woensdag, september 29, 2010

 

Dorpen Derby

Finalisten bekend!

Ze zijn bekend: de negen finalisten van de Brabantse Dorpen Derby 2010. Hun projecten zijn als beste geselecteerd uit maar liefst 85 inzendingen. De finalisten ontvangen nu al 10.000 euro om van hun plannen een succes te maken. Ook strijden ze de komende maanden om de felbegeerde hoofdprijs.Gedeputeerde Brigite van Haaften: "Mensen kunnen zelf het verschil maken. Daar zijn alle finalisten van de Brabantse Dorpen Derby een goed voorbeeld van. Geweldig vind ik het, zo veel diversiteit, zo veel enthousiasme voor het leefbaar houden van je eigen leefomgeving. Dat gaat ook dit jaar weer een bijzondere en spannende Dorpen Derby opleveren."

Steun uw favoriet
Zo veel mogelijk fans verzamelen, daar gaat het de finalisten nu om. De komende maanden ga je hen vast een keer tegenkomen, op de markt, in de krant of misschien wel op Hyves. En vanaf maandag 4 oktober 2010 volgt Omroep Brabant de finalisten elke week. Vanaf dan kun je ook stemmen op je favoriet.Volg de derbyMaar je kunt al eerder in derbysferen komen. Na de zomer, vanaf maandag 13 september, zendt Omroep Brabant een terugblik op 2009 uit. Weet je het nog? Esbeek won toen de derby met de Dorpshuiskamer. Dit jaar is de zinderende finale-uitzending op 11 december: wie gaat dan naar huis met maar liefst € 25.000? Maak snel kennis met de finalisten.

dinsdag, september 28, 2010

 

Streekfair Maashorst

Streekfair vraagt gemeenten om geld

Het bestuur van de Stichting Uitvoering Streekfair De Maashorst vraagt de vier gemeenten waaronder het natuurgebied valt, om 10.000 tot 15.000 euro. Dat zal uit het garantiefonds moeten komen, waar Uden, Landerd, Oss en Berhheze elk 10.000 euro ingelegd hebben.

Voor het eerst in het vijfjarig bestaan van de Streekfair moet het bestuur een beroep doen op de vier gemeenten waaronder het natuurgebied valt. Nadat de Streekfair op 12 september totaal verregende, is er een tekort op de begroting ontstaan. Kliknieuws 28 september 2010. Voor meer informatie klik hier.

 

Bouwen in eigen beheer in Rijkevoort

Starters in rol projectontwikkelaar

Met de dorpsraad Rijkevoort als katalysator heeft een aantal starters op de woningmarkt in Rijkevoort de rol van projectontwikkelaar naar zich toegetrokken. En daarmee hebben ze de primeur in het Land van Cuijk.Niet dat de jongeren het helemaal zelf hebben gedaan, want ze kregen veel support van Jan Verkuijlen en Jan Albers van de dorpsraad en bouwkundige William Meulman, inmiddels ook lid van de dorpsraad. Samen vormen ze de ‘Werkgroep starterswoningen’. Kliknieuws 28 september 2010. Meer informatie klik hier.

 

Stoppen met veehouderij

Beëindiging Intensieve Veehouderijen (BIV)

Intensieve veehouderijbedrijven in en rond natuurgebieden en dorpskernen die stoppen met hun bedrijf kunnen financiële steun krijgen. Van 1 oktober tot en met 15 november kunnen hiervoor aanvragen worden ingediend.
Het moment hiervoor is gekozen omdat voor boeren in extensiveringsgebieden per 1 oktober een slot op de muur geldt. Een extensiveringsgebied is een gebied waar intensieve veeteelt in principe geweerd wordt en natuur voorrang heeft. Uitbreiden mag een boer met intensieve veehouderij daar niet. Er zijn boeren die overwegen te stoppen met hun bedrijf omdat zij de investeringen die moeten worden gedaan niet kunnen opbrengen. Voor het eerst kunnen ook boeren die in ‘extensiveringsgebied overig’ (rond dorpskernen) gelegen zijn, intekenen op de regeling. Website provincie Brabant.

