woensdag, januari 31, 2007

 

Uden-Veghel zien unieke kans

Dutch Food Experience in Uden-Veghel

De colleges van de gemeenten Uden en Veghel hebben besloten bij te dragen aan een haalbaarheidsonderzoek naar de realisatie van een spraakmakend centrum voor de presentatie en beleving van voedsel, in de ruimste zin van het woord.Binnen deze Dutch Food Experience (DFE) staat de beleving van voedsel centraal. De DFE staat garant voor een kweekvijver aan nieuwe producten en concepten doordat ze kan beschikken over veel faciliteiten. Het haalbaarheidsonderzoek wordt uitgevoerd door Octus B.V. in samenwerking met Agro & Co. Het moet rond de zomer leiden tot een beslissing over de vestiging van de Dutch Food Experience in de stedelijke regio Uden-Veghel. Bron: Skyline radio en TV Uden 31 januari 2007.

 

Natuurbrug voor Maashorst

Acht miljoen euro voor natuurbrug Maashorst-Herperduin

Minister Karla Peijs wil met een bijdrage van 8 miljoen euro voor een natuurbrug de aaneensluiting van de gebieden Maashorst en Herperduin mee vorm geven. Dat is het resultaat van een gezamenlijke inspanning tijdens de opening van de A50, die door de minister in oktober 2006 werd verricht. In ieder geval is dat de stellige overtuiging van Stuurgroep De Maashorst. De kracht van deze samenwerking tussen alle betrokken partijen waaronder de provincie, gemeenten, Staatsbosbeheer en alle gebiedspartijen heeft de minister zeker erg aangesproken. Zodanig dat zij persoonlijk per brief heeft laten weten in te stemmen met deze bijdrage. Bij de verdere ontwikkeling en realisatie wordt tevens de inzet vanuit de Regionale Dienst Rijkswaterstaat Noord-Brabant toegezegd.

Stuurgroep de Maashorst Verschillende organisaties, verenigd in Stuurgroep De Maashorst, zijn er heel erg gelukkig mee. Zij hebben de handen ineengeslagen om Natuurgebied De Maashorst als natuureenheid te herstellen en verder te ontwikkelen. De ecologische waarden en potenties van de robuuste natuurkern, met de natuurgebieden Maashorst en Herperduin, en het cultuurhistorische landschap daaromheen zijn daarbij leidend. Robuuste verbinding Maashorst en Herperduin De gebieden Maashorst en Herperduin vormden in het verleden één aaneengesloten heide- en bosgebied. Om een robuust samenhangend natuurgebied te realiseren is het opheffen van barrières noodzakelijk. De belangrijkste barrières zijn de nieuwe snelweg A50 en de provinciale weg N324. De Stuurgroep wil door middel van het bouwen van een brede robuuste natuurbrug de gebieden weer verbinden en daarmee een samenhangend aaneengesloten natuurgebied bestaande uit een parkachtig landschap met bos, heide, vennen en stromende beekjes van circa 3.500 hectare tot stand brengen. Dit wordt daarnaast mede bereikt door bestaande bossen naar natuurbos om te vormen, het toelaten van spontane processen en het toepassen van begrazing.

Voorwaarden De minister stelt als voorwaarden dat de provincie de regie op zich neemt om te komen tot een uitwerkingsprogramma dat gedetailleerd moet worden opgesteld en voorziet in een ecologische onderbouwing. Voor het realiseren van een natuurbrug over de provinciale weg N324 verwacht de minister op korte termijn een officieel besluit van de provincie. Gedeputeerde Staten heeft onlangs per brief de minister laten weten het verzoek van de Stuurgroep te ondersteunen. De planstudie wordt mede door de provincie ter hand genomen en het geld voor de oplossing over de weg N324 wil GS beschikbaar stellen uit de middelen voor de periode 2007-2011. In de ogen van de Stuurgroep kan dus in alle opzichten aan de voorwaarden van de minister worden voldaan. Stuurgroep De Maashorst bestaat uit Provincie Noord-Brabant, de Gemeenten Oss, Uden, Landerd, Bernheze, Waterschap Aa en Maas, Staatsbosbeheer, Recron, Bezoekerscentrum Slabroek, Agrarische Natuurvereniging De Maashorstboeren/ZLTO en regionale natuur- en milieuorganisaties. Samen leveren zij hun bijdrage aan de vele ambitieuze projecten die op dit moment worden uitgevoerd of op stapel staan. Nieuwsbank 29 januari 2007.

 

Buurtwinkel: Escharen, Vianen, Beugen

In het kader van de uitvoering van de reconstructie werken veel gemeenten aan Dorps Ontwikkelings Plannen (DOP). Vaak wordt er door bewoners naar voren gebracht dat men een bredewinkel in hun dorp mist. Voor de oudste inwoners in een dorp vaak een reden om te verhuizen. En dat laatste is weer tegen het beleid van zorginstellingen en woonmaatschappijen die graag zien dat ook de oudsten onder ons in de kleien kernen tevreden zijn en er lang blijven wonen. Woonmaatschappij Maasland is daarom bijvoorbeeld al vele jaren aktief in Escharen om de dorpswinkel open te houden. Lees meer hierover in het artikel hieronder. Deel van het probleem is dat de huidige supermarkten en dat geld ook voor buurtsupermarkten als Spar en Troefmarkt niet ontworpen zijn voor kernen tussen 1000 en 2000 inwoners. Er zijn wel nieuwe ontwikkelingen op dit front gaande. Zo werkt er een consortium van bedrijven aan het concept met als werktitel "Rest-O-Super". Vergetenboodschappen in combinatie met een breed skala aan diensten zoals een 'tafeltje dek je' service zijn de kern van het concept. Ook de gemeente is participant in het project. Zij stellen de locatie beschikbaar en zorgen voor parkeerplaatsen en straatverlichting. De beoogde locatie voor een testwinkel is Vianen bij Cuijk. Niet ver daar vandaan in Beugen bij Boxmeer wordt gewerkt aan een revitaliseringsplan voor de kern. Ook hier is er een kans dat we met een primeur te maken krijgen. De organisatie achter "Shopcourt" ook een concept dat speciaal ontwikkeld wordt voor kleine kernen heeft serieuze plannen om in Beugen te starten.

Zie ook: http://reconstructiepeelenmaasnieuws.blogspot.com/2006/02/rest-o-super.html

Weer kans buurtsuper Escharen

Escharen krijgt wellicht de buurtsupermarkt terug. De dorpswinkel die juli vorig jaar sloot, wordt dan gerund door verstandelijk gehandicapten.Woonmaatschappij Maasland, eigenaar van het pand aan het Burgemeester De Bourbonplein, praat momenteel met Dichterbij, de zorginstantie voor verstandelijk gehandicapten, over de mogelijkheden. „We hebben al veel gegadigden gehad die belangstelling hebben voor het pand om er een winkel in te beginnen“, zegt Ben Wouters, directeur van Maasland. Voor de leefbaarheid van het dorp wil hij echter niet zo maar een winkel, hij wil een buurtsupermarkt. En dan blijken er nauwelijks gegadigden voor te zijn.De Troefmarkt sloot niet voor niets in juli van het vorige jaar de deuren. De ondernemer die het avontuur had aangedurfd (eerder verdween de Spar) klaagde erover dat te weinig mensen uit Escharen er de boodschappen deden. Van de inkomsten kon hij het personeel niet aan het werk houden.

