donderdag, juli 24, 2008

 

Integraal gebiedsproject Velp

Weg is deel van gebiedsproject Oud-Velp
De nieuwe weg bij Oud-Velp is onderdeel van een groter plan voor het dorp: Integraal Gebiedsproject Velp, ook wel IGP Velp. Het gebiedsplan is gemaakt door de gemeente Grave, Waterschap Aa en Maas, Reconstructiecommissie Peel en Maas, ZLTO Grave-Mill, provincie Noord-Brabant en de Dienst Landelijk Gebied, die laatste is onderdeel van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Doel van het plan is het verbeteren van de agrarische infrastructuur. ZLTO is dan ook initiatiefnemer. Behalve 'een' weg, komt er een ecologische verbindingszone; een strook groen die natuurgebieden met elkaar verbindt. Deze zone komt langs de Hertogswetering en zal ongeveer 25 meter breed en 5 kilometer lang zijn. Dit natuurgebied moet er mede voor zorgen dat recreatieve mogelijkheden in de omgeving versterkt worden. Om de plannen te realiseren moet de grond opnieuw verdeeld worden tussen landbouwgebied, natuur en wegen. De agrarische verkaveling in het gebied moet na uitvoering van het plan verbeterd zijn. Een ander doel van het het gebiedsplan is het vergroten van de leefbaarheid in de woonwijken aan de Bronkhorstweg en Marsstraat. Het leefgebied van de das mag niet lijden onder de veranderingen en amfibieën moeten beter kunnen trekken. Gelderlander 16 juli.2008.

 

Natuur Uden Veghel

Natuurcompensatie in regio een successtory

Zie ook:
Tien jaar natuurherstel Uden/Veghel

Ad van de Crommert is melkveehouder te Veghel. Met zijn bedrijf zo'n beetje buurman van de snelweg. En in die hoedanigheid, namens zijn boerenbranche, betrokken bij de aanpassingsinrichting van de A50 Uden-Veghel.Het natuurherstel, als voorwaarde gesteld bij de aanleg van de snelweg tussen Oss en Eindhoven en volledig bekostigd door Rijkswaterstaat, duurde in totaal tien jaar en werd onlangs met een feestelijke bijeenkomst officieel afgesloten. Voor 't buitengebied tussen Uden, Veghel en Vorstenbosch wist de Landinrichtingscommissie Aanpassingsinrichting (API) A50 zo'n 92 hectare natuur te compenseren voor de aanleg van tientallen kilometers asfalt. Door vrijwillige kavelruil kon 'nieuwe natuur' geclusterd worden of gekoppeld aan bestaande natuurgebieden. "Mijn puntje van kritiek?", ventileert Ad van de Crommert. "Ach, laat ik 't misschien toch liever een stukske wrijving noemen.

Want eerlijk is eerlijk: ik heb nog steeds wat moeite met het feit dat bij dit soort ingrijpende maatregelen de landbouw niet voor compensatie in aanmerking komt. En er voor al dat asfalt feitelijk alleen maar natuur terugkomt, terwijl er -met name ook bij de aanleg van de A50- toch grote stukken landbouwgrond sneuvelden.""Gelukkig kwamen we er in onze commissie, die dit landinrichtingsproject voor haar rekening nam, uiteindelijk altijd uit. En brachten we de landbouw zo min mogelijk schade toe. In die zin mag je gerust van een successtory spreken. Al moet ik bekennen dat we de tijd méé hadden: tien jaar geleden gaven redelijk wat boeren aan dat ze ermee wilden stoppen waardoor er bedrijven en landbouwgronden te koop kwamen. Ik denk dat we een vergelijkbaar groot project in deze tijd niet zouden kunnen uitvoeren", stelt Van de Crommert die binnen de commissie kavelcoördinator was en in tien jaar tijd toch al gauw op een dikke honderd vergaderingen aanwezig was.

Dat boer én natuur vooral ook beter kunnen worden van herverdeling van grond, blijkt aan de Piet Geersdijk in het buitengebied van Nistelrode. Waar aan de rand van de Noordelijke Wijst, een van de vijf plekken waar de aanpassingsinrichting zich op richtte, Marc en Marlies Dortmans heel tevreden terugblikken op hun verhuizing, nu viereneenhalf jaar geleden. Een agrarische structuurverbetering in het klein. Veel kilometers hoefde het vee in dat kader dan ook niet te wandelen: het ging van de ene kant naar de andere kant van de 'Dijk'. "We hebben hetzelfde aantal hectares behouden: 26 in totaal. Bovendien konden we een jongere boerderij terugkopen, van de overbuurman die ermee stopte. Gebouwelijk zijn we er dus ook op vooruit gegaan.