Voor meer informatie klik hier.

zaterdag, september 25, 2010

 

Geluidsreductie

Vanaf 2011 betere geluidsdempers op crossmotoren

Geluidsschermen op de aarden wallen rond het Radiocircuit in Stevensbeek zijn misschien niet nodig. De schermen zijn in principe nodig om de geluidsoverlast van de motoren tot een minimum te beperken. Maar nu de motorsportbonden KNMV en Motorsport Organisatie Nederland (MON) de leden gaan verplichten het geluidsniveau met meer dan de helft in te dammen, moeten geluidsmetingen rond het circuit gaan uitwijzen of de schermen wel of niet nodig zijn.

Of de nieuwe norm gunstig is voor de circuits die moeilijkheden hebben met het verkrijgen van de milieuvergunningen is nog onduidelijk. Gelderlander 23 septemebr 2010.

 

Het verdriet van de boer

Get Microsoft Silverlight
Bekijk de video in andere formaten.

donderdag, september 23, 2010

 

Velp start met uitvoering

Eerste schop in de grond voor `groene natuurstrook'

Op donderdag 23 september aanstaande gaat het eerste uitvoeringstraject van het Integraal Gebiedsprogramma (IGP) Velp feestelijk van start. Na een lange voorbereiding is het eindelijk zover; de schop gaat de grond in. Omwonenden, vertegenwoordigers van waterschap Aa en Maas, de gemeenten Grave, Landerd en de werkgroep IGP luiden die ochtend de aanleg van de `groene natuurstrook' langs de Hertogswetering feestelijk in.

Meer informatie kik hier.

 

Nieuwe supermarkt in Gassel

Gassel is trots op “Ût Turp”

Er was veel publiek tijdens de feestelijke opening van het Dorpsservicepunt in Gassel op woensdag 22 september. Veel inwoners uit het dorp verzamelden zich op het Julianaplein. De avond was voor zowel jong als oud een geslaagd dorpsfeest! Voor het hele bericht klik hier.

maandag, september 20, 2010

 

Gemeente beloont complete aanvragen

Vaak zijn aanvragen van plannen die bij de gemeente ingediend worden incompleet. Dat veroorzaakt veel extra tijd om de plannen te behandelen en belasting van de afdeling RO en dus veel extra kosten. Om initiatiefnemers te stimuleren complete aanvragen in te dienen is de gemeente Veldhoven begonnen complete aanvragen financieel te belonen. Voor meer informatie klik hier.

Om tot goede planvorming te komen en vervolgens tot een goed voorbereide aanvraag kunnen initiatiefnemers een beroep doen op de streekmanager in hun gebied. Voor contact gegevens klik hier.

 

Gratis oplaadpunten voor elektrische auto's

Op weg naar een schone toekomst

De schatting is dat er over tien jaar meer dan 200.000 elektrische auto's rondrijden
in Nederland. Daar wordt hard aan gewerkt. Stichting e-laad.nl, een samenwerking van de netbeheerders, wil duurzaam elektrisch rijden binnen handbereik brengen. Daarom plaatsen ze binnen nu en drie jaar tienduizend oplaadpunten door heel Nederland. Zodat iedereen
straks overal kan komen op groene stroom.

Samen met www.e-laad.nl start het RMB een aktie waarbij enkele oplaadpunten per gemeente gratis geplaatst kunnen worden. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw gemeente (afdeling mobiliteit) of bij de streekmanager.

 

IDOP

Dorpsontwikkelingsplannen zijn succes

De Dorpsontwikkelingsplannen, de zogenoemde Idops, zijn een groot succes. Dit concludeert onderzoeksbureau EIM in een onderzoek dat zij hebben gedaan in opdracht van de provincie. Idop staat voor integrale dorpsontwikkelingsplannen.

Twee jaar na de invoering van de Idops is de leefbaarheid volgens inwoners duidelijk verbeterd. Het gemeentebestuur is door de intensieve samenwerking dichter bij inwoners komen te staan, en in alle plannen is sprake van ruimtelijke en sociale aspecten. Hoewel de Idops relatief ‘jong’ zijn, pas twee jaar, hebben ze volgens EIM een groot effect.

Toekomst
Bij een integraal dorpontwikkelingsplan (IDOP) kijken de bewoners samen met de gemeente naar de toekomst van hun dorp. Centraal staat de vraag: wat is er nodig om de leefbaarheid nu en in de komende tien jaar te verbeteren? Een IDOP bevat een analyse van economische, ecologische, ruimtelijke en sociaal-culturele factoren én daarop gebaseerde concrete acties.