Vijf parttimers moesten op zoek naar een nieuwe baan.Het voordeel van het aanstellen van verstandelijk gehandicapten, onder deskundige leiding, is dat de loonkosten gedrukt kunnen worden. Omdat het naast werk voor de gehandicapten om een dagbesteding gaat, kan een vergoeding volstaan. „Kosten en baten komen in een andere verhouding te staan.“In het Land van Cuijk en Noord-Limburg werken al mensen met een beperking in supermarkten. Zij houden zich vooral bezig met vakken vullen. In Escharen worden de gehandicapte medewerkers op veel meer onderdelen ingezet; het worden, met al hun beperkingen, redelijk volwaardige arbeidskrachten. Ook het Regionaal Opleidingen Centrum gaat een rol spelen in het bedrijfsproces. In Escharen is al ervaring opgedaan met het werken met verstandelijk gehandicapten, zegt Wouters.

Zij zijn ook aan de slag gegaan in het in 2004 in gebruik genomen gemeenschapshuis van Escharen. De plannen verkeren volgens Wouters nog in een pril stadium. Wanneer de winkel zou kunnen openen, is nog niet bekend. Maasland Wonen en Dichterbij zijn nog in overleg. Maasland is er alles aan gelegen het project te laten slagen, zegt Wouters. „Dat is goed voor de leefbaarheid in het dorp.“ Gelderlander 31 januari 2007.

 

Bioraffinage: Groene Raffinaderij Haps

Door overvloed beschouwen we veel als afval

Nu de bodem van onze aardbronnen in zicht komen en we ons gaan realiseren dat we het klimaat met CO2 verstoren worden we gedwongen anders tegen zaken aan te kijken. Veehouders uit het Land van Cuijk hebben de handschoen opgepakt. Ze willen jaarlijks 200.000 ton mest gaan benutten voor hernieuwde grondstoffen. Wat kun je uit mest raffineren? Kijk maar een op de site van Smithfield http://www.bestbiofuels.com/products.html . Het grootste varkensbedrijf ter wereld. Met 857.000 zeugen en ruim 4000 medewerkers een bedrijf dat al jaren investeert in bioraffinage.
Informatie:

http://reconstructiepeelenmaasnieuws.blogspot.com/2006/06/groene-raffinaderij.html

http://landbouw.paginablog.nl/landbouw/2007/01/rudy_rabbinge_voor_je_het_weet.html
Hoe de overheid dit wil stimuleren:
Subsidieregeling voor duurzame energieproductie zal andere vorm krijgenHet nieuwe kabinet dat momenteel wordt voorbereid zal zich moeten bui­gen over een opvolger voor de MEP-subsidie. De partijen die momenteel aan de formatiebesprekingen deelnemen geven alledrie aan belang te hechten aan het verduurza­men van de energievoorziening. De nieuwe regeling zal vermoedelijk wel aan een budget worden gebonden. Dat betekent dat niet elke kilowattuur die duurzaam wordt geproduceerd met een zelfde tarief zal worden gesubsidieerd.
Bij het toekennen van steun zal sterker worden gelet op het vernieu­wende karakter van projecten. Dat hebben de woordvoerders van CDA en PvdA, Jos Hessels en Diederik Samsom laten doorschemeren. De PvdA-er vindt dat de subsidie als een startmotor moet fungeren die projecten in de markt zet. Uiteindelijk moet een systeem ook zonder steun kunnen opereren. Dat zou in de praktijk kunnen betekenen dat projecten straks korter worden gesteund dan 10 jaar zoals in de MEP-regeling.
Agrarisch Dagblad, 27/01/07

zondag, januari 28, 2007

 

Halfjaarverslag streekmanager Peel & Maas

Op dit weblog staan de grotere intergemeentelijke sociaal-economische projecten in het Peel & Maas gebied (Grave, Cuijk, Boxmeer, Sint Anthonis, Mill & Sint Hubert, Boekel, Landerd, Uden en Veghel) beschreven. Zie de links aan de linkerkant.

De projecten per gemeenten staan beschreven in het halfjaarverslag van de streekmanager Peel & Maas. Het laatste is het vierde halfjaarverslag november 2006.

Wenst u een exemplaar te ontvangen? Stuur dan een e-mail naar tgoossens@rmb.nl en u krijgt per kerende e-mail het laatste exemplaar toegezonden.

Twan Goossens
Streekmanager Peel & Maas
06 51 63 1647

vrijdag, januari 26, 2007

 

BMF kritisch op reconstructie

Reconstructie in Brabant mislukt

De reconstructie in Noord-Brabant is mislukt. Bedrijven verplaatsen nauwelijks en de verzuring en verdroging van natuurgebieden gaat door. Dat komt doordat de overheid niet hard genoeg optreedt en er te veel ruimte blijft voor uitbreiding van intensieve veehouderijen.
Dat was de conclusie van een discussiemiddag van vakblad Landwerk gisteren in Wageningen. De Brabantse Milieufederatie (BMF) stelde dat als eerste vast, maar er kwam geen tegengeluid van het landbouwministerie, Dienst Landelijk Gebied of adviesbureau.
Volgens de Milieufederatie is de ammoniakuitstoot in de breedte misschien wel met 20 procent gedaald, zoals DLG beweert, maar is dat nauwelijks aan de reconstructie toe te schrijven. Het komt door gestopte bedrijven. De uitstoot zal volgens BMF in de toekomst weer toenemen door oprekking van de mogelijkheden in de Wet ammoniak en veehouderij, gebruik van opgebouwde rechten uit het verleden en uitbreiding van het bouwblok voor dierenwelzijn.
Ook het verdwijnen van de compartimentering, waardoor ondernemers over de provinciegrens heen mogen uitbreiden, draagt hieraan bij. De provincie Brabant bevestigt dat er aanvragen zijn voor varkensbedrijven van 5 tot 10 hectare groot.

vrijdag 26 januari 2007, Door: Agrarisch Dagblad

Als je denkt dat de wereld maakbaar is dan kom je mogelijk tot de conclusie dat de reconstructie mislukt is. Je wijst LandbouwOntwikkelingsGebieden aan stelt budget beschikbaar en klaar is kees. Maar zo eenvoudig is het niet. Om een bedrijf te verplaatsen doen zich een aantal natuurlijke momenten voor. Bijvoorbeeld de gebouwen zijn afgeschreven of er is spraken van bedrijfsopvolging. De reconstructie zal hooguit dit moment een paar jaar naar voren halen voor die veehouders die toch al serieus over verplaatsing aan het nadenken waren. Over twintig jaar weten we pas echt of de reconstructie, voor wat betreft het onderdeel bedrijfsverplaatsing, geslaagd is (TG).

donderdag, januari 25, 2007

 

Leefbaarheid Linden

Linden (gemeente Cuijk) is ideaal om in te wonen, maar zonder auto is het minder

De inwoners van Linden zijn heel tevreden. Rust, ruimte en saamhorigheid maken van het dorp een
ideale plek om te wonen. Met dank aan de auto.
Linden, een dorp van 270 inwoners en 97 woningen. Ondanks het ontbreken van winkels en andere voorzieningen, is het er heel goed wonen, zo zeggen de bewoners in een enquête. Linden is het probleem van de voorzieningen voorbij. De 270 inwoners van het bijna geheel door water omzoomde dorp hebben zich er bij neergelegd dat het te klein is voor een winkel of een huisarts. Als ze maar een babbel kunnen maken in het drukbezette gemeenschapshuis bijvoorbeeld.

