zondag, augustus 12, 2007

 

Leefbaarheid en omvang


Niet minder, maar juist meer gemeenten

Een lokaal bestuurder heeft in de ogen van burgemeester Driek van de Vondervoort (Boekel) in ieder geval één belangrijke taak: zorgen voor de leefbaarheid in zijn gemeente. Hoe kleiner een gemeente, hoe beter dat lukt. Pleidooien voor grotere gemeenten legt hij daarom naast zich neer. ‘Er moeten niet minder maar juist meer gemeenten komen.’
Van de Vondervoort arriveert iets te laat op zijn werkkamer voor de afspraak met VNG Magazine. Hij verontschuldigt zich, een huisbezoek liep uit. ‘Een oude vrouw sprak me onlangs op straat aan. Zij en haar zoon konden niet naar het stadhuis komen. Vandaar dat ik zojuist bij hen op de koffie ben geweest.’Daar neemt de burgemeester altijd ruim de tijd voor. Al sinds zijn benoeming in het dorp, negen jaar geleden. En ook voor festiviteiten in Boekel maakt Van de Vondervoort doorgaans tijd vrij.

Daardoor kent inmiddels vrijwel iedereen in de gemeente hem. ‘Dat is van het grootste belang. Besturen doen we immers voor de burgers, ik wil dus weten wat er speelt.’Dat heeft volgens de burgemeester niets te maken met de omvang van Boekel, met ruim negenduizend inwoners een kleine gemeente. Ook met de inwoners van Veldhoven (43.000 inwoners), waar hij zeventien jaar wethouder is geweest, had Van de Vondervoort een hechte band. ‘Net als nu gold toen: wat inwoners willen, probeer ik te bereiken.’

Hoe groter, hoe anoniemerDoor zijn gerichtheid op burgers en leefbaarheid wekt het geen verbazing dat hij niet zo veel op heeft met andere overheden. ‘Die zorgen vooral voor meer regels en verantwoordingsplicht voor gemeenten en burgers.’ En van discussies over herindelingen moet Van de Vondervoort helemaal niets hebben. Hij hekelt het recente pleidooi van de VNG-commissie Gemeentewet en Grondwet (commissie-Van Aartsen) voor opschaling van gemeenten: ‘Hoe groter een gemeente, hoe anoniemer. Grotere eenheden maken het land kapot.’Nee, dan heeft de burgemeester meer waardering voor het regeerakkoord van het kabinet Balkenende IV: ‘Dat ziet tenminste de waarde van leefbaarheid. En die gedijt het best in een kleinschalige omgeving.’ Schaalvergroting van gemeenten gaat naar zijn oordeel ten koste van de leefbaarheid. ‘Kijk maar naar sommige wijken in de grote stad. Het is er anoniemer, dus voelen mensen zich minder verantwoordelijk voor hun leefomgeving.’

Opdelen

In plaats van minder gemeenten moeten er volgens hem daarom meer gemeenten komen. Dat kan door grotere gemeenten op te delen in kleinere. ‘Met een eigen burgemeester, eigen wethouders en een eigen budget.’ Min of meer als deelgemeenten dus. ‘Daar komt het wel op neer, maar ik zou ze niet zo noemen.’ Alleen dan komt de nadruk te liggen op leefbaarheid. En daar gaat het burgers volgens Van de Vondervoort om. ‘Werkt het riool goed, brandt de straatverlichting, is er voldoende gezondheidszorg, is de gemeente veilig? Dergelijke vragen houden burgers bezig. Die bepalen de leefbaarheid.’

Wirwar van regelingen

Een kleine gemeente kan niet alles zelf doen en werkt daardoor meestal samen met andere gemeenten. Dat op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Er is daardoor een wirwar van regelingen ontstaan, met meer overleg, ondoorzichtigheid en minder democratische controle als gevolg, meent de commissie-Van Aartsen. Zij zoekt de oplossing niet alleen in fusies van gemeenten maar ook in opheffing van de Wgr. Met dat laatste is Van de Vondervoort het eens. Boekel kent nog wel een paar gemeenschappelijke regelingen, maar gaat geen nieuwe Wgr-overeenkomsten meer aan. ‘We willen af van die bureaucratische organen met hun ambtelijk apparaat. Ze kosten alleen maar geld en je komt er moeilijk vanaf.’ Dat wil niet zeggen dat Boekel voortaan alles maar zelf doet. ‘Het is een verkeerd dogma van Van Aartsen dat dat moet. Het is ook niet meer van deze tijd.’ Vandaar dat Boekel bijvoorbeeld de inzameling van huisvuil heeft uitbesteed aan een regionaal milieubedrijf en de gemeente haar backoffice sociale zaken samen doet met de gemeente Gemert-Bakel. En Boekel is bezig zijn ICT-apparatuur met Bernheze op één plek te krijgen. ‘Het is volstrekt achterhaald dat iedere gemeente een eigen ICT-afdeling moet hebben. Voor mijn part staat de apparatuur in Hong Kong. Als het maar werkt.’ Contracten vormen de juridische basis voor dergelijke dienstverlening. ‘Die zijn wel democratisch gelegitimeerd en dat kun je van gemeenschappelijke regelingen niet zeggen.’Wat er ook te zeggen is voor kleine gemeenten, het valt niet te ontkennen dat zij al jaren in de verdrukking zitten. Dat speelt met golfbewegingen al ruim dertig jaar.
Het rapport van Van Aartsen laat daarom geen nieuw geluid horen. Van de Vondervoort merkt dat aan de aanwas van de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen, waarvan hij voorzitter is. Negen jaar geleden trof hij ‘een slapende vereniging’ aan. Inmiddels zijn er 1400 dorpen bij aangesloten, verdeeld over elf provinciale afdelingen. Alleen Noord-Holland heeft nog geen afdeling, maar die is inmiddels ook in oprichting. ‘Dat duidt erop dat mensen iets willen betekenen voor hun omgeving, bijvoorbeeld in dorpsraden. Het is dus belangrijk dat elke dorpskern een belangenvereniging heeft, die ook een stem heeft in het kapittel.’ Dat allemaal ten bate van de leefbaarheid die Van de Vondervoort zo hoog in het vaandel heeft staan.
Overbodige bepalingenMaar er is meer waarvoor hij strijdt: opheffen van overbodige regels. ‘Mensen moeten regels begrijpen. Vaak zijn die bedacht aan de hand van incidenten in het verleden.’ Hij noemt wat voorbeelden uit zijn gemeente. Zo verbood de algemene politieverordening op het plantsoen te lopen. ‘We hebben niet eens een plantsoen, dus waar slaat dat op?’ Ook mogen inwoners van Boekel geen uitritten maken aan de zijkant van hun huis. ‘Waarom niet? Als mensen maar zelf beoordelen of dat veilig is.’