Voor ons kwam die herinrichting dus op een mooi moment", laat Marlies weten.IVN'er Albert van Rosmalen uit Uden, die namens de natuurorganisaties zitting had in de commissie, weet nóg wel een reden dat de 'kleine' verhuizing de Dortmansen meer dan goed uitkwam. "We zitten hier namelijk op voor Nederland unieke wijstgronden die gevoed worden door water uit de Maashorst dat opkwelt door de ondoorlatende Peelrandbreuk. Wijst levert eigenlijk een omgekeerde wereld op: hoog wordt nat en laag is droog. De ruim zeven hectare hier die de familie eerst in bezit had, waren erg drassig; nu zitten ze met hun grond een stuk droger. Voor alle partijen is het dus een hele vooruitgang. Wij natuurmensen wilden heel graag dit wijstgebied uitbreiden; de koeien van Dortmans hoeven niet meer met vijf monden te eten. Anders gezegd: het gras dat ze vreten, vertrappen ze niet meer zo snel."Het mooie aan het jarenlange commissiewerk was dat alle leden één gemeenschappelijk doel nastreefden, stelt Van Rosmalen. "Natuurlijk discussieerden we er met enige regelmaat stevig op los, moesten we wikken en wegen. Maar ook ónze inbreng was er op gericht om niet aan vruchtbare landbouwgronden te komen en vooral wél die percelen te zoeken die meer geschikt bleken te zijn voor natuurontwikkeling.

Daarom waren we het snel eens om het zoekgebied Achter de Bergen, ruim dertig hectare schrale grond, te ontwikkelen. Van de in totaal 92 hectare compensatie is dit het grootste gebied geworden. Een mooie aanvulling óp en versterking ván het huidige natuurgebied de Bedafse Bergen", vindt de Udense IVN'er die ter plekke aantoont dat de natuur meteen aan de slag is gegaan. "Kijk, nadat hier jaren geleden al de bouwvoor -zeg maar de teelaarde van zo'n twintig tot dertig centimeter diepte- is weggegraven, zijn nu al allerhande pioniersplantjes komen bovendrijven en kan de biodiversiteit alleen maar toenemen. Dat kan dus heel wat worden hier. Het bos dat je verderop ziet, kan zich bovendien in deze richting uitbreiden. En de aangelegde poelen gaan op termijn zorgen dat er ook amfibieën komen."Ook Albert van Rosmalen kent, terugblikkend, een 'maar'. "Onze onafhankelijke voorzitter José van Gorp eindigde bij de slotbijeenkomst met de woorden 'Ben er zuinig op'. Dat klopt helemaal als je bedenkt dat er nu al bedreigingen op de loer liggen. De Vrije Teugel wil een grote recreatieve waterplas realiseren. Die zou onze vernatting aardig teniet kunnen doen." Brabantsdagblad 24 juli 2008.

dinsdag, juli 22, 2008

 

Werken aan imago

De cijfers laten het keer op keer zien, Noordoost-Brabant behoort tot de sterkste economische regio's van Nederland. Toch is het slecht gesteld met het imago van het gebied.
Bij politici en beleidsmakers in Den Haag staat het nauwelijks op het netvlies. Dat blijkt uit een onderzoek dat de Brabants-Zeeuwse Werkgevers (BZW) en de ABN Amro hebben uitgevoerd. Daar moet nu echt verandering in komen, stelt de BZW in een reactie. De belangrijkste aanbeveling van de werkgeversclub is de samenwerking in het gebied te versterken door het instellen van een regiobestuur. Bovendien dient Noordoost-Brabant zich meer te laten zien. "We etaleren onze sterkste punten en kwaliteiten onvoldoende. We zijn te bescheiden" , stelt Jan van Vroenhoven, voorzitter BZW regio Noordoost-Brabant.

Volgens hem werken de mensen er gewoon hard en zijn ze geen praatjesmakers. Toch loopt de regio met deze opstelling het nodige mis, constateert de BZW. Het ministerie van Economische Zaken investeert op basis van zijn programma 'Pieken in de Delta' vooral in economisch sterke regio's. Zo zijn West-Brabant, Zuidoost-Brabant en de regio Arnhem-Nijmegen wel opgenomen in het steunprogramma van het ministerie. "Opvallend is dat juist in die gebieden er een nauwe samenwerking is tussen de gemeenten." Dat pleit volgens Van Vroenhoven voor een verdergaande krachtenbundeling in Noordoost-Brabant om de kansen te vergroten. Het is niet alles kommer en kwel, erkent Van Vroenhoven.

Sinds ongeveer een jaar bestaat de 5-sterrenregio. Burgemeester Karel van Soest van Boxmeer gaf hiervoor vorig jaar nog de officiële aftrap. In dat project werken de acht werkgelegenheidsgemeenten uit de regio samen met onderwijs en bedrijfsleven. Noordoost-Brabant presteerde de afgelopen tien jaar economisch beter dan het Nederlandse en Brabantse gemiddelde. De regio kent een hoge productiviteitsgroei, een relatief lage werkloosheid en een positieve bedrijfsdynamiek. Ook telt de regio veel verschillende branches, zoals voedingsmiddelenindustrie, machinebouw, bouw, chemische industrie en logistiek. Gelderlander 22 juli 2008.

maandag, juli 21, 2008

 

Streekpruvenement

Streekpruvenement dit najaar van start
Een unieke proeverij in Vierlingsbeek

Op het erf van het 20 hectare tellende aspergeteeltbedrijf van Erik en Beate Denissen in Vierlingsbeek verrijst een compleet nieuw bedrijfsgebouw van maar liefst 900 m². Als alles goed gaat opent dit najaar het Streekpruvenement haar deuren. Dit is een unieke proeverij van heerlijke aspergegerechten en andere streekproducten uit de regio Boxmeer.