Voor alle andere voorzieningen nemen ze de fiets of de auto. Want de Lindenaar is bovenal mobiel.Het is een van de belangrijkste conclusies uit een onderzoek naar de leefbaarheid in het dorp. De resultaten werden gisteren aan het gemeentebestuur van Cuijk gepresenteerd, dat dit onderzoek binnenkort bespreekt. Een enquête onder de bevolking, gevolgd door bijeenkomsten, heeft geleid tot een dorpsontwikkelingsplan. Dorpsraad en gemeente gaan daarmee aan de slag, zo is de bedoeling.Linden is een dorp met veel gemeenschapszin. Dat blijkt uit de rapportcijfers van de inwoners zelf. Gemeenschapszin krijgt een 8, net als woongenot. Veiligheid scoort een dikke 7. Het dorp scoort hoog ondanks dat er bijna geen voorzieningen zijn.

Dat komt volgens de onderzoekers van Onderzoeksinstituut PON doordat de meeste inwoners niet in Linden zijn geboren of opgegroeid. Dat geldt voor 80 procent van de Lindenaren. ‘Men is naar Linden verhuisd voor die eigenschappen van het dorp (rust, ruimte en saamhorigheid)’, aldus het rapport. Zolang het dorp die eigenschappen behoudt, blijft het de ideale plek om te wonen. En neemt de Lindenaar de auto voor school, werk, sport en arts.Ook voor de Lindenaar zal de ouderdom met gebreken komen. „Dan zal hij verhuizen“, zegt Sjaak Cox, onderzoeker. „Dat blijkt uit de enquête.“ Tonnie Jacobs, voorzitter van de Dorpsraad Linden is daar niet zo zeker van. „Als je de oudere mensen spreekt, zeggen ze dat ze toch het allerliefst in het dorp zouden willen blijven.“Is alles verder koek en ei in Linden? Toch niet. Als het om de economische vitaliteit gaat, zijn de Lindenaren minder eensgezind. Er zijn dorpsbewoners die wel brood zien in de plassen rondom. Die de toerist wel van dienst willen zijn met een natje en een droogje. Andere dorpsbewoners vinden de rust belangrijker. Gelderlander 23 januari 2007.

 

Boerderijwinkel

In steeds meer stallen en schuren vinden we ze: boerderijwinkels. Het is nog niet zo lang geleden dat boeren op bescheiden wijze begonnen met de huisverkoop van producten van het eigen bedrijf om het inkomen aan te vullen. Inmiddels zijn verspreid over heel Nederland al meer dan duizend boerderijwinkels te vinden. Ze verkopen vaak een zeer gevarieerd assortiment producten. Niet alleen boerenkaas of verse melk, maar bijvoorbeeld ook vlees, verse groenten en fruit, brood, jams, stroop, honing, sap en eieren. Bron website gemeente Landerd.
Lees verder: http://www.landerd.nl/index.php?simaction=content&mediumid=1&pagid=16&stukid=5868

 

Nieuwe geurwet veehouderij

Maatwerk staat centraal in de nieuwe Wet geurhinder veehouderij (Wgv). Dit houdt in dat afgeweken mag worden van de wettelijke standaardnormen voor de geurbelasting vanuit een veehouderij (zie hieronder: systematiek van de wet). Dit biedt de mogelijkheid om lokale problemen met stankhinder aan te pakken. Dit is van groot belang voor de reconstructie waarin bedrijfsontwikkeling in de veehouderij een plek moeten krijgen in samenhang met dorpsontwikkeling, recreatie en andere functies. Bron. nieuwsbrief SRE.
Lees verder: http://bis.sre.nl/web/show/id=115086/contentid=4464


Gemeenten anticiperen op de nieuwe wet door aanhoudingsbesluiten vast te stellen en zo voor een goede overgang naar de nieuwe regeling zorg te dragen. Bijvoorbeeld de gemeente Landerd. Lees verder: http://www.landerd.nl/index.php?simaction=content&mediumid=1&pagid=16&stukid=5869

woensdag, januari 24, 2007

 

Kunst op het Platteland 2

Op maandag 22 augustus 2005 werd door minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Staatssecretaris Van der Laan van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en Marijke Van Haaren gedeputeerde voor infrastructuur en openbaar vervoer de openluchttentoonstelling 'Kunst op het Platteland' officieel opgeleverd. Deze verrassende tentoonstelling is door kunstenaar Hanni Stolker gemaakt samen met enthousiaste bewoners van Scherpenzeel (Gld) en bestaat uit verschillende kunstwerken op het platteland. Er is een speciale fietsroute uitgezet en een brochure uitgebracht om de kunst onder de aandacht te brengen.
Het doel van LNV is dat meerdere regio's in Nederland dit initiatief volgen. N.a.v. het bezoek van minister Veerman eind vorig jaar in Mill heeft LNV Wilma Relou (FF Pauze Mill), Liesbeth Hermanussen (Landgoed Barendonk, Beers) en Nicolette Rademaker (Veerhuis Oeffelt) gevraagd of ze medewerking willen verlenen "Kunst op het Platteland" in Noordoost Brabant onder de aandacht te brengen en zo mogelijk tot een vervolg project te komen. In samenwerking met het streekhuis worden contacten gelegd naar collega ondernemers, verenigingen en overheden en gepolst of het project breed gedragen wordt.


Lees verder:

http://www.scherpenzeel.nl/index.php?simaction=content&mediumid=1&pagid=29&stukid=709&fontsize=12

 

Gevolgen minder inwoners

Krimp: zegen of ramp?

Steeds meer gemeenten in Nederland krijgen de komende decennia te maken met een afnemend aantal inwoners. Volgens sommigen een zegen, want milieuproblematiek, files en ander leed verdwijnt automatisch. Volgens anderen een ramp, want leegstand, verpaupering en snel verslechterende openbare voorzieningen zijn het gevolg.