Van de Vondervoort voert een permanente strijd tegen dergelijke overbodige bepalingen van de gemeente.Met diverse successen. Zo heeft zijn gemeente als eerste in Nederland de welstandscommissie geheel afgeschaft. Er zijn al wel gemeenten die hun dorpen welstandsvrij hebben gemaakt, maar waar een welstandscommissie nog wel toeziet op het centrum van de gemeente.‘De welstandscommissie was overbodig. Mensen hebben zelf de verantwoordelijkheid voor wat ze bouwen.’ Zij moeten zich uiteraard wel houden aan het bestemmingsplan en het bouwbesluit, dat regels bevat voor bouw en verbouw van huizen.Een bouwvergunning krijgen inwoners van Boekel tegenwoordig binnen een kwartier. De zogeheten baliebouwvergunning kost ongeveer de helft van wat een bouwvergunning gemiddeld kost in andere gemeenten. ‘En mensen krijgen ook nog een kopje koffie.’ De gemeente controleert twee keer: tijdens de bouw beoordeelt zij bouwtechnische constructies en aan het eind controleert ze of het werk is uitgevoerd volgens tekeningen en bestemmingsplan. De werkwijze doet nu anderhalf jaar opgeld in Boekel en Van de Vondervoort is tevreden: ‘Er zijn sindsdien ongeveer vijftig woningen ge- en verbouwd op grond van de baliebouwvergunning.

Daarbij is nog nooit afgeweken van de plannen. En protesten van buren hebben we ook niet ontvangen.’Andere gemeenten hebben al lang lucht gekregen van de afschaffing van de welstandscommissie in Boekel. ‘Er zijn hier al tientallen gemeenten komen kijken hoe het er hier uitziet zonder die commissie.’ Het zal nog wel even duren voordat op grote schaal de stekker gaat uit de welstandscommissies, verwacht Van de Vondervoort. ‘Vergeet ook niet dat heel wat ambtenaren daar de kost aan verdienen.’

Het Boekelse model

Eigen verantwoordelijkheid geven, loont dus in Boekel. Minister-president Jan Peter Balkenende verwees er eens naar tijdens een Kamerdebat. Hij sprak van het Boekelse model. Dat model indachtig liet de gemeente drie jaar geleden ook toe dat ouderen hun intrek namen in omgebouwde stallen, schuren en garages van bijvoorbeeld hun kinderen. In 2002 verbood het ministerie van VROM dat nog, maar later gaf de toenmalig minister Henk Kamp toestemming voor een speciale gedoogregeling, die haar weerslag kreeg in bestemmingsplannen in Boekel. Ook daarin diende de Brabantse gemeente als voorbeeld.Driek van de Vondervoort kennen ze daardoor wel in Den Haag, maar ook elders in het land. Maar dat is wel het laatste wat de burgemeester voor ogen had. ‘We, ik dus niet alleen, doen het voor de inwoners, niet voor de publiciteit.’ Desondanks vroeg zijn partij, het CDA, hem zich kandidaat te stellen voor de meest recente Tweede Kamerverkiezingen. Van de Vondervoort heeft geen gehoor gegeven aan die roep: ‘Ik wil direct resultaat hebben van mijn werk. Maar zo werkt dat niet in de Kamer. Daarnaast voel ik er niet voor drie of vier dagen in de week van huis te zijn.’ Een vertrek uit Boekel speelt sowieso niet bij de burgemeester. Sinds zijn komst naar de gemeente heeft hij nooit gesolliciteerd op andere burgemeestersposten. Zijn tweede termijn loopt af in 2010. Van de Vondervoort is dan 61 jaar. ‘Zo als het er nu naar uitziet maak ik die in ieder geval vol. Want ik voel me hier, zo dicht bij de burgers, als een vis in het water.’ Bron vng.nl





<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?