In de nieuwe bedrijfshal komen ruimtes voor het schillen, verpakken en zonodig bereiden van asperges, een verkoop- en informatiepunt en de eigenlijke pruvenementssalon, waar men heerlijke gerechten kan nuttigen. “De proeverij is het hele jaar door dagelijks geopend”, vertelt Denissen. “Is het weer mooi, dan kunnen mensen bovendien neerstrijken op het terras, want ook daar hebben we aan gedacht. Dit terras is vanuit de pruvenementssalon bereikbaar.”

Specialiteit
De aspergeboerderij van Denissen bestaat al sinds 1950 en is inmiddels een begrip in de regio. Erik nam het bedrijf in 1997 over van zijn vader. Het bedrijf heeft vele jaren ervaring met de teelt en verwerking van asperges. Het schillen van ‘het witte goud’ en het naar wens verpakken en verwerken van de asperges behoren tot de specialiteiten op de aspergeboerderij. “Vier jaar geleden begonnen we met de huisverkoop van asperges”, aldus Denissen. “Dat was een eerste succesvolle stap op weg naar bedrijfsverbreding. Ik zie het Streekpruvenement nu als een grote vervolgstap.”

Arrangementen
Het hele jaar rond kunnen bezoekers straks op de aspergeboerderij genieten van heerlijke streekproducten uit de regio. Via arrangementen kunnen ze dan ook een kijkje op het bedrijf nemen en zien hoe de asperges gestoken en verwerkt worden. “Toen ik vorig jaar aan het ZLTO-bestuur voorstelde om op ons erf een tent met een keuken neer te zetten om hier bereide aspergegerechten te serveren, werd dat heel enthousiast ontvangen”, zegt Denissen. “Ik ben toen de ideeën verder gaan uitwerken en dat resulteerde uiteindelijk in het Streekpruvenement.”

Internet-portal
Alles wordt straks helder gecommuniceerd en in beeld gebracht op de website van Denissen, www.denissen-asperges.nl. “Daarnaast zijn we ook in gesprek met collega-ondernemers in Overloon om een gezamenlijke internetportal op te zetten”, aldus Denissen. Het pruvenement gaat dit najaar van start.

Vitaal, mooi en schoon plattelandDe bouw en ontwikkeling van het Streekpruvenement vindt plaats met financiële ondersteuning vanuit de reconstructie Peel en Maas. Momenteel worden in heel Brabant diverse projecten aangepakt ter verbetering van de kwaliteit van water, natuur, landbouw, recreatie en leefbaarheid. Deze moeten op termijn leiden tot een vitaal, mooi en schoon platteland, waar zowel bewoners, boeren, tuinders, stedelingen als recreanten goed kunnen wonen, werken en recreëren.

zondag, juli 20, 2008

 

Agrotoerisme

Agrotoerisme heeft toekomst

Minicamping Heierhof in Riethoven, een voorbeeld van de oases van rust voor de oudere recreant die bij boerderijen verschenen zijn.

Na de varkenspestcrisis van 1997 zijn honderden Brabantse boeren aarzelend ‘iets’ gaan ondernemen in het toerisme. Dat ‘iets’ krijgt steeds meer vorm. Maar er blijft nog veel te doen.
De revitalisering van het Brabantse platteland, nodig na de varkenspestcrisis van 1997, heeft vruchten afgeworpen. Zeker 35% van alle agrarische bedrijven in Noord-Brabant heeft haar activiteiten verbreed. Pakweg 15 % heeft die verbreding gezocht in het zogenaamde agrotoerisme.

Erik van Nuland uit Eindhoven, projectleider van het samenwerkingsverband Plattelandstoerisme Brabant, schat uit de losse pols dat er in de provincie de laatste tien jaar zo'n negenhonderd particulieren 'iets' zijn gaan doen in het toerisme. Het gaat niet altijd om agrarische bedrijven; ook burgers ruiken kansen in het plattelandstoerisme. Zuidoost-Brabant is volgens Van Nuland goed voor zo'n vijfhonderd 'kleinschalige toeristische initiatieven in het buitengebied'. Maar ook dat is niet meer dan een schatting. "Dit toeristisch segment is de laatste tien jaar enorm gegroeid, maar er is nog veel te weinig kennis over vergaard", aldus Van Nuland. Dat komt onder andere omdat er geen duidelijke organisatiestructuur onder ligt. Van Nuland: "Provinciebreed zijn er misschien wel vijfentwintig kleine samenwerkingsverbanden, maar er bestaat geen overkoepelend instituut."Niemand heeft dan ook een goed inzicht in de economische betekenis van het plattelandstoerisme.

