonds bezoek ik de eerste workshop van het project Zaakversneller. Een project met Ceres subsidie en steun van de Land van Cuijkse gemeenten wat zich tot doel gesteld heeft om 20 nieuwe ondernemers of onderneemsters te helpen bij de start van hun bedrijf.

Dinsdag
S'morgens een overleg met Paul Bleumink van Buck Consultants in Nijmegen. Paul heeft een opdracht van REAP Noordoost brabant (Regionaal Economisch Actie Programma, waarin negen gemeenten in de regio. de kamer van koophandel Oost-Brabant en de provincie Noord-Brabant participeren). Doel van de opdracht is de regio beter te profileren. De regio Noordoost Brabant bezet een 2e positie in de economische top 40 van Nederland en weinigen zijn hier van op de hoogte. Ik bespreek met hem de initiatieven iamoneworld, koplopergemeenten en EetNL en de mogelijkheden van deze initiatieven om er de regio mee te profileren.

Woensdag
Heb deelgenomen aan de Agro & Co Conferentie 2007. Een uitermate leerzame middag. Tijdens de presentatie van Abel Slippens (Sligro) kwam het project EetNL aan de orde. Deze Veghelse ondernemer is niet overtuigd van de levensvatbaarheid van het initiatief. Er is blijkbaar twijfel bij de Veghelse ondernemers. De bijeenkomst van afgelopen vrijdag in het gemeentehuis van Veghel, waar een selectie van het Veghelse en Udense bedrijfsleven met de uitgewerkte plannen kennis maakten, was aanzienlijk positiever. In Zuid Nederland, een Food-Feed regio bij uitstek, is men op zoek naar een locatie om het belang van het Agro-Food complex in beeld te brengen. Agro-Food is een belangrijke kurk waar de Nederlandse economie op draait en bied werkgelegenheid aan 10% van de beroepsbevolking. Willen we dit overeind houden dan zullen we de consument moeten informeren over "the story behind". Als we onze cocurrentie positie willen handhaven dan moeten we streven naar meerwaarde. Maar die meerwaarde moet dan wel gecommuniceerd worden. Projecten als Marqt en EetNl richten zich op deze communicatie. Een kans voor Veghel zou ik denken maar dan moeten ondernemers in Veghel wel de koppen bijelkaar steken en het met elkaar eens worden.

Donderdag
Overleg met Hans de Kuyper van PON (instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant) en Frans Wouters van Van Tol Food. We bespreken de voortgang en de mogelijkheden van een nieuwe buurtsuper in langenboom.

Overleg met de stuurgroep Duits Lijntje. Een van de ideeën is de uitgifte van een reisgids. Vanuit het streekhuis hebben we uitgeverij De Winter gevraagd om met ons mee te denken hoe een dergelijke gids commercieel geëxploiteerd zou kunnen worden. Tijdens de bijeenkomst presenteren medewerkers van De Winter een in hun ogen haalbaar concept.

Aansluitend is er de vergadering van de reconstructie commissie Peel & Maas waarvan ik een van de adviseurs ben.

Vrijdag
Afspraak met een ondernemer in Sint Anthonis. Hij is er aan toe om zijn project op papier te zetten. De gemeente wil graag voor 1 november het bedrijfsplan ontvangen dus dat wordt kort dag. Ik spreek met hem af dat ik het plan toegestuurd krijg zodat ik het van commentaar kan voorzien.

weekoverzichtstreekmanager

zaterdag, oktober 06, 2007

 

Week 40

Maandag/dinsdag
Van Roger Engelberts van Imagro kreeg ik onlangs een handig lijstje van fases die een ondernemer met een idee doorloopt.

1. Dromen
2. Denken

3. Durven
4. Doen

5. Doorzetten
6. Delen

Deze week bezoek ik twee nieuwe ondernemers die zich bij het streekhuis gemeld hebben. Alle twee de ondernemers bevinden zich in de 'droom fase'. De eerste heeft een voor deze regio nieuwe atractie voor op het platteland en woont in Sambeek. Het is een nog pril idee. De ondernemer verwacht dat het een gat in de markt is. Ik vraag hem om zijn idee op papier te zetten en een ondernemersplan te maken (denkfase). Als hij een concept klaar heeft dan stuurt hij me dat toe en ik geef hem dan een reactie. We bepalen dan wat de volgende stap wordt. De tweede 'klant' is een onderneemster in Uden. Ook zij zit in de 'droom' fase. Ik geef haar het adres van een vergelijkbaar concept om eens te gaan kijken en vervolgens de stap te maken naar het maken van een ondernemersplan.

Woensdag
Streekhuisoverleg te Boxmeer.

Donderdag
Kunstenares Ingrid van den Boogaard werkt aan het project iamoneworld. Met een zonnemobile is ze van plan een reis rond de wereld te maken. Ingrid maakt vanuit de zonnewagen geluid en video opnames die per sateliet verzonden worden naar de media. De reis gaat drie jaar duren en kan zorgen voor veel freepublicity voor de regio. Met een aantal personen bespreek ik de kansen om het kunstproject van Ingrid te benutten voor het profileren van bedrijven en organisaties uit deze regio door zich als sponsor in te zetten.

http://iamoneworld.com/downloads/iamoneworld-concept082007.pdf

Kennismakingsgesprek met Ruud Pothoven. Ruud werkt voor Knowhouse een organisatie die als intermediair op treed tussen ondernemers en kennisinstellingen. Ze richten zich op ondernemers in Zuid Nederland.

