zondag, april 29, 2007

 

Farm Energy Network Boekel

Nederlandse agrarische ondernemers staan bekend als creatief en innovatief en dwingen veel respect af in de rest van de wereld. De sector is een belangrijke kurk waar de Nederlandse economie op drijft. Om deze positie te handhaven zullen bakens steeds verzet moeten worden in de wetenschap dat buitenlandse concurrenten op de voet volgen. Een van de moeilijkste vormen van innovatie is samenwerken. De Senseo Crema van Philips/DE is daar een aansprekend voorbeeld van. Qua technologie een koud kunstje. De bottleneck bij samenwerken zit hem in het elkaar vertrouwen. Cor Boonstra, eerst CEO van DE en daarna CEO van Philips was daarvoor de bindende factor. Goed voorbeeld doet volgen en na het Senseo succes zijn er veel andere successen van met elkaar samenwerkende bedrijven gevolgd.

Agrarische bedrijven hebben een traditie van met elkaar samenwerken. Meestal in coöperatiefverband bijvoorbeeld door gezamenlijk aan te kopen of te verkopen. Samenwerkingsverbanden waarbij bedrijfsprocessen van elkaar afhankelijk worden staan in de kinderschoenen. Door de overheid worden de tien meest kansrijke projecten gesteund middels het project Agrologistiek. Zie www.agrologistiek.nl

Op verzoek van de gemeente Boekel is het Streekhuis Peel & Maas gestart met een onderzoek naar de mogelijkheden van samenwerken tussen agrarische ondernemers in Boekel. De aandacht richt zich op het benutten van warmte en CO2 die varkensbedrijven en champignonkwekerijen over hebben voor bedrijven die warmte en CO2 nodig hebben zoals de glastuinbouw.

De eerste stap die gezet wordt is het geven van een opdracht voor een haalbaarheidsstudie op initiatief van het Streekhuis.

De resultaten van de haalbaarheidsstudie worden vervolgens aan de ondernemers aangeboden. Omdat het Streekhuis zelf geen budget heeft is er september 2006 een verzoek bij de provincie ingediend om het benodigde budget voor de haalbaarheidsstudie beschikbaar te stellen. Omdat de provincie twijfels had over het nut van de haalbaarheidsstudie werd er op 26 april j.l. in het gemeentehuis van Boekel een expertmeeting georganiseerd. Specialisten op dit gebied bespraken de kansen met een aantal Boekelse agrarische ondernemers (TG).

Meer informatie:
http://reconstructiepeelenmaasnieuws.blogspot.com/2006/06/farm-energy-network-fen-boekel.html

zaterdag, april 28, 2007

 

Eerde vreest themapark Veghel


De dorpsraad van Eerde maakt zich grote zorgen over de gevolgen voor dit dorp als er in de Poort van Veghel echt een themapark komt dat honderdduizenden bezoekers trekt. In een brief aan het gemeentebestuur uit de raad haar zorgen over de mogelijke vestiging van de Dutch Food Experience vlakbij het dorp.

Volgens de raad staat de schaal van deze activiteit in geen verhouding tot de schaal van Eerde en omgeving en toont geen respect voor de ontwikkeling van deze gemeenschap. De dorpraad reageert naar aanleiding van een artikel over de Dutch Food Experience dat op 31 maart in het Brabants Dagblad verscheen. Daarin reppen de initiatiefnemers over 1,5 tot 2 miljoen bezoekers per jaar. "Dit zou betekenen dat het een attractiepark wordt met een bezetting zoals de Efteling of pretpark Slagharen", constateert de dorpsraad. Zo'n toeloop van bezoekers veroorzaakt volgens de dorpraad onherroepelijk verkeersproblemen bij het dorp. Zeker ook gezien de huidige opstoppingen bij de A50-afslag Eerde. Verder is de dorpsraad van Eerde geschrokken van de doorkijk die de initiatiefnemers geven naar verdere uitbreiding van het park. Dat zou eventueel kunnen 'aan de andere kant van de A50', zo wordt gesteld. "Dat zou betekenen dat deze attractie komt te liggen aan de zijde van Eerde! Wij kunnen ons niet voorstellen dat de gemeente deze zienswijze ondersteunt", stelt de dorpsraad. De Eerdse dorpsraad eist van het gemeentebestuur dat deze open kaart speelt over de plannen met de Poort van Veghel en de Eerdse bevolking op de hoogte houdt van verdere ontwikkelingen. Daarbij doet de raad de oproep om het belang van het dorp zwaarder mee te laten wegen. "Op dit moment krijgen wij de indruk dat men wilde plannen ontwikkelt om de stedelijke regio op de nationale kaart te zetten. Maar ten koste van wat?"