Volgens min of meer officiële schattingen halen agrarische bedrijven gemiddeld 10.000 tot 12.000 euro uit hun toeristische nevenactiviteit. Zorgboerderijen generen het meeste (40 tot 50 mille); bedrijven die eigen producten aan huis verkopen het minste (extra omzetten tot 10.000 euro). De kleinschalige toeristische initiatieven - dat kan iedereen waarnemen - hebben de provincie in recreatief opzicht wel een stuk aantrekkelijker gemaakt. Plattelandstoerisme is niet alleen kamperen bij de boer, maar ook: educatie via excursies, culinair genot en ontwikkeling van ambachtelijke streekproducten. En meer dan ooit wordt er van de natuur genoten.

Te land (wandelen, fietsen), ter 'zee' (kanoën), maar ook in de lucht (ballonvaart). Van Nuland: "De kunst is om de grote diversiteit aan recreatieve mogelijkheden aan de man te brengen. Om maar een voorbeeld te noemen: Drente heet dè fietsprovincie van ons land, maar Zuidoost-Brabant heeft alleen al meer kilometers fietspad dan Drente. Het publiek weet dat niet. Er moet - en dat geldt voor het totale plattelandstoerisme - nog heel veel gebeuren in de pr. Onderzoeken wijzen uit dat er voor de komende jaren voldoende rek zit in de markt. Maar je moet de recreant wel weten te verleiden." Van Nuland pleit daarom mede voor méér samenwerking tussen gevestigde toeristische en nieuwe agrotoeristische bedrijven. Eindhovensdagblad 16 juli 2008.

donderdag, juli 17, 2008

 

Projectbesluit

Als streekmanager heb je veel te maken met ondernemers met plannen die niet passen binnen het bestemmingsplan. Als de gemeente het een goed initiatief vindt (positieve principe uitspraak van het college) dan kan hier in voorzien worden. Voor 1 juli 2008 was dat een artikel 19.1 of 19.2 procedure (oude WRO, wet ruimtelijke ordening) en na 1 juli is dat een projectbesluit (nieuwe Wro). Een probleem is dat de kosten van deze procedures hoog zijn. De overheid wil voorkomen dat het initiatief in conflict is met eerder gemaakt beleid. Daarom is een grondig onderzoek in opdracht van de initiatiefnemer, door bijvoorbeeld een stedenbouwkundig bureau, vereist. Soms zijn deze kosten hoger dan de investering zelf. Een zorgboerderij die een trekkershut wil plaatsen van 5000,- euro is al snel meer dan 5000,- aan procedurekosten kwijt. In de nieuwe Wro wordt dat nog ongunstiger want voor een projectbesluit moet een dubbele procedure doorlopen worden. Eerst de procedure zoals in het verleden (legeskosten en kosten ruimtelijke onderbouwing) en daarna de wettelijke aanpassing van het bestemmingsplan . Ook deze kosten zullen middels legeskosten op de initiatiefnemer verhaald worden.

Het voordeel van de nieuwe wet is dat bestemmingsplannen sneller herzien moeten worden. Is er een recent bestemmingsplan van bijvoorbeeld vorig jaar dan hoeft de initiatiefnemer 'maar' negen jaar te wachten en dan wordt het bestemmingsplan op kosten van de gemeente weer aangepast. In de ogen van de overheid is dat snel. Hoe initiatiefnemers daar over denken laat zich raden.

Voor meer informatie klik hier.

dinsdag, juli 15, 2008

 

Boxmeer stimuleert woonzorg

Eerste woonzorgunit in Boxmeer

Aan de rand van het Boxmeerse buitengebied komt de eerste woonzorgunit in het Land van Cuijk te staan. Het gaat daarbij om een tijdelijke woning waardoor een ernstig zieke oudere als het ware in de tuin van zijn kind kan wonen en door hem of haar wordt verzorgd.
Waar de unit komt te staan wil de Boxmeerse wethouder Jos de Graaf om privacy-redenen niet zeggen.Het is voor het eerst dat het Boxmeerse college goedkeuring geeft aan een dergelijke mantelzorg-oplossing die door de overheid in de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) wordt gepropageerd. Enige tijd geleden werd in Eindhoven officieel de eerste unit op dit gebied in gebruik genomen. Daarbij gaat het om een tot woning omgebouwde schuur.In het Land van Cuijk hebben de gemeenten het al een jaar of twee over het plaatsen van deze tijdelijke units als zorgoplossing, maar die werd nog niet in de praktijk gebracht. Duidelijk is in ieder geval dat de gemeente Boxmeer geen verbouwing van bestaande panden, zoals een schuur, tot woning zal toestaan. Het gaat, onderstreept De Graaf, om een tijdelijke oplossing. Is de betreffende patiënt overleden, dan moet de unit weer worden weggehaald. Wettelijk kan een dergelijke tijdelijke oplossing niet langer dan vijf jaar blijven staan. "Maar", zegt De Graaf, "wij stellen ons een beetje brutaal op richting overheid, want als de unit na vijf jaar nog nodig is, mag die blijven zolang dat nodig is." Gelderlander 14 juli 2008.

zondag, juli 13, 2008

 

Week 28

Maandag
Nataša Kovačić werkt als gebiedsontwikkelaar in Kroatie. Kroatie staat in de wachtkamer om toe te treden in de EEG. De waarde van het Europese LEADER programma wordt onderkend en de rijksoverheid wil van start gaan met een landelijk LEADER project om al vast ervaring op te doen. Nataša doorloopt een veertiendaags trainingsprogramma en maakt kennis met de LEADER aanpak in Brabant. Collega Fransien Westendorp die projectleider is van LEADER Maashorst-Maas & Meijerij informeert haar over de opstart van dit nieuwe LEADER project en ik laat haar s'middags een aantal voorbeelden van projecten in de praktijk zien.

