maandag, juli 31, 2006

 

Maashorst

Forse subsidies voor projecten Maashorst

Brabants Dagblad 05-07-06 - Bernheze krijgt flinke subsidie voor het opknappen van de bedrijventerreinen 't Retsel, Cereslaan West en Kleinwijk. In totaal gaat het om ruim 3 miljoen euro. Ook voor het creëren van een verbinding tussen de Heeswijkse bossen en natuurgebied de Maashorst krijgt de gemeente Bernheze subsidie (233.230 euro). Het geld komt uit de Europese subsidiepot Ceres. Een deel van de subsidie komt uit het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling.

Ook voor twee projecten in het gebied Maashorst-Herperduin komt veel geld beschikbaar. Het gaat om een project van de Maashorstboeren. De Maashorstboeren willen in samenwerking met de gemeenten en recreatieve bedrijven in de regio nieuwe netwerken opzetten om zo samenwerking tussen ondernemers te stimuleren. Daarvoor krijgen ze een bijdrage van 124.771 euro. Ook voor een project van de gemeenten Uden, Bernheze, Landerd en Oss (verenigd in de Stuurgroep Maashorst-Herperduin) wordt geld beschikbaar gesteld. Het gaat om een bedrag van ruim 60.000 euro dat gebruikt wordt voor het ontwikkelen van zogeheten recreatieve toegangspoorten tot het landschapspark. In eerste instantie wordt het subsidiegeld gebruikt voor het ontwikkelen van plannen, onder meer het houden van een informatiebijeenkomst voor alle ondernemers in het nieuwe landschapspark. Als de recreatieve poorten straks daadwerkelijk gerealiseerd worden, moeten ook de
betrokken ondernemers zelf investeren.
Het Europese Ceres heeft onlangs weer bijna 19 miljoen euro uitgetrokken voor elf projecten in Noordoost-Brabant. Met de goedkeuring van die projecten zijn de Ceresmiddelen nu zo goed als uitgeput.

zondag, juli 30, 2006

 

Nieuwe stankwet

Stankwet veehouderij er toch door

De Tweede Kamer heeft vrijdagavond de nieuwe stankwet voor de veehouderij alsnog aangenomen. Deze wet geeft boeren meer armslag voor uitbreiding, wat leidt tot een verminderde bescherming van burgerwoningen nabij veestallen tegen stankhinder.Bovendien worden sport- en recreatieterreinen niet langer als stankgevoelig aangemerkt. De stemming over de stankwet had plaats nadat het derde kabinet Balkende door een meerderheid in de Kamer in het zadel was geholpen. Over de inhoud van deze wet was al overeenstemming bereikt tussen staatssecretaris Pieter van Geel (Milieu) en regeringspartijen CDA en VVD. Die zagen af van hun voornemen om de stanknormen over de hele linie fors te versoepelen wat verder ten koste van burgers zou zijn gegaan.

Het provinciebestuur van Brabant had Van Geel gewaarschuwd dat deze ingreep ook fnuikend was voor de herinrichting van het Brabantse buitengebied. Varkens- en kippenhouders zouden nóg meer mogelijkheden hebben gekregen om hun bedrijf fors uit te breiden. Dit gevaar lijkt nu geweken. Boeren die investeren in luchtwassers waarmee de uitstoot van ammoniak en de stank die dat veroorzaakt sterk verminderen, mogen ter compensatie wél meer dieren gaan houden. Door aanvaarding van een amendement van SGP-voorman Bas van der Vlies, worden nu alleen nog gebouwen als stankgevoelig aangemerkt, mits zij bovendien bewoond en in gebruik zijn. Daardoor krijgen boeren nabij sport- en recreatieterreinen meer armslag voor uitbreiding. Ook aanleg van deze terreinen in agrarisch gebied wordt eenvoudiger.

