vrijdag, november 30, 2012

 

POP3 nadruk op innovatie en duurzaamheid

Voor de inzet van Europese fondsen in Nederland in de periode 2014-2020 legt de Europese Commissie de nadruk op innovatie en duurzaamheid. Dat zegt zij in een position paper aangaande dit onderwerp. Onlangs hebben vertegenwoordigers van vier DG ‘s van de Europese Commissie op het ministerie van Economische Zaken dit position paper toegelicht.

In het position paper worden vier fondsen behandeld, waaronder het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). De Europese Commissie geeft aan voorstander te zijn van één nationaal plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) en deelt de door Economische Zaken gewenste focus op innovatie en duurzaamheid ten behoeve van een toekomstgerichte competitieve landbouwsector.

Lees meer in de blog van Willem Schoustra en Gaby Blom-Faber van het ministerie van EZ op toekomstglb.nl >

dinsdag, november 27, 2012

 

Ontwikkelruimte moet je ‘verdienen’ en is niet ‘onbegrensd’


Voor alle veehouderijen in Brabant is het uitgangspunt dat ontwikkelruimte verdiend moet worden.Alleen ontwikkelingen die bijdragen aan de transitie naar een zorgvuldige veehouderij in 2020 wordentoegestaan. De ontwikkelingsruimte wordt geclausuleerd. Elke ontwikkeling wordt gekoppeld aan  sturende criteria en zal aan de transitie bij moeten dragen. Ontwikkelruimte wordt verdiend met stappen in verduurzaming.

Maatlat
De lat van bedrijfsontwikkelingen wordt op sector niveau door keten partners en het verbond van Den Bosch concreet vertaald naar maatregelen in de bedrijfsvoering. Deze maatregelen krijgen een plek in de maatlat. Door het toepassen van duidelijke criteria (humane en diergezondheid, antibiotica-gezond, dierenwelzijn, lokale inpassing (fysiek en sociaal), innovatie ten behoeve van verduurzaming, nieuwe verdienmodellen, enz.) zorgt de maatlat voor een trapsgewijze transitie beweging naar een zorgvuldige en duurzame bedrijfsvoering richting 2020. Hierbij kan ook de mate van concentratie van bedrijven en dieren in een gebied tot een begrenzing leiden. Deze maatlat sluit aan op het ketenkwaliteitssysteem van het Verbond van Den Bosch en op bestaande systemen zoals de Maatlat Duurzame Veehouderij. De bedrijfsvoering bepaalt uiteindelijk het HOE op locatieniveau. Uit het HOE volgt dan het WAAR.

Consultatie stakeholders 
Komende weken wordt een traject gestart om de denkrichting voor te leggen en te bespreken met een groot aantal stakeholders in Brabant. De denkrichting zal ook worden besproken met het Verbond van Den Bosch. De uitkomst van deze consultatie vormt een belangrijke bouwsteen. voor de uiteindelijke richting die door GS gekozen zal worden om voor te leggen aan PS op 22 maart 2013."

Bron: provincie Noord-Brabant. Voor het rapport klik hier.

maandag, november 26, 2012

 

Wet plattelandswoning op 1 januari 2013 in werking

De wet die de introductie van de plattelandswoning regelt, treedt per 1 januari 2013 in werking. Dat blijkt uit de publicatie in het Staatsblad van 22 november. Op 14 juni nam de Tweede Kamer het wetsvoorstel met een grote meerderheid aan. Op 12 juli volgde de Eerste Kamer.

Door de introductie van de plattelandswoning kunnen gemeenten in een bestemmingsplan een voormalige boerderij als plattelandswoning bestemmen. Dit geeft de woningen een speciale status. De boerderij houdt voor de wet het karakter van een bedrijfswoning, maar kan toch door iemand anders worden bewoond. Tegelijkertijd hoeven agrarische bedrijven in de omgeving niet bang te zijn voor klachten van omwonenden over overlast.

Zie voor meer informatie de publicatie in het Staatsblad.
Klik hier voor een handreiking van de NVM.

bron: NVM, 26/11/12

De kern van de nieuwe wet is dat de planologische status leidend is en niet het gebruik. Dit is een oplossing voor agrarische bedrijven die de bijbehorende bedrijfswoning door een burger laten bewonen. Een situatie die voorkomt als bijvoorbeeld een varkenshouder meerdere locaties opkoopt van stoppende collega's en zijn stallen in gebruik neemt en de bijbehorende woning verhuurd of verkoopt.

zondag, november 25, 2012

 

BPAnalyse voor VAB's

Verwaarloosde boerderij
Bestemmingsplan analyse voor boerderijen die gaan stoppen

Door schaalvergroting zullen er de komende jaren duizenden boerderijen in Brabant stoppen. Onder traditioneel conserverende bestemmingsplannen, gebaseerd op behoudend beleid uit het verleden, verliezen deze boerderijen hun waarde. De leegkomende bedrijfswoning mag immers niet door een burger bewoond worden en de bedrijfsgebouwen mogen hooguit voor caravanstalling of opslag van goederen gebruikt worden. Dit is een probleem voor de eigenaren. Meestal een ondernemer op leeftijd waarvan het 'pensioen' in de stenen zit. Maar ook een probleem voor de overheid. Stagnering van een vlotte overgang naar een nieuwe functie hindert nieuwe bedrijvigheid en dus de werkgelegenheid en leefbaarheid van het buitengebied. Het Rijk erkend dit probleem en heeft middels het besluit 'plattelandswoning' maatregelen genomen. Het doel is bewoning door burgers van voormalige boerderijen mogelijk te maken zonder dat ze een hinder worden voor boerderijen in de omgeving die willen doorontwikkelen. Ook de provincie biedt ruimte en laat middels de verordening ruimte nieuwe bedrijvigheid tot max milieu categorie 2 in voormalige boerderijen toe. Voor gemeenten een kans om een conserverend bestemmingsplan voor wat betreft VAB's (Vrijkomende Agrarische Bebouwing) om te zetten in een flexibel plan met nieuwe gebruiksmogelijkheden.
Gemeenten vertalen dit nieuwe beleid in nieuwe bestemmingsplannen buitengebied. Eigenaren van boerderijen die verwachten op afzienbare termijn met hun agrarische activiteit te stoppen hebben er groot belang bij dat de locatie middels een snelle vergunningsprocedure in een nieuwe functie omgezet kan worden. Is dat niet het geval en moet er een trage bestemmingsplanwijzigingsprocedure, inclusief alle onderzoeken, doorlopen worden dan is de locatie vrijwel onverkoopbaar en derhalve de waarde gering.

