zaterdag, januari 29, 2011
Omgevingswet en het Boxelse model
‘Eén omgevingswet vóór 2015 is haalbaar’
Een fundamentele verbetering van de systematiek van de omgevingswetgeving is dringend noodzakelijk. Want nu lopen ondernemers, burgers en overheden nog altijd op tegen lange, ingewikkelde procedures en moeilijk toepasbare regels.
Dat stellen VNO-NCW-voorzitter Wientjes en MKB-Nederland-voorzitter Hermans in een schrijven aan de ministers Schultz (Infrastructuur en Milieu) en Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie). De voorzitters zien in één integrale omgevingswet het middel om daaraan een eind te maken. Hoewel de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) daarin slechts als een ‘eerste stap’ wordt gezien, behoeft die wat hen betreft niet zozeer een inhoudelijke herziening. Beter is het om de betreffende wetgeving met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, de Spoedwet wegverbreding, de Crisis- en herstelwet en de nog niet tot wet verheven Tracéwet samen te brengen en te stroomlijnen in één overzichtelijk wetsysteem. Voor het hele artikel klik hier.
Veel ondernemers met innovatieve idee lopen al snel tegen planologische grenzen aan. Bestemmingsplannen zijn behoudend opgesteld om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen. Onbedoeld ondervinden gewenste ontwikkelingen zo veel hinder. Het veranderen van een bestemmingsplan kost de gemeente veel tijd. De legeskosten zijn daarom hoog en varieren van enkele duizenden euro's tot wel 30.000,- euro afhankelijk in welke gemeente je woont. Dit is exclusief de kosten van een ruimtelijke onderbouwing (stedenbouwkundigbureau) en onderzoekskosten die door in te schakelen bureau's (geluid, milieu, archeologie) in rekening worden gebracht. De kosten van een procedure kunnen zo oplopen tot wel 50.000,- euro. En dit alles zonder garantie dat de procedure succesvol afgesloten kan worden. Daarnaast moet rekening gehouden worden met een termijn van enkele jaren en als er zienswijzen ingediend worden met een veelvoud daarvan. Met de WABO is er een eerste stap gezet om procedures te versnellen. Maar dat we er nog niet zijn valt hierboven te lezen. Tot die tijd zijn ondernemers met goede plannen afhankelijk van de welwillende medewerking en de creativiteit van het locale bestuur. Maar wat is een goed plan? De streekmanager in uw regio kan u daar alles over vertellen. Hij of zij kan adviseren waar een plan aan moet voldoen om van een gemeente een positieve uitspraak op een principeverzoek te verkrijgen.
Steeds meer gemeenten overwegen om positieve principeuitspraken volgens het 'Boxelse Model' af te handelen. Hierbij spaart de gemeente verzoeken om het bestemmingsplan te wijzigen op om een keer per jaar alle plannen tegelijk te behandelen. Hierdoor kan de gemeente efficiënter en flexibel omgaan met nieuwe plannen in het buitengebied. De verwachting is dat goede plannen hierdoor sneller gerealiseerd kunnen worden en dat de kosten voor de initiatiefnemers lager uitvallen.
Een fundamentele verbetering van de systematiek van de omgevingswetgeving is dringend noodzakelijk. Want nu lopen ondernemers, burgers en overheden nog altijd op tegen lange, ingewikkelde procedures en moeilijk toepasbare regels.
Dat stellen VNO-NCW-voorzitter Wientjes en MKB-Nederland-voorzitter Hermans in een schrijven aan de ministers Schultz (Infrastructuur en Milieu) en Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie). De voorzitters zien in één integrale omgevingswet het middel om daaraan een eind te maken. Hoewel de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) daarin slechts als een ‘eerste stap’ wordt gezien, behoeft die wat hen betreft niet zozeer een inhoudelijke herziening. Beter is het om de betreffende wetgeving met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, de Spoedwet wegverbreding, de Crisis- en herstelwet en de nog niet tot wet verheven Tracéwet samen te brengen en te stroomlijnen in één overzichtelijk wetsysteem. Voor het hele artikel klik hier.
Veel ondernemers met innovatieve idee lopen al snel tegen planologische grenzen aan. Bestemmingsplannen zijn behoudend opgesteld om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen. Onbedoeld ondervinden gewenste ontwikkelingen zo veel hinder. Het veranderen van een bestemmingsplan kost de gemeente veel tijd. De legeskosten zijn daarom hoog en varieren van enkele duizenden euro's tot wel 30.000,- euro afhankelijk in welke gemeente je woont. Dit is exclusief de kosten van een ruimtelijke onderbouwing (stedenbouwkundigbureau) en onderzoekskosten die door in te schakelen bureau's (geluid, milieu, archeologie) in rekening worden gebracht. De kosten van een procedure kunnen zo oplopen tot wel 50.000,- euro. En dit alles zonder garantie dat de procedure succesvol afgesloten kan worden. Daarnaast moet rekening gehouden worden met een termijn van enkele jaren en als er zienswijzen ingediend worden met een veelvoud daarvan. Met de WABO is er een eerste stap gezet om procedures te versnellen. Maar dat we er nog niet zijn valt hierboven te lezen. Tot die tijd zijn ondernemers met goede plannen afhankelijk van de welwillende medewerking en de creativiteit van het locale bestuur. Maar wat is een goed plan? De streekmanager in uw regio kan u daar alles over vertellen. Hij of zij kan adviseren waar een plan aan moet voldoen om van een gemeente een positieve uitspraak op een principeverzoek te verkrijgen.
Steeds meer gemeenten overwegen om positieve principeuitspraken volgens het 'Boxelse Model' af te handelen. Hierbij spaart de gemeente verzoeken om het bestemmingsplan te wijzigen op om een keer per jaar alle plannen tegelijk te behandelen. Hierdoor kan de gemeente efficiënter en flexibel omgaan met nieuwe plannen in het buitengebied. De verwachting is dat goede plannen hierdoor sneller gerealiseerd kunnen worden en dat de kosten voor de initiatiefnemers lager uitvallen.