Gunstig

Dit pakt onder meer gunstig uit voor het motorcrossterrein De Peel dat de gemeente Landerd wil aanleggen in een varkensgroeigebied ten zuiden van de vliegbasis Volkel. De Peel moet een aantal illegale crossbanen gaan vervangen. Ook biedt de stankwet perspectief voor een golfbaan in een varkensgroeigebied rond het bungalowpark Stille Wille, langs de A58 tussen Oirschot en Moergestel. Deze golfbaan was tot voor kort onmogelijk door stankcirkels.De stankwet treedt in 2007 in werking, als de Eerste Kamer eveneens akkoord gaat. Van Geel heeft aangekondigd nu ook haast te willen maken met de nieuwe ammoniakwet voor de veehouderij. Deze wet is gunstig voor boeren omdat hij minder natuur beschermt tegen de uitstoot van ammoniak.

dinsdag, juli 04, 2006

 

Brabant op kaart

Op de website van de provincie Noord Brabant staan kaarten die behulpzaam zijn bij het vaststellen van wat waar mogelijk is.

Klik op de volgende link om naar de kaarten te gaan:
http://www.brabant.nl/Besturen/Feiten%20en%20cijfers%20over%20Brabant/Brabant%20op%20Kaart.aspx

zondag, juli 02, 2006

 

New Energy

Dat fossiele energiebronnen eindig zijn is bekend. We kunnen hier nog 20 tot dertig jaar gebruik van maken maar dan zullen er alternatieven voorhanden moeten zijn. De overheid probeert op vele wijze deze transitie naar 'New Energy' te stimuleren.

Samen met de collega's van het RMB werkt het Streekhuis aan het oprichten van een dienstverlenend loket voor Brabantse gemeenten waar deze met hun vragen over energieteelt terrecht kunnen. Gronden in eigendom van de gemeenten, die al dan niet braak liggen, krijgen zo een nuttige bestemming.

Een van de beste acties is zelf het goede voorbeeld geven. Collega Pauline Slaa van het RMB onderzoekt wat de mogelijkheden zijn dat gemeenten op hun beschikbare gronden energie gewassen zoals koolzaad, energiegraan en energiebieten gaan telen. Ik ben door haar gevraagd om contacten te leggen met het bedrijfsleven om een serviceloket voor deelnemende gemeenten in te richten. Het doel is een kant en klare oplossing aan te kunnen bieden. De gemeenten melden een beschikbaar perceel aan. Het service loket neemt vervolgens alle werkzaamheden uit handen. Dit wil zeggen het bewerken van het land, het zaaien, het oogsten en het verkopen van het product. Na aftrek van kosten, die volledig transparant gemaakt worden, wordt het restant op een rekeningnummer van de gemeente overgemaakt. Na succes kan deze service uitgebreid worden naar particulieren die van deze dienst gebruik wensen te maken.

Om de keten rond te maken zijn we tevens op zoek naar gemeenten en ondernemers die de biobrandstof af willen nemen. Pauline overlegt met de gemeenten om een of meerdere voertuigen op koolzaadolie te laten rijden en ik overleg met een transportbedrijf in de regio om een aantal van zijn vrachtwagens geschikt te maken voor PPO (puur plantaardige olie).

Ga naar de volgende site voor informatie:
http://www.elsbett.com/nl/over-ons/inleiding.html

Spin Off

Tijdens mijn gesprek met het transportbedrijf blijkt dat hij in Duitsland een aantal vrachtwagens op gesmolten kippenvet heeft lopen. Dit vet is een afvalproduct van een van zijn klanten, een kippenslachterij.

Ook in Nederland werkt hij voor een kippenslachterij en is het dus mogelijk om enkele vrachtwagens op kippenvet te laten rijden ware het niet dat regelgeving dit verbied.

Ik heb onderzoekers van Wageningen UR gevraagd om een onderbouwing te maken wat de maatschappelijke voordelen zijn van het benutten van kippenvet als brandstof voor vrachtwagens. Voor de bekostiging van het onderzoek ben ik op zoek naar budget.

zaterdag, juli 01, 2006

 