Dinsdag
Tijdens een eerder project heb ik de mogelijkheden van WKO (warmte koude opslag) leren kennen. Nu de energie kosten hoog worden is verwarming van woningen op aardwarmte aantrekkelijk geworden. De terugverdien tijd van de installatie is ongeveer 10 jaar. Op een nieuwe woning die 80 a 90 jaren mee gaat is dat relatief kort. Dient de woning ook gekoeld te worden dan zakt de terugverdientijd naar enkele jaren. De warmtepomp die de woning verwarmt draait op elektriciteit. Die elektriciteit wordt inefficiënt geproduceerd. In grote centrales worden kolen of gas omgezet in elektriciteit. Eenderde wordt benut en tweederde gaat verloren als koelwarmte. Vervolgens zijn er transport verliezen in het elektriciteitnetwerk. En ook niet onbelangrijk de uitstoot van CO2 is groot en ongewenst. Het zou veel beter kunnen door de elektriciteit decentraal op te wekken. Dit kan door zonencellen, in de wijk geïntegreerde mini-windmolens, wijk-WKK, mini-WKK per woning of een stirlingmotor. Oplossingen die nog niet kunnen concurreren met de relatief goedkope elektriciteit uit kolen, gas en kernenergie waar we nu over beschikken. De kostprijs van de traditionele elektriciteit wordt ieder jaar duurder. De kostprijs van de alternatieven ieder jaar goedkoper. De verwachting is dat het niet meer lang duurt voordat het omslagpunt bereikt is. Met Tessa van den Broek van Mooiland Vastgoed heb ik een oriënterend gesprek over de mogelijkheden van de bouw een energienul wijk op basis van WKO in combinatie met selfsupport elektriciteit winning.

Geprek met een eigenaar van een kippenbedrijf. Het bedrijf ligt tegen een dorp aan. Zowel de gemeente als de ondernemer willen graag het bedrijf naar een LOG verplaatsen. Het financieringsgat is door diverse deskundigen vastgesteld op ongeveer 4 miljoen. Door 1 ha van de huiskavel beschikbaar te stellen voor woningbouw kan er mogelijk 0.5 miljoen aan inkomsten gegenereerd worden. Blijft over een gat van 3.5 miljoen. Ik ben gevraagd om met de eigenaar eens te kijken naar de mogelijkheden van economische activiteiten in de vrijkomende gebouwen. Soms kan een goed plan net dat duwtje zijn om een verplaatsing in gang te zetten. Maar hier hebben we het niet meer over een duwtje. Dit soort bedragen zijn niet overbrugbaar met het opstarten van een nieuwe economische drager in de vrijkomende bebouwing. Ik maak dat de ondernemer en de gemeente duidelijk.

Woensdag
Het starterscafe wat het streekhuis in januari met ROC de Leijgraaf en Dagblad De Gelderlander gestart is is een succes. Het plan is om het na het beëindigen van het Ceres project De Zaakversneller te continueren. Een website kan daarbij van dienst zijn om de bijeenkomsten onder de aandacht te brengen. Met een aantal personen bespreek ik een ontwerp van de site.

Websites die zich richten op het tot stand komen van communities zijn vaak succesvol. Een aantal ontwikkelaars werken aan een nieuw concept wat geschikt zou kunnen zijn voor de communicatie in een buurt of regio. Met een aantal personen bespreken we de kansen en de mogelijkheid van een pilot in een regio.

Donderdag
Bijeenkomst werkgroep Rest-O-Super.

Vrijdag
Een ondernemer heeft een grote groepsaccomodatie in een rijksmonument. Voor de komende 10 jaren lukt het nog wel om zaken rond te zetten. Maar over tien jaar is een kapitaal intensieve restauratie van vele miljoenen nodig. Dat is tevens het moment dat hij, gezien zijn leeftijd, wil stoppen. Hij benut mij als klankbord om de mogelijkheden op een rij te krijgen. Voor een moderne groepsaccomodatie is het gebouw minder geschikt. Een woon-zorg park lijkt een goed alternatief als daar draagvlak voor is. Gezien de omvang is het zaak een betrouwbare partner-ontwikkelaar in de arm te nemen.

