maandag, mei 01, 2006

 

Rolverdeling Vitaal platteland

Meer geld nodig voor taken provincies bij Vitaal Platteland

De provincies zijn gelukkig met de decentralisatieoperatie in het tweede rijksmeerjarenprogramma Vitaal Platteland 2007-2013. Er is sprake van een flinke taakverschuiving van rijk naar provincies. Dit maakt een integrale aanpak van gebiedsgerichte ontwikkeling mogelijk. De Utrechtse gedeputeerde Lokker, voorzitter van de IPO–adviescommissie landelijk gebied, onderstreepte deze week in het rondetafeloverleg met de Tweede Kamer de noodzaak dat de beschikkingsmacht over het geld, gezien de vele taken, naar de provincies gaat.
De hoge provinciale ambities en de beschikbare middelen komen echter (nog) niet overeen. Zo is er voor de reconstructie van het platteland tussen 2007 en 2013 een tekort van € 478 miljoen. En bij de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur zijn er onduidelijkheden over de grondkosten. De commissie-Verheijen (van LNV en IPO) wijt dat mede aan beleidstekorten bij het rijk en interpretatieverschillen over een aantal subdoelen in het programma. De commissie doet op verzoek van LNV en IPO verder onderzoek om die tekorten te bekijken. Binnen een maand moeten de partijen weer met minister Veerman van LNV om tafel; voor 1 juni moet alles in elkaar zijn geschoven.
Lokker maakt ook duidelijk dat de vele doelen die het Rijk stelt in het meerjarenprogramma de provincies flink beperken; er is weinig speelruimte voor een eigen aanpak.
Voorzitter Schaap van de Unie van Waterschappen was gelukkig met het rijksmeerjarenprogramma en de decentralisatie. Hij zag grote voordelen in de sterke regisseursrol van de provincies en bundeling van de geldstromen. Een groot knelpunt zag hij in het te geringe budget voor water. Verder benadrukte hij dat er voor het laten slagen van de EHS een flexibele inzet van geld nodig is.
De decentralisatie kreeg ook de waardering van VNG-vertegenwoordiger Munniksma. De gemeenten hebben na de uitwerking van de adviezen van de IPO-visitatiecommissie De Graaf meer vertrouwen in de regierol van de provincies. Gemeenten dragen aan de regionale samenwerking bij door de rol van bestemmingsplannen onder de loep te nemen.
Volgens Van de Vondervoort (Vereniging van Kleine Kernen) gaat het uiteindelijk om draagvlak bij de burgers. Hij wees op het instrument plattelandsparlement, dat vorig jaar bij wijze van proef is gelanceerd. Hij pleitte voor eens in de twee jaar een nationaal, en tussendoor eens per jaar een provinciaal plattelandsparlement te houden.
In het onlangs verschenen rapport ‘Vertrouwen in de buurt’, werd de conclusie getrokken dat het Rijk het thema vrijwel alleen uitwerkt voor de grote steden. Hij deed een oproep aan het IPO om dit via kernenbeleid op te pakken, het is bovendien noodzakelijk voor het draagvlak van plattelandsbeleid.
In de discussie hierover stonden de provincies centraal. Men was over de hele linie positief kritisch over hun rol en de verbeteringen daarin. Er was begrip voor de worsteling van provincies, maar vooral het overleg met de regio vergt duidelijk verbeterslagen. Er moet nadrukkelijker met gebiedscommissies worden gewerkt.
Lokker gaf aan dat de regierol van provincies vooral inhoudt om partijen bij elkaar te brengen gezien de aard van de problematiek, die samen de oplossing kunnen brengen. Maar het betreft nadrukkelijk een horizontale afstemming, en dat is meer dan alleen een aantal acteurs op het toneel laten spelen. Gezien de resultaatverantwoordelijkheid kan de provincie ook zelf ten tonele verschijnen.
Lokker hield de kamerleden ook voor om niet door te schieten in hun controlerende functie en ruimte te geven om doelen te realiseren door niet overal de vinger op te leggen.

Meer informatie bij Herman Cohen Stuart
Telefoonnummer (070) 888 1253
E-mail: hcohenstuart@ipo.nl






<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?