Vrijdag
Ik woon een bijeenkomst bij in het gemeentehuis te Veghel waar Eetnl (voorheen Dutch Food Experience) gelanceerd wordt. Zie http://www.eetnl.com/

Weekoverzichtstreekmanager

 

Eetnl in Poort van Veghel


Eetnl wil 1,4 miljoen bezoekers

De nieuwe dagattractie Eetnl - voorheen bekend onder de werknaam Dutch Food Experience - mikt op een plaats in de top vijf van Nederlandse attractieparken. In Veghel, direct aan de A50, verwachten de initiatiefnemers 1,4 miljoen bezoekers per jaar.

Eetnl, gericht op voeding en de beleving daarvan, moet eind 2009 de poorten openen. Met het nieuwe centrum is een investering van ruim 60 miljoen euro gemoeid.De Udense Projectontwikkelaar Octus Beheer en Agro en Co, uit Tilburg, zijn initiatiefnemers van het project. Octus heeft de aanzet gegeven en Agro en Co heeft zich aangesloten bij het project. Beide organisaties hebben steun gehad van de Stedelijke Regio Uden-Veghel, voor het bepalen van een locatie voor het centrum. Vier alternatieven zijn onderzocht. Uden-Zuid, Uden-Noord en bedrijventerrein Dorshout, in Veghel, vielen af. Volgens een werkgroep biedt de Poot van Veghel op lange termijn de beste kansen voor de ontwikkeling van Eetnl. Er is een plan ontworpen voor een centrum van 21.000 vierkante meter. Op een topdag biedt dit ruimte aan 6.000 bezoekers. De initiatiefnemers gaan nu op zoek naar investeerders voor het centrum. Die moeten komen uit overheden in de regio en het bedrijfsleven. Volgens Peter Beniers van Octus wordt er iets neergezet, dat de regio op de kaart zet. En richting het bedrijfsleven zegt hij een verhaal te hebben van iets groots én haalbaars. Eetnl brengt voeding, innovatie, eten en entertainment samen in één centrum. Volgens de initiatiefnemers is het een formule die zelfs in Europa nog nooit is ontwikkeld. Alleen het Italiaanse Eataly in Turijn komt in de buurt. Met de ambitie van 1,4 miljoen bezoekers, zou Eetnl in 2006 op de vijfde plaats terecht komen van dagattracties. Na de Rondvaarten in Amsterdam (3,1 miljoen bezoekers), de Efteling 3,05 miljoen bezoekers), het Van Gogh Museum (1,6 miljoen) en diergaarde Blijdorp (ruim 1,4 miljoen bezoekers). Brabantsdagblad 6 oktober.
http://www.brabantsdagblad.nl/brabant/article1977482.ece
http://www.brabantsdagblad.nl/brabant/article1977483.ece
Filmpje:
http://www.ad.nl/binnenland/article1719595.ece

maandag, oktober 01, 2007

 

Behoud van Landschap


Subsidie voor behoud landschap

Eigenaren van grond in enkele Land van Cuijkse gemeenten kunnen in aanmerking komen voor een financiële bijdrage.

Dat geld komt beschikbaar als zij op hun grond bepaalde maatregelen uitvoeren die positieve gevolgen hebben voor de natuur of een bijdrage vormen aan behoud van het typische Brabantse landschap. Voorlopig geldt die regeling alleen nog voor grondeigenaren in de gemeenten Grave, Cuijk en Mill en Sint-Hubert.Donderdag ondertekenden de besturen van die gemeenten, samen met die van de gemeenten Oss, Uden, Landerd en Bernheze, daartoe een eerste contract.

Ook de provincie Noord-Brabant en het waterschap Aa en Maas ondertekenden die overeenkomst. De regeling heeft als naam meegekregen Groen Blauw Stimuleringskader. De kleuren verwijzen naar het groen van bomen en planten en het blauw van water.Voor de periode 2007 tot 2011 is in het gebied waar de gemeenten die ondertekend hebben liggen, Horst en Raam, een bedrag van 2,6 miljoen euro beschikbaar.In het contract dat nu ondertekend is, kunnen agrariërs en andere grondeigenaren zien of hun grond in aanmerking komt voor een landschapsversterkende maatregel.

Zulke maatregelen zijn bijvoorbeeld de aanleg van wandelpaden over akkers of weilanden, het inzaaien van bloemrijke randen langs akkers of het onderhoud van knotbomen.De eigenaar van de grond ontvangt niet alleen een bijdrage voor de aanleg van die voorzieningen. Ook voor eventuele gederfde inkomsten - de gronden brengen immers minder op als er minder producten op geteeld kunnen worden - bestaat de mogelijkheid een financiële bijdrage te krijgen.Ten slotte bestaat er voor de grondeigenaren de mogelijkheid om gebruik te maken van een zogeheten veldcoördinator. Dat is een functionaris die verstand heeft van agrarische zaken, maar ook volledig op de hoogte is van het Groen Blauw Stimuleringskader. De coördinator helpt bij het aanvragen van een bijdrage en bij alle vergunningen en ontheffingen.Eigenaren van grond in Cuijk, Grave en Mill en Sint-Hubert kunnen in aanmerking komen voor een bijdrage als ze maatregelen nemen voor het landschap. Gelderlander 1 oktober 2007.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?