Lees verder:
http://ruimteforum.vrom.nl/index.cfm?vid=DD2E743E-C09F-296A-619B72C30000CE62&containerid=543323FF-C01F-266A-61DB767467684C53&objectid=4E005344-F206-B8C5-130FD96A7B966E4C&displaymethod=displaydefault

 

Veghel: Kaswarmte benutten

Kassen zijn traditioneel enorme energie vragers. Nieuwe ontwikkelingen zorgen ervoor dat kassen warmte kunnen gaan leveren. Het principe is gebaseerd op het gesloten kas systeem. In de zomer worden de kassen gekoeld en de warmte wordt in het grondwater opgeslagen. In de winter gebeurd het omgekeerde. Het grondwater wordt gekoeld en de warmte wordt benut om de kassen te verwarmen. Er blijkt dan nog warmte over te zijn voor bijvoorbeeld het verwarmen van huizen. In Veghel wordt een nieuwe woonwijk ontwikkeld naast een doorgroeigebied voor kassen. Het streekhuis heeft vorig jaar tuinders en ontwikkelaars van de wijk bij elkaar gebracht om de kansen en mogelijkheden van dit innovatieve systeem onder de aandacht te brengen. Inmiddels zijn er serieuze plannen om het systeem te implementeren. Ook elders in Nederland zijn er vergelijkbare plannen. meer hierover in het volgende bericht.

Onderzoek kaswarmte voor woningen


Het Westlandse gemeentebestuur verwacht veel van de mogelijkheden die kassen kunnen hebben naast woningen, dit voorspelde wethouder van Vliet na afloop van de opening van het Trade Part Westland Venus.De gemeente Westland laat deze maanden onderzoek doen naar de koppeling van de nieuwe kas van kweker Paul Barendse van acht hectare groot aan een nieuwe woonwijk bij 's-Gravenzande.Bij dit project kan de nieuwe kas zowel laagwaardige als hoogwaardige warmte leveren aan de woonwijk. Tevens krijgt de kas een rol bij het waterbeheer van de wijk. Bron: WOS.nl. 24 januari 2007.
Informatie:
http://reconstructiepeelenmaasnieuws.blogspot.com/2006/02/zonneterp-veghel.html
Zie ook:
Zonnewarmte uit kassen voor 2800 woningen in Waddinxveen?
Met het concept Kas als Energiebron heeft InnovatieNetwerk laten zien, dat het technisch mogelijk is om warmte in kassen te oogsten en die warmte te gebruiken in de omgeving. Twee tuinbouwbedrijven, Stolk en Porta Nova uit Waddinxveen, willen de volgende stap zetten. Zij hebben samen met Volker Wessels een formele aanbieding gedaan aan de gemeente Waddinxveen om warmte te gaan leveren aan de nieuw te bouwen woonwijk Triangel. Het gaat hierbij om een wijk met 2800 woningen. InnovatieNetwerk bracht de partijen bij elkaar, leverde cofinanciering en hielp het concept te optimaliseren voor dit doel. De stichting Glastuinbouw Zuidplaspolder heeft ervoor gezorgd dat deze partners mee mogen dingen naar de warmtelevering voor deze woonwijk. Dit is bijzonder, omdat gewoonlijk alleen energiebedrijven en een enkele installateur hiervoor worden uitgenodigd. Dankzij de duurzame warmte uit de kassen kan het consortium tegen concurrerende tarieven voldoen aan de hoge duurzaamheidambities van de gemeente. Over de hele keten is gestreefd naar optimale energieafgifte en energieopname, zodat de toekomstige bewoners verschillende voordelen kunnen genieten: comfortabele vloerverwarming en koeling, lage energiekosten, en een goede ventilatie met verse lucht. De gemeente geeft begin 2007 aan wie de gunningprocedure gewonnen heeft.

Meer informatie: Peter Oei, http://innovatienetwerk.eprofiler.nl/ep_link.php?id=3-3gI2n7Q2bKn_iOL35KcpPG, 06-51542882

dinsdag, januari 23, 2007

 

Metamorfose platteland

Het is 4 februari tien jaar geleden dat de varkenspest over Nederland raasde. Die uitbraak was de aanleiding voor de grootschalige reconstructie van de vijf meest varkensrijke provincies in Nederland. Inmiddels doen alle provincies mee aan wat minister Veerman omschreef als een van de grootste metamorfoses op het platteland. Vanaf januari dit jaar hebben de provincies miljarden euro's beschikbaar voor de inrichting van het platteland. Duizenden projecten zijn al in uitvoering of in voorbereiding en steeds meer boeren spelen in op de nieuwe mogelijkheden om hun inkomen uit andere bronnen dan voedselproductie te halen. De omschakeling is vaak noodzakelijk. De Europese Unie breekt de landbouwsubsidies in snel tempo af. In plaats van financiële steun voor de productie van voedsel verschuift de geldstroom naar het belonen van boeren voor het beheren van het landschap. Boeren die niet kunnen concurreren op de wereldmarkt zijn daarom genoodzaakt om andere activiteiten te beginnen of te stoppen.

Lees verder:

http://www.nd.nl/Document.aspx?document=nd_artikel&id=85446

maandag, januari 22, 2007

 

Nieuwe boeren

Nieuwe boeren redden het platteland

Innovatie
Het Sociaal Cultureel Planbureau signaleert een nieuw type boer: de maatschappelijk onder­nemer, die de economie in zijn regio versterkt Deze vernieuwing vol­trekt zich geruisloos.

Het is opvallend dat de nieuwe boeren in het SCP-rapport ’In­vesteren in vermogen’ zo pro­minent worden genoemd. Deze voorlopers in de agrarische sec­tor dienen volgens het planbu­reau als inspirerend voorbeeld van een reeks positieve en kans­rijke ontwikkelingen in de Ne­derlandse samenleving. Voor de toekomst van het platteland spelen ze daarom een onmisba­re sleutelrol. Het gaat met name om zorgboeren, recreatieboe­ren, educatieboeren en natuur­boeren die maatschappelijke waarden produceren.

Binnen deze groep bevinden zich de zogeheten interactieve boeren die nog een stap verder gaan, door betrokken burgers aan hun bedrijf te laten deelne­men. Nieuwe initiatieven als buurderij’, relatie boer-consu­ment, stad/landarrangementen en adoptie van dieren en bomen maken de interactie tussen boer en burger zeer intensief. Dat al­les komt de regionale economie ten goede.

De nieuwe boeren grijpen deels terug op het verleden. Van ouds hadden boeren een bijzondere plek in dorpen en kleine steden. Boerderijen waren vaak de plaatsen waar je melk, vlees en aardappelen kon halen, waar kinderen gingen spelen, waar volwassenen op vakantie gingen en waar mensen die sociaal niet konden meekomen hun werk hadden. Boer en burger hadden veel contact met elkaar over het platteland en de dieren. Beiden waren dan ook afhankelijk van het wel en wee van hun streek.

Maar met de modernisering van de agrarische sector ontstond een scherpe scheiding. Waar de boer zich toelegde op productie voor de (vaak buitenlandse) markt, week de burger voor de dagelijkse boodschappen uit naar de supermarkt in de stad. En met de daling van het aantal boeren kwamen er steeds min­der mensen naar de boerderij.