Weekoverzichtstreekmanager

vrijdag, juli 11, 2008

 

Bouwblok

Wim en Wilma hebben een rundvee bedrijf. Wim verzorgd de koeien en Wilma werkt al weer een kleine 15 jaar voor een zorginstelling waar ze gehandicapte kinderen verzorgd. Zo'n vijf jaar geleden raakte ze in gesprek met haar werkgever. Die vertelde dat het systeem van centraal verzorgen van kinderen verandert in een decentraal systeem. Geen grote koude gebouwen maar terug naar een huiselijke omgeving is het devies. Men wist dat Wilma samen met haar man een boerderij heeft en vroeg of ze belangstellingen hadden om een zorgboerderij te starten. Dat hadden ze. Ze maakten een plan en gingen hier mee naar de gemeente. De gemeente was enthousiast. De voorkeur van de gemeente ging echter uit naar een kinderopvang want daar was volgens de gemeente meer behoefte aan. Om de gemeente ter wille te zijn werd het plan aangepast naar "Kinderopvang-zorgboerderij". Zoals gebruikelijk bespreekt de gemeente het projectidee met de provinciale medewerkers van het planteam. Deze waren minder enthousiast want het beleid was dat kinderopvang niet in het buitengebied hoorde. Ze brachten een negatief advies uit. Het plan van Wim en Wilma raakte hierdoor in het slop. Enige tijd later starte de uitvoering van de reconstructie. Via via hoorde Wilma en Wim dat er een streekmanager was. Ze namen contact met hem op en vertelde het relaas. De streekmanager nam contact op met de provinciemedewerker die een negatief advies uitgebracht had. Die herhaalde dat het standpunt van de provincie was dat kinderopvang niet in het buitengebied hoorde. De streekmanager legde uit dat Wilma en Wim eigenlijk een zorgboerderij wilde maar dat de gemeente liever een kinderopvang zag. De oplossing was eenvoudig. Wim en Wilma konden hetzelfde plan indienen maar nu met als titel "Zorgboerderij-kinderopvang". Wat de provincie medewerker voorspelde gebeurde. Ze kregen nu wel medewerking. Inmiddels begon de tijd wel te dringen. De zorginstelling was volop aan de slag om afspraken te maken met zorgboerderijen. Wilma en Wim hadden nu wel een positief advies van de provincie maar dat betekende niet dat ze aan de slag konden. Eerst moest het bestemmingsplan aangepast worden, dan moest er een bouwvergunning aangevraagd worden en dan moest er nog gebouwd worden. Toch al gauw een traject van twee a drie jaren mits er geen bezwaren ingediend zouden worden want dan kan alles vele jaren langer duren. De zorginstelling liet weten dat het dan allemaal niet meer hoefde omdat ze dan liever met anderen in zee gingen. In overleg met de gemeente werd een tussenoplossing bedacht. Middels een artikel 17 procedure werd een noodgebouw geplaatst. Na zes maanden konden ze aan de slag. Tegelijkertijd werd een artikel 19 procedure opgestart om het bestemmingsplan te wijzigen. De architect maakte een tekening. Het ideale plaatje was om het nieuwe zorggebouw wat verder van de rundveestal te plaatsen. De kinderen zouden daardoor wat meer bewegingsruimte hebben maar nog belangrijker er kon dan een eigen oprit gemaakt worden speciaal voor de kinderen. Dit vond Wim wel zo veilig. De gedachte dat de kinderen op hun fietsjes zich tussen het vrachtwagen- en trekkerverkeer en andere zware landbouwmachines moesten begeven vond hij onacceptabel. Hiervoor moest het bouwblok enkele meters opgeschoven worden. Gelukkig hoefde het bouwblok niet groter te worden want daar wordt zelden medewerking aan verleend. Tot verbazing van Wim en Wilma wilde de provincie geen medewerking verlenen om het bouwblok wat te verschuiven om zo een veilige situatie te creëren. De provincie is van mening dat het om verbreding gaat. En bij verbreding moet de neventak ondergeschikt zijn aan de hoofdtak. Als het zorggebouw fysiek apart komt van de boerderij dan bestaat er het gevaar dat er uiteindelijk twee separate bedrijven komen. Dat wil de provincie kost wat kost voorkomen. Wim en Wilma kunnen daar geen begrip voor opbrengen en nemen weer contact met de streekmanager op. Deze neemt op zijn beurt contact op met de gemeente. Deze laat weten het beleid van de provincie volledig te onderschrijven. De streekmanager legt Wim en Wilma uit dat de kans klein is om het bouwblok enkele meters te verleggen en zo een veilige situatie te maken. Wim en Wilma zijn al bijna vijf jaar bezig hun droom te realiseren. Ondanks de tegenslagen blijven ze strijdbaar en besluiten ze een brief aan de gedeputeerde verantwoordelijk voor ruimtelijke ontwikkeling van de provincie te sturen. Toen kwam er garen op de klos. Nog de zelfde dag dat de gedeputeerde de brief onder ogen kreeg werden Wim en Wilma gebeld. De provincie ambtenaar vertelde dat er een vergissing begaan was en dat zaken snel geregeld zouden worden. Het zorggebouw is inmiddels geopend.

De namen zijn verzonnen. De situatie is gebaseerd op een waargebeurd verhaal.