Een bank een accountantskantoor en een stedebouwkundigbureau verdiepen zich in deze problematiek. Het streven  is om middels een BPAnalyse (bestemmingsplananalyse) in klare taal weer te geven wat de ontwikkelmogelijkheden van VAB's in een gemeente zijn en belanghebbenden te informeren. Partijen worden geadviseerd door de streekmanager.



zaterdag, november 24, 2012

 

Startersplek "Twee Vliegen"



Antikraakbewoning is een bekende methode om de verpaupering en het kraken van gebouwen te voorkomen. Minder bekend is leegstandbeheer door tijdelijk startende ondernemers te huisvesten. In plaats van op een zolderkamertje je bedrijf starten op een Startersplek samen met een aantal collega starters heeft voordelen. Je kunt elkaar verder helpen en de zichtbaarheid is groter waardoor klanten je sneller zullen vinden. En niet onbelangrijk, de kosten blijven laag. In iedere gemeente in Noordoost Brabant is er wel een school, brandweerkazerne, postkantoor, garage, kantoor, winkelpand of andere ruimte die op verbouwing, sloop of nieuwe bestemming wacht. Door de slechte marktomstandigheden wordt de planning vaak naar achteren geschoven. Het is dan slim om de gebouwen te behoeden voor verpaupering en tevens starters een duwtje in de rug te geven. Zeg maar "twee vliegen in een klap". Streekhuis Noordoost Brabant voert gesprekken met ondernemers om te polsen of ze belangstelling hebben een netwerk van "Twee Vliegen startersplekken" op te tuigen.

Oude garage ingericht als startersplek
Ken je een leeg staand gebouw in je gemeente wat hiervoor in aanmerking komt stuur dan een tip naar de streekmanager tgoossens@rmb.nl . Vermeld svp eigenaar en adresgegevens van het pand. Het streekhuis maakt dan een lijst van mogelijk geschikte locaties.

Afhankelijk van de huidige bestemming zal het soms nodig zijn om het gebouw tijdelijk een andere bestemming te geven. Voor informatie over Tijdelijk Anders Bestemmen (TAB) klik hier.


vrijdag, november 23, 2012

 

Leefbaarheid: Tijdelijk Anders Bestemmen (TAB)



Tijdelijk Anders Bestemmen is een nieuw ruimtelijk concept. Centraal staat het flexibel omgaan met tijd en ruimte. Tijdelijk Anders Bestemmen is uitermate geschikt voor gebieden met veranderende functies, hoge dynamiek, klimaatadaptatie en gebieden in transitie. Bij tijdelijk bestemmen krijgt een gebied een nuttige functie maar blijft het op langere termijn beschikbaar voor toekomstige -vaak nog onzekere- functies. Tijdelijk Anders Bestemmen introduceert flexibiliteit die nodig is voor duurzame inrichting en duurzaam ruimtegebruik in Nederland.

De initiatiefgroep Tijdelijk Anders Bestemmen (TAB) bestaat uit Rijkswaterstaat, Deltares en InnovatieNetwerk, met een netwerk van publieke en private partijen daaromheen. De website maakt duidelijk wat er tot nu toe is ontwikkeld en wat staat te gebeuren in de toekomst.



donderdag, november 22, 2012

 

Provincie kiest voor Cehave-complex Veghel

Gedeputeerde Staten willen investeren in het voormalige Cehave-complex in Veghel, en stellen daarom een maximale onderhandelingsruimte voor aan Provinciale Staten.

Downloadbare videobestanden:

De provincie wil in dit herontwikkelingstraject en bij het zoeken naar investeerders samenwerken met de gemeente Veghel en de eigenaar van het complex, Bouwbedrijf van de Ven. Samen met hen wil de provincie een herontwikkelingstraject van circa vijf jaar doorlopen, met een mogelijke verlenging van twee jaar. Provinciale Staten stellen hiervoor de kaders vast.

De partners willen in dit erfgoedcomplex investeren, omdat het een identiteitsdrager is van het Brabantse culturele en industriële erfgoed, op een bijzondere plek in Veghel. Het is daarom zeer de moeite waard om te behouden.

CHV-complex
Het Cehave-complex vertegenwoordigt het verhaal van de ontwikkeling van het Brabantse boerenbedrijf. De Coöperatieve Handelsvereniging (CHV) was de economische instelling van de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond (NCB). Hierin hadden de Brabantse boeren zich verenigd om samen hun economische positie te versterken. Door de vestiging van de CHV in Veghel, groeide deze plaats uit tot centrum van de voedingsindustrie in Veghel en Brabant. De provincie en haar partners willen komen tot een duurzame toekomstbestendige functie waarin food & feed en kunst & cultuur verenigd worden. Hierbij staan het gebouw én het verhaal centraal.

Hoge ambitie
De ambitie, geformuleerd in het projectplan, is hoog. De gebiedsontwikkeling aan de Noordkade biedt kansen voor een uniek programma op deze locatie, complementair aan het bestaande centrum van de gemeente Veghel. In het concept krijgen cultuur, entertainment, horeca, openbare ruimte, werken en leren een plek. Bron: website provincie Noord-Brabant.

 

Provincie investeert 475 mlj in toekomst van Brabant



PS hebben met een meerderheid ingestemd om 4 fondsen voor te bereiden die het mogelijk maken om in Brabant te investeren. Alleen de PVV stemde tegen. Vooruitlopend op het definitieve besluit om de fondsen op te richten, wordt het benodigde geld, afkomstig uit de verkoop van Essent, gereserveerd.

Het gaat om een Innovatiefonds (€ 125 mln), een Energiefonds (€ 60 mln), een Breedbandfonds (€ 50 mln) en een Groenfonds (€ 240 mln).

Het college gaat de fondsen verder voorbereiden en legt deze uitwerkingen aan de Staten voor. In deze voorbereiding zullen aspecten uitgewerkt worden als de definitieve doelen en omvang van de fondsen, de organisatiestructuur en de betrokkenheid van Provinciale Staten.

