zondag, maart 16, 2008

 

Nieuwe WRO

De huidige Wet Ruimtelijke Ordening (WRO) gaat uit van centrale aansturing. De rijksoverheid maakt beleidsplannen, de provincie maakt op basis van dit beleid een streekplan en de gemeenten maken op hun beurt op basis van het streekplan een bestemmingsplan. Zaken worden zo goed dichtgetimmerd om ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan. Echter dit strakke regiem maakte dat gewenste ontwikkelingen ook bijna niet meer van de grond kwamen met alle gevolgen van dien. De rijksoverheid besloot dat het anders moest. Geen strakke centralistisch aansturing meer maar gebruik maken van kennis, kunde en ervaring die aanwezig is aan de basis van de organisatie. "Decentraal wat kan en centraal wat moet" werd het nieuwe motto. Dit vergt een nieuwe manier van denken van politici en ambtenaren die gepaard gaat met een cultuur omslag. De kunst van het loslaten (Rijk, Provincie) maar ook het benutten van de nieuwe handelingsruimte (gemeenten) staat hierbij centraal. Cultuur veranderingen gaan niet zonder slag of stoot en al helemaal niet als het over zulke belangrijke zaken gaat als hoe Brabant er in de toekomst uit komt te zien. Het volgende artikel illustreert het kantelen van het denken en de weerstand die er mee gepaard gaat (TG).

Rüpp heeft geen rijksdwang nodig

De provincie heeft vooralsnog geen verordening nodig om na invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening wild-westtoestanden in Brabant te voorkomen.Dat maakte gedeputeerde Paul Rüpp gistermiddag duidelijk tijdens een discussie met Statenleden en provincie-ambtenaren over de consequenties van de nieuwe wet. Gemeenten die met bestemmings- en bouwplannen het ruimtelijk beleid aan hun laars lappen, kunnen volgens Rüpp via een zogeheten reactieve aanwijzing worden teruggefloten. "Mocht echter de Eerste Kamer minister Cramer van Vrom volgen in haar redenering dat zo'n aanwijzing alleen kan worden gegeven als de provincie een verordening heeft waarin regels dwingend aan gemeenten zijn voorgeschreven, dan ontstaat een nieuwe situatie."Ook dan is het volgens de gedeputeerde in noodgevallen mogelijk om gemeenten een halt toe te roepen via een algeheel voorbereidingsbesluit. Dat zal naar zijn mening beperkt blijven tot incidenten, aangezien de meeste Brabantse gemeenten beschikken over actuele, door de provincie goedgekeurde bestemmingsplannen.

Rüpp reageerde hiermee indirect op eerdere waarschuwingen van Peter van Buuren, lid van de Raad van State en hoogleraar bestuursrecht, dat gemeenten zich onder de nieuwe wet weinig meer hoeven aan te trekken van provinciale beleidsregels omdat die juridisch boterzacht zijn als ze niet in een verordening worden opgenomen. De discussiebijeenkomst van gisteren maakte ook duidelijk dat in de Brabantse politiek een hard gevecht over het wel of niet hanteren van een verordening op komst is.

Een Statenmeerderheid van SP, VVD en PvdA tekent zich hiervoor af om uiteenlopende motieven, maar Rüpp en zijn ambtelijke adviseurs blijven dit een onwerkbare methode vinden. Dit leidde tot wrevel onder Statenleden. "Ons wordt alsmaar voorgespiegeld dat een verordening niet werkt. Dit is geen zuivere discussie", riep VVD/fractievoorzitter Mieke Geeraedts uit. "Wij willen geen bestemmingsplanvervangende regels maken, tenzij wij daartoe worden gedwongen", stelde Rüpp. Hij doelde hierbij op maatregelen die minister Cramer voorbereidt om de provincies te gaan voorschrijven op welke onderdelen van het ruimtelijk beleid zij een verordening moeten maken. Dat geldt met name voor de ecologische hoofdstructuur (de belangrijkste natuurgebieden) en de nationale landschappen die de provincies daardoor tot in detail moeten vastleggen en bescherming daarvan dienen te garanderen. Brabantsdagblad 15 maart 2008.






<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?