De Dutch Food Experience moet hét Europese themapark worden voor voedselproductie en -bereiding en -gebruik. Hoe dit precies gestalte moet krijgen is niet echt duidelijk. Het idee voor de Dutch Food Experience is afkomstig van de Udense ontwikkelingsmaatschappij Octus Beheer.Inmiddels heeft Agro&Co het idee omarmd. Agro&Co is een instituut dat is opgericht door de provincie, de ZLTO en de Brabantse Rabobanken. Doel is de promotie van de agrarische en aanverwante bedrijfstakken. Brabantsdagblad 28 april 2007.

 

Crossterrein Boekel

Vrom verliest procedure tot sluiting crossterrein Boekel

De Vrom-inspectie heeft een procedure tot sluiting van het Boekelse motorcrossterrein Bezuidenhout gisteren bij de Raad van State verloren. Het gemeentebestuur van Boekel weigerde op 1 augustus 2006 terecht tot sluiting over te gaan, aangezien op dat moment nog concreet zicht bestond op legalisatie van dit in de bossen gelegen terrein. Dat dit bijna vier maanden later al niet meer zo was, doet volgens 's lands hoogste bestuursrechter niet ter zake.

De Raad van State verwierp daarmee een geruchtmakend beroep van de inspectie van het ministerie van Vrom die de gemeente tot sluiting van Bezuidenhout had gesommeerd. Het crossterrein dat sinds jaar en dag illegaal wordt gebruikt door de Motorsport Club Boekel (MCB) blijft door deze uitspraak voorlopig open, ook al heeft het provinciebestuur het circuit op 21 november 2006 geschrapt uit het nieuwe bestemmingsplan buitengebied van Boekel waarin de gemeente het had gelegaliseerd. Afgelopen dinsdag, een dag voor de uitspraak van de Raad van State, verleende de gemeente een milieuvergunning van één jaar voor het circuit. Volgens haar voldoet de motorsportclub met geluiddempers op de motoren aan de geluidsnormen om wekelijks ruim 7 uur te mogen crossen. De provincie en de Vrom-inspectie hebben eerder betoogd dat een milieuvergunning onhaalbaar is, vanwege de bescherming van omwonenden tegen geluidshinder op Bezuidenhout. De motorsportclub kan het circuit gebruiken, tenzij de Vrom-inspectie of omwonenden daartegen in actie komen. Zij kunnen de Raad van State vragen de milieuvergunning te schorsen. De gemeente wil Bezuidenhout open houden tot het nieuwe regionale crossterrein in Odiliapeel er is. Hiervoor bestaan plannen bij de gemeente Landerd, die het crossterrein op de Reekse Heide moest sluiten. Brabantsdagblad 26 april 2007.

Binnen de reconstructie plannen is voorzien in een nieuw regionaal oefen terrein in de gemeente landerd. De gemeente landerd heeft het Streekhuis Peel & Maas gevraagd de wensen van de motorcrossverenigingen te inventariseren.

dinsdag, april 24, 2007

 

Dassencorridor Cuijk


Buitengebied Cuijk grotendeels 'op slot' vanwege dassencorridor


De Cuijkse raad heeft gisteravond een voorlopige dassencorridor ingesteld. Dat besluit is zonder de gebruikelijke voorbereidingen in commissies genomen, na een korte, opgelegde periode van geheimhouding.

Het overhaast genomen besluit was nodig om te voorkomen dat gedurende de normale, openbare voorbereidingstijd ondernemers nog snel met uitbreidingsplannen zouden komen.

Het besluit van de raad is concreet een voorbereidingsbesluit. Dat betekent dat de gemeente verklaart dat voor een deel van het grondgebied een bestemmingsplan wordt voorbereid. In de tussenliggende tijd - een jaar - kan de gemeente de ontwikkelingen in dat gebied volledig in de hand houden.