Uitgangspunt is dat gemeenten, marktpartijen en maatschappelijke organisaties participeren in de fondsen. Met uitzondering van het Groenfonds dient het geïnvesteerde kapitaal te worden terugverdiend. Met de oprichting van de fondsen kiest de provincie voor een investeringsimpuls, juist in deze economisch zware tijden waar andere partijen terughoudend zijn om te investeren.

Innovatie
Het innovatiefonds dient samen met particuliere investeerders financieringsmogelijkheden te bieden voor innovatieve MKB-bedrijven in sectoren als hightech, life science, biobased, agrofood, logistiek, maintenance en de creatieve sector. Ook draagt het fonds bij aan vernieuwing in de zorg, het landelijk gebied, slimme mobiliteit en zo mogelijk ook de vrijetijdseconomie. Voor het Innovatiefonds wordt € 125 miljoen gereserveerd.

Energie
Het Energiefonds moet financiering mogelijk maken voor energieprojecten die gericht zijn op het besparen van energie en het opwekken van duurzame energie. Voor het Energiefonds wordt € 60 miljoen gereserveerd. De verwachting is dat deze provinciale investering weer grote investeringen van andere partijen losmaakt.

Breedband
Brabant heeft als ambitie om alle Brabantse huishoudens, ondernemingen en instellingen toegang te verschaffen tot de kansen en mogelijkheden van de digitale wereld. Het Breedbandfonds biedt financiële mogelijkheden om de aanleg van breedband in het buitengebied en op bedrijventerreinen te versnellen en ervoor te zorgen dat iedereen in Brabant kan aansluiten op het breedbandnetwerk. Daarvoor wordt € 50 miljoen gereserveerd.

Groen Ontwikkelfonds
Het Groen Ontwikkelfonds heeft als doelstelling om samen met externe partners de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) af te maken en natuurverbindingen aan te leggen. Het fonds dient ervoor te zorgen dat initiatieven op dit gebied tot stand komen en dat publieke en private geldstromen worden gebundeld. Met het Groenfonds is € 240 miljoen gemoeid.

Ondernemers, bedrijven en organisaties zoals dorpsraden in Noordoost Brabant met goede ideeën voor een van de vier fondsen kunnen voor begeleiding een beroep doen op het streekhuis Noordoost Brabant tel. 06 51 63 1647. 

zondag, november 18, 2012

 

Problemen met biovergisters

De biogasbeerput

Get Adobe Flash Player
Als het niet mogelijk is Flash te installeren kunt u de video bekijken via deze link.


Om CO2 uitstoot te reduceren moeten we overschakelen naar alternatieve energiebronnen. Een van de methodes is biovergisting. Om boeren te stimuleren aan de slag te gaan gaf de overheid subsidie. Achteraf blijkt dat voor veel boeren deze subsidie te laag is waardoor ze in financiële problemen komen. Sommige kunnen vervolgens de verleiding niet weerstaan en gebruiken goedkope grondstoffen die niet vergist mogen worden. Een kat in het nauw springt. KRO reporter maakte hierover een reportage. Zie hierboven.

Hebben biovergisters toekomst? Natuurlijk wel. Op termijn niet om stroom te maken want dat kunnen we nu al goedkoper met zonnepanelen. We hebben de biovergisters straks nodig als alternatief voor diesel en kerosine. Op plaatsen waar veel energie nodig is maar waar accu's vanwege het gewicht of de beperkte hoeveelheid energie niet toegepast kunnen worden zoals in vliegtuigen, schepen en vrachtwagens die op lange afstand pendeldiensten ingezet worden..

De eigenaren van de huidige biogasinstallaties zijn op aandringen (subsidie) van de overheid aan de slag gegaan. Het zijn deze pioniers die het met schade (veel geld verliezen) en schande (zie de KRO uitzending hierboven) moeten uitvinden en daar nu de wrange vruchten van plukken. Dat er zaken mis gaan, ik denk dan aan stankoverlast, was te verwachten. De locatie van de installatie is daar mede de oorzaak van. Het zou logisch zijn om een vergister in het buitengebied naast een kassen complex te plaatsen. De restwarmte van de installatie kan dan benut worden en de installatie veroorzaakt minder overlast omdat er weinig mensen wonen. Helaas is dat voor de wat grotere installaties niet mogelijk. Deze moeten volgens de huidige regels op een bedrijventerrein geplaatst worden waar ze veel meer overlast veroorzaken. Overigens als een installatie goed ontworpen en gebouwd is en een professionele operator heeft is de overlast nihil. In Duitsland waar duizenden installaties gebouwd zijn worden met succes installaties tegen een woonwijk aangebouwd waardoor de restwarmte voor het verwarmen van woningen gebruikt kan worden. De installatie is dan wel een stuk duurder omdat er een gasdichte koepel gebruikt moet worden en de hele installatie op onderdruk gebracht moet worden waarbij de afgezogen lucht in de motor van de WKK verbrand wordt.

Schillenboer
En hoe zit het dan met swill (keukenafval) wat volgens de geïnterviewde professor illegaal gebruikt wordt? Swill werd vroeger door de 'schillenboer' opgehaald en aan zijn varkens gevoerd. Omdat het de belangrijkste oorzaak van de verspreiding van varkenspest was werd dit in 1986 verboden. Vanaf die datum mocht alleen nog swill gebruikt worden wat een hitte behandeling had gehad. Maar ook dit werd in 2001 verboden. Vanaf dat moment wordt swill gecomposteerd. De  resulterende compost wordt als bodemverbeteraar gebruikt. Het gekke is dat swill dus wel gecomposteerd (aerobe bacteriën) mag worden maar niet vergist (anaerobe bacteriën). Vergisten heeft een voorkeur boven composteren omdat het veel minder milieu belastend is. Tijdens beide processen maken bacteriën schadelijke gassen. Tijdens composteren komen deze gassen in het milieu en tijdens het vergisten worden deze gassen verbrand en in stroom en warmte omgezet. Door de temperatuur tijdens het composteren minimaal 1 uur 70 graden te laten zijn worden ziekmakende bacteriën gedood. Een zelfde pasteurisatie eis kan gemakkelijk ook aan een vergister gesteld worden. Er is immers voldoende restwarmte beschikbaar. Kortom composteren en vergisten zijn even veilig maar vergisten is veel beter voor het milieu. Het is dus niet logisch dat composteren van swill is toegestaan en vergisten van swill niet.