Blij
Gedeputeerde Brigite van Haaften is blij met de uitkomsten van het onderzoek: ”We hebben een beweging in gang gezet, en dat was precies waar het ons om te doen was. Gemeenten betrekken inwoners en organisaties bij het maken van de plannen, waardoor er draagvlak ontstaat in een gemeente, ook voor andere maatregelen van gemeentelijk en provinciaal beleid. Dan maak je plannen die echt werken, die de leefbaarheid niet alleen op papier ten goede komen maar ook daadwerkelijk in de praktijk.”Met name als het gaat om deelname van burgers aan de plannen, scoren de Idops bijzonder goed. ‘Idops zijn echt plannen van onderop. Burgers doen actief mee, voelen zich echt verantwoordelijk en dragen bij aan de voortvarendheid van de werkzaamheden. Zonder de Idop-regeling zou deze beweging niet, of in veel mindere mate, hebben plaatsgevonden”, zo staat in het rapport van EIM te lezen.

In het onderzoeksrapport wordt ook een aantal aanbevelingen gedaan. “Die nemen we mee in de verdere uitvoering van de Idops”, zegt gedeputeerde Van Haaften.
Lees meer over dorpsontwikkeling


zaterdag, september 18, 2010

 

Muziekkiosk

In een kleine kern ergens in Brabant hebben ze een mooi dorpsplein. De wens van de dorpsraad was om op het plein een muziekkiosk te plaatsen. De wethouder was op de hoogte van deze wens. Op enig moment kwam hem ter oren dat er in een subsidiepotje nog een aardig bedrag zit. Het bedrag was groot genoeg om de muziekkiosk te bouwen. Hij onderzocht de mogelijkheden. Hij kon subsidie krijgen maar dan moest hij wel snel handelen want de betreffende regeling was nog slechts enkele maanden open. Met zijn ambtenaren besprak hij de mogelijkheden. Die wezen erop dat er een bestemmingsplan wijziging nodig was en dat dat miniaal negen maanden zou duren. De subsidie zou daarmee verloren gaan. Tot verrassing van de ambtenaren gaf de wethouder de dorpsraad toestemming om de muziekkiosk te bouwen. Tegelijkertijd werd een procedure opgestart om het bestemmingsplan te wijzigen. Toen de wethouder gevraagd werd wat hem motiveerde zij hij. "Ik realiseer me dat dit niet volgens het boekje gebeurt. Echter ik schat de kans klein dat er een zienswijze ingediend wordt. En mocht dat al gebeuren dan schat ik de kans klein dat de indiener van de zienswijze zijn gelijk krijgt bij rechtbank of raad van state. Mocht dat onverhoopt toch het geval zijn dan is de muziekkiosk illegaal en zullen we hem moeten laten verwijderen. We hebben dan financieel een probleem maar ja soms moet je een gokje durven wagen".

Praktijkverhaal

 

Mariakapel

Wim woont midden in een dorp en heeft een kleine tuin. Hij is een echt buitenmens. Eind jaren negentig doet zich de gelegenheid voor dat hij ongeveer een ha grond in het buitengebied kan kopen liggend aan een zandweg waarover een fietsroute loopt. Wim gaat aan de slag. Hij vraagt een vergunning aan voor een poel. Een deel richt hij in met struiken en bomen tot een landschapstuin. Het andere deel bij de poel wordt een grasperceel met wilde bloemen en kruiden. In het begin is het nog kaal maar na 7 a 8 jaren begint het er mooi en natuurlijk uit te zien. Wim is vrijdag en zaterdag in de tuin actief. Hij werkt voor een zorginstelling en op verzoek van de instelling worden cliënten ingeschakeld om de tuin te onderhouden. Op de luchtfoto's ziet de gemeente dat er wat veranderd is. De gemeente is van mening dat het perceel meer waard is geworden en dat Wim meer gemeentebelasting moet betalen. Hij vindt dat gek. Hij heeft immers een stukje nieuwe natuur gemaakt waar diverse planten en dieren die vroeger volop aanwezig waren, maar door de monocultuur van maïsland verdwenen waren, weer terug gekomen zijn.