Nieuwe WRO

Gemeenten vrezen macht provincie in ruimtelijk beleid

De Brabantse gemeenten vrezen dat de provincie de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening (WRO) zal aangrijpen om hen gedetailleerd te gaan voorschrijven hoe zij met de ruimte in Brabant moeten omspringen.„Dan raken wij van de regen in de drup“, waarschuwde de Boxtelse gemeentesecretaris Jan Fraanje tijdens een symposium over de WRO in Den Bosch. De gemeenten klagen al jaren over de bemoeienis van de provincie met hun ruimtelijk beleid. Nu de provincie volgens de nieuwe wet die in 2008 van kracht wordt geen zeggenschap meer heeft over bestemmingsplannen, vrezen de gemeenten dat zij dit verlies via dwingende voorschriften zal compenseren. Ook het ’al te lichtvaardig’ gebruik van de nieuwe provinciale bevoegdheid om zelf bestemmingsplannen te maken, zal volgens Fraanje tot gespannen verhoudingen met de gemeenten leiden. Fraanje, tevens secretaris van de vereniging van Brabantse gemeenten (VBG), riep de provincie op om het woningbouwbeleid niet langer te sturen via bevolkingsprognoses maar gemeenten geheel vrij te laten bij het bouwen in de dorpskernen. Dat wordt nu al in enkele gemeenten uitgeprobeerd zoals Oisterwijlk en Geertruidenberg
Eigen belangDe provincie vreest dat de 68 Brabantse gemeenten de grotere vrijheid die de nieuwe wet hen biedt vooral voor het eigen belang zullen benutten. Met als gevolg dat de open ruimte nog sneller dichtslibt dan nu. „Met alleen verbieden komen we er niet. Maar op een elk-voor-zich-beleid van 68 gemeenten zit ook niemand te wachten. Daarom willen wij een premie zetten op regionale samenwerking“, verklaarde Joep Thönissen, directeur ruimtelijke ontwikkeling en handhaving van de provincie. Brabantsdagblad 30 juni 2006.

 

Tubbergen loopt voorop

Landbouw dé peiler van landelijk gebied

TUBBERGEN - Landbouw blijft de komende jaren de belangrijkste peiler van het landelijk gebied in de gemeente Tubbergen. Daarnaast worden toerisme/recreatie en vormen van kleinschalige bedrijvigheid verder gestimuleerd. Dit zijn ontwikkelingen waarmee het landelijk gebied al te maken heeft, maar die meer aandacht krijgen.
Een en ander staat in het programma Landelijk Gebied 2006/2014 van de gemeente Tubbergen. Het programma is op verzoek van de gemeenteraad totstand gekomen. Het belooft een belangrijk document te worden want het rapport geeft aan waar de gemeente Tubbergen de komende jaren haar accenten gaat leggen.‘Als het gaat om het leefbaar houden van het platteland, liggen diverse vraagstukken op tafel. Die gaan ons allen aan, maar met name ook de ondernemers die in dat gebied hun brood verdienen en de bewoners van het landelijk gebied. Wij willen ons als gemeentebestuur, met dit programma in de hand, stimulerend, faciliterend en uitnodigend opstellen’, legt wethouder P. van der Vinne uit.BouwenHet programma richt zich op alle aspecten van het landelijk gebied. Genoemd wordt onder meer het bouwen voor de eigen bevolking: gedacht wordt daarbij aan 600 nieuwe woningen tot en met het jaar 2009. Dat gebeurt conform de afspraak met de provincie. De huizen komen in de verschillende kernen, aan de randen daarvan en mogelijk in de zogeheten nog te realiseren woonlandschappen. Dat zijn bijvoorbeeld enkele, voor iedereen betaalbare, huizen bij elkaar op een boerenerf. Ook wordt gedacht aan het in de dorpskernen bundelen en ontwikkelen van sociale voorzieningen zoals de Kulturhusen, dorpshuizen en bijvoorbeeld zorgposten. De betrokkenheid van de bewoners wordt daarbij vergroot, vrijwilligers worden waar nodig geschoold om in de eigen kern te helpen.Jong ondernemerschap op het landelijk gebied wordt eveneens gestimuleerd. ‘De Stichting Plattelands Ontwikkeling Tubbergen (SPOT) kan daarbij een belangrijke rol vervullen. De SPOT bestaat nu uit een groep enthousiaste vrijwilligers. Je kunt eraan denken deze organisatie ‘meer vorm’ te geven, met hulp van bijvoorbeeld professionele hulp. Dat is nog niet uitgesproken maar het is een onderwerp dat in het kader van dit programma mogelijk verder wordt uitgewerkt’, noemt Van der Vinne.RecreatieRecreatie en toerisme is een ander onderwerp dat aandacht krijgt. ‘We denken hier aan het realiseren van meer en vooral ook kwalitatief hoogwaardige arbeidsplaatsen, dat kan dan weer hand in hand gaan met het jong ondernemerschap.Ander aspect is het toestaan van bedrijfjes in de vrijkomende schuren en stallen. ‘Niet alles is daar mogelijk, zo zijn wij pertinent tegen opslag buiten, en moet het bedrijf landschappelijk ingepast zijn. Maar dit onderdeel loopt goed, er zijn al tientallen van dit soort bedrijfjes bezig op ons platteland.’ Vanavond wordt dit onderwerp overigens nader belicht voor RTV Oost, waarbij de wethouder het woord zal voeren. Nieuw ondernemerschap op het platteland krijgt vanmiddag alle aandacht in havezate Het Everloo in Rossum. Dan is de officiële aftrap van een project op dit gebied van onder meer de Kamer van Koophandel.Bij de zoektocht naar geld voor projecten in het landelijk gebied richt Tubbergen zich op verschillende vormen van subsidie. Het ambtelijk apparaat wordt hierop ingericht: ‘Nu houden zich tal van gemeentelijke afdelingen bezig met dit onderwerp landelijk gebied, wat uiteraard niet goed werkt. Er komt een programmamanager die zich integraal met de projecten bezig houdt en het overzicht houdt. Hij kijkt naar projecten en kansen, kan zaken op elkaar afstemmen en zorgt ervoor dat wij als gemeente kunnen inspelen op alles wat op dit gebied aan subsidies mogelijk is.’KredietOm het programma te laten beginnen zal de gemeenteraad 137.500 euro beschikbaar moeten stellen, nodig om personeel voor dit doel vrij te maken. Daarnaast moet 44.000 euro vrij worden gemaakt om het programma binnen de ambtelijke organisatie vorm te kunnen geven.