Streekhuis Noordoost Brabant is betrokken bij twee projecten die zich richten op biovergisters.

Biogasnext
Partijen zijn bij elkaar gebracht om een pilot op te starten om biogas te vervloeien waardoor het biogas als transportvloeistof (Bio-LNG) gebruikt kan worden. Dit moet het rendement van de installatie aanzienlijk verhogen. Doel is om de installatie zonder subsidie te kunnen laten draaien.

Echtgroen
De inkomsten van een vergister zijn uit drie componenten opgebouwd. 1.stroom 2. subsidie 3. GVO (Garantie Van Oorsprong) certificaten.
1. Door de overproductie aan stroom (bouw van nieuwe kolen centralen in Nederland en de overproductie van windmolens in Duitsland) is de laatste tijd de prijs die energiemaatschappijen betalen voor stroom gezakt.
2. Installaties die MEP subsidie krijgen komen hier aan tekort omdat de prijs van co-producten die aan de mest toegevoegd worden gestegen is.
3. Producenten van groenestroom krijgen per 1000 Kwh geproduceerde stroom 1 GVO certificaat wat ze kunnen verkopen aan een koper die groenestroom wenst te gebruiken. De waarde van deze certificaten is naar vrijwel nul gezakt omdat Noorse waterkrachtcentrales een overschot aan certificaten hebben en ze dumpen.

Het project 'Echtgroen' richt zich op het bewust maken van het verschil tussen groene- en echtgroene stroom. Een bedrijf is pas echtgroen als het certificaten koopt liefst uit eigen omgeving waarvoor een redelijke vergoeding betaald wordt. Voorbeelden zijn het echtgroene Frieslandcampina en de samenwerkende gemeenten in Noordoost Brabant die overwegen echtgroen te worden.


zaterdag, november 17, 2012

 

Koude sanering

Bert is 50 en samen met zijn vrouw Jannie heeft hij drie kinderen van 16 tot 22. Toen Bert 32 werd heeft hij het bedrijf van zijn vader overgenomen. Het oorspronkelijk gemengde bedrijf werd omgezet in een gesloten varkensbedrijf. Bert heeft fors in het bedrijf geïnvesteerd. Hij schat ongeveer 1.200.000,- euro. Een aantal stallen is al wat ouder en de laatste stal is enkele jaren geleden gebouwd. Bert schat dat de waarde van de gebouwen ongeveer 600.000,- was. Ja was want Bert ligt namelijk in een extensiveringsgebied. Sinds er door de provincie een spreekwoordelijk slot op de muur gelegd is zijn zijn stallen niets meer waard. Sterker de waarde is negatief want op de meeste stallen liggen asbestplaten. Afbreken van de oude stallen vergt een fors bedrag. De afgelopen twee jaar heeft Bert gewerkt maar geen beloning voor zijn arbeid gehad. De inkomsten waren net voldoende om het dure voer te kopen. Zijn voorlichter heeft de opties op een rij gezet. Om aan de komende strengere milieu eisen te voldoen moet Bert maatregelen nemen. Hij kan het aantal dieren verminderen of een luchtwasser plaatsen. Zijn voorlichter becijfert dat beide geen verstandige keuze zijn. Door het kleinere aantal dieren zal zijn rendement nog verder zakken en zullen de verliezen verder toenemen. Het plaatsen van een luchtwasser is geen optie al was het maar omdat de bank geen lening meer wil verstrekken. Bert beseft dat er geen uitweg meer is maar het wil maar niet tot hem doordringen. Hij gaat door alsof er niets aan de hand is. Hier maakt Jannie zich grote zorgen over. Ze roept externe hulp in om Bert er van te overtuigen dat stoppen en het verlies nemen misschien wel de minst slechte oplossing is. Gaan ze zo door dan raken ze alles kwijt.

Praktijkverhaal (geanonimiseerd)

Voor meer praktijkverhalen klik hier.

 

Amazing Grazing / Oornummerloterij


Koeien verfraaien het buitengebied. Echter er zijn steeds meer redenen voor boeren om koeien binnen te houden. Amazing Grazing probeert hier wat aan te doen door ideeën te verzamelen die het tij kunnen keren. Ik heb vandaag het idee " Oornummerloterij " ingezonden een variant op de postcodeloterij.

De basis is dat producenten van zuivelproducten 'schaduwproducten' uitbrengen van hardlopers die 10 cent duurder zijn dan het reguliere product. De producenten storten de extra inkomsten in een het amazinggrazing fonds. Als 5% procent van de Nederlandse melkdrinkers er voor kiest om 10 cent meer per liter te betalen, om zo koeien in de wei te houden, dan ontstaat er een budget van 5000.000,- euro. De extra kosten voor producent en retail zijn 1000.000,- . Er rest dus een bedrag van 4000.000,- voor het amazinggrazing fonds. Dit wordt uitgekeerd middels 40 prijzen a 100.000,- euro voor veehouders die hun vee buiten laten lopen. Uit het databestand waar alle oornummers in zitten worden, onder toezicht van een notaris, oornummers getrokken. Vervolgens wordt nagegaan of het dier met dat oornummer buiten loopt. Is dat het geval dan wint de veehouder de prijs van 100.000,- .Staat het dier binnen dan heeft hij pech. De Brabantse Ivonne Jaspers van boer zoekt vrouw lijkt me een goede kandidaat om de prijzen onder toezicht van de camera uit te rijken.

Heb je ook een idee om koeien in de wei te houden? Ga dan naar www.amazinggrazing.eu 

woensdag, november 14, 2012

 

56 miljoen voor Landschappen van Allure

De provincie investeert 56 miljoen in drie Brabantse Landschappen van Allure: Het Groene Woud, de Maashorst en de Brabantse Wal. De commissie Ecologie en Handhaving (EH) heeft vrijdag 9 november ingestemd met een begrotingswijziging die dit geld vrijmaakt.

In de gebieden werken lokale overheden, bedrijven, natuur- en maatschappelijke organisaties samen om de natuur en het landschap mooier en toegankelijker te maken. De provincie en regio’s investeren gezamenlijk minimaal 100-110 miljoen euro in natuur- en landschapsprojecten uit de streek.