Met deze scheiding is veel verlo­ren gegaan. Velen zijn ver­vreemd geraakt van voedsel, de natuur, de zorg voor dieren, de vertrouwdheid met de eigen leefomgeving. Tegelijkertijd groeit bij grote groepen burgers een verlangen naar herworteling. De ongekende populariteit van het datingprogramma ’Boer zoekt vrouw’ spreekt wat dat betreft boekdelen. Dat is veel boeren niet ontgaan. Zij zien in dat het platteland een unieke voorsprong heeft waar het gaat om de gezondheid, de leefkwa­liteit en zelfs de identiteit van burgers.

Op het platteland is het gewoon beter toeven dan in de stad. Zo zijn de afgelopen ja­ren duizenden zorgboeren, na­tuurboeren, recreatieboeren en educatieboeren ontstaan. Deze ’eerste generatie’ wil nu de erva­ringen doorgeven aan een nog veel grotere groep boeren die staat te popelen om deze ver­nieuwingsslag eveneens te maken. Onderzoek leert dat vijf­tien- tot twintigduizend boeren als maatschappelijk onderne­mer aan de slag zouden willen. Dat is een ongekende kans voor het Nederlandse platteland, en dus voor de gehele samenle­ving. Vooral de zorglandbouw zou wel eens de snelst groeien­de tak kunnen worden. Maar dat succes gaat niet vanzelf. Kansen moeten wel worden be­nut. Dat vraagt om nog meer betrokken burgers en organisa­ties, en wellicht nog belangrij­ker, bestuurders met moed en visie.

Het ’Manifest Veelzijdig Platteland!’ wil daarom de han­den ineen slaan door alle initia­tieven van de pioniers van de ’eerste generatie’ te bundelen. Per 1 januari hebben provincies de regie van het plattelandsbe­leid in handen gekregen. Dat betekent een actievere inzet. Het is daarom bemoedigend te zien dat verschillende provin­cies de mening van de inwoners peilen. Uit een onlangs gehou­den onderzoek in Utrecht, Lim­burg, Brabant, Gelderland en Overijssel blijkt dat het platte­land uitermate positief wordt beoordeeld. Bovendien vertrou­wen inwoners erop dat de zorg voor het platteland bij boeren in goede handen is. Ze vinden dat de boeren daarom meer ruimte moeten krijgen. Hier ligt een belangrijk aankno­pingspunt voor provinciale be­stuurders. Het is tijd om te in­vesteren in de maatschappelijke meerwaarde van het platteland. De nieuwe boeren laten zien dat er volop mogelijkheden zijn.

Ir. Jan Huijgen is mede-iniatiefnemer van het Manifest Veelzijdig Platteland’ Dr. Tjirk van der Ziel is ruraal socioloog
Bron: NHD

zaterdag, januari 20, 2007

 

Veerpont Oeffelt

De reconstructie stimuleert ondernemers met goede plannen aan de slag te gaan. Plannen die de omgeving aantrekkelijker maken voor locale bewoners maar ook voor toeristen. Het doel is dat recreatie en toerisme zich tot een economische drager van formaat ontwikkelen. Ontwikkelingen beginnen met een idee. Vervolgens wordt het idee uitgewerkt in een plan.

Plan voor veerpont bij Oeffelt

Een veerpont voor fietsers en wandelaars en een haven voor passerende boten zijn onderdeel van een toeristisch plan bij hotel - restaurant ’t Veerhuis in Oeffelt (gemeente Boxmeer). Initiatiefneemster is Nicolette Rademaker, eigenaresse van ’t Veerhuis. Haar ideeën zijn uitgewerkt door studenten van de Hogere Agrarische School (HAS) in Den Bosch. Doel van het project is het toerisme in het Maasheggengebied te stimuleren.Het pontje – vroeger voer al een pont tussen Oeffelt en Gennep – is dan ook puur op toeristen gericht. Op korte afstand ligt er tenslotte al een brug die de twee plaatsen met elkaar verbindt.Het aanleggen van een passantenhaven in de vorm van aanlegsteigers, trekt, net als bij een veerboot het geval is, dagrecreanten aan. Wanneer steiger en veerboot er moeten komen, is niet duidelijk. Allereerst moet duidelijk worden of de plannen financieel haalbaar zijn. Een veerboot alleen al kost 25.000 euro. Gelderlander 16 januiari 2007.

vrijdag, januari 19, 2007

 

1200 melkkoeien Overloon

Een voorbeeld van een creatieve ondernemer die een nieuwe markt aanboort. Door een samenwerkingsverband aan te gaan met een softijsmachine leverancier creëert hij zijn eigen markt. Bezoekers die van de snelweg komen en op weg zijn naar het liberty museum en het Zoopark passeren de boerderij van Van der Vleuten. De ondernemer overweegt om op een zichtlocatie naast zijn vergrootte melkveebedrijf een tuin met koeien van diverse runderrassen in te richten.

Plannen voor een bedrijf met 1200 melkkoeien in Overloon

Veehouder René van der Vleuten uit Overloon wil zijn bedrijf fors uitbreiden. Momenteel heeft hij ruim 100 melkkoeien. Dat moeten er 1200 worden. Naast de uitbreiding van de veestapel, moet er bij het bedrijf onder meer een nieuwe melkstal komen en extra opslag voor voer en mest. De bestaande melkveestal moet worden gerenoveerd en tevens worden ingericht voor de verwerking van zuivel.

De Overloonse veehouder wil een deel van zijn melk verwerken tot een vloeibaar ijsproduct dat geschikt is voor softijsmachines. De uitbreiding is ook bedoeld om de klanten melk met een zeer hoog gehalte aan onverzadigde vetzuren te kunnen aanbieden. Dat gehalte ligt 65% hoger dan gangbare melk, dankzij een bijzondere samenstelling van het voer voor de koeien. Het is de bedoeling dat het project gefaseerd wordt uitgevoerd.

In de eerste fase heeft de ondernemer 600 koeien nodig. In fase twee moet de melkstal erbij komen, net als de mestopslag en een deel van de voeropslag. In fase drie wordt de bestaande stal gerenoveerd en de zuivelverwerking opnieuw ingericht. In fase vier komen er nog eens 600 koeien bij. De veehouder verwacht zijn plannen in een periode van 3 jaar te kunnen realiseren.Van der Vleuten staat overigens nog aan het begin van zijn plannen en heeft nog geen vergunningen aangevraagd. Hij verwacht ook nog wel een aantal procedurele hobbels te moeten nemen. Momenteel is de ondernemer druk doende de markt nader te verkennen, want als hij zijn melk niet goed kwijt kan, heeft het voor hem geen zin zijn plannen door te zetten.
Gelderlander, 18/01/07

 

Mill: Tongelaar wil water

De reconstructie is gebaseerd op een viertal pijlers. Waterhuishouding, natuur, verplaatsen van agrarische bedrijven en sociaal-economie. Forse budgetten worden door de overheid beschikbaar gesteld om rijksdoelen te realiseren. Een voorbeeld van een 'water' project volgt hier.