In dat bestemmingsplan wordt geregeld dat dassen zich ongestoord kunnen verplaatsen en voldoende plek hebben om te fourageren. In het kader van de reconstructie van het platteland is al eerder afgesproken dat er zo'n dassencorridor zou komen. Die strook komt grofweg te liggen tussen de Maas aan het oosten en de landgoederen in het westen en noordwesten van het Land van Cuijk.

De raad voelde zich behoorlijk overvallen met het voorstel. "Het buitengebied gaat op slot", zo verwoordde Jos Nielen (CDA) het standpunt van zijn fractie. VVD, PLC'93 en WNP/AB wilden absoluut niet instemmen met het voorstel. Te veel belemmeringen voor de ondernemers in het gebied, zo redeneren zij. Met name boomtelers zouden niet meer kunnen uitbreiden.

Coalitiepartij CDA had de sleutel in handen gisteravond. Na een schorsing en met heel veel tegenzin, ging de fractie schoorvoetend akkoord. Gelderlander 24 april 2007

 

Zonneterp Veghel

In het reconstructieplan spelen water en natuur een belangrijke rol. In eerste instantie denk je dan aan het weer laten meanderen van waterlopen en het weer drassig maken van stukken grond waardoor water langer vastgehouden wordt en rivieren minder piekbelasting te verwerken krijgen. Maar water komt ook in andere projecten terug die minder voor de hand liggen. Zo wordt in veghel onderzocht of het concept "Zonneterp" in een nieuw te bouwen woonwijk geïntegreerd kan worden. Het doel van de Zonneterp woningen is dat ze zelfvoorzienend zijn voor water en energie. Door veel glas in de bouw toe te passen of een samenwerking aan te gaan met glastuinders ontstaat er een surplus aan warmte in de zomer. Door de woningen en de kassen in de zomer te koelen en met de warmte het grondwater op te warmen ontstaat er een warmte buffer in de grond. Deze kan dan weer in de winter benut worden om de woningen en de kassen te verwarmen. Ook het grijze (spoel) water en zwarte (riolering) water kan op locatie gezuiverd en hergebruikt worden. Maar voor het zover is zal de gevestigde orde ruimte moeten bieden voor verandering. Dat dat niet meevalt bewijst de kruistocht van prof. Lettinga waarover hieronder een verslag.




Foto: Innovatienetwerk

*Bacterietechniek biedt alternatief voor verspillend watercloset*

Het bedrijfsleven heeft het levenswerk van Gatze Lettinga al lang
omarmd. Waarom worstelen we thuis dan nog met zo'n watercloset?

Zijn vrouw had die ochtend nog zo gezegd: je gaat het toch niet weer
over riolen hebben, hè. Maar voor Gatze Lettinga (70), emeritus
hoogleraar milieutechnologie aan Wageningen Universiteit, is het riool
nu eenmaal meer dan een grote pijp in de grond waar af en toe wat
doorheen spoelt. Hij weet precies hoe je biomassa, fecaliën, urine of
afvalwater duurzaam moet verwerken.

Het riool is voor hem ook een symbool van macht. Waterschappen en
gemeenten zijn in de greep van een leger van ingenieurs, betonbouwers,
fabrikanten van pompen en aannemers, meent hij. Deze rioolbouwers
proppen op onze kosten de grond vol met kilometers buis en verdienen
daar flink aan. „Temeer daar die boel na veertig jaar weer vervangen
moet worden. Natuurlijk, ook ik weet dat er voordelen aan een riool
zitten. Maar over de nadelen hoor je niemand.”

Als milieutechnoloog kan Lettinga je die nadelen haarfijn uitleggen. Een
keer het toilet doorspoelen en daar gaat weer tien liter kostbaar water
bijvoorbeeld. Of wat te denken van die dure, ingewikkelde
zuiveringsinstallaties die bovendien energie vreten? En dan hebben we
het nog niet gehad over het zuiveringsslib, waarvoor niemand een goede
toepassing weet.