Bidbook
In 2012 is in de streek hard gewerkt aan het uitzetten van de koers voor hun gebied. Die koers en bijbehorende projectvoorstellen kunt u bekijken in het bidbook Landschappen van Allure. De projecten zijn in samenhang met recreatie en toerisme, innovatieve landbouw, gezondheidszorg, leefbaarheid of cultuurhistorie. Projecten die groen licht krijgen gaan in 2013 van start.

Ambitie
Mooie landschappen houden Brabant aantrekkelijk om in te wonen, werken en recreëren. Zo werkt de provincie Noord-Brabant samen met partners aan haar ambitie om een Europese topregio op het gebied van kennis en innovatie te zijn én te blijven.

Investering
Het geld om te investeren in de Landschappen van Allure is afkomstig uit de opbrengsten van de verkoop van Essent-aandelen.

 

Provincie wil ruimte geven aan goede initiatieven

Oplossing voor problemen waar verordening ruimte schuurt




In het koersdocument Transitie Stad en Platteland is aangegeven dat de provincie private initiatieven wil  mogelijk maken die een significante bijdrage leveren aan de gewenste transitie door het toepassen van de zogenaamde meerwaardebenadering, ook als zij niet passen binnen de algemene provinciale regels. Bij de werkwijze rondom de meerwaardebenadering onderscheidt de provincie een oriëntatiefase en een besluitvormingsfase. De oriëntatiefase wordt afgerond met een principebesluit. Ten behoeve daarvan wordt advies gevraagd aan externe deskundigen.

Op 30 juni 2008 is door de toenmalige minister van VROM in het provinciehuis van Noord- Brabant de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking gesteld. De bedoeling van de wet was versoepeling van ruimtelijke regelgeving en verschuiving van centraal naar decentraal ruimtelijk beleid. Dit in lijn met de Nota Ruimte, vastgesteld door de Eerste Kamer januari 2006. Provincie Noord-Brabant heeft gekozen voor uitwerking van haar decentraal ruimtelijk beleid in een Verordening Ruimte. Tijdens evaluaties van de werking van deze verordening bleek de beoogde beleidssouplesse onvoldoende in de praktijk. Sommigen menen dat het aan de verordening ligt, anderen aan het omgaan met de verordening. Cruciale vraag was: durven we los te laten en kunnen we wel loslaten of hebben we alleen vertrouwen in onszelf als provincie?

Om een dreigende impasse voor te zijn, heeft de provincie het Koersdocument Stad en Platteland ontwikkeld. Daarin breekt Brabant als eerste provincie een lans voor de toepassing van uitnodigingsplanologie. Dit impliceert dat overheden inspireren en stimuleren tot particuliere en private initiatieven, dat zij tijdens een meerwaardegesprek samen met de initiatiefnemer verkennen wat de maatschappelijke meerwaarde van het initiatief is en het uiteindelijke initiatief tijdens een meerwaardetoets beoordelen.

Toepassing van uitnodigingsplanologie vereist herziening van de Verordening Ruimte. In mei 2012 hebben Provinciale Staten besloten tot de mogelijkheid van afwijking van de Verordening Ruimte. Gedeputeerde Staten zijn hierdoor bevoegd tot het verlenen van ontheffingen en proactieve aanwijzingen.

Voor het hele document klik hier.

maandag, november 12, 2012

 

5 sterrenregio Noordoost Brabant kiest voor Agro&food-cluster als speerpunt



De sterke positie van de regio is aan het verzwakken en er verdwijnt werkgelegenheid. Deze ontwikkeling wordt deels veroorzaakt door negatieve ontwikkelingen in het Agro&Food-cluster. De sector wordt geconfronteerd met toenemende (wereldwijde) concurrentie en prijsdruk. De investeringen in Research &Development in Agro&Food lopen terug. Deze tendens in het Agro&Food-cluster heeft niet alleen voor ketenpartijen en directe toeleveranciers gevolgen, maar ook voor meer aanpalende sectoren zoals ICT, logistiek, financiële dienstverlening en bouw. Deze ontwikkelingen vragen om actie.

Uit de economische analyse van NoordoostBrabant (uitgevoerd door Bureau Louter) blijkt dat het Agro&Food-cluster de ruggengraat van de regio vormt. Dit cluster omvat naast de directe ketenpartijen (10% van de regionale werkgelegenheid en toegevoegde waarde) zoals landbouw en verwerking, ook een groot aantal (regionale) toeleveranciers die op enigerlei wijze verbonden zijn aan de Agro&Food keten. In het Agro&Food-cluster worden de komende decennia belangrijke groeikansen verwacht. De sector staat voor grote uitdagingen als gevolg van wereldwijde bevolkingsgroei en veranderingen in voedingspatronen, opkomende grondstoffenschaarste, afnemende biodiversiteit, klimaatveranderingen en veranderende behoeften van consumenten. Om binnen de draagkracht van het ecosysteem te kunnen voldoen aan de
toenemende vraag naar voedingsmiddelen dienen innovatieve en duurzame productiemethoden ontwikkeld te worden. Dit vraagt om een transitie en verduurzaming van de Agro&Foodsector. Noordoost-Brabant kan in  deze ontwikkeling een belangrijke en onderscheidende rol spelen. Dit vereist inzet van alle partijen (overheid, ondernemingen en onderwijs- & onderzoeksinstellingen) in het Agro&Food-cluster én de aangrenzende sectoren. Door het maken van cross-overs kunnen veel bedrijfstakken – en daardoor ook de hele regio – profiteren van de hieruit voortkomende economische groei. Er zijn volop raakvlakken voor gemeenschappelijke innovatie-inspanningen met omringende sectoren. De aanwezigheid van leidende
spelers in deze sectoren creëert voldoende kansen voor de Agro&Food-sector om de beoogde innovaties daadwerkelijk vorm te geven. Hierdoor groeit niet alleen de Agro&Food-sector, maar worden juist ook de omringende sectoren versterkt.


In de transitie en verduurzaming van de Agro&Food-sector spelen drie pijlers een rol, die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: People, Planet en Profit.