Bij de ingang van de tuin wil Wim graag een mariakapel maken. Hij heeft vroeger het vak van metselaar geleerd en zijn zwager is timmerman. Ze maken een schets en benaderen met het idee het locale bedrijfsleven. Een metselbedrijf heeft nog mooie stenen liggen. Van een ander krijgen ze cement. De smid in het dorp biedt aan een hekwerk te maken. Nu nog de vergunning. Dat liep wat moeizamer. Maar na lang aandringen en twee jaar wachten is het zover. Wim moet wel een paar honderd euro aan leges betalen. De gemeente heeft een schatting gemaakt van de waarde van de kapel en daar de legeskosten op gebaseerd. Wim legt uit dat hij vrijwel alle materiaal om niet gekregen heeft en dat hij de kapel samen met zijn zwager gaat bouwen. De kosten zijn wat kleinmateriaal wat Wim moet aanschaffen. Hij schat dat op ongeveer 150,- euro. De gemeente toont hier begrip voor en verlaagd het legesbedrag naar 1 euro. In de voorjaarsvakantie bouwt Wim samen met zijn zwager de mariakapel. Alles geheel volgens de bouwtechniek van honderd jaar geleden. De kapel wordt ingezegend door meneer pastoor en veel belangstellenden zijn daarbij aanwezig. Wel jammer dat er niemand van de gemeente bij aanwezig kon zijn. Mensen uit het dorp en omgeving weten de nieuwe kapel al snel te vinden en velen komen er regelmatig een kaars opsteken. Als ze bij de kapel staan dan zien ze de ingang van de tuin van Wim en sommigen lopen nieuwschierig naar binnen. Wim vindt dat leuk. Met veel plezier loopt hij met ze door de tuin en legt ze uit wat er allemaal te zien is. Als ze dat willen dan mogen ze nog gerust wat blijven hangen in een van de zitjes die Wim in de tuin gemaakt heeft.

Wim komt op het idee om de bezoekers een kop koffie of thee aan te bieden met een plak cake. Ook hier kunnen dan weer enkele cliënten van de zorginstelling meehelpen. Wim bespreekt zijn wens met een adviseur. Deze geeft aan dat het maken van een nieuw bouwwerk op de locatie uitgesloten is. Makkelijker is het om een bestaand bouwwerk te benutten. In het verleden heeft Wim een vergunning gekregen om een kleine schuilhut te plaatsen. Het houten bouwwerk heeft een oppervlakte van 3x4 meter. In het voor- en najaar kan Wim met zijn helpers binnen zitten als het wat kouder is. Als het mooi weer is dan kan hij onder het afdakje zitten wat Wim aan de schuilhut gemaakt heeft. De adviseur opert de schuilhut te gebruiken voor de schenkerij. De adviseur geeft aan dat er voor het publiekelijk schenken van thee een vergunning nodig is. De vergunning kan alleen afgegeven worden als het bestemmingsplan op orde is. Dat laatste is niet het geval. Er moet dus een wijzigingsprocedure doorlopen worden. Dat kost al snel 10 a 20.000,- euro dus dat is geen optie. De adviseur geeft aan dat steeds meer gemeenten op een praktische wijze met dit soort kruimelgevallen omgaan. Ze laten de initiatiefnemer zijn gang gaan als ze ondervinden dat het initiatief maatschappelijk gewaardeerd wordt en zeer kleinschalig is. Wel wijzen ze erop dat bij de minst of geringste klacht de gemeente verplicht is te handhaven. Als een nieuwe reguliere bestemmingsplan wijziging uitgevoerd wordt dan zal het initiatief van Wim meegenomen worden. Wordt er dan een bezwaar ingediend dan is de kans groot dat Wim alsnog moet stoppen. Worden er geen bezwaren ingediend en komt er bijvoorbeeld in het bestemmingsplan te staan "landschapstuin met kleinschalige horeca" of iets dergelijks dan kan Wim een vergunning aanvragen en krijgt hij rechtsbescherming. Tot dat moment is Wim "vogelvrij" en moet hij uitermate zorgvuldig opereren om geen klacht te veroorzaken. Wim kennende gaat hem dat lukken.