Het kan ook anders, heeft Lettinga bewezen, en duurzamer: het afval
concentreren en laten uitrotten. Dat is het principe van de anaërobe
zuiveringstechniek die Lettinga in Wageningen vanaf 1970 ontwikkelde.
Dankzij die techniek wordt afvalwater een bron van hoogwaardige
grondstoffen.

Het is een baanbrekende techniek waarvoor Lettinga in 2000 de
Shell-duurzaamheidsprijs kreeg en waarvoor hij deze maand in Los Angeles
de prestigieuze Amerikaanse Tylor-prijs voor milieutechnologie in
ontvangst mag nemen.

Bij anaërobe zuivering gaan bacteriën in bioreactoren afvalstromen te
lijf, zonder dat er zuurstof aan te pas komt. De bacteriën zetten de
organische bestanddelen van het afval om in bruikbare reststoffen, zoals
methaangas en compost. Zou Nederland alle huishoudelijke afvalstromen
met Lettinga's bacterietechnieken verwerken, dan levert dat genoeg
methaangas op om 80.000 huishoudens van energie te voorzien. De
geconcentreerde meststoffen kunnen in de landbouw worden gebruikt. En op
spoelwater is jaarlijks 175 miljoen kuub te besparen. Dus waar wachten
we op?

Maar zo eenvoudig gaat het niet, leert de ervaring van Lettinga. „Wij
hebben jarenlang in het buitengebied gewoond van Heerenveen. Vier huizen
in een bos, langs een stille weg. En daar wilden ze ons opschepen met
zo'n hele dure persleiding. Krankzinnig natuurlijk. Daar heb ik me dus
tegen verzet. Dat heb ik geweten! Gemeentelijke instanties worden dan
nerveus en sturen hun juristen op je af.” Uiteindelijk lukte het
Lettinga een aansluiting op het hoofdriool te voorkomen en in eigen
beheer alle afvalstromen te verwerken. Maar een maand na zijn vertrek
uit Heerenveen was zijn oude woning al op het riool aangesloten. Dat is
tekenend, vindt de milieutechnoloog.

Toch, voorspelt Lettinga, keert het tij. Duurzaamheid staat op de kaart
en inmiddels is in een nieuwe woonwijk van Sneek een demonstratieproject
ontwikkeld met anaërobe afvalverwerking. Daarvoor werken de gemeente,
Wetterskip Fryslân, het bedrijfsleven en de Wageningen Universiteit
samen. En net als in de jaren zeventig, toen Lettinga's bioreactor werd
ontdekt door bedrijven als CSM en Avebe, zal ook dit keer het
bedrijfsleven zijn kansen ruiken, verwacht de milieuwetenschapper.
„Projectontwikkelaars zullen spoedig ontdekken dat het een ideale
oplossing is voor hotels, scholen, flats en recreatieterreinen. En het
kan relatief simpel: Iedereen een vacuümtoilet, zoals in het vliegtuig,
waarvoor je per spoelbeurt slechts een halve liter water nodig hebt.
Alle fecaliën kunnen dan centraal worden opgevangen en afgevoerd naar
een bioreactor. En voor een flat hoeft die niet veel groter te zijn dan
twintig kuub. Zeer compact, zonder overlast. Hier liggen enorme kansen
voor duurzame verwerking van afvalstromen. Kansen ook om flink op kosten
te besparen.”


Rioolverbond van betonboeren en ingenieurs frustreert duurzame
oplossingen



De opmars van riolen in stedelijke gebieden in de Derde Wereld heeft
dramatische gevolgen, zegt de Wageningse milieuwetenschapper Gatze
Lettinga. „In India bijvoorbeeld kunnen de meer gegoeden dankzij het
riool hun afval kwijt, door de arme massa ermee op te zadelen. Die
riolen lozen hun stinkende inhoud op het oppervlaktewater, want geld
voor zuiveringsinstallaties is er niet. En zo ontstaan enorme problemen.”

Het oppervlaktewater raakt als bron van drinkwater bijna onbruikbaar.
Ziektekiemen verspreiden zich zo over grote gebieden, wat de landbouw
schaadt, analyseert de milieutechnoloog.