 

Singelgolf

Singelgolf krijgt vorm

Het concept Singelgolf beoogt een golfbaan te ontwikkelen, die als een lint door het landschap loopt, over de grond van meerdere agrariërs. De boeren blijven er boeren, maar nu met een stevige structurele economische basis via de koppeling aan een krachtige economische functie: golf. Het gaat om nieuwe organisatie- en financieringsmodellen, andere inpassing in het landschap, het doorbreken van het isolement van golf door een combinatie met andere functies en het toegankelijk maken van het agrarisch landschap. Een multidiscliplinair ontwerpteam onder leiding van HNS legt nu de laatste hand aan twee ontwerpen: één voor een enkelvoudige baan en één voor een cluster van banen. Momenteel vinden gesprekken plaats in verschillende regio’s die mogelijk geïnteresseerd zijn om dit concept in de praktijk te brengen.Meer informatie: Ger Vos (06-48131139).

 

Grasraffinage


Grasraffinage lijkt perspectiefvol

InnovatieNetwerk deed samen met Courage een haalbaarheidsstudie naar de perspectieven van het raffineren van (afval)gras. Hieruit blijkt dat een praktijkverkenning gericht op marktkansen zinvol is. Bij dit raffinageproces wordt gras gesplitst is drie productstromen: een eiwitrijke koek, een persvezel en een restsap, dat veel suiker en mineralen bevat. Het rendement van deze techniek is uiteraard afhankelijk van de mogelijkheden om deze drie productstromen tot waarde te maken. Er zou onder meer hoogwaardig eiwit voor veevoer gemaakt kunnen worden, dat soja vervangt. Het gebruik van soja voor veevoer ligt onder vuur, omdat de productie ervan veel nadelen kent. Het verbouwen van sojabonen brengt schade toe aan ecosystemen (door ontbossing), soja is inmiddels nauwelijks meer GMO-vrij te krijgen en grootschalige import ervan draagt bij aan het mineralenoverschot in Nederland.Meer informatie: Carel de Vries (06-53578896).