De naam Wim is verzonnen. Het verhaal is gebaseerd op een praktijksituatie.
Praktijkverhaal

 

Kruimelgeval

In de zeventiger jaren was het nog mogelijk om in het buitengebied te bouwen. Je moest welliswaar agrarisch bouwen maar dat was relatief eenvoudig. Als er op de tekening een kippenhok stond dan was dat al voldoende. Dat het kippenhok vervolgens als garage gebruikt werd was geen probleem. Om deze ontwikkeling te remmen werd later vereist dat het perceel een minimale omvang had van ruim een halve hectare. Wim en Wilma wonen in het buitengebied in een "zeventiger jaren woning" met 7000m2 grond. Wim heeft twee rechterhanden met groene vingers en Wilma is kunstzinnig aangelegd.

In twintig jaar hebben ze een paradijs aangelegd. Ze vinden het zonde dat niet meer mensen er van kunnen genieten. Toen iemand vroeg om een paar dagen te komen kamperen vonden ze dat natuurlijk prima. Voor Wim gelijk aanleiding om in een bergruimte een fraai toilette met douche te maken. Van het een kwam het ander en naar verloop van tijd waren er vijf plaatsen voor caravan of tent. Er stond geen bord aan de weg en ze maakten geen reclame maar door mond op mond wisten steeds meer mensen deze unieke plek te vinden. Toen Wim iemand van de gemeente sprak en enthousiast over zijn minicamping vertelde wees die hem erop dat er een vergunning nodig was. Wim nam contact met de gemeente op om zaken te regelen. Echter na een kort onderzoek bleek dat het bestemmingsplan de minicamping niet toe stond. Een minicamping moet in de betreffende gemeente minimaal een omvang hebben van 1 ha. De minicamping van Wim en Wilma was te klein. De gemeente gaf wel aan dat ze blij waren met de minicamping maar helaas niets konden regelen. Ze vertelde wel dat er een bestemmingsplan wijziging aangevraagd kon worden. De kosten hiervan zouden enkele tienduizenden euro's zijn. Voor Wim en Wilma is de camping een hobby. De inkomsten zijn jaarlijks ongeveer 2000,- euro. Maar de kosten zijn jaarlijks ook bijna 1.800,- euro. Alleen al het legionella onderzoek wat jaarlijks uitgevoerd moet worden kost al vele honderden euro's.

Een bestemmingsplan procedure is dus geen optie. De minicamping was en bleef illegaal. Zolang er geen klachten uit de buurt komen is er niets aan de hand. Na enkele jaren nam de gemeente met Wim en Wilma contact op. Ze vertelde dat het bestemmingsplanbuitengebied herzien werd. Ze vertelde dat ze de minicamping als minicamping wilde gaan bestemmen. Normaal zou Wim en Wilma hier een ruimtelijkeonderbouwing voor aan moeten leveren. Daar moet dan een planoloog voor ingeschakeld worden. Een kostenpost van enkele duizenden euro's. De gemeente realiseerde dat dit zelfs een te hoog bedrag was in relatie tot de (economische)omvang van de minicamping. Het voorstel was daarom om de minicamping als een kruimelgeval te beschouwen. Een ruimtelijke onderbouwing is dan niet nodig. Het nadeel is dat als er ook maar een zienswijze ingediend zou worden, die bezwaar maakt tegen de minicamping, dat Wim en Wilma geen poot zouden hebben om op te staan en dat de wijziging uit het concept bestemmingsplan geschrapt zou worden. Het enige wat Wim en Wilma moesten doen was het tekenen van een overeenkomst dat de kosten van planschade voor hun zelf was. Het spreekt voorzich dat Wim en Wilma uitermate content zijn met het meedenken van de gemeente. Ze hopen dat er geen zienswijze binnen komen en dat het goed afloopt.

De namen Wim en Wilma zijn verzonnen. Het verhaal is gebaseerd op een praktijksituatie. Praktijkverhaal

vrijdag, september 17, 2010

 

Investeren in natuur

Subsidiepot voor natuur op boerenland

De gemeente Veghel start met het Groenblauw stimuleringskader. Dit kader biedt tal van subsidiemogelijkheden voor onderhoud en aanleg van natuurelementen op boerenland, zoals poelen, knotbomen en wandelpaden. Voor Veghel is een bedrag van € 149.400,- beschikbaar.