En waarom wordt voor zo'n aanpak gekozen? Heus niet om de mensheid uit
de ellende te helpen, denkt Lettinga. „Het is allemaal business. Je kunt
mij niet wijsmaken dat die experts niet weten wat voor schade ze
aanrichten. Terwijl de milieuvervuiling vóór de introductie van die
prestigieuze spoeltoiletten binnen de perken werd gehouden met
traditionele systemen als de septic tank. Zo'n tank werkt prima, zolang
je er maar geen grote plassen water bij doet.”

Het wereldwijde succes van riool en watercloset frustreert de opmars van
de veel goedkopere, duurzame anaërobe techniek. In de Verenigde Staten
is het ’rioolverbond’ van consultants, ingenieurs, betonboeren al
oppermachtig, wat erg pijnlijk is voor Perry McCarty, de grote man van
de anaërobe zuiveringstechniek in de VS en de inspirator van Lettinga.

maandag, april 23, 2007

 

Filmpje Dag van de Reconstructie locatie Wanroij

http://www.kkn.nl/reconstructie.html

zondag, april 22, 2007

 

Dag van de Reconstructie 21 april

Er gebeurt meer dan je ziet!

Het voormalige Raadhuis van Wanroij, dat als Grand Café en zalencentrum een nieuwe functie heeft gekregen,was 1 van de 26 startpunten van De dag van de Reconstructie. Belangstellenden kregen een presentatie van het veel omvattende project dat reconstructie heet. Veel projecten op het gebied van landbouw, natuur, recreatie, water en leefbaarheid van kleine plattelandsdorpen zijn al opgepakt. Na de presentatie bezochten de bezoekers met een milieuvriendelijke zonnetrein het project Cleanergy. Cleanergy is een vernieuwend project waarbij 30 boeren een moderne coöperatie vormen. Ze hebben een installatie gebouwd waarbij mest verwerkt wordt tot elektriciteit, genoeg voor zo’n 2500 gezinnen.

















dinsdag, april 17, 2007

 

Zaak Versneller Land van Cuijk


ROC gaat ondernemers coachen

In het najaar krijgen twintig ondernemers uit het Land van Cuijk gedurende een halfjaar intensieve begeleiding van ROC De Leijgraaf.

Het opleidingsinstituut organiseert daarnaast een achttal bijeenkomsten in de regio die openstaan voor alle ondernemers. Tijdens die bijeenkomsten wordt aan de hand van thema's ingegaan op bijzonderheden van het ondernemerschap, zoals marketing en dienstverlening aan klanten. Het roc organiseert deze 'coaching-trajecten' in opdracht van de vijf Land van Cuijkse gemeenten. De gemeenten maken zich zorgen over de bedrijvigheid van de regio in de toekomst.

Ze hopen met initiatieven als deze het ondernemerschap in het Land van Cuijk een steun in de rug te geven.Volgens Karel Wijne, projectleider van De Leijgraaf, is het intensieve traject dat in het najaar begint, speciaal bedoeld voor startende ondernemers of ondernemers die op het punt staan een nieuw product te gaan ontwikkelen. "Ondernemers moeten voortdurend met vernieuwing bezig zijn", zegt Wijne. "Maar ze worden geleid door de waan van de dag en zijn daar niet zo mee bezig. Terwijl het om te overleven nodig is te blijven innoveren, vernieuwen." Als ze deelnemen aan dat traject, worden ze daarbij intensief gesteund. Ze krijgen les van onze docenten, maar ook van ondernemers uit de regio die hun sporen al ruimschoots hebben verdiend.

"De deelnemende ondernemers volgen niet alleen creatieve sessies, maar krijgen ook vijf keer twee dagen cursus. Ze leren hoe ze een eigen businessplan kunnen maken. Studenten van het roc krijgen daar ook een rol in, zodat de kloof tussen onderwijs en bedrijfsleven wat wordt gedicht. "Het is goed voor de ondernemer én voor het onderwijs", aldus Wijne.Het coachingtraject, dat als naam De Zaakversneller heeft meegekregen, is niet gratis. De ondernemers betalen 1500 euro per persoon. "Daarmee zijn we nog lang niet kostendekkend", zegt Wijne. "We krijgen subsidie van de Europese gemeenschap en van de provincie. De ondernemer moet zelf tijd en geld investeren want we moeten ook zeker zijn van zijn motivatie."ROC De Leijgraaf werkt voor dit project samen met de Technische Universiteit Eindhoven. Gelderlander 17 april 2007.

zondag, april 15, 2007

 

Wagen op zonne-energie voor gemeenten


Het bedrijf Soios uit Maashees wil een wagen op zonne-energie ontwikkelen voor het gemeentelijk wagenpark. het bedrijf krijgt steun uit de reconstructiehoek.