Praktijkverhaal

zaterdag, juli 05, 2008

 

Week 27

Maandag
Slotsymposium Bijzonder Noordoost Brabant. Noordoost Brabant heeft de afgelopen drie jaar 300.000,- euro geïnvesteerd om de regio te promoten als aantrekkelijk toeristisch en recreatief gebied. De resultaten worden in Mill, locatie Fitland, aan de bestuurders en ondernemers in de regio gepresenteerd. Een kort onderhoud met een van de aanwezig is voldoende voor de start van een nieuw project. Hij loopt al een tijd met een idee en heeft daarvoor partners nodig. We spreken af dat ik bij potentiele partners ga polsen of ze belangstelling hebben. Zo ja dan nodig ik ze uit voor een voeten op tafel gesprek om te achterhalen of er draagvlak is voor een project.

Big Bang bijeenkomst in het provinciehuis om de nieuwe Wro (Wet Ruimtelijke Ordening) in te luiden. De overheid streeft al lange tijd naar ontwikkelingsgericht werken. Nu wordt deze denkwijze ook ondersteund door wetgeving.

Werkgroep bijeenkomst Versomaat.

Dinsdag
Kennismakingsgesprek met Cor de Vos van bureau Geeling. Een bureau met veel ervaring op het gebied van plattelandsontwikkeling en betrokken bij veel projecten in de regio.

De nieuwe Wro bied nieuwe kansen om het buitengebied sneller, beter en mooier in te richten. Met een aantal medewerkers van de provincie bereid ik een programma voor om de ruimte die de wet bied te gaan benutten.

Woensdag
Eerste bijeenkomst Beeldenstorm 2025.

Donderdag
Overleg met een organisatie die TV en Internet wil integreren. Doel is een systeem te ontwikkelen waar senioren die geen Internet ervaring hebben mee uit de voeten kunnen. Doel is ze thuis van informatie en diensten te voorzien zodat een gang naar een dienstverlenende instelling minder vaak nodig is.

Hoorzitting te Grave. In Grave probeert een ondernemer een recreatiefplan te realiseren. Om een plan gerealiseerd te krijgen is het verstandig om draagvlak in de omgeving te creeeren en transparant te werk te gaan. De dag van het Brabantseplatteland van afgelopen 19 april is een ideaal moment om plannen te presenteren. Ik heb de ondernemer geadviseerd om van die gelegenheid gebruik te maken. De gemeente heeft me gevraagd om voor de inloopdag een evenementenvergunning aan te vragen. Tegen het afgeven van de evenementenvergunning is bezwaarschrift ingediend. Daarom zal de commissie bezwaarschriften een advies uitbrengen aan burgemeester en wethouders. Om uitspraak te kunnen doen is er vandaag een hoorzitting. De gemeente verweerd zich en onderbouwt met argumenten waarom ze juist gehandeld heeft. De bezwaarmaker somt haar argumenten op welke tengrond slag liggen aan het bezwaar. Als aanvrager van de evenementenvergunning en dus belanghebbende krijg ik ook het woord. Ik wijs op de situatie dat de overheid graag ontwikkelingen ziet gebeuren welke ze in beleid verwoord heeft maar wat nog niet bestendigd is in het bestemmingsplan. Ondernemers zitten dan in een spagaat. Ze hebben een plan wat de overheid toejuigt maar het mag nog niet en lange ingewikkelde procedures moeten eerst doorlopen worden. Ik vraag de commissie om ook rekening te houden met het recht op de vrijheid van meningsuiting van deze ondernemers om hun plannen aan het publiek te tonen bij het nemen van een beslissing. De uitspraak zal overigens geen direct effect hebben want de opendag op 19 april is immers al gehouden. Wat wel relevant is is of volgend jaar tijdens de dag van het Brabantseplatteland opnieuw een evenementenvergunning afgegeven wordt mocht daar weer om verzocht worden. Alhoewel de noodzaak hiervan ter discussie staat want de gemeente heeft me laten weten dat er achteraf gezien geen evenementenvergunning nodig was geweest gezien de aard en omvang van de bijeenkomst. En dat sluit weer aan bij de andere acht Peel & Maas gemeenten waar voor een inloopdag tijdens de Dag van het Brabantseplatteland ook geen evenementenvergunning nodig is.

Bijeenkomst Hooibergenproject Landerd.

Vrijdag
Kennismaking met een ondernemer in Veghel met een uniek product. Op dit moment heeft hij zijn klanten in heel Europa. Er zijn mogelijkheden om met zijn product tastbaar invulling te geven aan "Bijzonder Noordoost Brabant". Er komt een vervolg bijeenkomst met ondernemers om met elkaar na te gaan of ze er brood in zien.

Opening van groepsaccomodatie De Buitenhorst van de familie Mathijssen in Schaijk. Tot voor enkele jaren geleden een bedrijf met rundvee en varkens. De varkenstak is vervangen door de groepsaccomodatie. Maar wat voor een. De meest verwende hotelgast komt hier aan zijn trekken. De doelgroep is de zakelijke markt. Denk aan een management team van een bedrijf dat "op de hei" zaken wil bespreken of families die hoge eisen stellen aan de accomodatie en kiezen voor een unieke sfeer.