Tongelaar zal natte voeten houden

Landgoed Tongelaar tussen Beers en Mill is een natuurgebied dat, als er niets tegen wordt gedaan, verdroogt. De natuurlijke waterhuishouding is verstoord. Als het een beetje meezit, worden speenkruid en aronskelk gered. Waterschap en Brabants landschap keren het tij.
Kasteel Tongelaar. Wie vandaag een wandeling maakt over landgoed Tongelaar, zal het wat vreemd in de oren klinken. Toch is het zo: Tongelaar verdroogt. Maar vandaag staan de sloten en beken tot aan de rand met water gevuld. De akkers glinsteren, niet van vette klei, maar van spiegelend water. Als het weer omslaat, is die nattigheid snel verdwenen. Want door het jaar genomen, is het gebied wel degelijk aan het verdrogen. De planten die zich er vroeger zo goed thuisvoelden, zoals aronskelk en speenkruid, hebben het moeilijk of zijn verdwenen.Van oorsprong is het gebied een beekdallandschap. Toen de gronden ontgonnen werden, is de natuurlijke waterhuishouding danig verstoord. Er kwamen diepe beken om het water sneller af te kunnen voeren. Zoals op veel plekken in Brabant gaat ook op het landgoed Tongelaar het tij keren. De eigenaar van het landgoed, het Brabants Landschap, heeft samen met het Waterschap Aa en Maas plannen ontwikkeld om de verdroging aan te pakken.

De omwonenden en landbouwers in de omgeving zijn inmiddels geïnformeerd. Landbouworganisatie ZLTO en de gemeenten Cuijk en Mill en Sint-Hubert hebben hun zegje mogen doen. Wie zich desondanks niet in de maatregelen kan vinden, kan tot 12 februari bezwaren indienen.Ernest de Groot, bestuurslid van het waterschap, en projectleider Jan Derks hopen dat het met die bezwaren een beetje meevalt. „Want anders redden we het niet in de planning“, zegt De Groot.„Daarom zijn we tegelijk met de planologische procedures ook de technische voorbereidingen gestart.“ Ook moet er nog grondruil plaatsvinden. Grondeigenaren in de omgeving hadden geen bezwaren tegen de graafwerkzaamheden, maar zouden wel graag enkele gronden efficiënter willen gebruiken. Door grond te ruilen, kan dat geregeld worden. Toch moeten de graafmachines in de herfst al aan het werk. „Lukt het ons niet om in september of oktober het land op te gaan, dan lopen we een jaar vertraging op“, zegt Derks. „In de winter kunnen we weinig uitrichten en in het voorjaar moeten we flora en fauna met rust laten. Daarna willen de boeren het land op. Dus we hopen echt dat onze krappe planning overeind blijft.“De graafmachines worden onder meer ingezet om een waterloop ondieper te maken. Dat is de Biestgraaf, een beek die achterlangs kasteel Tongelaar loopt en het water van de zuidoostelijk gelegen hogere gronden afvoert richting Graafsche Raam en Maas.
Het peil wordt verhoogd zodat het water langer in het gebied blijft. Ook moet kwelwater weer een kans krijgen. Boven Haps, ter hoogte van de landgoederen Ossenbroek en Berendonk, worden twee waterlopen die beide naar de Biesgraaf lopen, gesplitst. Als het goed is, wordt het waterpeil in het gebied door het jaar heen gelijk en vertoont het niet de pieken zoals nu. Ook aan de oevers wordt het een en ander gedaan. Op sommige plekken worden ze natuurvriendelijker gemaakt. En er komen poelen bij voor kikkers en salamanders. De beken die over het landgoed lopen, worden echter geen slingerende riviertjes, zoals bijvoorbeeld het geval is bij de Oeffeltse Raam in de gemeente Boxmeer.

Meanderen ziet er wel heel natuurlijk uit, vindt ook het waterschap. „Maar we moeten niet uit het oog verliezen dat we hier te maken hebben met een historisch cultuurlandschap.“ Oftewel: het is mensenwerk. De Biestgraaf heet niet voor niets een ‘graaf’, die is door mensenhand ontstaan. Ook de ingrepen van onze voorouders in het landschap zijn het waard bewaard te worden, zo is de gedachte.Tongelaar het gebied is een eeuwenoud landgoed op rivierklei dat door de Maas is gevormdcultuurlandschap van bos, lanen en houtwallenop een natuurlijke verhoging lag al in de 9e eeuw een vluchtburcht, het huidige kasteel. Gelderlander 19 januari 2007.

donderdag, januari 18, 2007

 

Europees geld voor Zuid Nederland

185 miljoen voor zuid-Nederland

De Provincies Noord-Brabant, Limburg en Zeeland ontvangen waarschijnlijk €185 miljoen Europees geld voor de periode 2007-2013. De drie provincies innen hiermee ruim 20% van het totale budget voor Nederland van € 830 miljoen. Aangevuld met nationale, regionale en lokale financiering wordt een programma mogelijk van meer dan €460 miljoen.

De Provincies willen projecten starten waarbij het bevorderen van ondernemersschap en innovatie centraal staan. Maar ook het verbeteren van het vestigingsklimaat, zoals de herstructurering van bedrijventerreinen, de kwaliteit van het woon- en leefklimaat en de versterking van de toeristisch-recreatieve sector, krijgen prioriteit.

Brabantstad BrabantStad, het Limburgse Tripool en de stad Venlo hebben een bijzondere positie in het programma gekregen: zij krijgen een gezamenlijk budget voor stedelijke projecten.
Gezamenlijk programmaHet Europees geld is afkomstig uit het Europese Structuurfonds voor Regionale ontwikkeling (EFRO). De drie Provincies hebben hun gezamenlijk programma nu ter goedkeuring voorgelegd aan de Europese Commissie. Een uitspraak wordt in mei 2007 verwacht.
Europese topregio De afgelopen periode ging €140 miljoen naar Zuid-Nederland. Dit was exclusief EFRO-bijdragen specifiek voor de steden Eindhoven, Heerlen en Maastricht. Het totaal kwam daarmee op € 190 miljoen. In de verwachte € 185 miljoen voor de nieuwe periode is geen bijdragen voor deze steden opgenomen.
Zuid-Nederland heeft zich mede door deze subsidies weten te ontwikkelen tot een Europese topregio op het gebied van o.a. innovatie. 17 januari 2007 Website provincie Noord-Brabant

woensdag, januari 17, 2007

 

Cuijk: veerstoep Katwijk

Leden van de dorpsraad in Katwijk werken aan een plan om de oude veerstoep van Katwijk te herontwikkelen. Men denkt aan een podium met tribunes voor kleinschalige optredens voor toneel en muziek. Het doel is de woon- en leefomgeving te verbeteren. De dorpsraad wordt met de planvorming door de Koninklijke Nederlandse Heidemaatschappij (KNMH) ondersteund. Het project krijgt waar mogelijk ondersteuning van de reconstructie bijvoorbeeld het verkrijgen van subsidie. Stapelen van functies wordt gezien als een meerwaarde. Bijvoorbeeld het combineren van het idee met een theetuin welke geëxploiteerd wordt door cliënten van een zorginstelling.

Heidemij geeft ideeën in dorp en buurt een zetje

De Heidemij bestaat nog. De Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij (KNHM), zoals de volledige naam luidt, is ooit opgericht als een ideële organisatie en later opgegaan in het beursgenoteerde Arcadis.