Ze hebben zich nog niet gemeld, de gemeenten die 5000,- euro willen steken in een gemeentewagentje dat op zonne-energie rijdt. Toch denkt Twan Goossens dat het goed komt met zijn plan om het wagenpark van tien Nederlandse gemeenten in iedergeval uit te breiden met een karretje dat de zon als brandstof gebruikt.

Goossens is streekmanager van het reconstructiegebied Peel en Maas. Zijn taak is de leefbaarheid van het platteland in stand te houden en zo mogelijk te verbeteren. "Werkgelegenheid en een goed milieu zijn ook onderdelen van leefbaarheid", zegt hij. Het bedrijf dat voor de werkgelegenheidverantwoordelijk is, is Soios uit Maashees, dat treintjes en quads maakt die op zonne-energie rijden. Tijdens de zomermaanden rijdt er in Overloon al een toeristentrein van het bedrijf.

De onderneming kan met subsidiegeld van de overheid innovatieve projecten uitwerken, zegt Goossens. "Beter is het als Soios klandizie krijgt. De kennis is er al." Vandaar dat hij gemeenten oproept serieus te overwegen met het Maashese bedrijf in zee te gaan. "Ik zoek tien gemeenten die elk 5000 willen steken in de ontwikkelkosten van een gemeentewagen op zonne-energie." Besluit de gemeente het wagentje vervolgens aan te schaffen , dan gaan die kosten af van de aanschafprijs. Die ligt volgens Goossens rond de 12.000 euro. "Iets duurder dan de pick-uptruckjes die gemeenten nu gebruiken, maar de onderhoudskosten liggen bij een wagentje op zonne-energie een stuk lager. Per kilometer rijden ze concurrerend."

Directeur Jan van Haaren is blij met de steun van Goossens aan zijn bedrijf. "We worden al regelmatig gebeld voor meer informatie, maar nog niet door gemeenten. Ze staan nog niet in de rij", zegt van Haaren.

De basis voor de gemeentewagen vormt de al bestaande quad. Een pittig wagentje (maximumsnelheid 45 kilometer per uur) met een trekkracht van meer dan 2 ton. De wagen kan dagelijks 60 kilometer afleggen, de helft dankzij de zon, de andere helft door een accu. Gemeenten die meedoen, kunnen zelf bepalen voor welke taken hun voertuig geschikt gemaakt moet worden.

In mei is er een voorlichtingsbijeenkomst en kan een proefrit worden gemaakt. Inlichtingen: o6 51631647. www.soios.nl. Bron: Gelderlander 13 april 2007.

maandag, april 09, 2007

 

Vertraging uitvoering reconstructie


Veranderingen op het platteland verlopen langzaam. Enerzijds omdat het veel tijd vergt voor alle belanghebbende het met elkaar eens zijn. Deze fase heeft ongeveer acht jaar geduurd als we uitgaan van de uitbraak van de varkenspest als aanleiding van de reconstructie tot de start van de uitvoering. Ook voor de uitvoering, die ongeveer twee jaar geleden gestart is, moet er rekening gehouden worden met de nodige tijd. Het streven was om de klus in 2016 geklaard te hebben. Door een uitspraak van de Raad van State komt daar voor een deel van de doelstellingen een aantal maanden tot een paar jaar bij.