 

ILG

Rijk en provincies eens over verdeling 3,2 miljard voor platteland

28-06-2006 - Rijk en de provincies zijn het op woensdag 28 juni in principe eens geworden over de inzet van 3,2 miljard euro Rijksbijdrage voor het platteland, het zogenaamde Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Het gaat om de verdeling van het geld over de provincies en de doelen die daarmee moeten worden gehaald. Deze stap is een onderdeel van een grote decentralisatie waarbij Rijksbudgetten voor het platteland worden gebundeld en de uitvoering wordt overgedragen aan de provincies.
De 3,2 miljard kan nog vergroot worden doordat de EU, de gemeenten, de provincies, waterschappen samenwerken en zelf ook budget inbrengen voor investeringen in het landelijk gebied. Dat kan uiteindelijk leiden tot een budget van ca. 7,5 miljard euro voor de komende zeven jaar. Het Rijk heeft vastgelegd welke doelen in 2013 gehaald moeten worden, de provincies zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Rijksdoelen en hun eigen ambities. Het gaat hierbij onder andere om de verbetering van natuur, recreatie, landschap, landbouwstructuur en milieu. Enkele voorbeelden zijn de uitvoering van landinrichtings- en reconstructieprojecten, verwerving en inrichting van de Ecologische hoofdstructuur, de aanleg van recreatiegebieden nabij de grote steden in Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht en Gelderland en een aantal maatregelen om verdroging tegen te gaan.Op een aantal gebieden, zoals Groen in en om de Stad, water en nationale landschappen gaat het Rijk bekijken waar extra geld gevonden kan worden. Op 13 december 2006 vindt de ondertekening door Rijk en provincies plaats en kan de uitvoering van het ILG van start.
Decentralisatie en vereenvoudigingDe vaststelling van rijksdoelen en rijksbudget voor de komende zeven jaar is onderdeel van één van de grote decentralisatie- en vereenvoudigingsoperaties van dit kabinet. In juli 2004 hebben Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten gezamenlijk afspraken gemaakt over de verbetering van het landelijk gebied. Zo zijn de verschillende potjes die het Rijk heeft voor het landelijk gebied in 2007 bij elkaar gevoegd in één budget: het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG).Over de inzet van het geld maakt het Rijk afzonderlijke afspraken met elke provincie, voor een zevenjarige periode. Rijk en provincies spreken prestaties af, die de provincies samen met gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties realiseren. De provincies voeren de regie over de uitvoering. Voor gebiedspartijen wordt het makkelijker samen goede projecten uit te voeren. Daarmee is het ILG niet alleen een nieuw financieringssysteem, maar vooral een nieuwe werkwijze én een belangrijke verandering in bestuurlijke verhoudingen. Het principe is 'Centraal wat moet, decentraal wat kan'. Dat moet leiden tot snellere realisatie van doelen en daarmee tot zichtbare resultaten bij de verbetering van het landelijk gebied.
Voor 15 augustus 2006 worden deze uitgangspunten tot verdeling nader uitgewerkt en schriftelijk vastgelegd. Daarmee kunnen de provincies afspraken maken met gemeenten, waterschappen over hun concrete bijdrage en wordt de uitvoering voorbereid. Daarnaast wordt verder gesproken over de Bestuursovereenkomsten ILG 2007-2013.
Achtergrondinformatie op: www.ilg.nu of www.gebiedsgerichtbeleid.nl

 

Valkuil

Op dit moment spreken velen de zorg uit of er werkelijk wel wat gaat veranderen op het platteland. Is het reconstructieplan een krachtig instument wat de leefbaarheid op het platteland ten goede komt of blijft alles bij het oude en moeten we constateren dat de reconstructie de zoveelste papieren tijger was. Het antwoord op deze vraag kan nog niet gegeven worden. De hogere overheden hebben de gemeenten middels het maken van het reconstructieplan en nota's ruimte gegeven voor nieuwe ontwikkelingen. Op dit moment zijn de gemeenten op hun beurt aan het werk om op basis van dit materiaal nieuwe bestemmingsplannen te maken. Over een paar jaar, als de bestemmingsplannen voor het buitengebied klaar zijn, zal blijken of we terug zijn bij af of dat we een stap vooruit gemaakt hebben. Ik maak me hierover wel zorgen. De meeste RO collega's die aan bestemmingsplannen werken zijn gewend om de zaak dicht te timmeren en hebben het oude beeld van een leeg buitengebied wat nog leger moet worden nog steeds tussen de oren en de collega's verantwoordelijk voor milieu, leefbaarheid, zorg en economie kijken op grote afstand toe.