• People: een goed functionerende arbeidsmarkt is essentieel voor een sterke regio. Onder invloed van de daling van de potentiële beroepsbevolking (door o.a. de toenemende vergrijzing), de lage instroom op opleidingen en de toenemende behoefte aan hoog opgeleide arbeidskrachten, is de verwachting dat het verwachte aanbod op de arbeidsmarkt niet voldoende is om aan de toekomstige vraag vanuit het bedrijfsleven te voldoen. Voor de komende jaren is het belangrijk om te investeren in een betere aansluiting
van onderwijs en arbeidsmarkt en de opleidingen aan te passen aan de vraag vanuit het bedrijfsleven (werkgevers);
• Profit: door innovatieve verbindingen (cross-overs) te creëren tussen het
Agro&Food-cluster en de overige sectoren, kan de Agro&Food-sector als ‘backbone’ van de economische regio de groei stimuleren. Innovaties in dit kader zij n mogelijk op het gebied van o.a. het (internationale) voedselvraagstuk, gezondheid, producttechnologie, voedselveiligheid en duurzame maaktechnologie. Het gaat hierbij  niet alleen om de ontwikkeling van kennis, maar juist ook om de toepassing daarvan en de vertaalslag naar de praktijk.
• Planet: de nauwe verbinding tussen stad en platteland kenmerkt de regio Noordoost-Brabant. Via een vitaal landelijk gebied kan deze wisselwerking nog verder versterkt worden. Bij  het opzetten van duurzame, innovatieve voedsel- en productiesystemen dienen mens, dier en natuur centraal te staan (“meer met minder op een duurzame manier”). Het stimuleren van duurzaamheid draagt bij  een sterke strategische positie van de regio in de wereld, benaderd vanuit een samenwerking over de sectoren heen. De dichtheid,compleetheid en verwevenheid van de Agro&Food-keten met andere sectoren biedt NoordoostBrabant unieke kansen om de economische positie van de regio te versterken. Dit alles uiteraard met inachtneming van de ambitie om een gezonde en dynamische regio te zijn waar mens, maatschappij , economie en milieu duurzaam met elkaar in balans zijn.

Bron: "Duurzame groei vanuit de basis, ontwikkelingen en strategische ambities van Noordoost-Brabant", november 2012, 5 sterren Noordoost Brabant/pwc.


 

1e regiotop Noordoost-Brabant te Veghel

Tijdens 1ste RegioTop gaven ruim 200 ‘decision makers’ uit Noordoost-Brabant ‘acte de présence’


Bijeenkomst innovatiehal Vanderlande Industries te Veghel
Op 7 november vond de eerste RegioTop Noordoost-Brabant plaats. Dit is een initiatief van het samenwerkingsverband ‘5-sterren Noordoost Brabant’. Ten overstaande van ruim 200 genodigden uit de vier O’s (overheid, onderwijs, ondernemers en overige intermediairs) riep gastheer Ton Rombouts, namens het Strategisch Beraad van de samenwerking, op om de komende jaren vol in te zetten op de agro- en foodsector. “De afgelopen jaren probeerden we 10 topambities te koesteren. Maar daarmee verlies je focus. Daarom moeten we nu keiharde keuzes maken en onze energie inzetten op de agro- en foodsector. Hier liggen de groeikansen voor de sector zelf, maar ook voor de andere sectoren zoals health, farma, bouw, metaal, ICT, logistiek en de dienstensector. In zijn analyse constateerde Rombouts ook dat het in onze regio niet meer zo goed gaat. “De vele ontslagen die we de afgelopen jaren hebben moet incasseren zijn dan wel geen ‘uitslaande brand’, maar het is wel een ‘smeulende veenbrand’ die we snel moeten blussen. Dit vraagt om actie!.”

Agro en Food
De RegioTop stond in het teken van ‘ontdekken en ontmoeten’. Plaats van handeling was het Innovation Center van Vanderlande Industries in Veghel. Naast Ton Rombouts sprak ook Martin Kropff, rector magnificus van Wageningen University and Research Center of Wageningen UR en lid TopTeam AgroFood Topsectorenbeleid de aanwezigen toe. Zij werden meegenomen in de kansen die Noordoost-Brabant heeft om voorloper te zijn in Agro en Food. Ton Rombouts sprak over de agro- en foodsector als ‘ruggengraat ’ en ‘aanjager’ van de regionale economie en de uitstraling ervan naar de andere sectoren.

Rombouts: “Van oudsher is de regio sterk in de agro- en foodsector. Dat zit in ons DNA. Maar tegelijkertijd is dit ook de sector met enorme groeipotentie. De wereldbevolking groeit explosief en er zijn steeds meer monden te voeden. Dat is goed nieuws voor de agrariër en alle partijen die zijn producten verwerken of verkopen zoals de vleesverwerkende industrie, de cateraars, de groothandel, de supermarkten etc. Maar dat niet alleen, ook alle daaraan gelieerde bedrijven profiteren mee van groei in deze sector. Denk aan het bouwbedrijf dat die nieuwe fabriek van een voedingsproducent mag bouwen, of het advocatenkantoor dat de contractbesprekingen doet namens die fabriek die gaat uitbreiden. Groei in de agro- en foodsector – zowat de enige sector waarin veel groei te verwachten is – heeft enorm veel impact op alle andere bedrijvigheid in de regio. Veel bedrijvigheid is nu al sterk verbonden met de agro- en foodsector. Het is een echte ‘multiplier’. En dat is hard nodig want voor het eerst in tijden gaat het niet meer zo goed met de regio. Daar moeten we op tijd op ingrijpen om erger te voorkomen.”

Het verhaal van Rombouts werd bevestigd door gastheer Michiel Peters, President en CEO van Vanderlande Industries. Peters: “De meeste mensen kennen Vanderlande als leverancier van de bagage-afhandelingsystemen op vliegvelden. Daarin zijn we inderdaad marktleider. Maar wist u dat een belangrijk deel van onze omzet afkomstig is van warehousing voor de foodservice? Groei van de agro- en food sector betekent voor ons een groei van deze markt.”

Van kennis naar kunde en kassa
Gastspreker Martin Kropff was uitgenodigd om te spreken over de kansen van de agro- en foodsector voor andere sectoren. Binnen de topsector Agro & Food waarvan hij lid van het topteam is, zijn juist deze cross-overs beschreven. Kropff gaf aan dat Wageningen UR veel belang hecht aan samenwerking met bedrijven en overheden in de regio’s in Nederland. En dus ook met Noordoost-Brabant gezien de focus op Agro en Food. “Kennisbenutting voor innovatie vinden wij belangrijk.” Hij sprak over de duurzame doorontwikkeling van de sector om de uitdagingen die de toekomst brengt het hoofd te kunnen bieden. “Nederland kan hierin een voortrekkersrol vervullen waarbij de regio als belangrijke motor dient. De regio Noordoost-Brabant kent veel foodproducerende bedrijven. Hier wordt hoogwaardige kennis toegepast in de praktijk.” Bij navraag bleken al vele aanwezigen met Wageningen UR samen te werken. Kropff: “Dat is mooi want zo gaan we van kennis naar kunde en kassa.”