Ondernemers in het buitengebied van Veghel kunnen vanaf heden een beroep doen op een veldcoördinator voor stimulering van natuurbeheer en ontwikkeling. De gemeente Veghel gaat, samen met de gemeentes Boekel, Sint Anthonis en Boxmeer van start met het Groenblauw stimuleringskader. De gemeenten, provincie Noord-Brabant en het waterschap dragen zorg voor natuur, landschap en recreatie. Daarom stellen ze gezamenlijk voor Veghel een bedrag van bijna 150 duizend euro beschikbaar en zorgen ze voor goede begeleiding. In Veghel is veld-coördinator Gerald Willemsen het aanspreekpunt.
Het uitgangspunt voor het Groenblauw stimuleringskader is dat aanvragers aanspraak kunnen maken op reële vergoedingen. Dat houdt in dat vergoedingen voor aanleg en onderhoud van natuur- en landschapselementen marktconform zijn. Ook het niet kunnen telen van landbouwgewassen wordt vergoed, evenals de waardedaling voor de ondergrond van vaste ele-menten als poelen, bosjes en heggen. De regeling is opengesteld tot en met 2013.
Op 20 september is er om 19.30 uur een informatiebijeenkomst in de raadzaal van het stadhuis in Veghel. Daar is iedereen welkom. Kliknieuws 17 september 2010.

dinsdag, september 14, 2010

 

Verordening ruimte Noord-Brabant, fase 2

De provincie wil in de nieuwe verordening ruimte meer ruimte bieden aan overige niet-agrarische bedrijven en maatschappelijke voorzieningen in het buitengebied mits aan een aantal eisen voldaan wordt. De kavelgrootte mag niet groter dan 5.000 m2 zijn en de activiteit moet in milieu categorie 1 of 2 vallen. Geen bezoekersintensieve functie. Geen solitaire detailhandel in bestaande bebouwing met een verkoopvloeroppervlakte van meer dan 200m2. Daarnaast moet de beoogde activiteit een bijdrage leveren aan de ruimtelijke, ecologische en landschappelijke kwaliteit en wanneer het gelegen is in een agrarisch gebied dan moet er een bijdrage geleverd worden aan de ontwikkeling van een gemengde plattelandseconomie. Daar bovenop moet rekening gehouden worden met de bescherming van aardkundige waarden, cultuurhistorische waarden en nationale landschappen. Mocht er wel spraken zijn van een meer intensieve bezoekers functie dan kan gedeputeerde staten ontheffing verlenen. Als er spraken is van planologische meerwaarde na de bestemmingsplan wijziging dan dient deze meerwaarde voor minimaal 50% ingezet te worden voor een maatschappelijk bijdrage.

Een voorbeeld.
Peter is timmerman. Hij heeft voor diverse bazen gewerkt en veel ervaring opgedaan. Als ambachtelijk timmerman wil hij zich zelfstandig vestigen. Met een kleine werkplaats waarin hij zelf werkt en ruimte is voor 2 a 3 medewerkers valt hij in categorie 2. Hij heeft zijn oog laten vallen op een boerderij in het buitengebied die te koop staat. De boerderij is er slecht aan toe en er zijn veel bijgebouwen die in slechte staat zijn. De situatie is verrommelt. Vlak in de buurt leeft een dassen familie. Peter neemt een deskundige planoloog in de arm en vraagt hem een plan op te stellen wat anticipeert op de nieuwe mogelijkheden die de provincie biedt. Dat plan wordt dan met een onderbouwing als principeverzoek bij de gemeente ingediend. De planoloog adviseert Peter de boerderij te restaureren en alle oude aanwezige stallen te slopen. Naast de boerderij wordt een nieuw bijgebouw geplaatst wat past bij de stijl van de boerderij van 100m2. Onder het bijgebouw komt een grote kelder van 300m2 voor de werkplaats en kantoor van het ambachtelijke timmerbedrijf van Peter. De ondergrondse werkplaats is middels een trap via het bijgebouw bereikbaar. Daarnaast wordt er een toegang uitgegraven en komt er in de kelder een grote deur waardoor Peter met zijn bestelbus zijn werkplaats in kan rijden. De toegang staat dwars op de kelder zodat deze vanaf de weg niet te zien is. Op de plaats van de oude gesloopte stallen worden hoogstamfruitbomen geplaatst met daarom heen een beukenhaag. Een beeld wat overeenkomst met de situatie in de streek begin vorige eeuw. Tussen de hoogstambomen wordt gras ingezaaid zodat de dassen hier kunnen foerageren. Om te voldoen aan de arbo eis dat er in de werkplaats daglicht is bedenkt de planoloog samen met de architect een vernuftige constructie. Aan een zijde van de kelder komt een glooiing die er voor zorgt dat de bovenste rand van de kelder vrij komt liggen zodat er bovenlichten in geplaatst kunnen worden. Vanaf de straat zijn de bovenlichten niet te zien waardoor het aangezicht niet verstoord wordt.

