zondag, augustus 07, 2005

 

Mogelijkheden van biogas


Zwembad verwarmd door maïs
ST. ISIDORUSHOEVE - In Duitsland kunnen leveranciers van biogasinstallaties de vraag niet aan. Nederland zal volgen, zeker als gemeenten de ogen openen voor de mogelijkheden, meent productadviseur Gerrit Lammers. ‘Een zwembad of industrieterrein verwarmen via een biogascentrale van een naastgelegen boer, dat kan prima.’
Verscheidende maïsrassen schieten in een strakke rij omhoog. Gerrit Lammers inspecteert het 160 meter lange proefveld, zoals een generaal z’n troepen. In de verte is de kerktoren van St. Isidorushoeve zichtbaar, maar de productadviseur van maïsleverancier Pioneer heeft daar geen oog voor. Hij kijkt naar de hoogte van de plant, de omvang van de kolven en de dikte van de stengels. Regelmatig knikt hij tevreden. Helemaal als hij is gevorderd tot het maïssoort dat qua hoogte de meeste andere rassen in de schaduw zet. ‘Energiemaïs’, verduidelijkt het opschrift van een bordje.
‘Ons paradepaardje’, stelt de 37-jarige Eibergenaar vast. ‘Deze maïssoort wordt meer dan vier meter hoog en heeft een hoog methaangasgehalte, waardoor het prima geschikt is voor een vergistingsinstallatie.’ In september organiseert hij bij het proefveld, dat is aangelegd door loonbedrijf Te Riet, een demonstratiedag voor zowel boeren als leveranciers van biogasinstallaties.
Hij verwacht dat de vraag naar energiemaïs de komende tijd flink zal toenemen. Dat is een direct gevolg van de forse groei in Duitsland van het aantal biogasinstallaties, die draaien op een combinatie van mest en landbouwgewassen zoals maïs. De opgewekte energie kan zowel worden doorgeleverd aan het elektriciteitsnet als worden benut voor verwarming van stallen, kassen en andere bedrijfsgebouwen.
‘In Duitsland staan al zo’n drieduizend van die installaties. Nederland blijft daar met elf van die centrales ver bij achter. Die staan er alleen in Vreden, vlak over de grens. Hier heb je wel een aantal installaties die puur op mest draaien, zoals in Fleringen’, aldus Lammers, die opmerkt dat in Duitsland hoge subsidies gelden voor biogasinstallaties.
Hij pakt er een lijstje bij. ‘In Nederland krijg je naast de vergoeding van het energiebedrijf 9,7 eurocent subsidie per kilowat. In Duitsland heb je naast een gegarandeerde prijs voor twintig jaar in totaal ruim 17 eurocent aan verschillende subsidies. Die zijn ingesteld onder de huidige regering. Maar niemand weet wat er na de verkiezingen gaat gebeuren. Daarom willen veel boeren in Duitsland nu nog snel zo’n biogasinstallatie plaatsen. Leveranciers kunnen daar de installaties momenteel niet aanslepen. ’t Is er een soort ren je rot.’
Nederland lijkt achterop te raken. ‘Tien jaar geleden waren we er hier veel meer mee bezig. Veel plannen liepen toen spaak omdat er geen methode was om zwavel uit het methaangas te krijgen, waardoor de motoren in de installaties beschadigd raakten. De slijtage was groter dan het rendement. Veel initiatieven zijn toen doodgebloed. Duitsland is door gegaan met onderzoeken. Het voordeel is dat er veel kinderziekten uit zijn gehaald. We hoeven hier nu het wiel niet opnieuw uit te vinden’, schetst Lammers.
Hij constateert dat biogasinstallaties wel eens ‘ten onrechte algemeen worden gezien als een goudmijntje voor de landbouw.’ ‘Dat geldt lang niet voor alle boeren’, verzekert Lammers. ‘Het is een flinke investering. Een installatie van 500 kilowatt kost zo’n anderhalf miljoen euro. Normaal kun je dat met zeven é acht jaar terug verdienen. Het is vooral interessant als je veel warmte kunt benutten voor je eigen stallen en als je veel restproducten hebt. Bijvoorbeeld ingekuild gras. Daarin zit net als in maïs veel methaangas en kun je dus prima gebruiken voor vergistingsinstallaties.’
‘En’, benadrukt hij, ’de ligging is belangrijk. Ligt je bedrijf dichtbij een industrieterrein of zwembad, dan heb je prima afzetkansen. Bedrijfshallen kun je uitstekend verwarmen via biogasinstallaties. Datzelfde geldt voor bijvoorbeeld zwembaden. In Duitsland worden al zwembaden verwarmd met installaties die op maïs draaien. Gemeenten in Nederland onderkennen die mogelijkheden nog onvoldoende.’
De regering heeft aangekondigd in het Belastingplan 2006 het gebruik van biobrandstoffen (biodiesel en bio-ethanol) te willen stimuleren. ‘Ik heb begrepen dat Den Haag ook regelingen voor bio-energie overwegen.’ Dat zou de stap van boeren volgens Lammers een stuk gemakkelijker kunnen maken. ‘Er zijn ook in deze regio wel de nodige, voorzichtige initiatieven. In Aalten wordt bijvoorbeeld gewerkt aan een coöperatie van boeren die gezamenlijk een installatie willen beginnen. Dat is de zogenoemde Deense methode: in Denemarken werken op dat gebied al veel boeren samen, zodat ze de risico’s spreiden.’





<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?