Weekoverzichtstreekmanager

vrijdag, juli 04, 2008

 

Hooibergproject Landerd

De hooiberg keert de komende jaren op grote schaal terug in de gemeente Landerd. Enkele tientallen mensen hebben hiervoor een officiële bouwaanvraag ingediend.
Het gaat hierbij om mensen met een boerderij. Ze haken in op een initiatief van de Stichting Hooibergen in Zeeland. Die wil de ouderwetse hooibergen terugbrengen in het landschap, omdat ze volgens haar mooi en cultuurhistorisch waardevol zijn.Tegenwoordig wordt hooi meestal opgeslagen in grote loodsen. Het hooibergenproject is een uitvloeisel van de reconstructie van het platteland. Omroep Brabant 4 juli 2008.

Veertig personen in de gemeente Landerd hebben belangstelling om een traditionele hooiberg bij hun boerderij te bouwen. Volgens het bestemmingsplan kan aan ongeveer 2 initiatiefnemers medewerking verleend worden. Omdat de gemeente het initiatief ondersteunt hebben ze een beleidsplan opgesteld speciaal voor hooibergen voor het grondgebied van de hele gemeente. Het resultaat is dat nu de plannen van 38 initiatiefnemers gehonoreerd kunnen worden. In overleg met de provincie valt een bestemmingsplan wijziging in de 19.2 categorie waardoor een verklaring van geen bezwaar van de provincie niet nodig is. Een knap staaltje van goede samenwerking tussen burgers met een mooi initiatief en bestuurders en ambtenaren van de gemeente en de ambtenaren van de provincie.

woensdag, juli 02, 2008

 

Eigen boeren eerst

Boeren van buitenaf niet welkom in log's

Boeren uit andere delen van het land mogen zich niet vestigen in de landbouwontwikkelingsgebieden (log's) van de gemeente Cuijk. Die uitspraak heeft de raad maandagavond gedaan.

Het college ondersteunt die uitspraak. De raad vindt, op aangeven van fractievoorzitter Anne van Diemen van GroenLinks, dat de log's bestemd zijn voor het oplossen van regionale knelpunten. Met de regio wordt bedoeld het reconstructiegebied Peel en Maas. Dat zijn behalve de Land van Cuijkse gemeenten ook Boekel, Landerd, Uden en Veghel. Knelpunten zijn boerenbedrijven die weg moeten uit zogenaamde extensiveringsgebieden, gebieden die dicht bij woonkernen of waardevolle natuurgebieden liggen. De gemeenteraad stelde maandag tevens geurnormen vast. Gelderlander 2 juli 2008.

 

Toerisme Noord Oost Brabant

Met de spontane naamsbekendheid van Noordoost-Brabant zit het allesbehalve snor. Bij slechts 1% van de bij een onderzoekje ondervraagde mensen schiet die naam te binnen als ze aan een dagje uit denken.

Hoog tijd voor een campagne, zou je denken. Nou, die zit er dus bijna op. Regio-VVV Meijerij en Noordoost-Brabant heeft drie jaar aan de promotie van dit gebied gewerkt. Het moet geholpen hebben. Want bij de start daalde het aantal overnachtingen en vakanties. Nu zit er weer (lichte) groei in.

Het geld voor de campagne, in totaal drie ton, kwam van de 13 deelnemende gemeenten in Noordoost-Brabant, bedrijfsleven van Peel- en Maasrand Recreatie, Kamer van Koophandel en Europese (Ceres-)subsidie. Er werden vooral advertenties van geplaatst in kranten en op internetsites, terwijl ook op radio en tv en hier en daar een beurs over de streek gerept werd.
Want tussen Maaskant en Peelrand kun je heerlijk fietsen, je kunt je laten informeren over kapel of kanon en genieten van plezierjacht tot bloemenzee. En toch: bij vakantie denken de mensen veel te weinig aan Brabant.

In dit gebied waren het er het afgelopen jaar 284.000 en dat is verreweg het minste van de hele provincie. Dit stukje Brabant moet dus beter op de kaart en juist daar was de campagne voor bedoeld, zo zei directeur Rein de Laat van de Regio VVV op het slotsymposium Bijzonder Noordoost-Brabant.

Slechts een handjevol belangstellenden had de moeite genomen naar Fitland in Mill te komen om Anneke de Haan van het Brabants Bureau voor Toerisme geestdriftig te horen vertellen over de komende naamswijziging van die organisatie omdat er een ander beleid van de provincie aan zit te komen.

Interessant aspect van de publiciteitscampagne is in elk geval een reeks van dertien brochures, eentje per gemeente, over het toeristisch aanbod. Boxmeer, Sint- Anthonis, Landerd en Lith hebben het boekje al klaar. In vier thema's wordt uitgelegd wat er allemaal te beleven is.
'Bijzonder Dagje uit' heet de serie, gids voor een ontdekkingstocht door het Maas- en Peelland, een fietstocht door de heidevelden en stuifduinen van de Maashorst of een bezoekje aan een vestingstadje als Grave. De sfeer ademen van een rijk verleden met een Bourgondische sfeer. Jawel. Brabantsdagblad 2 juli 2008.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?