Innovation Center
De RegioTop vond plaats in het Innovation Center van Vanderlande Industries. In deze ruimte toont Vanderlande haar meest innovatieve producten. In deze bijzondere setting - te midden van robots en geautomatiseerde opslagsystemen – werden de presentaties getoond en konden de gasten volop netwerken. Ondertussen werd volop getwitterd. Zoals Hans van der Pas, wethouder in Bernheze. Hij twitterde: ‘Inzetten op Agro & Food is prima, maar dan wel met 2 kernbegrippen: duurzaamheid & kwaliteit!.’ Andere aanwezigen waren vooral nieuwsgierig naar het vervolg. Interim manager Jo Horn: “Focus op Agro en Food is goed. Maar nu moet het vliegwiel in gang gezet worden. Maar wie gaan dit doen? Er is nu behoefte aan het vervolgverhaal waarin duidelijk wordt wat we gaan doen, hoe we het gaan doen en wat daar voor nodig is.”

Kennis- en business center
De eerste ambitie van de regio is de oprichting van een kennis- en business center. Rombouts: “Dat moet er gewoonweg komen, want we moeten een soort ‘magneet’ hebben die jonge talenten aan onze regio verbonden houdt. Ook ‘start ups’ moeten hier hun weg kunnen vinden.” Zijn betoog werd onderstreept door Wim Schonk van de GMV (gelieerd aan FME-CWM). “Wat nodig is in deze regio, is kennis, kunde en slagkracht. Samenwerken is daarbij essentieel. Innovatie gebeurt vaak door de kleinere bedrijven, maar die weten niet altijd hoe ze hun innovatie moeten ‘uitventen’. Grote bedrijven zouden daarom hun producten moeten meenemen in internationale projecten. De overheid kan een belangrijke rol spelen bij het ondersteunen daarvan door hen te verbinden zodat ze samen kunnen innoveren en een doorvertaling kunnen maken naar de markt.”

zondag, november 11, 2012

 

Gemeente verwerkt afval met insecten

Get Microsoft Silverlight
Bekijk de video in andere formaten.

Ga naar tijd: 19:00 min




AEB (Amsterdams Energie Bedrijf) in eiwitproductie

AEB en Jagran BV tekenden op 8 november 2012 een samenwerkingsovereenkomst. Samen gaan zij eiwitrijke grondstof produceren met behulp van larven van de huisvlieg en Amsterdams organisch afval. Met dit initiatief bieden zij een oplossing in de grondstoffenschaarste.

Wereldwijde eiwituitdaging
In de diervoedersector dreigt een tekort aan eiwitten (proteïnen). De prijzen van grondstoffen zijn hoog en voedselproductie voor de mens heeft voorrang. Toch zijn eiwitten onontbeerlijk voor het produceren van veevoer. Meestal worden ze gehaald uit sojabonen of vismeel, wat niet bepaald duurzaam is. De teelt bedreigt de tropische regenwouden en soja komt doorgaans van ver.

Bron van eiwitten
Jagran BV en AEB gaan samen een eiwitrijke grondstof produceren uit larven van de huisvlieg (Musca domestica). De larven worden gekweekt en gevoed met organisch afval zoals GFT, slib, restaurantafval en zelfs mest. Ze zijn rijk aan hoge kwaliteit eiwitten en vetten en daarom bijzonder geschikt als grondstof voor diervoeding. De diervoedersector heeft al aangegeven hier bijzonder in geïnteresseerd te zijn. Het is een zeer duurzaam concept doordat het lokaal verkrijgbaar organisch afval (her)gebruikt wordt, weinig energie verbruikt, lage CO2 emissies heeft en het een toekomstig eiwit schaarste probleem kan oplossen.

Planning
Eind 2013 moet de demofabriekslijn operationeel zijn waarna we in 2015 de eerste GFT-larvenfabriek van Nederland kunnen openen.

Het streekhuis Noordoost Brabant is medio 2011 een vergelijkbaar initiatief gestart. Echter in dit project wordt geen gebruik gemaakt van de huisvlieg maar van de zwarte soldatenvlieg (Black Soldier Fly of BSF). In 2012 wordt door Wageningen UR een laboratoriumtest uitgevoerd om de effectiviteit van het verwerken van diverse mestsoorten te achterhalen. De resultaten komen begin 2013 beschikbaar. De volgende stap is het uitvoeren van een praktijktest. Het einddoel is een installatie te ontwerpen waarmee grote hoeveelheden organische restproducten, waaronder mest en keukenafval, omgezet kunnen worden in hoogwaardige eiwitten om kringlopen te sluiten. Voor meer informatie klik hier.

vrijdag, november 09, 2012

 

Strohotel Haps wint inspiratieprijs

Strohotel Aalshof wint inspiratieprijs van RECRON Junior Club


Op 7 november 2012, tijdens de Algemene Ledenvergadering van RECRON, reikte de RECRON Junior Club voor de tweede keer de Glow Award uit. De winnaar van dit jaar is Strohotel Aalshof uit Haps. Eigenaresse Conny van den Besselaar nam een bos bloemen en een bronzen beeld in ontvangst uit handen van Kim Heesakkers van de RECRON Junior Club.