Een taxateur stelt vast dat na de bestemmingsplanwijziging het vastgoed van Peter 100.000,- meer waard wordt (bestemmingswinst). De kosten van de bestemmingsplanwijziging van 30.000,- mag Peter in mindering brengen. Rest een bedrag van 70.000,- . Minimaal de helft (35.000,-) van dit bedrag moet Peter investeren in kwaliteitsverbetering van de omgeving. Het slopen van de stallen en de aanleg van hoogstambomen met hagen en grasland vergde een hoger bedrag dan deze 35.000,- . Peter hoeft derhalve geen afdracht te doen aan het gemeentelijk landschapsfonds.

Ondernemers zoals Peter, met plannen voor het buitengebied, die bereid zijn een bijdrage te leveren aan kwaliteits verbetering van het buitengebied kunnen een beroep doen op de streekmanager voor ondersteuning.

maandag, september 13, 2010

 

Houtzagerij Uden anno 1910


Ongeveer in 1970 begon Johan Kessel zijn houtzagerij aan de Steewichtweg in Uden. Ook voor die tijd geen modern gebouw. Johan hield het eenvoudig. Hij timmerde zijn werkplaats met planken eigenhandig in elkaar en kocht een oude stationaire motor uit 1910. Johan bleef stug doorgaan met zagen tot hij enkele jaren geleden, bijna negentig jaar oud, stierf. De locatie is uniek en wordt gezien als industrieel erfgoed dat de gemeente beschermd met een monumenten status. Voor meer informatie klik hier.

zaterdag, september 11, 2010

 

Een schrale troost

We schrijven 1998. Een voetbalclub ligt met het voetbalveld op een plaats waar een nieuwe weg gepland is. Er wordt naar een oplossing gezocht. Een boer in de buurt is bereid medewerking te verlenen door een stuk grond beschikbaar te stellen. De gemeente is zo blij met de oplossing dat ze gratis een oud noodlokaal van een school beschikbaar stellen. Samen met de leden van de voetbalclub wordt er een kantine van gemaakt. De situatie loopt naar tevredenheid tot dat de belangstelling voor het voetballen terug loopt. Uiteindelijk wordt er geen gebruik meer van het veld gemaakt en de kantine staat leeg. Maar niet lang want een jeu de boules vereniging zoekt een nieuwe locatie. Wim, behulpzaam als hij is, wil ze wel vooruit helpen. Het voetbalveld wordt gesaneerd en naast de kantine worden enkele jeu de boules banen aangelegd. Iedereen tevreden zou je denken. Niet helemaal. Iemand dient bij de gemeente een verzoek in om te handhaven. Want wat blijkt. De kantine is zonder vergunning geplaatst en het bestemmingsplan laat plaatsing niet toe zo is de eerste indruk. Dit verraste Wim. Want hij was er eigenlijk van uitgegaan dat hij, omdat hij de gemeente geholpen had, en van hun de kantine om niet gekregen had dat het papierwerk ook afgehandeld zou zijn door de gemeente. Dat was dus niet het geval.

De gemeente ging met Wim in overleg. Ze hadden goed nieuws. De overheid heeft het reconstructie plan Peel & Maas vastgesteld. Hierin worden ruimere verbredingsactiviteiten voor agrariërs geboden. De gemeente is druk doende met het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan buitengebied en verwacht dat dat plan binnen enkele jaren definitief wordt. In de tussentijd zullen ze de jeu de boules activiteiten gedogen en als het bestemmingsplan buitengebied definitief is dan kan een vergunning aangevraagd worden.