Verkokering en slechte communicatie kan vooruitgang ernstig vertragen. Bij de Habitatrichtlijn hebben we al een keer aan de stop geroken aldus een recent SER advies. Of we daar wat van geleerd hebben weten we over een paar jaar.


'Problemen met Habitatrichtlijn waren te voorkomen geweest'

De vele problemen die Nederland heeft gehad en nog heeft met de Europese Habitatrichtlijn waren te voorkomen geweest, en dat met minder hinder voor het bedrijfsleven.

Dit concludeert de Sociaal-Economische Raad (SER) in een advies aan het kabinet. Het advies gaat naast de Habitatrichtlijn ook in op de richtlijn Luchtkwaliteit en de Kaderrichtlijn Water.
De Habitatrichtlijn is vooral bekend geworden vanwege de bouwstops die werden opgelegd omdat projecten de leefomgeving van bijvoorbeeld de korenwolf, de zeggekorfslak of de Noordse woelmuis zouden verstoren.

Volgens de SER waren dit soort problemen te voorkomen geweest als Nederland de Habitatrichtlijn sneller had omgezet in nationale wet- en regelgeving, als departementen (van bij voorbeeld landbouw en Vrom) meer hadden samengewerkt bij het signaleren van knelpunten). De rijksoverheid had met name de gemeenten eerder en duidelijker moeten voorlichten, onder meer over wat de betekenis is van bepaalde begrippen (significant effect, bestaand gebruik), welke acties nodig zijn bij bouwprojecten en wat de ruimte is om economisch belangrijke projecten toch door te laten gaan.

Zie ook:
http://www.ser.nl/publicaties/default.asp?Desc=pers_20060616_3

 

Biogas

Meer mogelijkheden voor co-vergisting

28-06-2006 - Minister Veerman heeft bij de opening van de biogasinstallatie op het praktijkcentrum in Sterksel (Noord-Brabant) vandaag enkele maatregelen aangekondigd die het makkelijker maken om een biogasinstallatie te gebruiken. In een biogasinstallatie gaat meestal dierlijke mest en ander organisch materiaal waaronder maïs. Voor het restant dat overblijft na de vergisting geldt nu nog dat álles als mest moet worden gerekend. Straks telt alleen het deel mest en niet de andere toevoegingen, mits alle vergiste mest op het eigen bedrijf wordt gebruikt. Als er alleen maïs in de biogasinstallatie zit, mag het restant dat overblijft met een ontheffing als meststof worden gebruikt. De minister gaat onderzoeken bij welke gewassen dat nog meer kan. Daarnaast zijn er nu nog acht restanten van voedingsproducten benoemd die ook in de biogasinstallatie mogen. Daarmee komt het aantal toegestane producten op bijna veertig.

Er komen steeds meer biogasinstallaties in Nederland. Op dit moment zijn er zo'n 30 maar de verwachting is dat het eind volgend jaar meer dan 100 zijn. Eén biogasinstallatie van een boerenbedrijf kan tussen de 300 en 500 gezinnen van elektriciteit voorzien. In een biogasinstallatie wordt mest, resten van gewassen zoals maïs en restanten van voedingsmiddelen vergist. Er ontstaat dan biogas dat wordt gebruikt om elektriciteit te maken. De overblijfselen na vergisting kunnen weer worden gebruikt als meststoffen. Zo'n 800 agrariërs hebben investeringsplannen. Om het gebruik van een biogasinstallatie economisch rendabel te maken wordt belemmerende regelgeving vereenvoudigd of aangepast.
BijlagenCo-vergisting

This page is powered by Blogger. Isn't yours?