Conny (links) met haar prijs
De Glow Award is een jaarlijkse prijs die uitgereikt wordt aan een ondernemer, bedrijf, project of concept dat de leden van de RECRON Junior Club inspireert tot goed ondernemerschap.
Conny van den Besselaar ontving de prijs voor de bouw van Strohotel Aalshof; een unieke accommodatie dat voor het grootste deel is opgebouwd uit stro en leem. De stro is een restproduct van de agrarische ondernemers in de omgeving, leem kwam uit de nabijgelegen Maas. En zo is dit hotel niet alleen een knap staaltje innovatieve bouwkunst, maar ook duurzaam en ecologisch. Een inspiratiebron voor de recreatie- en toerismebranche!
Strohotel Aalshof voldoet aan de eisen van de Glow Award, door:
- het duurzame karakter, waarbij het comfort gewaarborgd is gebleven,
- de originaliteit,
- het feit dat dit initiatief ondernemers in de branche kan inspireren om (op kleinere schaal) hetzelfde te doen als vervanging voor de standaard accommodatievormen,
- de manier waarop dit project is gerealiseerd (met behulp van vrijwilligers)

woensdag, november 07, 2012

 

Discussie in de Peelhorst


maandag, november 05, 2012

 

Herperduin een duurzaam en natuurvriendelijk vakantiepark

Voorbeeld waar People, Planet en Profit hand in hand gaan.

Vakantiepark Herperduin ligt vlakbij de Brabantse dorpen Herpen en Schaijk, dicht bij de Maas. Het park bestaat uit twee bungalowparken, Herperduin en De Bosrand, een camping en een groepsaccommodatie. Het complex ligt bij een natuurgebied waarvoor samen met de lokale overheid plannen worden ontwikkeld om de eerste Groene (recreatieve) Poort van Nederland te worden. Natuurpark De Maashorst omvat straks ruim 4.000 hectare met bossen, vennen en zandverstuivingen (www.herperduin.nl). Toen het vakantiepark (geopend in 1955) in 1986 eigendom werd van de familie Van Dijk, ging het roer om. De nieuwe kernwaarden werden gezondheid, zorg voor de natuur en een actief leven uitstralen, dit laatste gebaseerd op cultuur en historie.

Natuur staat centraal
Voor de familie Van Dijk begint verantwoord ondernemen met zorg voor de natuur. “We mogen de aarde niet uitputten en moeten haar natuurlijke kringlopen respecteren”, zegt Conny van Dijk. In die lijn wordt het snoeihout opnieuw in de natuur ingebracht, hetzij als afscheiding, hetzij als houtstapel waarin dieren zich kunnen nestelen. Het natuurlijke restmateriaal dat niet kan worden hergebruikt eindigt op de composthoop. Daarnaast heeft het team een scherp oog voor gebruik en verbruik van materialen en wordt er zuinig omgegaan met energie en water. Dit is terug te zien in de talrijke energiebesparende maatregelen die genomen zijn, zoals het gebruik van spaarlampen, LED-verlichting, zonnepanelen en -boilers en water besparende douchekoppen.

Voor het hele artikel klik hier of hier.

zaterdag, november 03, 2012

 

Veehouderij en belasting van het klimaat

Om het leefklimaat te bewaken stelt de overheid eisen aan de uitstoot van fijnstof, ammoniak en geur van stallen in de intensieve veehouderij. Het toelaten van systemen, zoals nieuwe emissie arme stallen en luchtwassers, is aan eisen verbonden opgesteld door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Om toegelaten te worden moet een zorgvuldige procedure doorlopen worden waarbij de effectiviteit op het klimaat van de installatie of stalsysteem gecontroleerd wordt. Als het systeem goed bevonden wordt dan krijgt het een officiële erkenning van de overheid en mag het verkocht worden. Het controle systeem is zorgvuldig en daardoor duur. Op het controle systeem van de overheid is veel kritiek. Nieuwe innovatieve systemen krijgen namelijk geen kans. De bedenker van een nieuw systeem moet namelijk de controle kosten van ongeveer 150.000,- euro betalen. En als het systeem vervolgens getest is dan mag iedereen het vervolgens kopiëren. Zie: RAV regeling remt innovatie. En eenvoudige oplossingen die goedkoop zijn maken al helemaal geen kans. De hoge controle kosten kunnen dan immers niet terug verdiend worden.

Het streekhuis Noordoost Brabant begeleid ondernemers die tegen dit probleem aanlopen. Voor meer informatie klik hier.

donderdag, november 01, 2012

 

De lekkerste kersen komen uit de Maashorst



Voor meer informatie klik hier.

 

Nieuwe toekomst Boekels Ven bezegeld

Met de ondertekening van het contract tussen de gemeente Boekel en Grotenhuis Ontwikkelingsmaatschappij is de transformatie van camping Boekels Ven tot groot zorg-recreatiepark weer een stap dichterbij. Burgemeester Pierre Bos noemde het een 'heuglijke dag' voor Boekel. Net als Pieter Visser van de ontwikkelingsmaatschappij is hij van mening dat het nieuwe zorgpark een aanwinst is voor Boekel en alle toekomstige gasten. Bron: Brabantsdagblad. Lees verder.

 

Regiobranding Land van Cuijk

Open-source logo wordt steeds vaker gebruikt












Regiobranding is simpel gezegd "reclame maken voor een regio". Om een streek goed op de kaart te zetten is het belangrijk dat velen een steentje bijdragen en dat de boodschap uniform is. In 2009 hebben twee studenten van de NHTV het project Vetrina uitgevoerd in opdracht van De regio VVV, het streekhuis Noordoost Brabant en platform Noordelijke Maasvallei. Op basis van bestaande visie en beleidsdocumenten, interviews en rondetafelbijeenkomsten was het advies het "Land van Cuijk" een eigen identiteit mee te geven die goed aansluit en aanvullend/versterkend is met "Maasduinen". Communicatie-advies bureau's in de vijf gemeenten van het Land van Cuijk hebben het "een steentje bijdragen" letterlijk genomen en hebben in 2010 op eigen initiatief een zogenaamd "open-source" logo ontworpen. Dit logo is vrij van rechten en kan, onder voorwaarden, gebruikt worden om het Land van Cuijk te promoten. Het logo is zo ontworpen dat het gemakkelijk als ondersteunend logo gebruikt kan worden bij een eigen huisstijl. Zo kan er met tekst en kleur gevarieerd worden (zie de voorbeelden hierboven). Naast het Merk Brabant logo, kan ook een Merk Land van Cuijk logo gebruikt worden. Het beeldmerk is nu ruim twee jaar beschikbaar en wordt steeds vaker gebruikt waardoor de boodschap steeds sterker wordt.

Het gebruik van het Merk Land van Cuijk logo is verbonden aan voorwaarden:
Voor informatie neem contact op met:
Maek of Cybox

Het initiatief bleef niet onopgemerkt. Voor een publicatie in het tijdschrift Streek klik hier.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?