Kinderen tussen de koeien. Boeren uit Gelderland en Noord-Brabant die meedoen aan het project Belevend Leren, ontvangen regel­matig groepen op het erf. De Heidemij levert een financiële bijdrage aan dergelijke educatieve projecten. Maar de Heidemij is nog springlevend als ideële vereniging. Dankzij de winsten van Arcadis. Niet dagelijks, maar hij houdt de beurskoers van Arcadis wél in de gaten. Het Arnhemse ingenieurs- en adviesbureau is immers de ‘geldmachine’ voor de Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij, beter bekend als de Heidemij. „Toen ik hier begon, in 2001, stond het aandeel op tien euro, nu op meer dan 47 euro“, zegt Kees Joosse, directeur KNHM. De Heidemaatschappij is grootaandeelhouder van Arcadis en plukt gretig de vruchten van de koersstijging in de vorm van het jaarlijkse dividend. Joosse is een blij man.

Het gaat hartstikke goed met Arcadis; dit jaar heeft Joosse een begroting van maar liefst 2,5 miljoen euro. Geld dat wordt gebruikt om goede ideeën in dorpen en wijken een zetje te geven. Kern met Pit, zo heet bijvoorbeeld de leefbaarheidswedstrijd die dit jaar alweer voor de elfde keer wordt gehouden. „Iedere bewonersgroep die tussen september dit jaar en augustus volgend jaar een concreet plan wil uitvoeren om de leefbaarheid van zijn wijk of dorp te verbeteren, kan zich aanmelden“, zegt Joosse. De prijs? Duizend euro per project, er is geld voor tweehonderd goede ideeën. De ‘winnaars’ krijgen bovendien gratis hulp van de ingenieurs en adviseurs van Arcadis, bijvoorbeeld door onderzoek. Want de bloedband met Arcadis is intact gebleven.Kern met Pit kost tweehonderdduizend euro, dus er blijft nog een paar miljoen over voor andere plannen. Zo helpt de Heidemij boeren in Gelderland en Noord-Brabant die op zoek zijn naar nevenactiviteiten die ook geld opleveren.

„Boeren die bijvoorbeeld groepen op het erf willen ontvangen om te schilderen of voor educatieve arrangemenenten. Veel kinderen denken dat melk uit de fabriek komt. Op de boerderij kunnen ze zien dat koeien de melk leveren.“ Andere projecten willen een brug slaan tussen stad en platteland. Joosse noemt het voorbeeld van de promotie van streekproducten zoals kaasjes in de omgeving van Amsterdam. Op tal van fronten is de Arnhemse stichting actief. „Er verandert zoveel op het platteland, er komen golfbanen, woningen, bedrijventerreinen - in dat proces probeer je een rol te spelen.“ De zeven vaste medewerkers van KNHM denken ook mee met bewoners van Katwijk (bij Cuijk) die plannen willen ontwikkelen voor de in onbruik geraakte veerstoep. In Arnhem-zuid willen buurtbewoners een project ‘omgaan met water’. Aanleiding is onder meer de toenemende vervuiling in deze waterrijke wijk. „Bewoners gooien veel brood in de vijvers, daar komt ongedierte op af en dat heeft weer een effect op het milieu.“ Meer dan vijftig projecten heeft KNHM onderhanden. Die vallen voornamelijk binnen de thema’s Actief Samenwerken, Mens & Water en Dynamisch Platteland. „ Leefbaarheid en bewustwording vormen eigenlijk de rode draad van de projecten waarbij we betrokken zijn“, zegt Joosse.

De voorstellen komen van de twaalf afdelingen die KNHM in alle provincies heeft. De leden zijn actief binnen gemeentes, bij waterschappen of zitten ‘in de groene hoek’. De activiteiten van de Arnhemse stichting houden niet op bij de landsgrenzen. Kees Joosse is net terug van een werkbezoek in Polen. De ‘geldmachine’ die Arcadis is, verdient immers ook geld in het buitenland. „Daarom willen we het geld ook delen met buitenlandse projecten.“ De keuze is gevallen op Letland en Polen waarmee de provincies Gelderland en Overijssel banden hebben. Vorig jaar ging 20 procent van het budget naar die landen. In letland waren 195 projecten ingediend; 27 daarvan kregen geld. Aan die projecten werken 2200 vrijwilligers, dertigduizend mensen hebben er plezier van. Het zijn niet altijd hele grootse initiatieven. Kees Joosse: „Een Lets project was een overkappingvan een binnenplaats van een grijs, grauw flatcomplex. Er kwamen bloembakken, garageboxen werden gerepareerd. Nu is de binnenplaats trefpunt voor bewoners, veelal oudere vrouwen die er al heel lang wonen. Hun mannen zijn overleden, hun kinderen zijn het huis uit. Nu komen ze elkaar weer tegen onder de overkapping, de gemeenschapszin is terug door dit project.“ Gelderlander 17 januari 2006.

dinsdag, januari 16, 2007

 

Zaakversneller Land van Cuijk

De reconstructie wil ondernemerschap op het platteland meer ruimte geven. Een stimulerend VAB (Vrijkomende Agrarische Bestemming) beleid is daarvan een voorbeeld. Zoals afgesproken met de provincie werken gemeenten aan nieuwe bestemmingsplannen om de nieuwe mogelijkheden te beschrijven. Maar voor goed ondernemerschap is meer nodig. Het CERES programma heeft daarom budget toegewezen aan een project dat ondernemers in de dop steunt om hun ideeën te realiseren. Het project wordt uitgevoerd door ROC de Leijgraaf.


Kans voor nieuwe ondernemers in het Land van Cuijk

Startende ondernemer? Nieuw product of andere marktaanpak? Uw ondernemerschap
krijgt vaart met De Zaakversneller. Laat u professioneel coachen en haal het maximale
rendement uit uw investering. Als startende ondernemer houdt u van aanpakken. Geef uw
onderneming een vliegende start en laat u coachen door De Zaakversneller. U heeft een
goed idee? Professionals met veel praktijkervaring helpen met het opstellen van een
businessplan. Dankzij Europese subsidie is het nu mogelijk om zeer voordelig deel te nemen
aan De Zaakversneller.


Meer informatie:

http://www.leijgraaf.nl/ROC/Userdata/uploads/zaakversneller/Flyer_zaakversneller.pdf

Labels:


donderdag, januari 11, 2007

 

Molenheide Mill

Reconstructie lijkt iets nieuws. Maar niets is minder waar. Reconstrueren, of ongewenste situuaties ombuigen naar gewenste situaties, is van alle tijden. Een mooi voorbeeld is Molenheide in Mill. In het verleden is daar een van de grootste pluimveebedrijven van Nederland gevestigd in de midden van een groot bos. Enkele jaren geleden is het bedrijf gesaneerd. Nu ontwikkeld zich op deze plaats, waar enkele jaren geleden de stallen stonden, een fraai stukje natuur. Nieuwe wandelroutes zijn de afrondende fase van dit project dat als voorloper van de Reconstructie gezien mag worden.