Op verzoek van de provincie wordt er tijdens de voorbereiding van het nieuwe bestemmingsplan buitengebied door de gemeente kritisch naar alle agrarische bouwblokken, en dus ook het bouwblok van Wim, gekeken. Tot grote verrassing en schrik komt Wim er achter dat zijn bouwblok in het voorlopige nieuwe bestemmingsplan verkleind is. Volgens het oude bestemmingsplan lag de kantine binnen het bouwblok en volgens het nieuwe beoogde bestemmingsplan buiten het bouwblok. Wim realiseerde zich gelukkig dat dat een groot probleem zou worden en wees de gemeente op de ontstane situatie. De gemeente wees hem er op dat ze met het plan al in gevorderd stadium waren maar dat Wim een zienswijze bij de raad van state kon indienen. Dat gebeurde. De Raad van State gaf Wim gelijk. De gemeente had Wim 10% uitbreidingsruimte moeten geven. Het gevolg was dat het nieuwebestemmingsplan niet voor de locatie van Wim geld. Het oude bestemmingsplan blijft daardoor gelden. En ja u raadt het al. In het oude bestemmingsplan worden de verbredingsactiviteiten, zoals bijvoorbeeld jeu de boules, niet genoemd. Voor de gemeente is daarmee de kous af en ze start, 12 jaar na het plaatsen van de kantine, een handhavingstraject.

Geschrokken neemt Wim contact op met de streekmanager. Hij vraagt of er nog een mouw aan te passen is. Het advies van de streekmanager is om de verantwoordelijke wethouder en de behandelende ambtenaar op locatie uit te nodigen en de ontstane situatie te bespreken. Wim volgt het advies op. Uit het gesprek met de wethouder blijkt dat er een positieve grondhouding is. Aangeboden wordt het handhavingstraject nog enkele weken op te schorten. In die tussentijd kan Wim een expert inschakelen (planoloog) die een onderbouwt principeverzoek op kan stellen. Dit principe verzoek zal dan voorzien van een ambtelijk advies door het college van burgemeester en wethouders beoordeeld worden. Als het antwoord negatief is dan zit er niets anders op dan de kantine en de jeu de boules banen te saneren. Als het antwoord van B&W positief is dan kan er een procedure opgestart worden om het bestemmingsplan aan te passen. Wim merkt op dat de kosten van de procedure hoger zijn dan het bedrag dat hij ooit met de inkomsten van de jeu de boules baan terug kan verdienen en dat dit dus in feite ook het einde is van zijn verbredingsactiviteit. De streekmanager wijst hem op een lichtpuntje. Als de ambtenaren weten dat de bestuurders de jeu de boules banen een gewenste ontwikkeling achten dan willen ze nog wel eens ektra goed naar het geldende bestemmingpslan kijken om te bezien of er toch geen aanknopingspunten zijn om de activiteiten te legaliseren. Voor Wim na 12 jaar een schrale troost.

De naam Wim is verzonnen. Het verhaal is gebaseerd op een praktijksituatie.

Praktijkverhaal

donderdag, september 09, 2010

 

Duits Lijntje

Lekker fietsen over het Duits Lijntje

Bestuurders praten al jaren over de toeristische kracht van het Duits Lijntje. De ooit zo roemruchte spoorlijn die Boxtel met Wesel verbond, ligt er verkommerd bij nu er geen treinen meer rijden. Dat gaat veranderen nu de familie Van der Spank van ezelstal en minicamping ’t Skônste Plekske aan de Langstraat in Schijndel als eerste in de regio spoorfietsen gaat inzetten.

Nee, spoorbeheerder ProRail en de NS hebben ze nog niet geïnformeerd over de twee spoorfietsen die vanaf ’t Skônste Plekske richting Liempde en Boxtel gaan rijden. ,,Waarom zouden we dat doen?”, zegt Monique van der Spank van de Schijndelse minicamping. ,,De spoorlijn grenst aan onze achtertuin en ligt er jaren verlaten bij. De overwegen zijn ontmanteld en voorlopig gaat hier niets gebeuren.” Brabantscentrum 9 september 2010. meer informatie klik hier.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?