Herinrichtingbuitengebied wordt nóg complexer

De toch al complexe herinrichting van het Brabantse buitengebied wordt nog een stuk ingewikkelder. Dat is het minste wat je kunt zeggen over de uitspraak die de Raad van State afgelopen woensdag deed over het reconstructieplan Beerze Reusel.
Deze trendsettende uitspraak voor de andere zes reconstructieplannen in Oost- en Midden-Brabant, is van grote betekenis voor belanghebbenden die geconfronteerd worden met voor hen nadelige gevolgen van de herinrichting. Zoals een burger die met zijn woning in een landbouwontwikkelingsgebied terecht komt en daardoor een grootschalig varkensbedrijf naast zich kan krijgen. Of een veehouder die met zijn bedrijf valt binnen de beschermingszone van een natuurgebied of binnen een voor waterberging aangewezen gebied en daardoor mogelijk geen stallen meer mag bijbouwen. De situaties vloeien voort uit de reconstructieplannen die door de provincie op de drie meest ingrijpende onderdelen rechtstreeks bindend voor de burger zijn verklaard: de begrenzing en werking van zones voor groei en beperking van de intensieve veehouderij (varkens-, kippen- en nertsenbedrijven); de begrenzing en werking van zones ter bescherming van natuurgebieden tegen verdroging; de begrenzing en werking van wateropvangbekkens langs de Brabantse beken die moeten voorkomen dat woonwijken bij hoog water onderlopen. Wie door deze ruimtereserveringen in zijn belangen wordt getroffen, kan in beroep gaan tegen het reconstructieplan. Wijst de rechter deze bezwaren af, dan krijgen de betrokkenen geen herkansing meer via de normale bestemmingsplanprocedure. Wie geen bezwaar heeft gemaakt tegen het reconstructieplan, kan het ook schudden. De gemeenten moeten van de provincie de voorgeschreven zones namelijk onverkort opnemen in hun bestemmingsplannen buitengebied, met als gevolg dat daartegen geen beroep meer mogelijk is. Deze ingrijpende uitsluiting ligt vast in de Reconstuctiewet. De Raad van State heeft woensdag echter een dikke streep gehaald door de zogeheten planologische doorwerking. Bovenal omdat de provincie via het reconstructieplan zelf mogelijkheden heeft ingebouwd om in bestemmingsplannen af te wijken van de zone-indeling voor met name de intensieve veehouderij. Dit voorbehoud maakt de regel zelf onmogelijk. Door het ingrijpen van s lands hoogste bestuursrechter in de rechtstreekse doorwerking, vervallen ook de twee belangrijkste hoofddoelen van dit paardenmiddel: het voorkomen van ontwikkelingen die strijdig zijn met de reconstructie en het versnellen van activiteiten die daarmee sporen. Vergunningen die voldoen aan een geldend bestemmingsplan maar niet aan de reconstructiedoelen kunnen daardoor niet meer worden aangehouden tot er een nieuw bestemmingsplan is. En voor elke vergunning waarmee de reconstructie wordt uitgevoerd, maar die in strijd is met een geldend bestemmingsplan, moet dan een aparte procedure worden gevolgd. Dat betekent veel extra werk en vertraging. Aan deze situatie komt pas een eind als alle 54 gemeenten in Oost- en Midden-Brabant een nieuw plan buitengebied hebben waarin de reconstructie is verankerd. Zover is het nog lang niet. Ook deze veelomvattende operatie wordt nóg omvangrijker. Want gemeenten kunnen niet meer blind varen op de reconstructieplannen maar moeten zelf motiveren hoe zij de diverse belangen die in het geding zijn bij het begrenzen van de verschillende zones voor veehouderijen, natuurgebieden en waterberging, tegen elkaar hebben afgewogen. Anders lopen zij in beroepsprocedures zelf kans onderuit te gaan bij de rechter. De gemeenten beginnen echter niet bij nul. Zij kunnen hun voordeel doen met de uitspraak die de Raad van State wel degelijk ook doet over een aantal concrete bezwaren tegen de diverse zone-indelingen in de reconstructieplannen. Gemeenten die in de verleiding komen om deze plannen aan hun laars te lappen, door megastallen volledig uit te sluiten of boeren juist de ruimte te geven in kwetsbare gebieden, kunnen van een koude kermis thuiskomen. Want het fundament onder de reconstructie is weliswaar verzwakt maar niet verdwenen. Anderzijds staat de provincie na woensdag niet sterk meer om bijvoorbeeld Boxtel te beletten ten gunste van het landschap extra voorwaarden aan stallenbouw te stellen. Of om Lith te verplichten in de Lithse polder vrij baan te geven aan grootschalige intensieve veehouderij. En zo zit er heel wat vast aan de uitspraak van de Raad van State over Beerze Reusel. Brabantsdagblad 7 april 2007.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?