Op de grens van de Brabantse Peel, is na de sloop van een groot pluimveebedrijf een nieuw natuurgebied ontstaan. Een nieuw uitgezette wandeling loopt dwars over dat terrein, waar nu de oorspronkelijke natuur beetje bij beetje aan het terugkeren is. Ooit wordt het een heide. Algemeendagblad 11 januari 2007.

Labels:


 

Vilt Beugen

Beugense Vilt wordt nog mooier

Natuurgebied De Vilt in Beugen gemeente boxmeer wordt de komende jaren flink onder handen genomen. De natte natuurparel moet nog mooier worden.
Waterschap Aa en Maas en het Brabants Landschap hebben, samen met gemeente Boxmeer en de provincie, plannen ontwikkeld. De plassen in de voormalige Maasarm worden uitgebaggerd zodat er weer helder water inkomt. Maar er worden ook bomen gekapt en hengelsport wordt er deels verboden. Dat is tegen het zere been van omwonenden en de visclub. Gelderlander 9 januari 2007.

 

Boerderijkip Sint Anthonis

De agrarische sector heeft het niet gemakkelijk. Subsidies worden afgebouwd en de grenzen gaan open. Boeren worden gedwongen tegen wereldmarkt prijzen te gaan produceren. Ze worden gedwongen efficiënter te gaan produceren en de schaal van hun bedrijf te vergroten om de kosten te verlagen. Landbouw Ontwikkelings Gebieden (LOG) voorzien in deze ontwikkelingsrichting. Maar het kan ook anders. Onder begeleiding van Agro & Co zijn een aantal ondernemers een nieuwe koers ingeslagen en hebben de Boerderijkip ontwikkeld. Dit is een nieuwe diervriendelijkere productiemethode die beter aansluit bij de veeleisende consument die daar ook wat meer voor wil betalen. Agro & Co is een ontwikkelingsmaatschappij opgericht door de provincie Noord Brabant, ZLTO en de Rabobank.

De betrokkenheid van Willy van Erp bij een bout met een bite

Willy van Erp uit Sint Anthonis is een van de vijf pluimveehouders in Nederland die de ‘boerenkip’ fokt. Een kip waar de Dierenbescherming met het eigen logo haar goedkeuring aan geeft. „Je bent bezig met het hele product.”

Pluimveehouder Willy van Erp uit Sint Anthonis. Foto: Ed van Alem Of ze tevreden zijn, is de rondpikkende meute ‘boerenkippen’ niet aan zien. Feit is wel dat het ’s morgens dringen is voor de luiken, als Willy van Erp deze openzet en de dieren in hun uitloop kunnen. Hun overdekte en met gaas omheinde ‘buiten’. Het zijn er 15.000. Willy van Erp (46) in zijn kippenschuur in Sint Anthonis: „Voorheen had ik hier zo’n 18.000 kippen lopen. Het zijn er nu minder, maar daar komt bij dat deze kippen een uitloop hebben die 20 procent van het staloppervlak is.” De ‘boerenkip’, van het ras Hubbard, groeit langzamer dan de gewone vleeskip en heeft meer bewegingsruimte. Daardoor is het vlees wat vaster, heeft het een bite, en is het iets donkerder van kleur.

De kippen worden grootgebracht op vijf pluimveebedrijven in Zuid-Nederland, onder meer in Sint Anthonis. Het was de vader van Van Erp die in 1970 begon met kippen. Ze bleven vooral een nevenbron van inkomsten. Naast de kippen heeft Willy van Erp, ook voorzitter van de afdeling Sint Anthonis van de ZLTO, nog zeventig melkkoeien in de stal staan. „Toen mijn vader met de kippen begon, groeide een kuiken in zeven weken uit tot 1200 gram. Een gewoon vleeskuiken is nu in zes weken 2200 gram. De nieuwe kippen doen daar twee weken langer over. Dat betekent ook dat ze meer voer eten en dat je minder vaak kippen naar de slacht brengt; zoals het er nu naar uitziet zal de opbrengst ongeveer gelijkblijven.” De deelnemende supermarkten hebben een afnamegarantie van ongeveer een jaar gegeven. Van Erp heeft er vertrouwen in. „Het blijft afwachten. Maar het welzijn van dieren staat volop in de belangstelling. Daar komt bij dat het met de economie de goede kant op gaat.

Ik verwacht dat je dat straks terugziet. „Het aardige van ons project is niet alleen dat je met iets nieuws bezig bent en manieren vindt om het welzijn van de kippen te verbeteren. Ik ben nu veel meer met het hele product bezig. Voorheen gingen de kippen weg als ze slachtrijp waren en dat was het dan. Nu ben je toch meer betrokken bij wat er mee gebeurt in de supermarkt, wat de consument ervan vindt.” Gelderlander 5 januari 2007.

vrijdag, januari 05, 2007

 

Ondernemendplatteland.nl

Proefversie beschikbaar
http://62.177.195.166/


dinsdag, januari 02, 2007

 

Bedrijventerreinen

In het reconstructieplan worden VAB's (Vrijkomende Agrarische Bebouwing) de kraamkamer van nieuwe bedrijvigheid genoemd. Maar dan moeten die bedrijven als ze de kraamkamer ontgroeien wel elders op bijvoorbeeld een bedrijventerrein kunnen doorgroeien. Dit houd de gemoederen aardig bezig. De provincie stuurt op zuinig ruimtegebruik en de gemeenten willen graag voldoende en aantrekkelijke bedrijventerreinen om bedrijven van dienst te zijn en zo de werkgelegenheid op pijl te houden. Een rapport van ETIN verschaft inzicht.

Prognose Bedrijventerreinen 2006-2040


Om de ruimtebehoefte voor de lange termijn voor Brabantse regio’s te kunnen inschatten, is een regionale doorvertaling nodig van de prognoses van het Centraal Plan Bureau. De Provincie heeft in 2006 de opdracht gegeven om een prognose op te stellen voor de behoefte aan bedrijventerreinen in de provincie Noord-Brabant.


Voor Brabant als geheel liggen de nieuwe prognoses zo’n 15% lager dan de prognoses gebruikt voor het Streekplan voor een periode van 15 jaar. Ze laten een grote variatie zien, zowel naar regio’s als naar scenario’s. Zeehaventerreinen zijn in de nieuwe prognoses buiten beschouwing gelaten. De Provincie gaat uit van de uitkomsten in het hoogste groeiscenario, genaamd Global Economy. Redenen hiervoor: de waarde van prognoses als lange termijn ruimtereservering én het beter aansluiten van de uitkomsten in dit scenario bij de historische uitgifte van de afgelopen 25 jaar. Bron: website provincie Noord-Brabant. Lees verder: http://www.brabant.nl/Werken/Bedrijventerreinen/Prognose%20bedrijventerreinen%202006.aspx#

Het rapport:
http://www.brabant.nl/upload/documenten/p/8862-eindrapport%20prognose%20bt%20nb%202006-2040.pdf
Bijbehorende tabellen:
http://www.brabant.nl/upload/documenten/p/8862a-tabellenboek%20prognose%20bt.pdf

This page is powered by Blogger. Isn't yours?